Max Aussen. |
.. |
Aussen, Mozes (Max) Geboren op 16 januari 1883 in Steenderen, op 27 april 1908 in Hemmerden (D) gehuwd met Lina Aussen-Winter, overleden op 5 juni 1955. Mozes en Lina Aussen hadden een slagerswinkel in Zelhem. Mozes was een broer van Nette, Marianne en Bram Ausen. Tijdens de oorlog heeft Mozes ondergedoken gezeten bij de fam. Vreeman aan de Vreemanstraat in Mariënvelde. Daarna heeft hij samen met 2 Joodse jongens uit Winterswijk ondergedoken gezeten in de hooiberg bij de fam. Boesveld aan de Tulnersweg in Halle. Knechten die niet op de hoogte waren van de onderduikers hebben Max bij hun werkzaamheden bijna aan de hooivork gestoken. Van 1942 tot het einde van de oorlog was hij ondergedoken bij de fam. Veenhuis aan de Braamhorsterweg 6 (G 200). Bij de fam. Veenhuiis is Max een lange tijd ernstig ziek geweest. Vlak voordat hij bij hen kwam heeft men hem zwaar onderkoelt gevonden in een sloot. Vermoedelijk heeft hij in die nacht zich moeten verschuilen en is hij in de sloot gevallen. Max heeft de oorlog overleefd.
*****
|
Het echtpaar ten Bosch.
|
|
Jacob ten Bosch geboren 28 Maart 1904 te Aalten. Gehuwd op 17 Oktober 1934 te Aalten met Jansje Bouwman geboren 19 December 1906 te Aalten. Na hun huwelijk openen ze een slagerij aan de Hogestraat 3 te Aalten. Op 19 September 1937 werd hun dochter Bertha Hester ( Betty ) geboren. Deze dochter heeft de oorlog overleefd. Het echtpaar ten Bosch zat ondergedoken onder Halle, bij het echtpaar Herman en Dine Lievestro. Toenmalig adres G151, nu Halle Heideweg 31. Herman Lievestro geboren 01-08-1885, overleden 14-10-1966. Begraven te Halle. Dine Lievestro-Langwarden geboren 19-11-1887, overleden 30-04-1962. Begraven te Halle.
Zowel Jacob ten Bosch als zijn vrouw Jansje komen tussen 19 en 22 Oktober 1943 in Westerbork aan. Dus de arrestatie was ongeveer 18/21 Oktober 1943. Het echtpaar ten Bosch komt in barak 69 te Westerbork en beiden werden op 16 November 1943 op transport gesteld naar Auschwitz. Jansje is hier op 19-11-1943 overleden en Jacob op 31-03-1944.
Herman Lievestro is na de arrestatie van het echtpaar ten Bosch ook gearresteerd hij werd gevangen gezet in de Willemskazerne en het huis van bewaring ( de Koepel ) te Arnhem, hij werd na verloop van tijd weer vrijgelaten, onbekend wanneer.
*****
|
Verlovingsfoto van Marinus Woolschot en Johanna Eenink.
|
|
Anneke van Dam. Anneke van Dam werd geboren als dochter van Arnout Elias van Dam en Catharina van Dam–Hendrix. Zij had twee broertjes, Erik en Hans. Het gezin woonde aan de Amsterdamscheweg 496 in Nieuwer-Amstel. Toen de portatie van joden een serieuze omvang kreeg, werd Anneke in september 1942 ondergebracht in de pastorie van de Nederlands Hervormde kerk in Halle.
Pastorie in Halle.
Hier woonde dominee Troelstra met zijn gezin. Tot het voorjaar van 1943 zat zij hier behoorlijk veilig. Toen werd dominee Troelstra overgeplaatst naar Wageningen en het leek hem veiliger om Anneke in de Achterhoek te laten. Troelstra vroeg aan zijn collega in de Slangenburg of hij nog een geschikt gezin wist om Anneke op te nemen.
Dit werd het gezin van Marinus Woolschot en Johanna Woolschot-Eenink van boerderij “Het Venne” aan de Slangenburgweg in Doetinchem. In het voorjaar van 1943 arriveerde Anneke bij de familie Woolschot waar ze ongedeerd de bevrijding kon meemaken.
