Meene school - Meene

Meene school - Meene

  • Geschiedenis

     Chr. Basisschool 'De Meene'.

     

    De eerste steen werd op 15 mei 1931 gelegd Ds. B. de Planque. Voor de stichting van deze school werd al in 1927 een vereniging opgericht. De eerste hoofdonderwijzer was meester Stomporst, die in de vijftiger jaren werd opgevolgd door meester Ravensbergen. In 1939 moest de school al uitgebreid worden met een derde lokaal aan de dorpskant.


    meene school Meene 02 De Meene school in de dertiger jaren.

    1931 08 bestuur buiten

    1931-08 Bestuur en personeel bij de opening buiten.
    Staand vlnr.: W. Brus, H.J. Hebbink, J. Wolsink, G. Eelderink, H.J. Waarlo.
    Zittend vlnr.: mej. Van der Veen. Ds. De Planque, Ds. Mond, mevr. D. Stomphorst, P. Stomphorst, G. Hobelman.
     

    1927 – 1955 C.B.S. ”De Meene”

    In den winter van 1926 werd reeds door velen besproken om in de buurtschap de Meene een Chr. School te bouwen. Hiervoor was dan ook een voorloopig comite gevormd, dat dan de eerste werkzaamheden op zich nam.
    Zoo werd er dan van dit Comite een vergadering uitgeschreven op den 12 Jan.1927 ten huize van G.J. Arfman op de Meene.
    Zo toog dan het bestuur aan het werk zoodat op een ledenvergadering van 7 Nov. 1927 de statuten werden vastgesteld en het bestuur werd gemachtigd de Koninklijke goedkeuring te vragen, welke wij ontvingen op den 31 Dec. 1928 en tevens werden aangesloten bij den Schoolraad.
    Het werd voor het bestuur in de Meene erg moeilijk.
    Uiteindelijk, na heel wat moeilijke vergaderingen, was op den 17 Febr. 1930 er een ledenvergadering in de consistorie te Zelhem waar werd besloten het terrein van Arfman te kopen.
    Zoo werd dan eindelijk op een vergadering van 3 Febr. 1931 besloten voor de bouw van de school de gelden aan te vragen bij de gemeente en zoo mogelijk te gaan collecteren voor de bouw van een woning.
    Op de vergadering van 1 April werd dan medegedeeld door de Voorz. dat de heer P.Stomphorst de benoeming als hoofd aan de te bouwen school heeft aangenomen. Ook op deze vergadering werd besloten een oproep te plaatsen voor onderwijzeres aan onze school, waarop dan in een vergadering van 28 April het besluit viel om Mej. van der Veen, tansch te Doesburg, te benoemen als onderwijzeres aan onze school.
    Zoo werd dan in het voorjaar van 1931 de bouw aanbesteed en had de eerste steenlegging plaats op den 15 Mei 1931 en kon onze school op den 1 Aug. 1931 worden geopend.
    Ds. de Planque, voorz. der vereniging, sprak de openingsrede uit.
    Spreker zeide o.m. – het stemt tot dankbaarheid dat het bestuur in aanraking kwam met den heer Stomphorst, die de leiding van deze school op zich zal nemen.
    Spreker is er van overtuigd dat de heer Stomphorst niet zijn eigen eer zoekt, maar de eer van Jezus Christus. Ook van mej. van der Veen had spreker de beste verwachtingen.
    Spreker wenschte dan ook het personeel der Chr. School de Meene toe, dat op hun arbeid aan de school in de Meene ’s Heeren rijksten zegen moge rusten.
    Het hoofd der school te Utrecht, waar de heer Stomphorst werkzaam was, vergeleek de opening van een school met een schip dat van stapel loopt; de reders hebben de lading van het schip aan den kapitein toevertrouwd waardoor de keuze van een kapitein van groot belang is voor het welslagen. Bij dezen arbeid heeft men ook wel met teleurstelling te kampen, spreker wenschte het nieuwe hoofd toe, dat hij steeds meer zijn vertrouwen op God zal leeren stellen.
    Verder memoreerde de voorz. nog de verrassende resultaten met de gehouden collectes, dikwijls werden belangrijke sommen met vriendelijken blik bijgedragen.
    Voorts stonden de tijd en krachten van vele bereidwillige menschen het bestuur ten dienste; met veel toewijding en liefde is er gearbeid aan deze zaak.
    Weth. Massink sprak namens de Gemeente haar gelukwensch uit met de tot stand koming der prachtige school en sprak de wensch uit dat de oprichters rijkelijk de vruchten mogen plukken van hun moeite vollen arbeid.
    Hierna werd dit officiële gedeelte door den voorz. Ds. de Planque met dankgebed beëindigd.
    De leerlingen werden 18 Aug. verwacht, 35 in getal, uit 18 gezinnen.

