Velswijkscholen - Geschiedenis
-
Geschiedenis:
De gemeenschappelijke school in Hengelo-Gooy en Zelhem-Velswijk sinds 1793, binnen de gemeenten Hengelo en Zelhem.Door Gerrit Rijsdorp.
Klik hiernaast voor deze geschiedenis van de voorloper van de Velswijkschool; Geschiedenis scholen GOOI en VELSWIJK.pdf
Een gewone, maar toch bijzondere school.Door Betty Blikman-Ruiterkamp
Er worden nogal eens lagere scholen gesloten. Minder geboortes en een vergrijzende bevolking zijn hiervan de oorzaak. Ooit was het anders en werd er school na school geopend. In de gemeente Zelhem werd er in het dorp zelf onderwijs gegeven vanaf ongeveer 1590, achtereenvolgens aan de Smidsstraat, de Koestraat en de Doetinchemseweg. In Halle werd er school gehouden in een gebouwtje aan de Pluimersdijk vanaf ca. 1827 en vanaf ± 1920 in het dorp zelf. Klassen mochten eerst uit 70 leerlingen bestaan, maar in 1878 werd dit terug gebracht tot maximaal 40. Een wet op de leerplicht bestond aanvankelijk niet, pas in 1901 trad deze in werking. Bijzonder is het dat in Velswijk, een van de vele kleine buurtschappen van de gemeente, al in 1872 een school werd geopend. Dit verhaal gaat deels over de totstandkoming van deze school, maar ook over de gebouwen en de “hoofdonderwijzers”. Want deze mensen namen een belangrijke plaats in in de kleine maatschappij waarin ze woonden. Waar toch soms veel meer gebeurde dan ik tevoren bedacht had ...
Krantenartikel uit Arnhemsche courant 31-01-1829Het ontstaan van de Velswijkse school.
Sinds 1832 kond de jeugd uit Velswijk onderwijs krijgen in ‘de school voor Gooi en Velswijk’, die al sinds dat jaar bestond. De streeknaam Gooi of Gooy is hier verdwenen, maar kwam vroeger meer voor. Niet zo vreemd, want het betekent gewoon ‘landstreek’. Hier was dit het gebied zuidwestelijk van het dorp Hengelo en westelijk van Keijenborg, grenzend aan de noordelijke rand van Velswijk. Het schoolgebouw stond in het buitengebied, tussen de huidige Hoegenstraat en Weeninkstraat, en net in de gemeente Hengelo. Het was tot stand gekomen uit een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Hengelo en Zelhem. Zowel Gooi als Velswijk lagen enkele kilometers van een van de beide kernen af. Eind 1869 werd dit schoolgebouw afgekeurd door de schoolopziener. Het was veel te klein om de 246 aanwezige leerlingen te huisvesten, oorspronkelijk was het bestemd voor 150 kinderen! Er waren dus teveel leerlingen, maar een leerkracht te weinig. Het moest gesloten worden. Maar men sloot de school niet, het zou vast wel los lopen. Bovendien: waar moesten de kinderen dan onderwijs krijgen? Een oplossing vinden kostte tijd, en het schoot maar niet op. Daarom besloot de inspectie het hard te spelen. Hoofdonderwijzer W. Harmsen en hulponderwijzer H. T. Aalbers werden door de kantonrechter tot een geldboete van respectievelijk f. 25,- en f. 10,- of een gevangenisstraf veroordeeld, omdat zij les gaven in een afgekeurd gebouw. Deze twee belandden hierdoor in een vreemde positie. Als ze geen les meer zouden geven, verzuimden ze hun plicht tegenover hun werkgever, de gemeente. En dat was eveneens strafbaar. Het gevolg was dat de Zelhemse burgemeester O.P. Bennewitz in beroep ging. En dat hielp. Een paar maanden later heeft ‘Zijne Majesteit den Koning’ de straf trouwens kwijt gescholden. Enige tijd hield men zich nog bezig met het plan om de bestaande school te vergroten, maar vooral financieel kon men niet tot overeenstemming komen. In mei 1871 werd er eindelijk een oplossing gevonden. Men besloot de gemeenschappelijke regeling op te heffen en in Velswijk een nieuwe school te bouwen. Zelhemse kinderen werden niet