Enige tijd na de oorlog stelde Anneke aan het echtpaar Woolschot voor, om hen voor te dragen voor een onderscheiding van Yad Vashem. Dat wilden zij niet omdat zij het niet juist vonden beloond te worden voor het bieden van onderdak aan Anneke.
Na de oorlog zou blijken dat Anneke van het gezin van Dam, als enige de Jodenvervolging had overleefd. Haar ouders en broers waren door verraad in handen van de nazi’s gevallen en omgebracht.
Lees het hele verhaal van Anneke in "Anneke van Dam ondergedoken" in deze kolom van de Verhalen 2e wereldoorlog. *****
|
Yvonne Fransman Yvonne en Loes Fransman. |
|
Yvonne Hélène Fransman en Loes Fransman waren dochters van Levie en Naatje Fransman. Zij woonden aan de Biesboschstraat 66 te Amsterdam. Zowel Loes als Yvonne werden door Rein Brussaard naar Halle gehaald. Yvonne is geboren op 12 november 1931. Op deze foto was Yvonne 11 jaar. Yvonne woonde vanaf ca. 20 april 1943 bij de fam. Herman en Gerritje v. Arragon-Oosterink aan de Aaltenseweg 36. Zij is verraden op 13 maart 1944. Op 14 maart overgebracht naar de koepel gevangenis in Arnhem en is op 17 maart in kamp Westerbork aangekomen. Yvonne is op 26 maart 1944 in Auschwitz-Birkenau levenloos uit de wagon gehaald, 12 jaar oud.
Loes Fransman het zusje van Yvonne is eerst door Rein Brussaard naar Halle gehaald en direct daarna geplaatst bij de familie Colenbrander in Sinderen. Loes is nog een keer bij Yvonne geweest die toen druk was in de groentetuin en niet veel tijd voor haar zusje had. Yvonne moest veel in de huishouding helpen. Nadat Yvonne verraden was, werd Loes door haar onderduikvader vader Derk Colenbrander van boerderij de Keurhorst in Sinderen naar zijn zuster in Bergentheim in Overijssel gebracht. Loes heeft de rest van de oorlog daar gewoond, tot dat haar ouders via het Rode Kruis hoorden waar ze verbleef. In 1945 kwam Loes naar Amsterdam terug, zij was toen 8 jaar.
Lees voor meer informatie: Onderduik tragedie in Halle.
*****
|
Samuel Groentemanm met zijn moeder. |
|
Samuel Groenteman geboren in 1937 woonde bij de fam Groot Nibbelink aan de Landstraat 9. Hij ging in de Heelweg , dus dicht bij huis, naar school. Hij is verraden op dinsdag 15 augustus 1944 en vermoord op woensdag 6 september 1944 in Auschwitz-Birkenau. 7 jaar oud.
Lees voor meer informatie: Samuel Groenteman joods kind in Halle.
*****
|
David Hamburger in 1947 |
|
Dietrich (David) Hamburger. Geboren op 16 april 1885 te Meppen Duitsland. Hij is na de kristallnacht (november 1938) per trein naar Nederland gevlucht, waar hij ging wonen bij zijn dochter en schoonzoon aan de Tuunterstraat 5 in Winterswijk. Echter ook in Nederland was hij op een gegeven moment niet meer veilig en moest hij onderduiken, eerst op een adres in Varsseveld. Het laatste oorlogsjaar verbleef hij bij de familie Veenhuis aan de Braamhorsterweg 6 in Halle-Heide. Hier werd hij ome Derk genoemd. Samen met Mozes Ausen die hier ook ondergedoken zat, heeft hij de bevrijding meegemaakt. Zijn dochter, schoonzoon en twee kleinkinderen hebben de jodenvervolging niet overleefd. Op 22 januari 1946 keerde David Hamburger als enige terug in het huis aan de Tuuntestraat, hij woonde hier nog enige tijd. Hij is na de oorlog hertrouwd met de weduwe Else Rosenberg. David Hamburger kwam bij een verkeersongeval op 26 september 1958 om het leven. Hij ligt begraven op de joodse begraafplaats aan de Misterweg in Winterswijk. Hij werd 74 jaar.
