Artikel door: Bert Schieven.
28 januari 1942, Rekening voor de Looschool, ten behoeve van geleverde materialen voor het schoolvak lichamelijke oefeningen.
Vanaf 3 mei 1942, moesten alle Joodse medeburgers als ze buitenshuis gingen de zogenaamde Jodenster dragen. Dit exemplaar was van Helene Croner.
Voor meer informatie kunt u de rubriek Joodse gemeenschap raadplegen.
Zomer 1942, de Zelhemse brandweer voor hun brandweerkazerne tussen het toenmalige gemeentehuis en de kerk. De brandweer moest in de oorlogsjaren naast hun reguliere taken ook bijspringen bij bijvoorbeeld schade door gedropte bommen of zoals in de laatste oorlogsperiode grootschalige luchtaanvallen.
17 juli 1942, de spoorlijn Doetinchem-Zelhem werd door de Duitse bezetters opgebroken en afgevoerd. De stalen rails waren nodig voor de oorlogs industrie.
In de nacht van 25 op 16 juli stort in Zieuwent een vliegtuig van de RAF neer, de squadron leader P.C. Lemon was als uit het toestel gesprongen en kwam veilig aan de grond. Na diverse omzwervingen is hij uiteindelijk in het Wolfersveen gearresteerd. De rest van de oorlog heeft hij doorgebracht in krijgsgevangenkamp Stalag Luft 3, te Sargan in Duitsland.
P.C. Lemon
Ook gedurende de oorlogsjaren gingen de dagelijkse dingen gewoon door. Hier Jan Schieven als melkventer van de zuivelfabriek "Erika" aan het werk in de Smidsstraat.
In de nacht van zondag 9 op maandag 10 augustus 1942 werd de nachtrust gestoord door het zware gebrom van hoog overvliegende groepen Engelse bommenwerpers. Nu en dan was ook duidelijk de Duitse nachtjager op zijn patrouilletocht hoorbaar. Omstreeks 3.10 uur ontstond bij heldere sterrenlucht een luchtgevecht boven Hengelo en waren zwaardere en lichtere schoten hoorbaar. Blijkbaar werd een vliegtuig in brand geschoten, althans het werd op een moment haast daghelder. Onmiddellijk daarop volgde een hevige explosie, een dreun en nog een ontploffing. Al snel belde een gemeenteveldwachter de burgemeester op met de mededeling, dat een toestel brandend was neergestort in de richting van de Zelhemse grens. Tegen 4 uur werd hij door Zelhem opgebeld, die meedeelde, dat bij de Zelhemse grens, maar op Hengelo’s gebied, bij boerderij te Waarle, een vliegtuig was neergestort en dat er verschillende lijken op de landweg lagen.
Diverse boerenwoningen in de omtrek, zowel in Hengelo als in Zelhem, hadden door de ontploffing glas- en/of dakschade geleden, bv. Peters (Zelhem) 33 vensterruiten; H.G. Eggink (C17) 8 ruiten en een raamkozijn geheel ontzet, de lamp stukgevallen, en tal van dakpannen kapot.
Het vliegtuig was een tweemotorige Vickers-Wellington bommenwerper.
De winter van 1942 was zeer streng, er waren 86 vorstdagen en de laagste temperatuur was -24.8°, de koudste winter sinds vele jaren.