meer toegelaten op deze Hengelose school. Het was zo geregeld dat Hengelo het eigendomsdeel van Zelhem overnam. Afgesproken werd dat dit f. 1000,- zou zijn. Als hetzelfde bedrag aan provinciale subsidie kon worden opgehaald en dito uit eigen middelen, zou het plan uitvoerbaar zijn. Bij nader inzien vond Hengelo het uitkoopbedrag eigenlijk te hoog, maar gelukkig sloot men een compromis op f. 800,-. Er was haast geboden met de bouw van de school in Velswijk. Al vanaf 1871 hadden de kinderen geen onderwijs meer genoten. De ouders begonnen te klagen! Er werd een tussenoplossing gevonden: Boerderij Mentink (Hengelo, Banninkstraat 41) stond leeg en die kon voor dit doel ingericht worden. De boerderij kreeg tot 1 november 1872 de status van een bijzondere school. Albert van Dissel, wonend in Winterswijk, werd als waarnemend hoofd aangesteld. Meteen waren er al 70 leerlingen die de noodschool bezochten en was er al een kwekeling nodig. Van Dissel volbracht zijn missie keurig, maar toen alle plannen waren gerealiseerd werd hij bedankt. Hij kreeg nog wel een aanbevelingsbrief mee en bovendien f. 25 extra.Een onderwijzer aanstellen.
Het raadsbesluit tot de bouw van een school in Velswijk werd genomen in september 1871. De bouw -aan de doorgaande weg- was intussen al een eind gevorderd, daarom werden er in juni 1872 advertenties geplaatst voor ‘de betrekking van hoofdonderwijzer.”
Het jaarlijkse traktement bedroeg f. 500,- inclusief vrije woning met tuin.
Hierop reageerden 21 mannen. Twee weken later werd er in de openbare school te Zelhem -deze stond vlak achter de kerk richting Halle- aan de sollicitanten een vergelijkend examen voorgelegd. Van de achttien opgeroepen personen, verschenen er twaalf. Examinator was de district-schoolopziener L.A. van Heeckeren uit Zutphen, bijgestaan door zijn Arnhemse ambtgenoot in het 1e district in Gelderland, J.C. Vethake. Bij de uitslag bleken de nummers een en twee, G.J. Venderbosch, hulponderwijzer te Hummelo en H.J. Hoving uit Nijensleek (Drenthe), een gelijk aantal punten hadden behaald. Er moest geloot worden. Venderbosch won en ging aan de slag in Velswijk.
1900 Voorzijde Velswijkschool, Foto Betty Blikman.
Op 1 oktober 1872 werd de nagelnieuwe tweeklassige openbare school ‘enigszins feestelijk’ geopend. Er was ook een perceel bij de school gelegen, waarin appelbomen werden geplant. Bovendien stond er een pomp bij de school, met een houten kast er om. Behalve de appelbomen bloeide ook de school in de tijd van Venderbosch, het bewees zijn bestaansrecht onmiddellijk. Al in 1874 waren er zoveel leerlingen, dat er een hulponderwijzeres werd aangesteld voor de lagere klassen. Officieel was wat wij vroeger “de kweekschool” noemden, alleen voor mannen. Vrouwen die het onderwijs in wilden, moesten hun opleiding via cursussen volgen. Pas in 1896 werd de eerste kweekschool -later PABO- voor meisjes geopend. In de onderwijswet van 1878 werd de benaming van ‘hulponderwijzeres vervangen door onderwijzeres en hoofdonderwijzer. Onderwijzeressen kregen altijd de jongste kinderen onder hun hoede en bleven gewoonlijk slechts enkele jaren. Men meende toen nog dat getrouwd zijn en buitenshuis werken niet samen konden gaan. Dus waren de meesten weer snel verdwenen. Deeltijdwerk hoorde wel tot de mogelijkheden, mevrouw Venderbosch-Vrijland gaf jaren lang les in Nuttige Handwerken. De overige hulp- en onderwijzeressen laat ik buiten beschouwing in dit verhaal.
In 1886 was het nodig om de school met een lokaal te vergroten en verbouwen, net als de onderwijzerswoning. Bestek en tekening waren van de hand van architect H.L.J. Ovink (sr.) uit Doetinchem.
