- Details
- Categorie: Molens
Aan dit artikel werkten mee: | |
G.J. Weenk: | bevolkingsregister |
Elly en Harry Somsen: |
kadaster en huisnummers |
Over de molen: | ||
Oudste vermelding: | ||
Oude straatnaam: | Garvelinksche straat (1829) Heidenhoekweg |
|
Huidige adres: | Garvelinkweg 3 | |
Staat in: | Heidenhoek | |
Verbouwing(en): | 1889-1890: bouw van de beltmolen 1955: restauratie van de kap 1970: restauratie molen |
|
Kadaster 1822: | ||
Eigenaar: | Gert Jan op Wissink, landbouwe | |
Woonplaats: | Zelhem | |
Kadasternummer(s): | G 192 bouwland |
Molenaars en huisnummers vanaf 1889: |
1829: - | ||
1861-1870: | B12 | Engelbert Bruil getr. met Hendrica Johanna Scholten bouw van de korenmolen in 1869 door molenaar E. Bruil |
1871-1880: | B12 | E. Bruil en H.J. Scholten |
1881-1900: | B12 | E. Bruil en H.J. Scholten † 1899 Derk jan Boomkamp en Alvina Sophia Bruil Jan Willem Buunk in 1896 naar Doetinchem |
1901-1924: | B12-B13-B20 | wednr. E. Bruil (van H.J. Scholten) † 1902 zoon Hein Bruil en Aaltje Bussink van B61 en verhuizen weer naar G152a Berend Hendrik Boeyink tr. 1903 met Johanna Boenink |
1925-1939: | B20-B32-B39 huis B32a-B40a | B.H. Boeyink (molenaar) en J. Boenink Anthonie Lucas Koning tr. 1934 met Johanna Wilhelmina Lörvink in 1939 naar Den Haag |
1940-1964: | B39 | B.H. Boeyink en J. Boenink 1965-0000: Garvelinkweg 3 wed. W.M.G. Boeyink kleinzoon B.H. Boeyink (veevoederfabriek) |
1965-2007 | Garvelinkweg 3 | wed. W.M.G. Boeyink kleinzoon B.H. Boeyink (veevoederfabriek) |
2007-0000 | Garvelinkweg 3 | bewoning opgeheven |
Opmerkingen: |
De ronde, stenen grondkorenmolen die in 1869 door molenaar Bruil in gebruik genomen wordt, gaat in 1902 in andere handen over door verkoop aan de heer Boeyink. Deze laatste zal nog 14 jaar koren malen in deze molen. In 1915 wordt de molen stilgezet en gesloopt, want men is inmiddels overgeschakeld op stoomkracht. Er is nu niets meer van de in 1915 afgebroken molen te vinden. De Boeyinks kwamen oorspronkelijk van de molen in de Velswijk die zij in 1924 verkochten aan de familie Wisselink. De Boeyinks hadden kennelijk voor deze molens de N.V. v/h B.H. Boeyink opgezet. |
Op de foto uit 1910 staan de heer Boeyink en de heer Bloemendaal welke als laatste op de molen werkte. De drie vrouwen waren oma Boeyink , Anna Klein Hesselink-Jansen en een zuster van oma Boeyink, nl. Mina Woolschot-Boeyink. Het kind op de foto was Mies Boeyink. |
Op de foto in kleur gezet uit 1910 staan de heer Boeyink en de heer Bloemendaal welke als laatste op de molen werkte. De drie vrouwen waren oma Boeyink , Anna Klein Hesselink-Jansen en een zuster van oma Boeyink, nl. Mina Woolschot-Boeyink. Het kind op de foto was Mies Boeyink. Foto uit collectie van Eef Oosterink. Foto bewerking Gerrit Knake.
1910 Foto uit collectie van Eef Oosterink
1910 Foto uit collectie van Eef Oosterink
Schilderij van de Heidenhoekse molen in 1910
gemaakt door mevr. J. Ebbers-Reimes naar foto voorbeeld
Schilderij van de Heidenhoekse molen in 1910
gemaakt door mevr. Gerda Husken naar foto voorbeeld.
