Reunie 2006

  • Geschiedenis:

     

    Medewerkers aan dit artikel:
    Artikel  uit het schoolarchief en Wim Eenink.


    75 jaar Nutsschool in het Wolfersveen

    In vroeger tijden was het Wolfersveen, toen nog aangeduid als Heerenveen, een woest en ledig oord. Het bestond vooral uit drassige veengebieden en schrale heidevelden. Net als andere woeste gronden was het domeingrond, persoonlijk eigendom van de landsheer. Het is koning Willem I die afstand doet van deze domeingronden en ze vrijgeeft voor particuliere verdeling. Het zal in het Wolfersveen echter nog tot het begin van de twintiger jaren van de vorige eeuw duren voordat de verdeling en ontginning daadwerkelijk ter hand wordt genomen. Daar wordt zelfs een aparte N.V. voor opgericht, De Ontginning ‘Wolfersveen’. Maar dan gaan de ontwikkelingen ook snel. In razend tempo vestigen zich de eerste pioniers, veelal jonge en ambitieuze boeren met hun gezinnen. Voor het merendeel ook afkomstig van buiten Zelhem, zodat ze minder affiniteit hebben met de streng christelijke traditie aldaar. De opgroeiende kinderen gaan voor het merendeel in Zelhem op school, maar ook in Velswijk? en Halle. Dat betekent hoe dan ook elke dag een fikse mars van 4 km heen en 4 km terug. Het duurt dan ook niet lang of een eigen buurtschool staat hoog op de agenda, maar dat zou nog heel wat voeten in de aarde hebben.

    ‘De schoolkwestie’
    Bij het streven naar een eigen lagere school botsen de verlangens van de nieuwe bewoners, die in meerderheid een openbare school willen, met de plannen van de gemeenteraad. Hier vormen partijen met een streng christelijke traditie echter de meerderheid en een school op christelijke grondslag is daar de enige bespreekbare optie. Beide partijen verzamelen lijsten met handtekeningen om hun gelijk te onderstrepen en de gemoederen raken soms danig verhit. Even lijken de bewoners toch akkoord te gaan met een christelijke school, nadat hen twee zetels worden aangeboden in het Christelijke schoolbestuur. Maar na een voorlichtingsavond in augustus 1929, mede georganiseerd door de plaatselijke afdeling van het Nut, slaat de stemming om en wordt definitief en nagenoeg unaniem de voorkeur uitgesproken voor een openbare school.
    Op 27 december 1929 wordt een officieel verzoek ingediend tot de oprichting van een openbare lagere school in het Wolfersveen voor 55 leerlingen. Van B&W komt echter geen enkele reactie. Op de raadsvergadering van 25 april 1930 besluiten B&W en gemeenteraad daarentegen wel om medewerking te verlenen aan een christelijke school in buurtschap de Meene. Het is vooral deze manoeuvre die kwaad bloed zet. Het Wolfersveen, waar het kindertal veel hoger ligt dan in de Meene (door de schoolgrens ruim te trekken wordt een flink aantal leerlingen van de Looschool ‘overgeheveld’ en komt men op 38 leerlingen), dreigt met lege handen achter te blijven. ‘De schoolkwestie in Zelhem’ haalt in die tijd met regelmaat de krant, waarbij voor- en tegenstanders in alle toonaarden hun beklag doen en het woord ‘zwendel’ regelmatig opduikt. Ook in de verslagen van raadsvergaderingen blijkt het gedurende het hele jaar 1930 over bijna niets anders te gaan dan ‘de schoolkwestie’.