Krantenartikel uit Het nieuws van den dag 28-12-1885
1905 ca. De Velswijkschool met meester Venderbosch. foto, W. v. Keulen.Besmettelijke ziekten
Diverse besmettelijke ziekten waarden rond in die tijd. In de herfst van 1881 werd de school enige tijd gesloten vanwege een mazelen- epidemie. In 1889 was er een typhus-epidemie. Complete gezinnen raakten besmet, waarbij sommigen zelfs overleden. Ook in het gezin van Venderbosch werd er tot tweemaal toe een van de kinderen ziek, maar gelukkig herstelden zij. In 1914 en 1915 heerste er difteritus. Vlak voor de zomervakantie stierf er een meisje ‘s avonds aan de ziekte, die dezelfde dag nog naar school was geweest. Op advies van de Zelhemse huisarts A.S. van Ingen werd de school gesloten en geheel ontsmet. Dat gebeurde met formaline, muren werden gewit en de vloeren met creoline gewassen. Zelfs de boeken werden in formalinedampen gelegd. Toen de kinderen na de vakantie weer terugkeerden was alles weer normaal. Verder in de tijd kwamen er steeds meer inentingen beschikbaar en kwam dit minder vaak voor.
1913 Klasse foto met meester Venderbosch. Foto coll. oudzelhemEen betrokken schoolhoofd
In 1914 ging de gezondheid van Venderbosch achteruit en viel het werken hem zwaar. Op 1 januari 1915 was hij 50 jaar onderwijzer. Dat vond hij ook zelf een prima datum om uit te treden. Het werd een prachtig afscheid, waarop iemand vertelde dat hij had uitgerekend dat Venderbosch meer dan 1000 kinderen, verdeeld over drie generaties, lager onderwijs zou hebben gegeven. Daarbij was het ‘herhalingsonderwijs’ aan degen die nog wat meer wilden leren, niet meegerekend. Ook verder waren er veel lovende woorden en geschenken. Die lovende woorden gingen ook over zijn rol in de samenleving, want Venderbosch was een maatschappelijk geëngageerd persoon. Zo was hij sterk betrokken bij de oprichting van de ‘Coöperatieve Stoomzuivelfabriek Erica’, de ‘Boerenleenbank’ in Zelhem en de ‘Stoom-dorsch Vereniging “Ons Belang” in Velswijk. Op verkiezingsdagen bemande hij steevast het Velswijkse stembureau. Hij was lid van de ‘Commissie ter wering van schoolverzuim te Zelhem’ en gaf 25 jaar les aan de Rijksnormaalschool te Doetinchem. Ook was hij bestuurslid van de Geldersch-Overijsselsche Maatschappij van Landbouw en mede-oprichter van de Nederlandse Protestantenbond afdeling Zelhem. In 1899 schonk hij deze gemeente nog een bijbel voor op het “spreekgestoelte”.De opvolger.