Foto uit 2010 gemaakt door Harry Somsen
Foto uit 2010 gemaakt door Harry Somsen |
Foto uit 2010 gemaakt door Harry Somsen |
Foto uit 2010 gemaakt door Harry Somsen |
Foto uit 2010 gemaakt door Harry Somsen |
Foto uit 2010 gemaakt door Harry Somsen |
Voormalige woning en winkel Foto uit 2010 gemaakt door Harry Somsen |
Foto uit 2010 gemaakt door Harry Somsen |
Maalderij. Foto uit 2010 gemaakt door Harry Somsen |
Bijgebouwen bij de maalderij Foto uit 2010 gemaakt door Harry Somsen
2012 Impressie voor de verbouwing van het voormalige graanmaalderij complex
2012 Impressie voor de verbouwing van het voormalige graanmaalderij complex
2012 Impressie voor de verbouwing van het voormalige graanmaalderij complex
Luchtfoto december 2022 door de fam. Boeyink
Luchtfoto december 2022 door de fam. Boeyink
- Details
- Categorie: Molens
Aan dit artikel werkten mee: | |
website opmaak: | Harry Somsen voor oudzelhem.eu |
Artikel door: |
P. van Velde |
Foto van mevr. Ebing
Op 22 januari 1856 krijgen G. Buursink en D. Berendsen een hinderwetvergunning om aan de Zevenweg tegenover elkaar elk een molen te bouwen. Deze molens zijn er echter niet gekomen. Wel is er een molen gebouwd op perceel N1302. Mogelijk hebben Buursink en Berendsen de afspraak gemaakt dat er maar een molen gebouwd zou worden. En dat is de molen van Buursink geweest op de huidige locatie aan de Doetinchemseweg 62.
Foto in kleur gezet voor oudzelhem.eu door Gerrit Knake.
Het is een achtkantige beltmolen geworden met inrit. De molen was van het type bovenkruier, gedekt met houten spanen. De houten spanen hebben een dikte van circa 1 cm, zijn circa 10 cm breed en 20 of 35 cm lang. Ze zijn door molenmaker H.H. Kreeftenberg uit Varsseveld van onderuit aangebracht en hebben elke 10 cm hoger een volgende laag, zodat er een 3 cm dikke eiken laag ontstaat, die de tand des tijds kon doorstaan. De molen stond op een markante plek bij de ingang van Zelhem aan de Doetinchemseweg, ter hoogte van de Brinkweg op ongeveer 500 meter ten zuidzuidwesten van de Lambertikerk.
De molen stond ook bekend als de molen in de Stikken. Molenaar Scholten, die de vader was van de stichter van de molen in de Wittebrink, heeft op deze molen gemalen. Later zijn Gerardus Buursink (1805-1891) die deurwaarder en koopman was en daarna ook zijn zoon Gerrit (1841-1895), schilder en koopman, eigenaar geweest van de molen. Gerrits zoon Gerhardus (1872-1946) krijgt op deze korenmolen zijn opleiding. Hij trouwde in 1904 met de molenaarsdochter Hendrika van Dam van de Markelose windkorenmolen De Hoop. Ook in Markelo kreeg men dus een Buursinks molen.
Een andere zoon was Herman Teunis (1879-1956), die van beroep broodbakker was in de Smidsstraat (nu nummer 13). De familie Buursink woonde zelf op Smidsstraat A14/A89, het latere huisnummer 22-24. Een huisvriend van de familie Buursink was W.L. Bouwmeester, die ook een schilderij maakte van de Buursinkmolen. Na het overlijden van Gerrit Buursink in 1895 wordt G.J.J. Gussinklo eigenaar van de molen.
Schilderij van de Buursinkmolen in de Stikken door Willem Laurens Bouwmeester.
Collectie Harry Somsen
Waarschijnlijk een team van het oude Zelhem, deze foto zal omstreeks 1912 gemaakt zijn.
Foto van fam. H.W. Wesselink
De Buursinkmolen geschilderd door Jaap van Norden.
Dit schilderij is in bezit van de Culturele Atlas Zelhem. Foto collectie Harry Somsen
Op 18 juni 1903 is er aan hem een hinderwetvergunning afgegeven voor het oprichten van een petroleummotor in zijn molen. Op 3 maart 1909 ontvangt Berend Hendrik Kleinhesselink een hinderwetvergunning aansluitend op de vergunning die is verleend aan Gussinklo. De molen is in 1921 afgebroken.
Luchtfoto uit 1928
Foto uit de collectie van Willem Hartemink
Het tegenover de molen liggendehuis Doetinchemseweg 47
in kleur gezet voor oudzelhem.eu door Gerrit Knake
Diverse onderdelen zijn verwerkt in de “Benninks molen” in IJzevoorde bij Doetinchem. De laatste molenaar aldaar was Helmink. Op 18-6-1903 krijgt Gerrit Jan Johan toestemming voor het plaatsen van een petroleummotor in windkorenmolen Dorp A101a, kadastraal N1302.
