www.oudzelhem.eu
Bron:  diversen Zelhems Jubileum Boek
Artikel door:  H. Jonas en H.M. Somsen
Naoberschap:  uitvaartverzorging
Fotobewerking:  G. Knake

 

De buren
Als er iemand overleden was, dan stond de naaste buurman al heel snel op de stoep om zijn medeleven te betuigen en te vragen hoe alles geregeld diende te worden. Hij nam ook het lijstje met namen mee van de mensen die bericht moesten ontvangen. Samen met de buurt ging hij rond om de mensen aan te zeggen. Tegenwoordig doet de naaste buurman dat nog alleen in de buurt. Anderen krijgen een kaartje.
De buurt hielp met het schrijven van de kaarten. De meeste zaken zijn overgenomen door de begrafenisondernemer zoals: afleggen, aangifte doen bij het gemeentehuis, enz. Wel verzorgde de buurt nog voor de koffie en de broodjes bij de begrafenis, en de naaste buurman stond in de hal om de gasten te ontvangen. Dat gebruik is tegenwoordig vervangen door de uitvaartleider/ begrafenis ondernemer.

Liekspier
Lijkbalk (laatste gebint, voor de paardestal van de boerderij) boven de deel, naast het haakgat waaronder bij een begrafenis de kist voor de laatste maal werd geopend.

De lijkweg en traditie van het klokluiden
Bij een een begrafenis verzorgen twee klokken van de Lambertikerk de droeve stoet met hun tonen. Zes mannen luidden de grote klok, terwijl er twee "de sik moesten melken" (de kleine klok luiden). Tegenwoordig gaat dat door een app op de mobile telefoon.

Uit iedere wijk of buurtschap volgde de stoet een vaste weg, de doden - of lijkweg. En bij een vast punt moest het luiden beginnen. Om te weten, wanneer mem moest beginnen, keek men van boven uit de toren.
Vanuit de Heidenhoek kwam de stoet via de Barinkweg: was die bij "Lemke's beumke" (Brinkweg) dan moest het luiden beginnen.

UitvaartverzorgingDe Barinkweg in 2010


Kwam de stoet langs de Brunsveldweg dan was de driehoek (splitsing Brinkweg-Nijmansedijk) het punt dat vanuit de toren in het oog gehouden werd.
Uit de richting Halle volgde men de Peppelendijk (Halseweg) en het luiden begon als de stoet tussen het Pelikaansbos en de boerderij van Hillen was.( Halseweg 14)
De Papenburg aan de Vrogtenweg was het vaste punt in de route vanuit Oosterwijk.
Vanaf de Wittebrink volgde men de Hummeloseweg en tussen de Spijkhorst en de oude Looschool hoorde men de klokken. (Hummeloseweg 43)
Tenslotte was de Buursinkmolen, voor de stoet die uit de Wassinkbrink, kwam het punt van waar er geluid werd.( Doetinchemseweg 62)

IM001768Barinkweg  met een bord met uitleg over de lijkweg. Foto: H.M. Somsen.

Oorspronkelijk ging het luiden tijdens de begrafenis door en hield het pas op als de stoet op de terugweg het punt bereikt had, waar het het luiden ook was begonnen. Het spreekt vanzelf dat men strak de hand hield aan de voorschriften die door de traditie waren vastgelegd ('t hef altied zo ewes). Tegenwoordigstopt het luiden als de stoet op de begraafplaats is. In veel gevallen wordt het luiden achterwege gelaten.

Het luiden als iemand overleden is zoals eertijds gebruikelijk om 10.00 uur voor een inwoner uit het dorp of 11.30 uur voor een inwoner in het buitengebied wordt ook niet altijd meer gedaan. Men hangt het overlijden niet meer aan de grote klok.

62 begrafenis over de lijkweg
Begrafenis over de lijkweg. Krantenknipsel van Gerhard Bruil.

