Zondagscholen
Zondagscholen - Meeneschool
-
Geschiedenis
Zondagschool in de Meene.
Medewerkers aan dit artikel:
Ellie en Harry Somsen.
Websiteopmaak: Harry Somsen.
1932 de Meene school waar ook de zondagschool in gehouden is.Foto : oudzelhem.Uit De Graafschap-bode dd. 3 Augustus 1931.
Officieele opening der Bijzonder Christelijke School in de Meene te Zelhem.
In de buurtschap Meene heeft den 1sten Augustus de officieele opening plaats gehad van een fraai nieuw school gebouw met onderwijzerswoning, welke plechtigheid werd bijgewoond door een groot aantal belangstellenden.
Voor de vrienden van het Christelijk onderwijs in die omgeving was dit inderdaad een blijde, heuglijke gebeurtenis.
Reeds begin 1927 bestond er aldaar een comité, dat herhaalde malen het plan tot schoolstichting besprak; door verschillende omstandigheden, die we hier niet nader zullen vermelden, bleef de daad tot stichting evenwel een paar jaren achterwege.
Hoewel reeds den 25sten April 1930 de Gemeenteraad gelden voor dit doel beschikbaar had gesteld, kon, nadat door Ged. Staten het betreffende raadsbesluit was vernietigd en door de Kroon weder werd gehandhaafd, op 15 Mei 1931 de eerste steen voor het nieuwe gebouw worden gelegd, en thans was de school voor in-gebruik-neming gereed.
Naast vele leden van de Schoolvereniging benevens het volledig Bestuur, waren daartoe des middags een talrijke schare ouders e.a. in de ruime schoollokalen samengekomen. Mede waren belangstellenden uit omliggende plaatsen tegenwoordig. Een deel van de ”genoodigden” vormden tevens de bijna 40 kinderen, die – na een vacantie – de school zullen bezoeken en thans voor het eerst een plaatsje in de nieuwe schoolbanken mochten innemen; bij deze gelegenheid in de voorste gelederen.
Het gemeentebestuur was vertegenwoordigd door Wethouder Massink en den heer Wieringa, secretaris, terwijl voorts Ds. Mondt, eenige leden van den raad en bestuursleden der Schoolvereniging ’t Loo zich onder de aanwezigen bevonden.
Nadat het samenzijn was geopend met gebed, psalmgezang en voorlezing van een Schriftgedeelte, hield Ds. De Planque als voorzitter der Vereniging.
de openingsrede.
Allereerst wees spr. op de omstandigheid, dat door de bewoners van deze buurt reeds vele jaren verlangend naar een school was uitgezien, evenals in den Heidenhoek, van waaruit spr. tegelijkertijd een verzoek als zoodanig bereikte.
Opmerkelijk is wel, dat nu in deze maand op beide plaatsen een Christelijke school wordt geopend, thans in de Meene en over eenigen tijd eveneens in de IJzevoorde a.d. grens Heidenhoek.
Vele malen heeft spr. de bedenking vernomen: wat is dat toch een geld vermorsen, het stichten van al die Chr. Schooltjes is een overdreven weelde. Spr, kan dit niet inzien.
Het wordt alleen gezegd door menschen, die niets over hebben voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Het vormt alleen een bewijs, dat zij geen rekening willen houden met schoone uitspraken van den Heiland: ”Laat de kinderkens tot Mij komen en verhinder ze niet”.
Ook hoort men vaak, dat de school een instituut moet zijn, om de kinderen op te voeden tot nuttige burgers van de maatschappij. Alsof dat het voornaamste is.
Achter die maatschappij staat het Koninkrijk Gods. Moge deze Meene-school een onderwijs-inrichting zijn, waarin die echt Christelijke sfeer wordt gevoeld.
Spr. memoreerde de verrassende resultaten met de collectes; dikwijls met vriendelijken blik werden belangrijke sommen bijgedragen. Ook in omliggende gemeenten hebben de collectanten genoten van groote offervaardigheid. Voorts stonden de tijd en krachten van vele bereidwillige menschen het bestuur ten dienste; met toewijding en liefde is er gearbeid aan deze zaak.