De romp van de Buursinkmolen maakt nu deel uit van de IJzevoordse molen.
Foto uit collectie Eef Oosterink.
- Details
- Categorie: Molens
Over de molen: | ||
Oudste vermelding: | 1646 (Kreynck) | |
Oude straatnaam: | Grooteweg van Doesborgh naar Zelhem Grintweg |
|
Huidige adres: | Hummeloseweg 76 | |
Staat in: | het dorp | |
Verbouwing(en): | 1889-1890: bouw van de beltmolen 1955: restauratie van de kap 1970: restauratie molen |
|
Kadaster 1822: | ||
Eigenaar: | Wolter Coops mede eigenaar in 't gemeen, koopman | |
Woonplaats: | Doetinchem | |
Kadasternummer(s): | N 1047 olyslager erf Op de kadasterkaart van 1820 staat: de Oly Molen ingetekend, in 1829 is het geroyeerd N 1048 windkorenmolen |
Bron:P. van Velde | Artikel door:P. van Velde |
Deze windkorenmolen treffen we al aan op 18 september 1471 als eigendom van Herman van Middachten. De heer van dit kasteel in De Steeg bezat namelijk het windrecht in Zelhem. In deze tijd waren de korenmolens meestal in bezit van adellijke families die er vaak hun bastaardzonen als eigenaar op zetten. Op hun beurt verpachtten zij de molen aan derden als bron van inkomsten. De pachtgelden samen met de heffingen op de wind stonden borg voor een leuke bron van inkomsten. In 1541 krijgt Karel van Gelre er een buitenechtelijk kind bij, die bij de erfdeling van de Middachtengoederen de windmolen in Zelhem toebedeeld kreeg. Hij moet aan zijn twee halfzusters in het klooster te Arnhem jaarlijks 20 mud rogge uit de molen leveren. Dit zal vermoedelijk de pacht zijn van de molen die de pachter jaarlijks betaalde. De standert korenmolen was in 1686 in het bezit van Baron van Weede en Balgoyen en zijn gemalin de Baronesse van Raesvelt. Jantje Dimmendaals was de pachteres, zij was weduwe van Jan Coops in 1689, in 1692 wordt zij ook nog genoemd als pachteres. Door het huwelijk van de dochter van de eigenaar gaat de molen over in Duits adellijk bezit, in 1732 wordt Furstin Sophia Everdina tot Anholt-Berenburg, gemalin van Furst Cristiaan tot Schartzenburg-Sonderhausen, de eigenaresse. Metgen Enserinck, weduwe van Hendrick Coops, was toen pachteres. In 1755 heeft Johannes Jacobus Cremers de molen als onderpand, wegens geleend geld aan de Douariëre tot Schwartsenburg - Sonderhausen. In de zeventiende eeuw sprak men van De Windmolen op de Enck in het archief Aartsbisdom van Utrecht, deel VI, pagina 396. In 1804 verpachtte Hendrick Hesselink deze Zelhemse molen tot 1818 aan Derck Coops. Ze kregen echter onenigheid over de pacht en/of het onderhoud van de molen, waarna Derck Coops zelf een molen laat bouwen aan de Wiekenweg te Zelhem. Dit was de zogenaamde Nieuwe molen van Zelhem. De standertmolen wordt in 1820 verkocht aan Teunis Molenkamp. Tot op dit moment zijn zijn nakomelingen er gevestigd. Op het terrein van deze molen aan de Hummeloseweg is, na een aanvraag van de weduwe Becking op 10 mei 1833, een oliemolen gebouwd op de plek waar nu het dubbele woonhuis staat van de familie Molenkamp. In 1919 wordt de standertmolen afgebroken. Er wordt een moderne maalderij gebouwd die tot 1966 als zodanig in gebruik geweest. De dierenspeciaalzaak van Molenkamp en Te Pas is er nog steeds gevestigd. Op het oude molenerf is een nieuwe woonwijk gebouwd van 18 woningen. Het wijkje wordt Möldershofke genoemd, maar van de oude molen is er niets terug te vinden.