    ’t Nut
    Als duidelijk wordt dat de gemeente blijft dwarsliggen en een openbare lagere school in Wolfersveen zal blokkeren besluiten de bewoners in het voorjaar van 1930 om een eigen bijzondere school op te richten onder de vlag van het Nut. De gemeenteraad wordt op die manier omzeild en omdat aan alle eisen en formaliteiten is voldaan zijn er geen redenen om bezwaar aan te tekenen. Maar de druiven zijn wel zuur. Wethouder Eenink, zo blijkt uit een raadsverslag, voelt zich ‘gekrenkt, dat hij als Wethouder de wet moet houden en moet medewerken voor een school, waar Gods Woord wordt geweerd’.
    Op 28 november 1930 wordt er een speciale vergadering belegd door het Nut, gewijd aan de perikelen rond de nieuwe school. ‘Door tegenwerking van het gemeente bestuur is deze school niet tot stand kunnen komen, en is het bestuur van ’t Nut welke rechtspersoonlijkheid bezit als zoodanig genoodzaakt geworden een bijzondere neutrale school aan te vragen, welke bereids is toegestaan’, schrijft secretaris H. Dierssen (later zelf wethouder) in het notulenboek. Voorzitter van het Nut is dan de bekende huisarts E.H. van der Poest Clement.
    De voorbereidingen zijn dan inmiddels al in een ver gevorderd stadium. De benodigde grond is ter beschikking gesteld door ir. P. de Fremery, eigenaar van landgoed de Baaksche Kamp in het Wolfersveen, met daarop zijn in 1922 gebouwde villa en de boerderijen Baaksche Hoeve en Hazenkamp. Het gaat om een stuk grond aan de overkant van de Wolfersveenweg, tegenover de villa.
    En dan gaat het snel. Al in het voorjaar van 1931 is de nieuwe school met twee klaslokalen en de naastgelegen schoolmeesterswoning gereed en per 1 april van dat jaar kan met de lessen worden begonnen. Bij de officiële opening op die dag schitteren B&W van Zelhem door afwezigheid. Ze zijn wel present wanneer vier maanden later, op 1 augustus 1931, ook de Meeneschool haar deuren opent.

    Ontwikkelingsgebied
    Door het bestuur van het Nut is inmiddels de heer C.C. Baljet, afkomstig uit Gameren, benoemd tot schoolhoofd. Als zijn rechterhand wordt aangesteld juffrouw Veldman. Bij de aanvraag van de vergunning voor de school is sprake van 55 leerlingen, dus dat zal ongeveer het aantal zijn waarmee van start is gegaan. ‘De buurt was, zoals je nu zou noemen, een ontwikkelingsgebied’, kijkt Baljet bij het vijftigjarig jubileum in 1981 terug. ‘Er waren geen verbindingen, afgezien van een halte aan het spoorlijntje Zelhem-Ruurlo, waar af en toe op verzoek een lokaaltje stopte. Er was geen electriciteit …’ Hij legt ook uit waarom hij dan toch voor dit afgelegen oord heeft gekozen: ‘Ik had via de publicaties van ‘Volksonderwijs’ de strijd gevolgd en vond het prettig het eerste hoofd te mogen zijn van een school, die zo echt van de ouders was.’ Misschien raakt Baljet met die laatste opmerking wel de kern van de Nutsschool en haar betekenis voor het Wolfersveen.
    Zowel meester Baljet als juffrouw Veldman nemen afscheid in 1936. Baljet vertrekt naar Renkum en tot zijn opvolger wordt benoemd W.T.J. Buddendorf. In het voetspoor van juffrouw Veldman duiken de namen op van de dames Vrugt en Lichtendahl (genoemd in een artikel tijdens het tienjarig jubileum in 1941), maar ook namen als juffrouw Veenstra en juffrouw Van Loo. Helemaal helder is dat niet, temeer daar de doorstroomsnelheid van de juffrouwen een stuk hoger lag dan van de hoofdmeesters. In ieder geval wordt per 1 juli 1946 mej. Gerda Maria Wolsink uit Halle benoemd tot onderwijzeres, blijkt uit de notulen van het Nut.

    In keuken en kippenhok
    Buddendorf is iemand die van wanten weet. Als in de winter van 1936-37 de kinderen niet naar school kunnen vanwege het barre winterweer roept hij de buurtbewoners bij elkaar om te bekijken of men gezamenlijk kan komen tot de aanschaf van machines om de wegen sneeuwvrij te maken en om de waterafvoer te verbeteren. Het zal de aanzet vormen voor de oprichting van een buurtvereniging door de oudercommissie in 1937, waar later weer andere initiatieven uit voortkwamen zoals een zang- en een toneelvereniging. Met de Nutsschool als middelpunt ontstaat er gaandeweg een rijk verenigingsleven in het Wolfersveen. ‘Zoals een andere gemeente een kerk heeft met een plein erbij, zo heeft Wolfersveen zijn school’, zo wordt door een verslaggever genoteerd. ’s Avonds werden er in de school landbouwcursussen gegeven voor de mannen en huishoudelijke cursussen voor de vrouwen. Zaterdag ’s morgens was er handenarbeid voor de kinderen en ’s zondags was er nog de zondagsschool.
    Het zijn onrustige tijden zo vlak voor de oorlog. ‘Het was crisis. Armoe was troef. De mensen hadden het vreselijk arm’, blikt Buddendorf in 1981 terug op die begintijd. Hijzelf wordt in 1937 opgeroepen voor militaire dienst en zowel in 1939 als 1940 krijgt hij te maken met de mobilisatie. Telkens moet er een tijdelijke vervanger worden gezocht. En dan de oorlog zelf. ‘In de winter brandstof gebrek. De oudercommissie zorgde voor turf en hout. Bommen en vallende vliegtuigen. De oudercommissie zorgde voor een grote en veilige schuilkelder.’ Tot in 1944 de Nutsschool wordt gevorderd door de Duitse bezetter en het een munitiedepot wordt. De lessen worden in het vervolg gegeven bij de boerderij van Beunk (‘de Poel’) aan de Hobelmansdijk, onder andere in de keuken en in een kippenhok. Ook meester Baljet duikt hier onverwachts weer op. Bij de slag om Arnhem is Renkum in de vuurlinie komen te liggen en in het Wolfersveen zoekt en vindt hij een veiliger onderkomen. In augustus 1945 wordt de Nutsschool, ontdaan van alle explosieven en volledig veilig verklaard, weer in gebruik genomen.