Met dank aan: Werkgroep’Leren van de oorlog’ Winterswijk. Bron: Winterswijk- We hebben ze allemaal gekend, door H. Vis.
*****
|
Vooraan Eli de Leeuwe.
Fam. Rijnsent. |
|
Eli de Leeuwe. Eli de Leeuwe werd op 7 december 1938 te Landsmeer geboren. Zijn ouders waren Louis de Leeuw, geboren op 13-december 1911 in den Helder en Gretha de Leeuw-Dreese, geboren 20 april 1914 in Amsterdam. Eli had ook nog een 6 jaar oudere broer Jacob (Sjaak), Het gezin was joods liberaal. Ze hebben circa drie jaar in Amsterdam gewoond, dicht bij het Waterlooplein waar zijn vader met een kraam op de markt stond. Zijn vader handelde in antiek, goud en zilver. Zijn moeder was diamant slijpster. Toen de anti joodse maatregelen steeds verder werden aangescherpt, wist de vader nog een poosje onder valse naam een hoeden stomerij te beheren. Het gezin de Leeuwe woonde toen vanaf april 1942 aan de Driebergerstraat 301 in Den Haag. Echter hier waren ze ook niet veilig, Beide ouders werden in 1942 naar Westerbork afgevoerd, en vervolgens naar Sobibor getransporteerd, waar vader Louis op 2-7 1943 werd vermoord en moeder Gretha op 11-6-1943.
Eli en zijn broer Jacob kwamen in pleeg/onderduik gezinnen terecht en hebben beide de oorlog overleefd. Eli werd onder de hoede genomen door een bevriend echtpaar, van de Lugt, en samen zijn ze naar Wageningen gevlucht, om vervolgens via onderduik adressen in Elst en Leersum, in Halle terecht te komen. Hier verbleef Eli onder andere bij de familie Jan Rijnsent en Hendrika P. Rijnsent-Zuideveld, die kennissen waren van de familie van de Lugt uit Wageningen. Jan Rijnsent was hoofd van de Halle-Nijmanschool en woonde vanuit zijn functie in het meestershuis naast de school aan de Halle-Nijmanweg. In dit huis was achter een lambrisering een holle ruimte gemaakt, waar in geval van nood Eli zich kom verbergen. Zijn laatste onderduik adres was uiteindelijke in Valkenheide. Hier heeft hij ook de bevrijding mee gemaakt.
*****
|
Abraham en Grietje de Liever.
Salomon de Liever als diensplichtige. |
|
Abraham en Grietje de Liever.
Abraham de Liever was geboren op 14 maart 1888 te Nijkerk. Grietje de Liever-Beetz was geboren op 8 mei 1888 te Amsterdam. Dit echtpaar woonde voordat het moest onderduiken aan de Hendrik van Viandenstraat 16 in Amersfoort. Samen met hun zoon Salomon ( geb. 20 mei 1920) doken ze vanwege antie joodse maatregelen onder. Volgens verhalen binnen de familie de Liever, eerst in Varsseveld. Zij hebben vanaf 19 februari 1944 bij de familie Eenink ( G227) nu Zieuwentweg 5 in Halle ondergedoken gezeten. Het echtpaar de Liever werd voorzien van vervalste papieren op naam van, van Dijk.