De standert korenmolen was niet bijzonder groot te noemen. Ze had een gemiddelde roedelengte (wieklengte) van 20 á 22 meter en een houten bovenas met ijzeren stroppen er omheen. Daarnaast had ze een houten wiekenkruis en zelfs een dubbele wafel op de binnenroede. Als er niet zoveel wind stond werden er zeilen op de wieken gedaan om het rendement te verbeteren. De voornoemde standertmolen was niet de enige molen van dit type in de omgeving. Op Den Dunsborg aan de Hengeloseweg tussen Zelhem en Hengelo heeft bij het molenaarshuis Muldersfluite de standaardkorenmolen gestaan van de heer van Kervenheim. Deze molen werd De Olde Kaste genoemd en heeft bestaan van 1659 tot 1933. Daarvoor heeft er in de buurt al eerder een molen gestaan. Dat was de Wyntmoelen tot Hengell op den Goy die als leengoed van de heerlijkheid Baer aan de IJssel uitgegeven werd aan Gadert Kockert. Van 1484 tot 1686 was deze molen in eigendom van de familie Van Kervenheim, die ook de landgoederen ‘t Zelle en ‘t Kervel bezat. In de periode tussen 1689 en 1818 is deze molen meermalen in gebruik (pacht) geweest door verschillende Coopsen en/of hun echtgenoten/echtgenotes.
Op 20-4-1897 krijgt Teunis Molenkamp toestemming voor het oprichten van een stoomkorenmolen Dorp A116a, op 21-9-1907 voor het plaatsen van een petroleummotor in stoomkorenmalerij Dorp A110, op 28-4-1916 voor het plaatsen van een zuiggasmotor in korenmalerij Dorp A141. Alle toestemmingen voor het plaatsen waren verleend op kadastraal nummer N2174. |
Verpondingsregister 1646-1650 in 't Rigterambt Zelhem, door Gerhardt Kreijnck: |
400-0 |
Windt ende Rosmeulen, huys ende hof 1 sch. den Heer van Middachten toestendigh Pacht 400-0-0 vrij gelt Den Steenbalcken, Cruijswerck ende reparatie heeft dit jaer gecost - 225 gl. |
Verpondingsregister 1646-1650 in 't Rigterambt Zelhem, door Gerhardt Kreijnck: |
24-0 6-16 |
Mr Henrick Coeps huys bij hem bewoont end hof 2 spint gesaeij, te samen Een stuck uijt den Olden Conninck van 3 sch. gesaeij, komt hem eijgen |
Meer informatie over de fam. Coops: |
Het dorp Sellem getekend op een kaart uit 1577 |
Foto uit collectie Willem Hartemink |
Tekening © door Henk Ooyman |
Foto uit collectie Eef Oosterink |
Foto uit collectie Eef Oosterink |
Lees meer bij Molenkamp Dierenspeciaalzaak en Fa. Molenkamp - te Pas |
- Details
- Categorie: Molens
Wiekenweg 5 | Coopsmolen |
Aan dit artikel van de stichting Oud Zelhem werkten mee: | |
G.J. Weenk: | bevolkingsregister |
Elly en Harry Somsen: |
kadaster en huisnummers-website opmaak |
Bedrijfswebsite: | coopsmolen.nl |
Over de molen: | ||
Oudste vermelding: | 1818: bouw van de molen door Derk Coops | |
Oude straatnaam: | ||
Huidige adres: | Wiekenweg 5 | |
De molenaar Derk Coops heeft zijn huis op Wiekenweg 9 | ||
Staat in: | Winkelshoek | |
Verbouwing(en): | ||
Kadaster 1822: | ||
Eigenaar: | Derk Coops | |
Woonplaats: | Zelhem | |
Kadasternummer(s): | H 76 Molen |
Molenaars en huisnummers vanaf 1889: |
1829: - | Korenmolen vanaf 1818 | |
1840-1847: | Korenmolen geen bewoning | |
1848-1850: | Korenmolen geen bewoning | |
1851-1860: | Korenmolen geen bewoning | |
1861-1870: | Korenmolen geen bewoning | |
1871-1880: | Korenmolen geen bewoning | |
1881-1900: | Korenmolen. Oprichting en bouw van een stoomkorenmolen in 1882 in de naastgelegen gebouwde schuren | |
1901-1924: | A252 | Korenmolen |
1925-1939: | A159 | Korenmolen. Tot 1938 is ook nog op windkracht gemalen, in 1939 is de molen vastgelopen en zijn de wieken en kap verwijderd |
1940-1964: | A159 | Korenmolenromp |