    De Pottenbult
    De naam Buddendorf is ook onlosmakelijk verbonden met de vondst van prehistorische potscherven op de ‘Pottenbult’ aan de Baaksekampweg. Aanleiding was de uitbouw van de school met een ruimere directiekamer in 1941. Bij het afgraven van het benodigde gele zand op de nabijgelegen ‘Pottenbult’ worden dan de scherven (en beenderen) gevonden en Buddendorf is zo geïntrigeerd door de vondst dat hij samen met de leerlingen verder gaat graven. Opeens staat het Wolfersveen volop in de schijnwerpers en elke zichzelf respecterende krant van regionale en zelfs landelijke allure stuurt wel een verslaggever. Het blijkt te gaan om een prehistorisch grafveld uit omstreeks 500 v.Chr., al zou het volgens de meest recente inzichten kunnen gaan om een nog veel oudere periode.
    Buddendorf vertrekt in 1950 naar Doesburg, waar zijn naam nog steeds wordt geëerd in de Buddendorfschool. Op de Nutsschool wordt hij opgevolgd door meester G. Brinkman, die op deze post zal blijven tot 1957. Brinkman is een jonge sportieve vent die graag een potje meevoetbalt met de jongens. Kort na zijn aantreden wordt juffrouw Wolsink opgevolgd door juffrouw Vermeulen, die binnen een jaar verder door het leven zal gaan als mevr. Brinkman. Het echtpaar krijgt drie kinderen, waarvan de oudste nog drie maanden naar school zal gaan op de Nutsschool.
    Brinkman wordt in 1957 opgevolgd door de heer Vellenga uit Velp, die zal blijven tot 1976. Na de geboortegolf in de naoorlogse jaren krijgt Vellenga te maken met een geleidelijke terugloop van het leerlingenaantal. Als in 1976 juffrouw Rosmalen moest vertrekken is het aantal leerlingen teruggelopen tot niet meer dan ongeveer 23 en Vellenga zal verder moeten als eenmansschool. Dat wordt hem te gortig en ook hij geeft er kort daarop de brui aan.