     

    Het leerlingental werd telken jaren grooter. Zelfs zoo, dat we in 1935 al Mej. Oosterink als Volontair aan onze school verbonden, en konden wij zelfs op 1 Juli 1938 reeds een vervroegde derde leerkracht aan onze school benoemen. Dit werd dhr. Wiggers van Winterswijk en kon met ingang van 1 Jan. 1939 Mej. Oosterink voor vast als onderwijzeres aan onze school worden benoemd.
    Zoo werd dan reeds op 7 Febr. 1939 het besluit genomen een derde leslokaal bij te bouwen, zodat 26 Mei 1939 in een vergadering werd besloten de bouw van het derde lokaal aan te besteden.
    Doch hier kwam de mobilisatie tusschen bijde en moest er gewacht worden of er materiaal beschikbaar bleef.
    Toch kon in Januari 1940 de aanbesteding plaats hebben en kon het lokaal met Aug. in gebruik worden genomen.
    In het volgende jaar 1941 kwam er ook verandering in het personeel, daar Mej. Oosterink ons zou gaan verlaten wegens huwelijk. In de vergadering van 8 Juli 1941 werd het besluit genomen in plaats van Mej. Oosterink te benoemen H.H. Keizer te Doetinchem,
    (58 sollicitanten).
    Ook tegen het einde van het jaar nam Mej. van der Veen het besluit ons te gaan verlaten wegens huwelijk en werd in Dec.1941 het besluit genomen in plaats van Mej. van der Veen te benoemen Mej. Romp van Doesburg.

    Ook in het bestuur kwam in de loop der jaren verandering, daar in het najaar van 1938 Hobelman bedankt als bestuurslid. Op de ledenvergadering van 2 Dec. 1938 werd in diens plaats gekozen Ds. Huistra. En daar W.Brussen in het najaar van 1942 ook bedankt als bestuurslid werd op de ledenvergadering van 14 Dec. 1942 in diens plaats gekozen K.Hillen.
    Daar op 2 Aug. 1942 Ds. de Planque zoo plotseling door God uit ons midden werd weggenomen, werd in deze open plaats gekozen op de ledenvergadering van 14 Dec. 1942 het lid Joh. Koskamp en werd in plaats van de voorz. Ds. de Planque, Ds. Huistra als voorz. gekozen.
    Met 1 Dec. 1953 ging de heer P.Stomphorst onze school verlaten en kwam in zijn plaats de heer H. Ravensbergen.
    In 1955 onderging onze school inwendige vernieuwing door het aanbrengen van andere lampen, nieuwe kachels, waterleiding en nieuwe leermiddelen en tegel plateau bij de school.
    Dit kwam tot stand mede de goede medewerking van burgemeester Langman. De verhouding tusschen het gemeentebestuur en ons is zeer goed. Moge dat in de toekomst zoo blijven.

    Laten wij en vooral in een tijd als deze, toch niet het gebed verzuimen, voor de school die God ons door alle moeiten hun gegeven heeft.

     Uit De Graafschap-bode dd. 3 Augustus 1931.

    Officieele opening der Bijzonder Christelijke School in de Meene te Zelhem.

    In de buurtschap Meene heeft den 1sten Augustus de officieele opening plaats gehad van een fraai nieuw school gebouw met onderwijzerswoning, welke plechtigheid werd bijgewoond door een groot aantal belangstellenden.
    Voor de vrienden van het Christelijk onderwijs in die omgeving was dit inderdaad een blijde, heuglijke gebeurtenis.
    Reeds begin 1927 bestond er aldaar een comité, dat herhaalde malen het plan tot schoolstichting besprak; door verschillende omstandigheden, die we hier niet nader zullen vermelden, bleef de daad tot stichting evenwel een paar jaren achterwege.
    Hoewel reeds den 25sten April 1930 de Gemeenteraad gelden voor dit doel beschikbaar had gesteld, kon, nadat door Ged. Staten het betreffende raadsbesluit was vernietigd en door de Kroon weder werd gehandhaafd, op 15 Mei 1931 de eerste steen voor het nieuwe gebouw worden gelegd, en thans was de school voor in-gebruik-neming gereed.
    Naast vele leden van de Schoolvereniging benevens het volledig Bestuur, waren daartoe des middags een talrijke schare ouders e.a. in de ruime schoollokalen samengekomen. Mede waren belangstellenden uit omliggende plaatsen tegenwoordig. Een deel van de ”genoodigden” vormden tevens de bijna 40 kinderen, die – na een vacantie – de school zullen bezoeken en thans voor het eerst een plaatsje in de nieuwe schoolbanken mochten innemen; bij deze gelegenheid in de voorste gelederen.
    Het gemeentebestuur was vertegenwoordigd door Wethouder Massink en den heer Wieringa, secretaris, terwijl voorts Ds. Mondt, eenige leden van den raad en bestuursleden der Schoolvereniging ’t Loo zich onder de aanwezigen bevonden.
    Nadat het samenzijn was geopend met gebed, psalmgezang en voorlezing van een Schriftgedeelte, hield Ds. De Planque als voorzitter der Vereniging

