www.oudzelhem.eu | |
Bron: | diversen Zelhems Jubileum Boek |
Artikel door: | H. Jonas en H.M. Somsen |
Naoberschap: | uitvaartverzorging |
Fotobewerking: | G. Knake |
De buren Liekspier De lijkweg en traditie van het klokluiden Uit iedere wijk of buurtschap volgde de stoet een vaste weg, de doden - of lijkweg. En bij een vast punt moest het luiden beginnen. Om te weten, wanneer mem moest beginnen, keek men van boven uit de toren. De Barinkweg in 2010
Oorspronkelijk ging het luiden tijdens de begrafenis door en hield het pas op als de stoet op de terugweg het punt bereikt had, waar het het luiden ook was begonnen. Het spreekt vanzelf dat men strak de hand hield aan de voorschriften die door de traditie waren vastgelegd ('t hef altied zo ewes). Tegenwoordigstopt het luiden als de stoet op de begraafplaats is. In veel gevallen wordt het luiden achterwege gelaten. Het luiden als iemand overleden is zoals eertijds gebruikelijk om 10.00 uur voor een inwoner uit het dorp of 11.30 uur voor een inwoner in het buitengebied wordt ook niet altijd meer gedaan. Men hangt het overlijden niet meer aan de grote klok. Daaruit is ook de verontwaardiging te verklaren van de oude smid Nusselder rond 1935, toen degenen die de klok moesten luiden per abuis in de verkeerde richting naar de stoet uitkeken boven in de toren, waardoor deze de Markt naderde zonder dat zij het merkten. Nusselder holde zijn werkplaats op de Markt uit en sprong zo in de touwen, waardoor het luiden begon. Verschrikt kwamen de mannen beneden, waar ze werden ontvangen met een: "En als er nou niet geluid wordt dan hoeft het helemaal niet meer". Was de overledene een grote boer of een kerkenraadslid, dan duurde de plechtigheid op het kerkhof langer vanwege de toespraken. Ook de plaats waar de overledene kwam te liggen werd bepaald door zijn stand. Een daghuurder kwam helemaal achteraan op het kerkhof. Dat ontlokte de dragers dan wel de verzuchting: wi'j möt lange dragen. Op de derde uitbreiding van de begraafplaats het "Rondeel" is nog sprake van 1e klas graven.
De Lijkkoets |
De lijkkoets, origineel met de ijzeren wielen. Foto: uit collectie Eef Oosterink |
Aan de Weverstraat wordt een schuurtje voor de lijkwagen gebouwd en de verhuur vindt plaats via de diaconie. Gratis voor de armen; verder fl. 5,--, fl 12.50 of fl 20,- al naar gelang men een eenvoudige of opgetuigde wagen en paarden wil hebben.
De optocht langs het armenhuis aan de Weverstraat.Foto: van Fam. Roenhorst | Het lijkkoetshuisje. Foto van familie Evers. |
Het lijkkoetshuisje aan de Weverstraat.
November 1949 begrafenis van meester Derk Denkers met R. Tieleman als uitvaartleider.
Al met al is het de opmaat tot meer. In 1956 zijn er geruchten over het oprichten van een begrafenisonderneming door derden. De diaconie wenst dat werk onder zich te houden en richt een begrafenisfonds op. Inwoners kunnen zich verzekeren tegen de kosten van een begrafenis en in 1961 zijn er al 140 gezinnen lid. In het oude rusthuis aan de Weverstraat, nu Goudsbloemstraat wordt in 1958 een aula ingericht.
Op zeker moment komt de vraag of het wel een taak is voor de diaconie zich met verzekeren en begraven bezig te houden. De conclusie wordt "neen". Het werk wordt verzelfstandigd tot een begrafenisonderneming, wel uitgaande van de diaconie, zodat men zeggenschap houdt. De UBO blijft de verzekeringen verzorgen. Een beheerscommissie regelt de zaken en boekhouder Hebbink die ook de diaconale boekhouding verzorgt, doet de administratie. In 1972 komt gebouw Dennenlust tot stand. Er komt een opbaarruimte bij een garage voor de lijkauto.
Ontmoetingscemtrum Dennenlust
Rond 1978 krijgt de diaconie van de kerkenraad de vraag voorgelegd, of een begrafenisonderneming nog wel tot de kerntaken van de diaconie behoort. Na rijp beraad binnen de diaconie, gaan de diaconie en begrafeniscommissie met elkaar in gesprek. De commissie vindt de tijd er nog niet rijp voor. Men blijft het als een diaconale taak zien die niet zo heel veel tijd vraagt. Wil de diaconie toch doorzetten, dan zal men daarin meegaan. September 1980 besluit de diaconie unaniem tot loskoppelen. Een begrafenisvereniging wordt opgericht en een 'bruidsschat' maakt er een onderdeel van uit.
Op 21 mei 1982 wordt de akte gepasseerd. "Begrafenisvereniging Zelhem" is een feit!
In art.2.4 staat expliciet de vereniging is te beschouwen als een ononderbroken voortzetting van de begrafenisonderneming, uitgaande van de diaconie van de Hervormde Gemeente Zelhem, die bij besluit van tien september negentienhonderd tachtig tot ontkoppeling heeft besloten.
De tijd gaat voort.
Inzichten veranderen. Begraven en wat er allemaal bij komt kijken vraagt een professionele aanpak. Niet meer als kleine plaatselijke vereniging. Men besluit in gesprek te gaan met enkele professionele ondernemingen en in 2005 is het en feit. Opheffing per 1 juli 2005 en voortzetting vanaf die datum door Herman Tomesen uitvaartverzorging plus. Na Herman Tomesen komt uitvaartverzorg GUV.
Foto Uitvaartcentrum Dennenlust Foto: Correct Monreau.
Interieur Dennenlust Foto GUV | Interieur Dennenlust Foto GUV |
Interieur na verbouwing in 2021 Foto: Correct Monreau.
Voor de regio Zelhem kan GUV gebruik maken van uitvaartcentrum Dennenlust. Dit uitvaartcentrum wordt beheer door Correct Monnerau welke ook vervoersdiensten levert aan GUV. Aan de rand van Zelhem, naast de begraafplaats gelegen biedt dit uitvaartcentrum veel rust en geborgenheid. Er zijn diverse ruimtes, die het mogelijk maken een dienst of een koffietafel te houden. Er is een ruime parkeeruimte bij het gebouw aanwezig.
Dennenlust -'t Leerhuys
Het Leerhuis bij de Lambertikerk. Foto 2018 H.M. Somsen.
GUV Uitvaartverzorging in Zelhem heeft vele mogelijkheden. Zij kunnen voor u natuurlijk ook een thuisopbaring verzorgen of een opbaring bij Opbaarruimte ‘t Leerhuys van de Lambertikerk.