De onderduik ging goed tot de nacht van 14 op 15 augustus 1944. Toen hield de Zelhemse Landwacht samen met de Ruurlose Landwacht een razzia in Halle. Het echtpaar de Lieve werd ontdekt en gearresteerd, de dan 36 jarige Hendrik Jan Eenink blijft ontkennen te hebben geweten dat het joden betrof, hij blijft volhouden dat het pensiongasten zijn die hij huur liet betalen. Hoewel Eenink absoluut niet geloofd werd, redde dit verhaal hem wel. Hij bleef na het betalen van 400 gulden voor de winterhulp buiten schot. Midden in de nacht moest Eenink het echtpaar de Liever met paard en wagen naar de Landwacht kazerne ( Hotel Avenarius) in Ruurlo brengen. Diezelfde dag 15 augustus werd het echtpaar per trein naar Arnhem vervoerd. Op 16 augustus arriveerden zij al in Kamp Westerbork, waar ze samen in barak 67 werden geplaatst werden. Op 3 september werden zij op transport gesteld naar Auschwitz-Birkenau, met transport nummer 100. In dezelfde trein hebben ook de vier verraden kinderen uit Halle gezeten. Direct na aankomst op zondag 6 september 1944 werden zowel Abraham als Grietje de Liever vermoord in Auschwitz –Birkenau.
In totaal zijn er vanuit Westerbork 102 trein transporten vertrokken.
Zoon Salomon heeft de oorlog overleeft en ging weer op het oude adres in Amersfoort ging wonen. Hij is op 20 mei 1997 overleden. Hij zou met Emiel Vacano ondergedoken hebben gezeten en heeft ieder jaar zijn oude onderduik adres bezocht.
*****
|
Jhonny-Helmut en Leon Levy in Lichtenvoorde 1945.
Leis en Els Levy.
|
|
Leizer (Leis) en Els Levy. Leis Levy, geboren als Ley Levie in 1893 is overleden in 1962 te Varsseveld. Zijn vader was Salomon Levie geboren in Doetinchem op 30-12-1859 en overleden op 3-2-1930 te Varsseveld. Zijn moeder was Helena Schwartz geboren in Dinxperlo op 12-11-1867 en overleden op 23-2-1930 te Varsseveld.
Leis Levy die veekoopman was, woonde met zijn gezin aan de Doetinchemseweg in Varsseveld. Naast Leis en zijn vrouw Els woonden hun drie zonen, Jonny, Leon en Helmut ook nog thuis. (Jonny, vrijwilliger in het Engelse leger, hierna ijzerhandelaar. Leon trouwde met Betty Rosenberg en emigreerden in 1983 naar Canada. Helmut, na studie medicijnen, huisarts te Amsterdam.)
Op kerstavond 1941 klop er een Nederlandse Soldaat op de deur bij het gezin Levy. Het blijkt een vroegere schoolvriend te zijn van zoon Jonny. Deze soldaat is gewond geraakt aan het Oostfront en komt nu zijn vroegere schoolvriend waarschuwen met de woorden”Ga nooit in Duitsland werken, er zijn daar kampen waar joden worden vermoord".
Vanaf dat moment beginnende Levy’s maatregelen te nemen voor een eventuele onderduik, dit bleek al spoedig maar al te nodig. De drie zonen komen uiteindelijk terecht op de boerderij van Derk en Berendina Geurink aan de Derde Broekdijk in Lichtenvoorde. Zij zullen alle drie de oorlog overleven. Leis klopt aan bij het gezin van Gerrit Willem en Aaltje Wolsink-Bosman “van de Kramp”. Zij woonden op een boerderij in de Halle-Heide G 131, tegenwoordig Heurneweg 8.
Leis kende als veekoopman Gerrit Wolsink al voor de oorlog, Gerrit gaf nog wel eens een tip aan Levy als hij ergens een goede koe te koop wist. Maar over de vraag of hij onderduik kon verschaffen aan Leis en Els Levy, moest hij toch wel even nadenken. Na overleg met zijn vrouw Aaltje, werd besloten om het echtpaar Levy op te nemen. De oudste zoon Derk, bouwde op de hooizolder een schuilplaats. Op 10 april 1943 arriveerden Leis en Els Levy. Door de kinderen van Wolssink werden zij altijd ome Lammert en tante Elke genoemd. De Levy’s ontpopten zich als zeer gemakkelijke mensen die zich schikten in hun lot. Er kon genoeg voedsel van eigen boerderij geregeld worden, zodat ze zonder distributiebonnen van buitenaf konden. Aaltje Wolsink kookte altijd koosjer voor de Levy’s. Een keer is het spannend geweest toen de Duitsers vanuit de Halle-Heideschool bij Wolsink eten kwamen halen. Hierna besloot Wolsink het eten zelf maar naar de Halle-Heideschool te brengen. Maar verder werd er zonder problemen, zoals een inval, de bevrijding gehaald.