    Het voortbestaan van de Nutsschool hangt dan aan een zijden draadje. Want waar is zo gauw een opvolger te vinden die bereid is om in zijn eentje een complete school met zes klassen les te geven? Ook het verantwoordelijke bestuur van het Nut heeft zich eigenlijk al neergelegd bij een naderende sluiting. Tot voorzitter Laman Trip en de heer Drost, op de proppen komt met meester Wouter Landeweerd van de Jan Ligthartschool. En naar aanleiding van een ouderavond en het enthousiast reageren van de aanwezige ouders besloot Landeweerd de uitdaging aan te gaan om daar in het buitengebied een school in zijn eentje te runnen. Tien dagen voor de zomervakantie van 1976 begint hij met de lessen, om zo te voorkomen dat de school in de vakantieperiode een stille dood sterft. Na de vakantie begint hij met 23 leerlingen, waaronder twee meisjes die samen de eerste klas vormen, in zijn werkzaamheden bijgestaan door stagiaires en vrijwilligers.
    Onder de bezielende leiding van Landeweerd krijgt de buurt geleidelijk weer vertrouwen in de school en het leerlingenaantal gaat weer omhoog, al is dat aanvankelijk uitermate langzaam. Als juf Van Mourik, eerst als stagiaire en later als vaste kracht verbonden aan de school, in 1979 in het huwelijk treedt wordt gesproken van 27 leerlingen. Bij het vijftigjarig jubileum in 1981 is het aantal toegenomen tot 34 en de groeilijn zet zich daarna in versneld tempo door. Mede doordat de Nutsschool in 1984 wordt uitgebreid met een kleuterschool. Eerste kleuterleidster wordt Thea Buddendorf, schoondochter van de illustere hoofdmeester van weleer. Dankzij de goede naam die de school opbouwd wordt het achterland waaruit geput kan worden ook steeds groter en zelfs vanuit de kom van Zelhem melden zich nieuwe leerlingen. In de jaren negentig stijgt het aantal leerlingen daardoor zelfs weer tot boven de tachtig.
    In 1995 wordt de Nutsschool een zelfstandige stichting met een eigen bestuur. De directe bemoeienis van het Nutsbestuur behoort daarmee tot het verleden, al is er nog wel steeds een Nutsbestuurder in het schoolbestuur vertegenwoordigd. Grond en schoolmeesterwoning zijn als vanouds eigendom van het Nut, het schoolgebouw zelf wordt namens het Rijk door de schoolstichting beheerd. In het huidige leerjaar 2005-2006 telt de Nutsschool nog 60 leerlingen, en het personeelsbestand omvat naast twee vaste krachten nog vijf parttime medewerkers. Het aantal leerlingen is dan wel wat teruggelopen maar nog altijd ver boven de opheffingsnorm, dus het voortbestaan van de Nutsschool loopt voorlopig geen gevaar. Gelukkig, want om met Buddendorf te eindigen: ‘Veel is er gebeurd in ‘onze’ school. Het was niet altijd ‘koek en ei’, maar één ding staat vast: zonder de school was Wolfersveen geen Wolfersveen meer!!’

     

    Kader
    Op 23 december jl. nam Wouter Landeweerd na bijna dertig jaar afscheid van ‘zijn’ Nutsschool met een klinkende receptie bij café Susebeek. ‘Een fantastische tijd’, kijkt hij terug. ‘Ik ben heel blij dat ik hier heb mogen werken.’ De kleinschaligheid van een instelling als de Nutsschool vindt hij een voorrecht. ‘Daar kunnen we kinderen nog de aandacht bieden die ze nodig hebben en verdienen.’ Hij signaleert wat dat betreft tot zijn genoegen weer een herwaardering voor het begrip kleinschaligheid. Grote waardering heeft hij ook voor de saamhorigheid binnen de buurtschap Wolfersveen. ‘Het is nooit een probleem om iets extra te doen. Niet alleen in goede tijden maar ook op donkere dagen. Niets is dan te veel.’ Opvolger van Landeweerd is meester Henk Schutman uit Doetinchem.

     

    2006 leerkrachten.

    Full time Henk Schutman directeur
    Yolanda Boymans groepsleerkracht

    Part time Willeke Markhorst van Mourik p.l.v. directeur
    Yvonne Bulten van Kasteel groepsleerkracht
    Monique Telgenhof groepsleerkracht
    Karin Maatkamp groepsleerkracht
    Anneke Bijlsma- de Luyt groepsleerkracht

     

    Reünie Nutsbasisschool Wolfersveen 1 april 2006

    Beste oud-leerlingen, oud personeelsleden, oud bestuursleden en andere belanghebbenden.

    De reünie van nutsbasisschool Wolfersveen op zaterdag 1 april is bijna een feit.
    Hierbij sturen wij u dan nu ook de officiële uitnodiging en het complete programma.

    13.00 uur; Zaal open, zalencentrum Susebeek Ruurloseweg 42 Zelhem
    13.30 uur; Reünie
    16.00 uur; Fototentoonstelling, Nutsbasisschool Wolfersveen, Wolfersveenweg 3 Zelhem
    17.30 uur; Broodjesbuffet, zalencentrum Susebeek.
    20.00 uur; Feestavond met medewerking van “Real Time”.

    Tijdens de receptie bieden wij u een kopje koffie en 3 consumptiebonnen aan.
    Voor de reünie, het broodjesbuffet en de feestavond moet u zich opgeven via onderstaand strookje. Daar kunt u tevens aangeven of u het herinneringsbord van ons 75 jarig jubileum wilt bestellen.

    Wij hopen op een grote opkomst!
    Tot 1 april.

    Met vriendelijke groeten,
    Commissie 75 jarig bestaan




    Website opmaak: Harry Somsen.

     

Laatst aangepast op zaterdag 28 december 2019 19:37