Het taxibedrijf van Piet Schuhmacher van 1947 tot 1959
Tjeerd werd geveld door de TBC Tjeerd Schuhmacher had in de oorlog tuberculose opgelopen en was langdurig bedlegerig geweest. Zijn huisarts had aanbevolen naar een betrekking op zandgrond uit te zien en toen deden zich twee mogelijkheden voor: Oranjewoud en Zelhem. In beide plaatsen kon in 1947 een taxibedrijf worden overgenomen. Tjeerd wilde wat verder van huis en ging 1 mei van dat jaar naar Zelhem. Aldaar werd het taxibedrijf van de gebroeders Sevink overgenomen. Vader Jacob Schuhmacher had de overname betaald. Al na enige maanden werd Tjeerd weer ziek. Weer tuberculose. Zijn jongere broer Piet reed op 17 september, met een ziekenauto van Ziekenvervoer De Vrij uit Leeuwarden, de weg naar Zelhem om Tjeerd terug naar huis te brengen. Piet moest het bedrijf van zijn broer overeind houden, totdat hij genezen was. Tjeerd zou echter niet meer terugkeren en in 1952 een nare dood sterven.
Piet alleen naar Zelhem Piet liet zijn verloofde Saakje Memerda (*Leeuwarden, 12 juni 1926) in Leeuwarden achter, die daar een goede betrekking bij de Rijkstelefoondienst had. Het zou nog vier jaar duren, voordat hun huwelijk op 26 oktober 1951 (de 27ste verjaardag van Piet) voltrokken kon worden en Saakje haar Piet naar Zelhem kon volgen. Zij kregen een huis toegewezen aan de Prinses Marijkestraat 9.
In de kost bij Aaltje en Maria Leerink Het taxibedrijf in Zelhem werd evenals het ouderlijk bedrijf in Leeuwarden De Lijstertax genoemd naar de Lijsterstraat waar het bedrijf in de Friese hoofdstad was gevestigd. Eén naoorlogse tweedeurs Franse Ford werd van Sevink overgenomen (maar ook weer snel verkocht) en twee Fords werden uit Leeuwarden meegenomen: een Ford Model 48 uit 1935 en een Ford Model 68 uit 1936, beiden met een V8-motor. Piet ging in de kost bij de dames Aaltje en Maria Leerink aan de Palmberg 4-6. Vanuit dit adres bestierde Piet tot 1951 ook zijn taxibedrijf. De drie taxi’s werden gestald in een voormalige veeschuur aan de Palmberg 22 van boer en metselaar Teunissen. Piet zette er twee forse deuren in, zodat de auto’s in en uit konden rijden. Zijn broer Bertus heeft hem het eerste jaar terzijde gestaan en heeft daarna het vervoerbedrijf Beltron van Pierik uit Beltrum overgenomen. Het was in Zelhem aanvankelijk geen vetpot met het taxibedrijf, maar de voorkomende dienstverlening in uniform (!) maakte toch indruk.
De twee van Leeuwarden overgenomen Fords (links een Model 48 met V8-motor uit 1935 en rechts een Model 68 met eveneens een V8-motor uit 1936) Links de parttimerchauffeur Gert Freriks uit Halle en rechts Piet Schuhmacher, beiden strak in uniform. De locatie is de Palmberg 22 voor de stalling in de schuur van boer en metselaar Teunissen.
Een ziekenauto in Zelhem In de zomer van 1948 werd met hulp van zijn vader van de firma R.J. Weidenaar uit Oosternijkerk (bij Dokkum) een ziekenwagen overgenomen. Het was een Lincoln Model K uit 1931, die een jaar daarvoor door wagenmaker S. Postma tot ziekenauto was omgebouwd. Het was een indrukwekkende wagen met een hydraulisch afgeveerde brancard. De plaatselijke huisartsen Diephuis en Kuijpers moedigden Piet zeer aan bij deze activiteit, maar tot grote aantallen vervoeren kwam het nooit. Het beperkte zich tot zwangere vrouwen; ernstige ongevallen herinnert Piet zich in ieder geval niet meer. In Doetinchem waren toen twee ziekenhuizen: het katholieke Sint Jozef en het Algemene Wilhelmina Ziekenhuis. Piet reed wel veel zittende zieken met zijn taxi’s naar deze hospitalen. De inwoners van Zelhem waren in die jaren nauwelijks of niet verzekerd voor liggend ziekenvervoer en dus werd het vervoer meestal dus zittend uitgevoerd. Hij had toen één chauffeur/monteur in dienst: Johan Reusink.
Johan Reusink
Zuchten, zuchten, zuchten! In die jaren waren de meeste wegen nog onverharde zandwegen. In 1933 was de weg Doetinchem naar Ruurlo verhard en later de weg Zelhem over Halle naar Hummelo, een zogenaamde hekweg, een weg van de gezamenlijke gemeenten. Eenmaal herinnert Piet zich een vervoer van een zwangere vrouw naar Zutphen. Hij was altijd het enige bemanningslid op de ziekenwagen, zoals overigens gebruikelijk was in die jaren. Alleen de echtgenoot reed mee. De vrouw kreeg steeds vaker weeën en Piet riep voorin aan het stuur maar ‘zuchten, zuchten’, alsof hij al de ervaring had van een vader met veel kinderen. Hij heeft peentjes gezweten, maar de vrouw heeft in het ziekenhuis in Zutphen zover hij weet een gezond kind ter wereld gebracht.
Concurrentie vanuit Doetichem In hetzelfde jaar, dat Piet zijn ziekenwagen in bedrijf nam, liet de gemeente Doetinchem voor 18.000 gulden een eigen Packard-ziekenwagen met een carrosserie van de N.V. Carrosseriefabriek Staal i.o. IJzerhout uit Zaandam bouwen. Het initiatief hiervoor was al in 1947 door het college van burgemeester en wethouders genomen (Streekarchivariaat Regio Achterhoek, Doetinchem). Het verminderde de al geringe klandizie voor Schuhmacher tot zijn grote verdriet en ook een beetje frustratie, omdat hij niet op de hoogte was van deze aanschaf, terwijl toch de broer van de dames Leerink directeur gemeentewerken was in Doetinchem.
De Lincoln ziekenwagen naar de handel Drie jaar later, in 1951, verkocht Piet zijn Lincoln aan de handel, nadat de ziekenwagen alweer een tijdje had stil gestaan. Het taxibedrijf zou nog tot 1959 voort worden gezet, maar als gevolg van het vele werk in het touringcarbedrijf overgedaan aan één van zijn chauffeurs Hendrik Hebbink –de zoon van een grote boer- uit Zelhem. De taxiactiviteiten van Piet Schuhmacher waren daarmee ten einde, maar niet zijn touringcarbedrijf, waarmee hij in maart 1949 was begonnen en dat hij met veel succes tot 1964 zou voortzetten.
De Lincoln Model K ambulance uit 1931
Het wagenpark van ‘De Lijstertax’ uit Zelhem rond 1950 vlnr: de Lincoln Model K ziekenwagen, de Ford Model 68 uit 1936, de Ford Model 48 uit 1935 en de Ford Custom Sedan Model 70B uit 1949.
Deze geschiedenis is opgetekend uit de mond van Piet Schuhmacher in 2007 en 2008. De foto’s komen allemaal uit de collectie van Piet Schuhmacher, behalve als aangegeven.
2007 Piet Schuhmacher, 83 jaar Foto K.J.J. Waldeck, De Wijk
|