1965-0000: | Wiekenweg 5 | Korenmolenromp |
1986: | Wiekenweg 5 | Korenmolenromp. Oprichting; Stichting tot behoud van de Coops molen |
2005: | Wiekenweg 5 | Korenmolenromp. Oprichting; Stichting tot instandhouding van de molen van Coops |
2007: | Wiekenweg 5 | Korenmolenromp. Verplaatsings plan gaat niet door, de molenromp is nu een Rijksmonument |
2015: | Wiekenweg 5 |
De erven Coops verkopen de molen met woning Wiekenweg 3 aan Hélène Pellegrini |
2017: | Wiekenweg 5 | Oprichting Stichting Coops molen |
2018-2020: | Wiekenweg 5 | Restauratie van de molen. Na 81 jaar kan de molen weer draaien. |
internetsite Coops molen, www.coopsmolen.nl |
Kadasterkaart uit 1822 |
Bron: |
Internet |
Artikel door: |
H. Jonas |
Naam: |
Derk Coops |
Geboorteplaats: |
Zelhem |
Datum: |
12-10-1822 |
Overleden te: |
Zelhem |
Datum: |
22-02-1911 |
Vader: |
Derk Coops |
Moeder: |
Willemina Johanna Coops |
Gehuwd met: |
Gertjen Massink |
Geboortedatum: |
Zelhem 15-09-1837 |
Overleden: |
Zelhem 30-08-1910 |
Trouwdatum: |
03-09-1863 |
Plaats: Zelhem |
Kinderen: |
Derk Willem Johan |
Geboren: |
05-08-1864 |
Ovl.: |
06-06-1950 |
Theodora Harmina | 20-04-1866 | 14-12-1951 | |||
Bernardus, molen Halle | 07-07-1870 | 18-11-1937 | |||
Wilhelmina Johanna | 15-06-1873 | 14-07-1949 |
Heeft gewoond aan: |
Wiekenweg 9 |
Datum: |
Beroep: |
molenaar |
Derk Coops |
Gertjen Massink |
Foto van fam. Knaake |
Foto van fam. Knaake |
Wilhelmina Johanna (Mies) Knaake-Coops.Foto van mevr. J. Knaake |
Meer informatie over de fam. Coops: |
Foto uit collectie Eef Oosterink |
Opmane omstreeks 1935. |
Foto uit collectie Harry Somsen |
Foto uit collectie Willem Hartemink |
De ronde stenen korenmolen van Derk Coops (1768-1859) is gebouwd in 1818 door Derk Coops en zijn vrouw W.J. Coops-Coops op de Zelhemsche Enk na een meningsverschil met de familie Hesselink van de Standaardmolen aan de Hummeloseweg. Deze eerste, geheel uit steen opgebouwde molenromp mag men inmiddels als de een na oudste molen van Zelhem rekenen. Hij staat aan de zuidwestkant van de bebouwde kom van Zelhem in de Winkelshoek, op 1,3 kilometer van de Lambertikerk. De muren zijn zo’n 80 centimeter dik, de molen werd als een echte werkmolen gebouwd. De molen kreeg een merkwaardig model. Het onderste deel van de molen werd vrijwel cilindrisch opgemetseld. Het bovenste deel echter werd conisch gemetseld, soms getailleerd, soms recht. Een probleem voor de molenaar vormden wel de windstille periodes. Hij moest ervoor zorgen dat er altijd meel in voorraad was. De molen was uitgerust met drie koppels maalstenen, dus er was geen capaciteitsprobleem. Maar een periode van windstilte kon ervoor zorgen dat alles stil kwam te liggen. En dat was onwenselijk. Daarom werd de molen in 1882 uitgerust met een stoommachine. De heer Coops weet nog te vertellen dat omstreeks 1939 de molen vast liep, omdat er enkele zakken nat graan werden vermalen. Sindsdien is er niet meer op windkracht gemalen. Omstreeks 1939 werd de molen van zijn wieken ontdaan en enkele jaren later verdween ook de kap. De maalderij bleef echter in bedrijf en draaide tot 1976 door in de schuur. De uit vier bouwlagen bestaande romp is nog steeds voorzien van een puntkap. De kruivloer en de kuip zijn nog altijd aanwezig. Derk Coops (1822-1911) werd opgevolgd door zijn zoon. Daarna neemt diens zoon, Derk Willem Johan Coops (1864-1950), het over. Als laatste molenaar van De Nieuwe Molen staat te boek diens zoon, Derk Jan Coops (1907-1980). In 1980 is de eigendom door vererving overgegaan op Gertjen Coops en Joos Joosse. Vanaf het begin had het reeds bejaarde echtpaar plannen om de molen grondig te laten restaureren tot een maalvaardig monument. De geraamde kosten van een half miljoen gulden waren voor dit echtpaar echter niet op te brengen. Er werd een stichting in het leven geroepen die eigenaar werd van de molen. De romp staat er nog steeds, maar het is een triest gezicht. En dan te bedenken dat dit eens een trotse korenmolen is geweest die Zelhem een bijzonder fraai aanzicht heeft gegeven. 