Zijn opvolger was Adriaan Barten uit Rotterdam. Helaas was hij geen blijvertje en vertrok naar Ridderkerk. Na hem werd er gelukkig een serieuze kandidaat benoemd: de ongehuwde, in Wildervank geboren, H. A. (Hendrikus Albertus) ter Hoeven werd in juni aangesteld als hoofd. Hij liet een bijzondere ‘erfenis’ na voor de kinderen. In de omgeving waren er enkele scholen die elk jaar behalve een schoolreisje maakten, meestal alleen voor de twee hoogste klassen, ook een schoolfeest vierden. Zou dat in Velswijk ook kunnen? Om dit voor elkaar te krijgen organiseerde hij een bijeenkomst in het tegenover de school gelegen café Kummeling, waarvoor alle inwoners van Velswijk uitgenodigd werden. Volgens de krant werd deze ‘zeer druk bezocht‘. Hij ontvouwde zijn plannen en iedereen raakte enthousiast. Men doneerde meteen volop en op vrijdag 8 september 1915 was het zover. Het kinderfeest vond gedeeltelijk plaats in de school en gedeeltelijk in de weide van Kummeling. Met mooi weer, spelletjes, wedstrijden en ‘versnaperingen’ werd het een succesdag, die nog vele malen werd herhaald. Om nog even op de schoolreisjes terug te komen: in juni 1915 ging deze richting Arnhem. Onder de zorgvuldige leiding van de onderwijzers en onderwijzeressen begonnen de kinderen van de twee hoogste klassen de tocht met paard en wagen naar Laag Keppel. Daar stapten ze op de tram naar ‘de grote stad’. Daar bezochten ze Bronbeek en park Sonsbeek en bewonderden de Rijnbrug. Ook de kindermagen werden niet vergeten, zoodat ze ‘s avonds wel vermoeid, maar in de meest opgewekte stemming terugkeerden. Ter Hoeven zou deze extra dingen niet vaak meemaken, al in het vroege voorjaar van 1917 werd hij ziek. Het was niet zomaar een griepje, hij stierf op 34 jarige leeftijd in november 1917. Zijn opvolging gaf problemen, er was een landelijk tekort aan onderwijzers ontstaan. Op een advertentie werd door slechts twee personen gereageerd. Het gemeentebestuur besloot het salaris te verhogen. Om de zaak in balans te houden ging het bedrag van 50 gulden extra ook voor de overige schoolhoofden in de gemeente gelden. Zelfs tijdelijke onderwijzers kregen een wat hoger loon. Waarschijnlijk heeft dit geholpen.
Meester Tiecken ca. 1943Het Tiecken tijdperk
Het werd C.H. (Carel Hendrik) Tiecken, 24 jaar en nog ongetrouwd. Zijn burgerlijke staat veranderde in 1918, toen hij met de veertien jaar oudere, in Dwingelo geboren onderwijzeres Riena Staal trouwde. Ze hadden elkaar in Stad-Doetinchem ontmoet, waar ze aan dezelfde lagere school werkten. Het was hun bedoeling om een gezin te stichten, maar het dochtertje dat ze op twee februari 1920 kregen, stierf al na drie dagen. Het echtpaar berustte niet in hun lot. Via de vereniging “Tot Steun van verwaarloosden en gevallenen” kregen ze drie kinderen in huis. Het opvoeden zit echte onderwijzers nu eenmaal in het bloed! Riena Tiecken-Staal was een bijzondere dame. Vanaf 1919 mochten vrouwen lid worden van de gemeenteraad. Mevrouw Tiecken werd als zodanig in september 1923 benoemd als lid voor de Vrijzinnige Democratische Bond in de Zelhemse gemeenteraad. Daarvan bleef ze twee termijnen lid.
Om de week naar school.
In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Zelfs in Velswijk had dit impact, want er waren diverse levensmiddelen slechts op bonnen te verkrijgen. Eind 1918, toen de oorlog bijna voorbij was, kwam er een tweede vluchtelingenstroom -door Duitse troepen opgejaagden- op gang in Nederland. De gemeente Zelhem ontving op 31 oktober 1918 een groep van ongeveer 100 uit Noord-Frankrijk afkomstige oorlogsvluchtelingen, die ± twee maanden in de gemeente Zelhem verbleef. In Velswijk verbleven ze -waar anders- in de school. Er werd afgesproken dat er een soort samenwerking zou zijn met de Loo school: de kinderen zouden de ene week de Looschool bezoeken en de andere week gewoon de Velswijkse, en omgekeerd. Van deze noodoplossing hoefde gelukkig niet lang gebruik gemaakt te worden, op drie januari 1919 vertrok de groep weer naar hun vaderland. In Velswijk had vooral het echtpaar Tiecken veel voor deze mensen gedaan! Ze kregen speciale dank van de groep. Het afscheid was dan ook hartverwarmend.
In 1920 ontstond er behoefte aan een speelterrein bij de school. Tiecken legde dit probleem in mei voor aan B. en W., maar in december was er nog geen nieuws over dit onderwerp. Men begon zich te ergeren. Vooral raadslid Wolsink vond dat de situatie onderhand gevaarlijk werd, vanwege het toenemende verkeer. De voorzitter vond dit wel meevallen, er waren immers verkeersborden bij de school geplaatst! Wolsink en nog twee andere leden van de gemeenteraad, Ruesink en Halfman, vlogen elkaar bijna in de haren over dit onderwerp. Een jaar later was het dan toch eindelijk geregeld.Werken, leren en lesgeven.