    de openingsrede.

    Allereerst wees spr. op de omstandigheid, dat door de bewoners van deze buurt reeds vele jaren verlangend naar een school was uitgezien, evenals in den Heidenhoek, van waaruit spr. tegelijkertijd een verzoek als zoodanig bereikte.
    Opmerkelijk is wel, dat nu in deze maand op beide plaatsen een Christelijke school wordt geopend, thans in de Meene en over eenigen tijd eveneens in de IJzevoorde a.d. grens Heidenhoek.
    Vele malen heeft spr. de bedenking vernomen: wat is dat toch een geld vermorsen, het stichten van al die Chr. Schooltjes is een overdreven weelde. Spr, kan dit niet inzien.
    Het wordt alleen gezegd door menschen, die niets over hebben voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Het vormt alleen een bewijs, dat zij geen rekening willen houden met schoone uitspraken van den Heiland: ”Laat de kinderkens tot Mij komen en verhinder ze niet”.
    Ook hoort men vaak, dat de school een instituut moet zijn, om de kinderen op te voeden tot nuttige burgers van de maatschappij. Alsof dat het voornaamste is.
    Achter die maatschappij staat het Koninkrijk Gods. Moge deze Meene-school een onderwijs-inrichting zijn, waarin die echt Christelijke sfeer wordt gevoeld.
    Spr. memoreerde de verrassende resultaten met de collectes; dikwijls met vriendelijken blik werden belangrijke sommen bijgedragen. Ook in omliggende gemeenten hebben de collectanten genoten van groote offervaardigheid. Voorts stonden de tijd en krachten van vele bereidwillige menschen het bestuur ten dienste; met toewijding en liefde is er gearbeid aan deze zaak.

    Het stemt tot dankbaarheid, dat het bestuur in aanraking is gebracht met den heer Stomphorst, die vanuit Utrecht overkomt, om de leiding dezer school op zich te nemen.
    Spr. was ervan overtuigd, dat de heer Stomphorst een man is, die niet eigen eere zoekt, doch de eer van Jezus Christus. Ook van de onderwijzeres, mej. Van der Veen, die werkzaam was als volontair op de school van den heer Boerkoel te Doesburg, had spr. de beste verwachtingen.
    Spr. wenschte het onderwijzend personeel toe, dat op hun arbeid aan de Meeneschool
    ’s Heeren rijkste zegen moge rusten.
    De Edelachtb. heer J.Rijpstra, burgemeester, had een schrijven gezonden, waarin hij zijn leedwezen betuigde met de omstandigheid, dat hij wegens bezigheden buiten de gemeente, verhinderd was deze feestelijke opening bij te wonen. In zijn brief was de burgemeester zeer erkentelijk voor het feit, dat bij den bouw van deze school de meest mogelijke soberheid en zuinigheid in acht is genomen.
    Hij sprak de hoop uit, dat deze school met Gods hulp voor de betrokken streek van groot nut moge zijn.
    Felicitatie-brieven waren verder ingekomen van de heeren Bakker en Abelskamp, resp. hoofden van de bijz. scholen te Loo en Wittebrink. Ook de heeren Lemereis te Heide en Klazes te Veldhoek waren wegens hunne vacantie verhinderd.
    Ds. De Planque hield aan het slot een vriendelijke toespraak tot het bruidpaar Stomphorst-Bokhorst, terwijl hij zich voorts richtte met persoonlijke woorden tot onderscheidene aanwezigen. Een bijzonder compliment ontving de architect, de heer Thijssen, te Doetinchem, evenals de uitvoerders, de hr. Gebr. Wijnroks, Wolsink en Ruesink te Varsseveld, voor hunne keurige en tijdige aflevering.
    Een vijftal sprekers voerden hierna nog het woord.
    De heer Stomphorst, het geïnstalleerde hoofd der school, uitte in een hartelijke rede woorden van dank voor het in hem gestelde vertrouwen, hetwelk hij niet hoopte te beschamen.
    Spr. hoopte met Gods hulp naar zijn beste weten de belangen van school en kind te kunnen behartigen, tot heil van de Meene en omgeving. Bij eventueele ”steentjes des aanstoots” stelde spr. prijs op de medewerking van de zijde der ouders ter verkrijging van een bevredigende oplossing, opdat de school volledig moge beantwoorden aan het beoogde doel.
    De heer Post, het hoofd der school te Utrecht, waaraan de heer Stomphorst als onderwijzer werkzaam was, vergeleek de opening van een nieuwe school met een schip, dat van stapel loopt. Velen zijn belangstellend of dat schip zee zal kunnen houden. De reeders hebben het schip met zijn lading aan den kapitein toevertrouwd, waardoor de keuze van den te benoemen kapitein van groot gewicht is voor het welslagen. En de keuze van den heer Stomphorst als hoofd achtte spr. een zeer gelukkige.
    Hij is een man van weinig woorden, maar die weet wat hij wil en die een uitstekende reputatie geniet onder zijn vakgenooten. Bij dezen arbeid heeft men ook met teleurstelling te kampen, maar spr. wenschte het nieuwe hoofd toe, dat hij zijn vertrouwen steeds meer op God zal leeren stellen, waardoor hij sterk zal staan. Van harte hoopte spr. goede berichten uit Zelhem te hooren.
    Dr. Gerritsen, sprekend namens het schoolbestuur van ’t Loo, achtte het geenszins als een nadeel, dat deze kinderen grootendeels van de Loo-school afkomstig zijn. Thans is er in de Meen een Christelijk centrum tot stand gekomen, hetgeen op zichzelf reeds van groot belang is.