2005: Wiekenweg Oprichting van de Stichting tot instandhouding van de molen van Coops. 2007: Wiekenweg De Coops molen heeft de status van monument en acties gaan opnieuw lopen voor de restauratie, echter na verplaatsing van de molen c.a. 70 meter verderop omdat de huidige plaats dicht bij de schuren, bomen en de woning gevaarlijk zou zijn, de wieken komen dicht bij de grond en, het is niet aantrekkelijk voor de huidige eigenaar van het pand, er zouden veel mensen op het erf kunnen komen. |
Foto uit collectie Eef Oosterink |
Tekening © door Henk Ooyman |
Opname uit 1978 |
Foto uit collectie Eef Oosterink |
Opname uit 1978 |
Foto uit collectie Eef Oosterink |
Opname uit 1978 |
Foto uit collectie Eef Oosterink |
Opname uit 1987 |
Foto uit collectie Harry Somsen |
Opname uit 1987 |
Foto uit collectie Harry Somsen |
Foto van internetsite Coops molen, gefotografeerd door Frits Schultheiss |
Foto internetsite Coops molen, gefotografeerd door Frits Schultheiss |
Foto uit 2007 door Rene Arentsen |
Foto uit 2007 door Han Berendsen |
Nota uit 1935 |
Uit collectie Eef Oosterink |
De Coopsmolen tijdens de restauratie in augustus 2019.
6 maart 2020 Plaatsing kap op de gerestaureerde molen. Foto Gerrie Evers Ideaal
15 april 2020 Het plaatsen van de wieken aan de molen. Foto Gerrie Evers -Ideaal
Na de binnenroede wordt de buitenroede geplaatst en krijgt de Coops Molen meer vorm.
Foto: Achterhoekfoto.nl/Liesbeth Spaansen (Liesbeth Spaansen)
Coops Molen is met wieken weer een echte molen
Artikel uit het Contact Bronckhorst op ma 20 apr 2020
Roeden steken en bevestigen hekwerk
Door Liesbeth Spaansen
ZELHEM – De Coops Molen aan de Wiekenweg in Zelhem, gebouwd in 1818, beleefde wederom een belangrijk moment. Op dinsdagochtend 14 april werden de roeden gestoken, die het wiekenkruis vormen van een traditionele windmolen, zoals de Coops Molen is. Direct daarna werd gestart met het bevestigen van het hekwerk.
De stalen roeden werden dit jaar door fabrikant Vaags Molenwerken gefabriceerd en hebben volgnummers 459 en 460. De hijskraan van Kuiphuis Kraanverhuur hees eerst de binnenroede door de askop. Deze werd vervolgens een kwartslag gedraaid om de buitenroede te kunnen plaatsen. Met roewiggen en keerklossen werden beide roeden vastgezet.
"Ik vind het steken van de roeden eigenlijk bijzonderder dan het plaatsen van de kap. Het is nu een molen hé, echt bijzonder", lacht eigenaresse Hélène Pellegrini tevreden. Arno Duitshof was blij dat hij erbij was. "Het is toch een emotioneel moment", zegt hij. "En ook historisch."
Voorzitter van Stichting Coops Molen, Hans Meijer genoot deze ochtend van wederom een mijlpaal in de restauratie van de Coops Molen. "Het gebeurt niet elke dag, zo'n project", moet hij bekennen.
Met het plaatsen van het wiekenkruis kreeg de molen al meer vorm. Dit steken van de roeden nam uiteindelijk zo'n uur en een kwartier tijd in beslag. Wetend dat vanwege corona maar weinig mensen dit moment konden bijwonen, bedacht Arno Duitshof de livestream via facebook. "Vele geïnteresseerden keken mee via de computer."