Tiecken volgde nog enkele cursussen. In 1921 slaagde hij voor het examen Hoog-Duitsch voor het lager onderwijs. Of hij deze lessen ook heeft gegeven, is onduidelijk. Drie jaar later behaalde hij een diploma in Landbouwkunde voor het lager onderwijs, en in 1929 voor Tuinbouwkunde. Ook gaf hij jarenlang les in Zelhem aan de tweejarige landbouwwintercursus, die werd georganiseerd door de Geldersch-Overijsselsche Maatschappij van Landbouw. Waarschijnlijk heeft hij ook voor zichzelf gemak gehad van deze land- en tuinbouwkundige kennis, want hij tuinierde veel en hield bovendien schapen, geiten en pluimvee. Met zijn dieren deed hij regelmatig mee aan keuringen en won ook nogal eens. Geen wonder, want hij had ook een opleiding in Pluimveeteelt gevolgd. In 1937 kreeg hij een vaste aanstelling aan de Gemeentelijke
Avondschool voor Vaktekenen in Zelhem. Deze opleiding viel onder het Nijverheidsonderwijs. Er werd bouwkundig tekenen gegeven, maar ook handtekenen, meetkundig rekenen en Nederlands. Tiecken gaf les in de twee laatste vakken. Maar ook aan het verenigingsleven nam hij volop deel. Meestal als bestuurslid, zo was hij voorzitter van de gemeentelijke afdeling Volksonderwijs. Als fervente schaker werd hij meteen na de oprichting, voorzitter van de Zelhemse Schaak-en Damclub. Hij -en zijn vrouw waarschijnlijk ook- was lid van de Nederlandse Protestantenbond. Dit kerkgenootschap had een koortje, waarvan Tiecken de leiding had. Ook na de oorlog was hij nog heel actief: in 1945 werd hij benoemd tot ere-voorzitter van de Velswijkse buurtvereniging en in 1946 tot voorzitter van de plaatselijke afdeling van de PvdA, waarin de genoemde VDB was opgegaan. Tiecken stierf in 1968, zijn vrouw was hem al voorgegaan in 1955.Verhuizen?
In het kleine Velswijk was weinig te doen, behalve werken. Dit blijkt o.a. uit het feit dat in 1931 onderwijzeres J. Schuurman een verzoek indiende om overgeplaatst te worden naar de o.l.s. in Zelhem. Dit werd haar geweigerd. Desondanks probeerde Tiecken het in 1935 ook, toen D. Denkers in Zelhem na 23 jaar afscheid nam als schoolhoofd van de openbare school in het dorp. Tiecken voelde er veel voor om deze plaats in te vullen, dan hoefde hij veel minder vaak de afstand Velswijk-Zelhem en vice versa af te moeten leggen. Voorzichtig polste hij burgemeester Rijpstra over zijn vraag. Helaas zag deze hier het nut niet van in, er waren voldoende sollicitanten. De
onderwijsinspecteur dacht er desgevraagd net zo over. Tiecken zat goed in Velswijk en er was geen enkele reden om hem over te plaatsen. Ook zou het niet in het belang van het onderwijs zijn om dit te doen. De vertrouwelijk gestelde vraag bleef echter niet geheim. Uit het verslag van een raadsvergadering in de Graafschapbode van 23-12-1935 blijkt dat Tiecken’s idee een enorme commotie in de -geheime- raadsvergadering heeft gegeven.
