Dodendraad
Door Bennie Eenink
Om te verhinderen dat nog meer Belgen naar Nederland wilden vluchten en om te voorkomen dat er gesmokkeld werd besloten de Duitsers iets nieuws toe te passen, een elektrisch hek. Langs de hele grens tussen Nederland en België, van Zuid-Limburg tot in Zeeland werd een afrastering geplaatst. En die afrastering werd onder elektrische stroom gezet. "En gin schrikdraod zo at ze now gebruukt um de beeste in de weide te hollen maor hele starken stroom, hoogspanning neumt ze dat," vertelde opa. Stroom die zo sterk was dat als je de draad aanraakte meteen dood was of helemaal verbrandde. Opa had die verhalen daar gehoord van soldaten die uit de grensstreek kwamen. Honderden mensen waren op die manieren gedood. Soms omdat ze het toch probeerden om er door te komen, soms ook door ongelukken. Veel mensen wisten in die tijd nog niet wat elektriciteit was en dachten dat het wel mee zou vallen met het gevaar.
Naar de draad
Opa had die draad een keer gezien. "Bi’j ons daor in Braobant wazzen ok een paar jongens elegerd die van de Belgisch grenze kwammen." Op een zondag waren ze met een groepje soldaten naar hun dorp gefietst, ze hadden koffie gedronken bij de jongens thuis en waren toen naar de draad gewandeld. Uit de verte hadden ze gekeken, want achter de draad liepen Duitse soldaten met geweren als bewaking. En je wist maar nooit hoe die zouden reageren op een groepje Hollandse soldaten. Daar was dus de draad. "Zoiets as de dräöde um de weide maor dan wel twee meter hoge. En niet ene riege zoas um de weide maor dri’j riegen. Alleen op de middelsten draod ston stroom. De beide buutensten stonden d’r een paar meter vanaf en daor ston gin stroom op. Dat was gewoon puntdraod en mos veurkommen dat de mensen bi’j vergissing an de stroomdraod zollen pakken." Opa had het alleen uit de verte gezien. "Ut liep gewoon zoas de grenze liep, dwars deur de weidens en tussen de huuze deur. Zo uut de wiete lek het niet zo naar maor ut mot vreselijk weazen ewest."