Daaruit is ook de verontwaardiging te verklaren van de oude smid Nusselder rond 1935, toen degenen die de klok moesten luiden per abuis in de verkeerde richting naar de stoet uitkeken boven in de toren, waardoor deze de Markt naderde zonder dat zij het merkten. Nusselder holde zijn werkplaats op de Markt uit en sprong zo in de touwen, waardoor het luiden begon. Verschrikt kwamen de mannen beneden, waar ze werden ontvangen met een: "En als er nou niet geluid wordt dan hoeft het helemaal niet meer".

Was de overledene een grote boer of een kerkenraadslid, dan duurde de plechtigheid op het kerkhof langer vanwege de toespraken. Ook de plaats waar de overledene kwam te liggen werd bepaald door zijn stand. Een daghuurder kwam helemaal achteraan op het kerkhof. Dat ontlokte de dragers dan wel de verzuchting: wi'j möt lange dragen.

Op de derde uitbreiding van de begraafplaats het "Rondeel" is nog sprake van 1e klas graven.

 

De Lijkkoets
De lijkkoets is mei1925 besteld bij Huiskamp Carrosseriebouw in Winterswijk en in september 1925 geleverd aan de diaconie van Zelhem. De lijkwagen voor Zelhem was de eerste lijkkoets die ze bouwden. De wielen hadden eerst ijzeren hoepels, later werden dikke massief rubberen banden gebruikt.
In de jaren die volgen gaat Huiskamp zich meer profileren als de specialist in lijkwagens, volgkoetsen en toebehoren als dekkleden, baarkleden, laken, pluimen, tressen en lampen. En heeft dan zo veel werk om tot in de Tweede Wereldoorlog een beeldhouwer -voor hout- in vaste dienst te hebben. De lijkkoetsen die Huiskamp bouwt dateren zo ongeveer uit die periode: 1925-1942. De variatie is groot: van indrukwekkende zijladers, waarbij de kist er aan de zijkant in gaat, achterladers tot ‘glaswagens’, die met glazen ruiten in plaats van alleen draperieën zijn uitgevoerd. Het houtsnijwerk varieert net zo sterk van een eenvoudige guirlande langs de zijkant tot gebeeldhouwde engelen – een engel met een bazuin, verwijst naar het Laatste Oordeel uit het Boek Openbaringen van Johannes. Alles heeft zo z’n symboliek: een kruis op het dak voor de katholieken, te verwisselen met een urn voor de protestanten. En niet te vergeten is er verschil in begraven in eerste, tweede of derde klas. Het meeste verdient Huiskamp aan de eersteklasuitvoering, waarvoor luxere spullen nodig zijn. Maar iedere lijkkoets die Huiskamp bouwt is een rijdend kunstwerk.

De lijkkoets heeft tot 1960 dienst gedaan en is toen voor 20 gulden verkocht aan stalhouder G. Kraaij in Velp. De eerste lijkauto, een verbouwde Panhard, is medio 1958 in gebruik genomen door het begrafenisfonds van Zelhem.

UitvaartverzorgingDe lijkkoets, origineel met de ijzeren wielen. Foto: uit collectie Eef Oosterink

 

Aan de Weverstraat wordt een schuurtje voor de lijkwagen gebouwd en de verhuur vindt plaats via de diaconie. Gratis voor de armen; verder fl. 5,--, fl 12.50 of fl 20,- al naar gelang men een eenvoudige of opgetuigde wagen en paarden wil hebben.

armenhuis3 ver lijkkoets huisje ver
De optocht langs het armenhuis aan de Weverstraat.Foto: van Fam. Roenhorst Het lijkkoetshuisje.
Foto van familie Evers. 

 

lijkhuisje zw verHet lijkkoetshuisje aan de Weverstraat. 
1948 begrafenis Denkers met tieleman verNovember 1949 begrafenis van meester Derk Denkers met R. Tieleman als uitvaartleider.