1938 De Velswijkschool mag blijven . foto. J.v.d.Toorn.Opheffing dreigt!
In 1938 pakten zich donkere wolken samen boven de Velswijkse school. Het aantal leerlingen verminderde wat de laatste jaren, en het gemeentebestuur wist dat dit gevolgen zou kunnen hebben. Een eventuele sluiting lag in de mogelijkheden. Maar men was van mening dat het ondoenlijk zou zijn voor de jeugd in Velswijk om in Zelhem naar school te gaan. De gemeenteraad sprak zich uit voor instandhouding. Met dit besluit was Gedeputeerde Staten het geheel oneens. Zij stelde dat het gemiddelde aantal leerlingen gedurende 1937 slechts 33 was. En dat er voldoende plaats was op de scholen in Zelhem, Hummelo en Keppel. De gemeenteraad op zijn beurt, motiveerde zijn beslissing in hoofdzaak met de feiten dat bij opheffing de Velswijkse school de leerlingen, die met uitzondering van vier welke afkomstig waren uit gemeenten Hummelo en Keppel, de o.l.s. te Zelhem zouden moeten bezoeken. Dan zou ruim de helft der leerlingen uit Velswijk op meer dan vier kilometer afstand van een school wonen die voor alle kinderen, zonder onderscheid van godsdienstige gezindte, toegankelijk zou zijn. De raad liet het er niet bij zitten en ging tegen de beslissing van G.S. bij de Kroon in beroep. Deze besliste dat de Velswijkse school in stand moest worden gehouden, en vernietigde het vonnis van G.S. De afstand naar Zelhem was in de winter te zwaar, vooral voor de jonge kinderen, met de slechte wegen en het dito weer.
Hoera, de school was gered! Vanaf dat jaar mocht de gemeenteraad elk jaar een besluit nemen over het wel of niet laten voortbestaan van de school. Wel moest elk jaar de “vergunning voor instandhouding” opnieuw aangevraagd worden. Gelukkig werden er in de opvolgende jaren wat meer leerlingen geteld. In 1939 waren het er 36 en verdween de dreiging even uit het oog.
In 1941 waren er in het geheel 38 leerlingen, aan wie Tiecken les moest geven. Maar per 25 maart van dat jaar werd de landelijke leerlingenschaal gelukkig verlaagd en mocht er een tweede leerkracht worden benoemd. Op 1 april 1943 vierde Tiecken zijn 25 jarig jubileum als hoofd van de school in Velswijk. Het werd geen groot feest, maar wel een herdenking.Nieuwe school, nieuw schoolhoofd.
In zomer 1940 bleek er van alles mis met het gebouw.
Het dak lekte, de kapsporen waren vermolmd en de schoorstenen bouwvallig. Aannemers H. van Campen en B. Stapelbroek en loodgieter C.J. Bruil verrichtten de nodige reparaties. In maart 1942 werd er voor f. 254,- een elektrische installatie aangebracht in de school en het onderwijzershuis, door installateur B.W. Bergervoet. In 1946 stemde de gemeenteraad met 9 tegen 4 om de Velswijkse school in stand te houden, hoewel het leerlingenaantal eigenlijk wat laag was. De christelijke school in Wittebrink was inmiddels een echte concurrent geworden. In 1954 bleek het inmiddels 82 jaar oude schoolgebouw in zo’n slechte staat te zijn dat het vervangen moest worden. Ook voldeed het niet meer ‘aan de eisen van de huidige tijd’. En omdat het leerlingenaantal redelijk op peil bleef (b.v. in 1951 ruim 44) maakte de gemeente plannen. B. en W. vroeg de school inspectiedienst om het plan op de urgentielijst te zetten. Want opknappen zou circa f. 15000,- kosten of meer, want de fundering kon niet goed gecontroleerd worden. Er werd een perceel grond aan de Velswijkseweg aangekocht van H. Bosman en H.? Kumeling voor f. 1. per meter. Maar het duurde en duurde maar. Het bleek dat de aangestelde architect A. van der Linden uit Elspeet het veel te druk had. Jammer, want het aantal leerlingen steeg steeds licht. Eindelijk vond in februari 1959 de aanbesteding plaats. Twintig aannemers namen hieraan deel met bedragen van ruim f. 60000,- tot f. 75700,-. Het werk werd gegund aan de Gebroeders Kolks te Doetinchem aan de Terborgseweg voor f. 62.960. De gemeente kreeg haast en wilde het tweeklassige gebouw openen op 30 november 1959, dus moest de oplevering een week voordien plaats vinden. Het was prachtig geworden, praktisch ingedeeld, mooie materialen en modern meubilair. Dit laatste was gemaakt door de mensen van Stichting Werkplaats Presikhaaf, maar vertoonde helaas al snel van allerlei gebreken.