Op 3 april vertrokken Leis en Els Levy weer naar Varsseveld, waar ze samen met hun drie zonen weer in hun oude huis aan de Doetinchemseweg gingen wonen.
Bedankbrief van Leis en Els Levy aan de fam. G.W. Wolsink, in dankbaarheid aangeboden voor de buitengewone hulpvaardigheid van 10 april 1943-3 april 1945. Bron: Oaver Halse Heide.
Echtpaar G.W. Wolsink.
*****
|
Links Gerard de Paauw –rechts Philip de Paauw.
|
|
Gerard de Paauw en Philip de Paauw. Op 28 november 1917 traden in Amsterdam Jacob de Paauw en Geertruida Maria Brons in het huwelijk. Uit dit huwelijk kwamen twee zoons Philip en Gerard voort. Philip werd op 27 juni 1924 geboren en Gerard op 15 september 1925, beide in Amsterdam. Vader was diamant slijper, maar nadat hij zijn werk kwijt was geraakt, namen de spanningen in dit huwelijk toe. Dat resulteerde op 21 oktober 1932 in een echtscheiding. De moeder vestigde zich met beide jongens in Ede, maar was niet voldoende in staat om voor haar zonen te zorgen. Daarom besloot de kinderbescherming/voogdijraadin1937om de twee broers bij een pleeggezin te plaatsen. Ze werden geplaatst bij de familie Bruil aan de Halseweg 37 in Halle. De jongens bezochten beide de dorpschool aan de Dorpstraat in Halle. Beiden hadden in Halle een onbezorgd leven, maar omdat ze van gedeeltelijke joodse afkomst waren, werd dit gedurende de oorlog steeds moeilijker.
Philips was na zijn schooltijd in Halle aan het werk gegaan als huisschilder in Doetinchem. Echter door een noodlottig ongeval kwam hij op 25 juli 1943 o[p zwembad Groenendaal door verdrinking om het leven, hij was op dat moment 19 jaar oud. Hij is in Zelhem begraven.
Gerard bleef in Halle, waar hij zoveel mogelijk uit het zicht, bij Bruil bleef wonen, hij hielp daar meestal met binnenhuis klussen in de huishouding. Dit is wonderwel goed gegaan en hij heeft in goede gezondheid bij de familie Bruil de bevrijding meegemaakt. Na de bevrijding, op 1 april 1945, sloot hij zich aan bij de binnenlandse strijdkrachten in Zelhem. Hij is na de oorlog getrouwd met Julia Polak met wie hij zich uiteindelijk in Almere vestigde. Gerard de Paauw is op 3 maart 2011 in Almere overleden.
*****
|
Edgar Weinberg. |
|
Edgar Weinberg, woonde vanaf ca. 20 april 1943 hij bij de fam. Herman en Gerritje van Arragon-Oosterink aan de Aaltenseweg 36. Hij is verraden op 13 maart 1944. Op 14 maart overgebracht naar de koepel gevangenis in Arnhem en is op 17 maart in kamp Westerbork aangekomen. Edgar is op 26 maart 1944 in Auschwitz-Birkenau vermoord, 13 jaar oud.
Lees voor meer informatie: Onderduik tragedie in Halle.
*****
|
Maedy Weinberg,
|
|
Maedy Weinberg, Kwam ca. april 1943 (met rood haar en veel sproeten) , eerst bij de fam. Herman en Gerritje van. Arragon-Oosterink aan de Aaltenseweg 36 daarna bij de fam. Te Rietstap aan de Landstraat 8. Zij is verraden op 13 maart 1944. Op 14 maart overgebracht naar de koepel gevangenis in Arnhem en is op 17 maart in kamp Westerbork aangekomen. Maedy is op 26 maart 1944 in Auschwitz-Birkenau vermoord, 15 jaar oud.
Lees voor meer informatie: Onderduik tragedie in Halle.