Al met al is het de opmaat tot meer. In 1956 zijn er geruchten over het oprichten van een begrafenisonderneming door derden. De diaconie wenst dat werk onder zich te houden en richt een begrafenisfonds op. Inwoners kunnen zich verzekeren tegen de kosten van een begrafenis en in 1961 zijn er al 140 gezinnen lid. In het oude rusthuis aan de Weverstraat, nu Goudsbloemstraat wordt in 1958 een aula ingericht.
Op zeker moment komt de vraag of het wel een taak is voor de diaconie zich met verzekeren en begraven bezig te houden. De conclusie wordt "neen". Het werk wordt verzelfstandigd tot een begrafenisonderneming, wel uitgaande van de diaconie, zodat men zeggenschap houdt. De UBO blijft de verzekeringen verzorgen. Een beheerscommissie regelt de zaken en boekhouder Hebbink die ook de diaconale boekhouding verzorgt, doet de administratie. In 1972 komt gebouw Dennenlust tot stand. Er komt een opbaarruimte bij een garage voor de lijkauto.
dennenlust8Ontmoetingscemtrum Dennenlust

 

Rond 1978 krijgt de diaconie van de kerkenraad de vraag voorgelegd, of een begrafenisonderneming nog wel tot de kerntaken van de diaconie behoort. Na rijp beraad binnen de diaconie, gaan de diaconie en begrafeniscommissie met elkaar in gesprek. De commissie vindt de tijd er nog niet rijp voor. Men blijft het als een diaconale taak zien die niet zo heel veel tijd vraagt. Wil de diaconie toch doorzetten, dan zal men daarin meegaan. September 1980 besluit de diaconie unaniem tot loskoppelen. Een begrafenisvereniging wordt opgericht en een 'bruidsschat' maakt er een onderdeel van uit.

Op 21 mei 1982 wordt de akte gepasseerd. "Begrafenisvereniging Zelhem" is een feit!
In art.2.4 staat expliciet de vereniging is te beschouwen als een ononderbroken voortzetting van de begrafenisonderneming, uitgaande van de diaconie van de Hervormde Gemeente Zelhem, die bij besluit van tien september negentienhonderd tachtig tot ontkoppeling heeft besloten.

De tijd gaat voort.
Inzichten veranderen. Begraven en wat er allemaal bij komt kijken vraagt een professionele aanpak. Niet meer als kleine plaatselijke vereniging. Men besluit in gesprek te gaan met enkele professionele ondernemingen en in 2005 is het en feit. Opheffing per 1 juli 2005 en voortzetting vanaf die datum door Herman Tomesen uitvaartverzorging plus. Na Herman Tomesen komt uitvaartverzorg GUV.


 1083408803 img3 27462 large

Foto Uitvaartcentrum Dennenlust Foto: Correct Monreau.

 1261135957 img1 402451 large  1333143584 img4 183714 large
 Interieur Dennenlust Foto GUV Interieur Dennenlust Foto GUV 

2021 Correct Dennelust
Interieur na verbouwing in 2021 Foto: Correct Monreau.

Voor de regio Zelhem kan GUV gebruik maken van uitvaartcentrum Dennenlust. Dit uitvaartcentrum wordt beheer door Correct Monnerau welke ook vervoersdiensten levert aan GUV. Aan de rand van Zelhem, naast de begraafplaats gelegen biedt dit uitvaartcentrum veel rust en geborgenheid. Er zijn diverse ruimtes, die het mogelijk maken een dienst of een koffietafel te houden. Er is een ruime parkeeruimte bij het gebouw aanwezig.

Dennenlust -'t Leerhuys 

P1130777 leerhuis 2018
Het Leerhuis bij de Lambertikerk. Foto 2018 H.M. Somsen.

GUV Uitvaartverzorging in Zelhem heeft vele mogelijkheden. Zij kunnen voor u natuurlijk ook een thuisopbaring verzorgen of een opbaring bij Opbaarruimte ‘t Leerhuys van de Lambertikerk.