J. van Aken. het nieuwe schoolhoofd toen de school in gebruik genomen werd.Foto, B. Blikman.
In die tijd was J.A. van Aken het schoolhoofd. Bij de school was ook een fietsenstalling gebouwd. Deze was aan de westkant open, met als gevolg: altijd natte zadels als het regende en ‘s winters alles onder de sneeuw. Van Aken vroeg vriendelijk aan de gemeente of deze ook opdracht wilde geven om dit te veranderen. Het antwoord was echter: wij geven nergens opdracht voor! Wat ook tegen viel was dat alleen de lokalen verwarmd waren, de garderobe, de gang en de hal niet. Ook op de vraag om verbetering hiervan, kreeg Van Aken nul op rekest. Hoewel hij beslist zijn best deed om het nieuwe gebouw in goede conditie te houden! Dit blijkt uit het volgende: de schoenen van de kinderen beschadigden de vloeren nogal. Jammer! Daarom vroeg Van Aken de kinderen pantoffels mee te nemen, zodat ze hun schoenen achter de kachel konden zetten tijdens de lesuren. B. en W. vonden het een heel goed idee!
Potlood tekening van de nieuweschool door Henk Ooyman zoals die in 1959 is gebouwd.Het Jan Pot tijdperk.
In 1965 werd de ± 28 jarige Jan Pot benoemd aan obs “Onder Dak”. Pot was zes jaar onderwijzer geweest in het Amelandse dorp Hollum, maar kon in Velswijk schoolhoofd worden. Hij gaf samen met een onderwijzeres in twee lokalen les aan 43 kinderen. Soms waren de kleintjes nog nooit eerder van huis geweest en huilden ze de eerste dagen veel! Pot was de initiatiefnemer van een uitwisseling tussen de schooljeugd van Hollum en Velswijk. Dit startte meteen het volgende jaar. De leerlingen van de drie hoogste klassen wisselden van huis en ouders met elkaar. Zo kwam het dat de bus vanuit Velswijk vertrok om de kinderen -met hun begeleiders- naar de boot in Holwerd te brengen en van daar weer vertrok met ongeveer evenveel Hollumse kinderen en begeleiders, die naar Velswijk gingen. De kinderen zagen elkaar dus alleen maar bij de wisseling van het vervoermiddel. In de loop der jaren ontstond er een hechte band tussen de twee dorpen. Toen deze 25 jaar bestond besteedde de Leeuwarder Courant van 12-06-1990 er aandacht aan met een foto met tekst. Meester Pot was streng, als er gevochten werd op het speelplein haalde hij de kemphanen uiteen door ze bij de oren te grijpen! Hij woonde naast de school en kon zo alles goed in de gaten houden. In de les was hij bijzonder alert op spelfouten, vooral als het om de dt ging. In de laatste schoolweek voor de grote vakantie nam Pot de leerlingen uit de hoogste klas per trein mee naar Amsterdam, waar niet alleen het Rijksmuseum werd bekeken, maar ze ook over de Wallen liepen, waar ze de seksshops zagen en het Rembrandtplein. Wat de kinderen uit een buurtschap zonder stoplichten nogal opviel was het verschil: in Amsterdam waren deze volop aanwezig, maar bijna iedereen reed door rood! In zijn vrije tijd speelde Jan Pot graag toneel bij Toneelgroep Velswijk. Elke keer weer een feest, voor iedereen.
Zagen we al dat Van Aken soms een minder prettig contact met de gemeente had, ook Pot overkwam dit wel eens. In november 1971 kreeg hij bericht dat er minder leermaterialen mochten worden aangeschaft. De limiet was 33 gulden per kind, overschrijding van dit bedrag kon niet worden getolereerd! Met de aantallen leerlingen ging het goed, in 1972 werden er 70 leerlingen geteld. Ook werd er in dat jaar een documentatiecentrum ingericht. Onderhand werd het gebouw te klein. Pot verzocht B. en W. stappen te ondernemen. Hij kreeg zijn zin, op 18 januari 1974 werd een derde lokaal in gebruik genomen.
1977-1978 klas 5 en 6 met meester Jan Pot.De nieuwe school, De Mammoet.
We slaan maar liefst 25 jaar over.