*****
|
Rudi Weinberg.
|
|
Rudi Weinberg, woonde vanaf ca. april 1943 bij de familie Vriezen in het Noorderbroek in Heelweg, later bij de fam. Herman en Gerritje van Arragon-Oosterink aan de Aaltenseweg 36. Hij is verraden op maandag 13 maart 1944. Op dinsdag 14 maart werd hij samen met zijn zus Maedy , broer Edgar en Yvonne Fransman overgebracht naar de koepel gevangenis in Arnhem en is op vrijdag 17 maart in kamp Westerbork aangekomen. Zij waren allemaal verraden en opgepakt. Daarbij moesten ook Herman van Arragon, Gerrit Jan te Rietstap en Derk Jan Wisselink mee naar Arnhem. Rudi, Maedy, Edgar en Yvonne kregen bijles van Derk Jan Wisselink van de Halle-Heideschool. Joodse kinderen mochten niet naar school. Joodse leraren en leraressen waren op school verboden. Rudi Weinberg is op zondag 26 maart 1944 in Auschwitz-Birkenau vermoord, 12 jaar oud.
Gerrit Jan te Rietstap, Herman van Arragon en Derk Jan Wisselink zijn na verloop van tijd weer vrijgelaten in Arnhem en konden ongedeerd naar Halle terug keren.
Lees voor meer informatie: Onderduik tragedie in Halle.
*****
|
Ds. Zijlstra.
|
|
Dominee Zijlstra komt in gesprek met dokter Meijering.
Het betreft moeder Jettchen (Henriëtte) Meyer-Hecht, geboren op 4 september 1861 in Datteln, Duitsland en dochter Adèle Meyer, geboren op 8 mei 1895 in Osnabrück, Duitsland. De familie had in Osnabruck aan de Hegerstrasse 24 een kunsthandel met een filiaal in Berlijn. Zoon Otto Meijer leidde dat filiaal. Na hun vlucht uit Duitsland gingen zij wonen op de Maasstraat 149 I, in Amsterdam waar zij ingeschreven stonden in februari 1941.
De familie is met diverse tussen stations aangekomen in Halle waar ds. Zijlstra het lukte om moeder en dochter onder te brengen bij de familie Johan Koskamp aan de Bielemansdijk 11. Daar werd een inval gedaan en de dames besloten naar dominee Zijlstra te lopen, maar die kon ze onmogelijk lang in de pastorie houden. Na enkele dagen werden zij door Legters met paard en wagen verder vervoerd naar een tijdelijk adres in Wetsendorp. Toen het rustiger bleef in Halle werd besloten om de dames in november 1943 weer naar Halle te laten komen.
Zoon Otto Meijer werdt in eerste instantie ondergebracht bij de familie Vriezen in het Noorderbroek in Westendorp.
Dominee Zijlstra zit met de handen in het haar. Ik zal ze moeten aangeven als ik geen adres voor de dames kan vinden, zegt ds. Zijlstra tegen dokter Meijering.
Na overleg met zijn vrouw besluit dokter Meijering de dames in huis te nemen, moeder Henriëtte van twee en tachtig en een dochter Adèle van negen en veertig jaar.
Huis van Dr. Meijering in de Dorpstraat.
Bij een huiszoeking op 10 augustus 1944 bij dr. Meijering door landwachters werden de beide dames en dr. Meijering weggevoerd naar de koepelgevangenis in Arnhem vandaar naar Auschwitz waar op 6 september 1944 Henriëtte van twee en tachtig vermoord is en Adèle op 31 oktober 1944 op 49 jarige leeftijd vermoord is.
Dr. Meijering wordt veroordeeld tot een half jaar gevangenis straf in het SS concentratiekamp Vught. Door de optrekkende bevrijders werden de gevangenen uit Vught na 5 september 1944 overgebracht naar een strafkamp in Duitsland.
Hij wist de ontberingen te doorstaan en kwam in juni 1945 weer thuis.
Lees voor meer informatie: Onderduik tragedie in Halle en Oorlogs herinneringen van een doktersvrouw.
*****
|