    De heer Geessink bracht de felicitaties over van de besturen der Nijmanschool, Wittebrink-school en Nederl. Herv. Zendingsgemeente te Doetinchem.
    Weth. Massink sprak, als vertegenwoordiger van het gemeentebestuur, de hartelijke gelukwenschen uit met de totstandkoming van deze prachtige school.
    De mensch plant, doch God moet den wasdom geven. Mogen de oprichters rijkelijk de vruchten van hun moeitevollen arbeid plukken.
    Ds. De Planque dankte aan het slot allen voor hunne belangstelling en toespraken, waarna met dankgebed de bijeenkomst zelve een einde nam.
    Na dit officieele gedeelte van den dag bleven de meeste aanwezigen nog geruimen tijd onder genot van rijke tractatie bijeen, terwijl de kinderen even later het speelplein op hunne wijze feestelijk hebben ingewijd en voor henzelf een oordeel hebben gevormd, of dit aan
    ’t bestemde doel kan beantwoorden.

    Getrouw aan de traditie bij een dergelijke gelegenheid, hebben we het nieuwe gebouw in oogenschouw genomen.
    Op eenigen afstand imponeert ons deze onderwijsinrichting door haar eenvoudige lijnen, doch juist getroffen. Bij het binnentreden treft direct de groote frischheid, de doelmatige inrichting, ruime schuifdeuren tusschen beide lokalen, waardoor de school zoo noodig als geheel zeer wel voor grootere samenkomsten ruimschoots plaats biedt. Het geheel inwendige is met levendige kleuren afgezet, smaakvol en nochtans sober. Kortom, alles geeft blijk van juisten kijk in wat voor een dusdanig gebouw noodig en gewenscht is, waardoor het den heeren ontwerpers, oprichters en uitvoerders, wier namen we reeds noemden, alleszins tot eere strekt.
    In deze rustige omgeving geeft de nieuwe school met haar helderrood dak een vriendelijk aanzicht.
    We sluiten ons gaarne aan bij den wensch, dat ook deze school, gelijk als ieder andere, de bloei van de buurtschap, waarin ze is gevestigd, krachtig moge helpen bevorderen.
    Zelhem ten zegen!

    Meester Stomphorst’s verslag over de jaren 1944-’45-’46 in de Meene.

    Gedurende de bezetting jaren 1944/’45 werd de Chr. School De Meene, gemeente Zelhem, meerdere malen door Duitse legeronderdelen gevorderd voor het onderbrengen van hun manschappen. Telkens na hun vertrek kon geconstateerd worden, dat weinig was vermist of vernield, afgezien van kleine beschadigingen aan ruiten en deuren, welke voor het merendeel weer hersteld zijn. 