In 2005 bleek dat het schoolgebouw niet meer voldeed en kwam er een nieuwe, die in 2006 in gebruik werd genomen. Het werd een hypermodern gebouw, waarin de lokalen rond een centrale hal waren gegroepeerd. Op het dak groeide duurzaam mos en de muren waren van rode baksteen. De gemeente deed een forse investering, die ongeveer 30 jaar mee zou moeten gaan.
school interieur.
Schoolplein Velswijk.
Maar zowel landelijk als regionaal begon de bevolking te krimpen en werden er minder kinderen geboren. Na 2012 nam het aantal lagere schoolleerlingen landelijk dramatisch af met circa 20.000. In de gemeente Bronckhorst halveerde het aantal leerlingen zelfs! De Velswijkse school telde in 2013 nog 58 leerlingen en in 2016 slechts 49. In de jaren daarna zou het nog minderen. In augustus 2015 verhuisde de school van de stichting IJsselgraaf naar Scholenstichting Gelder Veste. Het kreeg een nieuw onderwijsconcept en een nieuwe naam: De Mammoet. Met het pas opgerichte oudercollectief SOOV (Stichting Openbaar Onderwijs Velswijk) werd intensief samengewerkt. Men zette de schouders er onder! Er was weer hoop. De school zou nog jaren lang open blijven. Jammer genoeg zorgde de onzekerheid over het voortbestaan er voor dat veel ouders hun kind ergens anders naar school deden. Alle goede plannen en inzet ten spijt bleek drie jaar later het leerlingenaantal zo dramatisch gedaald, dat de school werd gesloten per 1 augustus 2018. Op dat moment kregen er nog 26 kinderen onderwijs. Glenn Vieberink uit Ulft was de laatst aangestelde onderwijskracht, hij had groep 4 t/m 8 onder zijn hoede. Ondanks dit had hij het erg naar de zin in Velswijk!
2018 De school gaat sluiten, foto Gelderlander.
2018 Alle leerlingen van de Velswijkschool, met uitzondering zieke leerlingen. Foto de Gelderlander.Meester Glenn bij zijn leerlingen. foto De Gelderlander.
EPILOOG
De schoolkinderen in Velswijk hebben allen een plaatsje gevonden op een school in de buurt. Een kilometer verder is met de huidige vervoersmiddelen tegenwoordig geen probleem meer. Tot nu toe staat het prachtige gebouw aan de Velswijkseweg te wachten op een nieuwe gebruiker. Waarschijnlijk zal deze zich wel eens melden, net als voor het oude schoolgebouw, die al jaren geleden een mooie herbestemming kreeg. Er staat een geweldige verzameling antieke Opel’s in. Ga er maar eens kijken, maar let op de maximumsnelheid op de verkeersborden. Ook omdat je anders Velswijk al weer uit bent, voor je het weet!
2018 De Mammoet gaat sluiten het gebouw Foto Theo Kock.Bronnen:
Gerrit Rijsdorp:
De gemeenschappelijke bijschool in Gooi en Velswijk en de latere openbare school in Zelhem, buurtschap Velswijk
Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland. P.H. Witkamp,
ca. 1890. Uitg. Gebr. E. & M. Cohen, Arnhem, Nijmegen.
Website: Oud Zelhem. H. en E. Somsen e.a.
WiewasWie: Gezocht op Venderbosch, Tiecken, Van Dissel
Wikipedia: Velswijk, Schoolwet (Nederland)
Www.vakbondshistorie: Nederlandsch Onderwijzers Genootschap.
Erfgoed Centrum Achterhoek en Liemers: Archief gemeente Zelhem.
Nrs: 0076: 1376, 1380, 1381, 1382. Nr. 1527: 10851.
Website: Historiek, W.O.I
De Graafschapbode in de krantenbank Delpher
Buurtvereniging Velswijk 40 jaar. Uitg. 1985
Voor de laatste bestaansjaren vond ik op internet:
Daniël Rovers in Trouw, 8 juli 2018: De laatste schooldag van dorpsschool De Mammoet was er een om te koesteren.
Website GroenLinks Bronckhorst 10-11-2014
De Volkskrant 14-11-2015
Facebook:”Velswijk Open”, 20-12-2014
De Gelderlander: Kay Scholten 30-03-18
Gepubliceerd in
Velswijkscholen