Het stemt tot dankbaarheid, dat het bestuur in aanraking is gebracht met den heer Stomphorst, die vanuit Utrecht overkomt, om de leiding dezer school op zich te nemen.
Spr. was ervan overtuigd, dat de heer Stomphorst een man is, die niet eigen eere zoekt, doch de eer van Jezus Christus. Ook van de onderwijzeres, mej. Van der Veen, die werkzaam was als volontair op de school van den heer Boerkoel te Doesburg, had spr. de beste verwachtingen.
Spr. wenschte het onderwijzend personeel toe, dat op hun arbeid aan de Meeneschool
’s Heeren rijkste zegen moge rusten.
De Edelachtb. heer J.Rijpstra, burgemeester, had een schrijven gezonden, waarin hij zijn leedwezen betuigde met de omstandigheid, dat hij wegens bezigheden buiten de gemeente, verhinderd was deze feestelijke opening bij te wonen. In zijn brief was de burgemeester zeer erkentelijk voor het feit, dat bij den bouw van deze school de meest mogelijke soberheid en zuinigheid in acht is genomen.
Hij sprak de hoop uit, dat deze school met Gods hulp voor de betrokken streek van groot nut moge zijn.
Felicitatie-brieven waren verder ingekomen van de heeren Bakker en Abelskamp, resp. hoofden van de bijz. scholen te Loo en Wittebrink. Ook de heeren Lemereis te Heide en Klazes te Veldhoek waren wegens hunne vacantie verhinderd.
Ds. De Planque hield aan het slot een vriendelijke toespraak tot het bruidpaar Stomphorst-Bokhorst, terwijl hij zich voorts richtte met persoonlijke woorden tot onderscheidene aanwezigen. Een bijzonder compliment ontving de architect, de heer Thijssen, te Doetinchem, evenals de uitvoerders, de hr. Gebr. Wijnroks, Wolsink en Ruesink te Varsseveld, voor hunne keurige en tijdige aflevering.
Een vijftal sprekers voerden hierna nog het woord.
De heer Stomphorst, het geïnstalleerde hoofd der school, uitte in een hartelijke rede woorden van dank voor het in hem gestelde vertrouwen, hetwelk hij niet hoopte te beschamen.
Spr. hoopte met Gods hulp naar zijn beste weten de belangen van school en kind te kunnen behartigen, tot heil van de Meene en omgeving. Bij eventueele ”steentjes des aanstoots” stelde spr. prijs op de medewerking van de zijde der ouders ter verkrijging van een bevredigende oplossing, opdat de school volledig moge beantwoorden aan het beoogde doel.
De heer Post, het hoofd der school te Utrecht, waaraan de heer Stomphorst als onderwijzer werkzaam was, vergeleek de opening van een nieuwe school met een schip, dat van stapel loopt. Velen zijn belangstellend of dat schip zee zal kunnen houden. De reeders hebben het schip met zijn lading aan den kapitein toevertrouwd, waardoor de keuze van den te benoemen kapitein van groot gewicht is voor het welslagen. En de keuze van den heer Stomphorst als hoofd achtte spr. een zeer gelukkige.
Hij is een man van weinig woorden, maar die weet wat hij wil en die een uitstekende reputatie geniet onder zijn vakgenooten. Bij dezen arbeid heeft men ook met teleurstelling te kampen, maar spr. wenschte het nieuwe hoofd toe, dat hij zijn vertrouwen steeds meer op God zal leeren stellen, waardoor hij sterk zal staan. Van harte hoopte spr. goede berichten uit Zelhem te hooren.
Dr. Gerritsen, sprekend namens het schoolbestuur van ’t Loo, achtte het geenszins als een nadeel, dat deze kinderen grootendeels van de Loo-school afkomstig zijn. Thans is er in de Meene een Christelijk centrum tot stand gekomen, hetgeen op zichzelf reeds van groot belang is.