    Moeilijkheden met leerkrachten van Nat. Soc. Gezindheid werden niet ondervonden, zodat het onderwijs vrij regelmatig kon plaats vinden tot aan de Hongerwinter van 1944/’45. Het onderwijs stagneerde toen, tengevolge van het gebrek aan kolen en de verhoogde druk der bezetters op de bevolking. In Zelhem, evenals elders, werd de mannelijke bevolking van 18 tot 60 jaar op geroepen, teneinde te gaan graven voor de O.T. Met behulp van de zeer talrijke “Landwacht”in dit dorp werd een ieder gedwongen aan deze werkzaamheden deel te nemen. Door deze maatregelen en het kolengebrek lag het onderwijs praktisch vanaf oktober tot de bevrijding ( 1 april 1945) volkomen stil. Daarbij kwam nog het gevaar op de weg door de beschieting vanuit Engelse vliegtuigen op ieder voertuig, waardoor de ouders hun kinderen ook niet meer naar school durfden sturen. Ten einde zich aan bovengenoemde gedwongen O.T. werkzaamheden te onttrekken en omdat, ten gevolge van enige illegale arbeid (als Reserve Officier) het gevaar te groot werd om nog bij zijn gezin te leven, heeft ondergetekende elders in de nabijheid van zijn woning een onderkomen gezocht.                                                               

    Ontslag en benoemingen kwamen in deze uiterst moeilijke tijd aan school niet voor, zodat hiermede geen moeilijkheden werden ondervonden. Op school bevonden zich slechts 2 kinderen, wier ouders N.S.B. leden waren. Van deze kinderen hebben geen der leerkrachten, die hun mening niet onder stoelen of banken staken, enige hinder ondervonden, door het feit, dat deze leerlingen van jeugdige leeftijd waren.  De mentaliteit der leerlingen van deze buurtschapschool heeft maar weinig geleden door de oorlogsomstandigheden. Een uitzondering vormt echter de leugenachtigheid, welke, naar ik meen is toegenomen. De schade aan het onderwijs door bovengenoemde  oorzaken, als daar zijn kolengebrek, schoolverzuim en tewerkstelling, vallen over het algemeen nog al mee. Door een bezinning op het essentiële van de verschillende vakken en door de weglating van het overbodige is in het jaar 1946, waarin het gehele jaar door regelmatig onderwijs is kunnen geven worden door een voltallig personeel, veel hersteld en ingehaald. Wijzingen in leerboeken, die door de Duitse overheid geëist werden, vooral in de geschiedenisboeken, zijn door mij niet aangebracht, noch door het overige personeel der school. De school ondervond in het jaar 1946 vooral enige moeilijkheden door de trage voorziening van de aller-noodzakelijkste leermiddelen, welke deels terug te voeren zijn op het vervoer. Over het algemeen kan worden gezegd, dat deze school, met uitzondering van het handwerkonderwijs, dat praktisch stilligt tengevolge van het gebrek aan materialen, zonder al te grote schade aan gebouw en voor leerlingen door de moeilijke jaren van 1944- ’45 en ’46 is heen gekomen.

    Het hoofd der school, P. Stomphorst, Zelhem, F 68, Meeneweg 16.

    Handtekening; P. Stomphorst

    P.S.  Meester Stomphorst verbood het kaalknippen van Zelhemse meisjes die in de oorlogsperiode een relatie met Duitse soldaten hadden.

     

    Sinds 1975 is de school gevestigd in de dorp aan de Frans Halsstraat 25. Die school is een voortzetting van bovenstaande  school die in 1931 in de buurtschap “De Meene“, ten oosten van het dorp Zelhem, werd gesticht.

    1976 Meene school 1.
    Dat de nieuwe school dezelfde naam heeft gehouden is het gevolg van een bewuste keuze. De naam betekent iets. De naam van de buurtschap “De Meene” herinnert aan vroeger tijden. Buiten het dorp lag grond die gemeenschappelijk gebruikt werd. Bewoners van het dorp hadden het recht om op deze “Meenegronden” (vaak ook Markegronden genoemd) vee te mogen inscharen, hooi te winnen, plaggen te steken, turf te graven of hout te halen. Gemeenschappelijk bezit en dus gemeenschappelijk werkterrein is ook op deze school “De Meene” van toepassing. Vandaar de naam. De school ligt vlakbij het centrum van Zelhem in de wijk “Schildersoord”.

    Bij deze school is ook een kleuterschool gebouwd. 'Het Empennest'.

     

Pagina 1 van 8