Als alle planningen worden gehaald zal de Coops Molen draaien in het weekend van 9 en 10 mei, de Nationale Molendagen. "Die datum halen we alsnog, al zijn deze dagen afgelast door de coronacrisis", laat Arno Duitshof weten. "maar ik ben zo blij dat de mensen van Vaags al die tijd hebben kunnen doorwerken. Soms alleen, soms met twee man."
De restauratiewerkzaamheden aan de Coops Molen wordt met belangstelling gevolgd. Regelmatig komen buurtbewoners even aan het hek staan kijken. "Het is een aanwinst voor Zelhem en Bronckhorst", zegt een van hen beslist en zeker van plan te komen kijken als alles klaar is.
"De officiële opening hopen we nu te houden op de verjaardag van Hélène", laat Arno weten. "Dat is op 10 oktober, 10-10-2020. En laat nu 10 ook mijn geluksgetal zijn. We hebben in alles geluk gehad. Alle plannen voor de restauratie van de molen en daarna de subsidieaanvragen zijn op tijd in gang gezet. Het bestek was er, dat hebben we opgepoetst en we konden terugvallen op het bureau van Reeuwijk Bouwmeester die de restauratieplannen heeft opgesteld, de mogelijke subsidies en vergunningen aangevraagd en de bouwbegeleiding op zich genomen."
Het ophekken van de wieken vond in de weken voor het steken van de roeden plaats. Niet bij Vaags in de werkplaats, maar op het grasveld naast de molen. Na het steken van de roeden kon direct worden begonnen met het bevestigen van het hekwerk. Eerst werd aan elke roede een eerste heklat gestoken. Daarna kon aan de beide uiteinden van de roeden verder worden opgestoken, waarbij de al gestoken heklatten als trap werden gebruikt. Dit werk nam de resterende dagen van de week in beslag.
Wiekenweg
Om vanuit het dorp en de omgeving van Zelhem het snelst bij een van de zeven molens te komen, liepen er een aantal zandwegen rechtstreeks naar toe waarover de boer met paard en wagen het graan bracht en het als meel weer ophaalde.
In de gemeentelijke wegenleggers, documenten waarin vermeld staat wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van een openbare weg, werd duidelijk dat de naam Molenweg al in gebruik was: een daarvan was de Papenborgschen of Oosterwijkschen Molenweg, die vanuit de Oosterwijk, bij boerderij 'de Papenborg' aan de Vrogteweg begon en naar de molen van onder andere Molenkamp en te Pas liep, om bij bakker Leerink aan de Hummeloseweg tegenover de molen uit te komen. Deze straatnamen hebben maar even gefunctioneerd en zijn later weer verdwenen.
De Wiekenweg begon bij de splitsing van de Grintweg naar Hummelo (Hummeloseweg) die voorbij de Smidsstraat rechts afboog naar Hummelo. Naar links was de Wiekenweg tussen het latere Schepersbosje en het molenhuis aan de rechterkant van de weg op nummer 10. Nu is dit het begin van de Piersonstraat.
De familie Coops was al meer dan honderd jaren pachter op de standerdmolen op de Hummeloseweg 10. Derk Coops maalde vanaf 1804 zelf op de standerd korenmolen, maar kreeg onenigheid over de pacht en of onderhoud van deze oude molen. Hij besloot in 1818 om aan de Wiekenweg verder buiten het dorp met mogelijk meer wind een nieuwe stenen molen te laten bouwen: de Nieuwe Molen van Zelhem.
Derk Coops bouwde naast de Nieuwe Molen, tegenwoordig Wiekenweg 5 genummerd, een molenaarshuis. De maalderij naast de molen heeft nog een zinken plaatje met het nummer A 252. Het huis op nummer A9 en is nu Wiekenweg 9. Wanneer deze de naam 'De Wieken' heeft gekregen, is niet bekend. Op oude foto's van dit huis staat geen naam. Circa 1900 werd op het terrein nog een woning gezet en genummerd: A 253 staat met krijt geschreven op het tegenwoordige molenaarshuis aan de Wiekenweg 3. Voor de molenaarsknecht liet hij circa 1915 een huis bouwen wat nummer A131a kreeg, nu Wiekenweg 7.
De Wiekenweg is dus oorspronkelijk de zandweg die haaks op de Heijinkweg uitkomt en daar is aan genummerd. De verharde Heijinkweg was de aanvoerweg naar de molen. Alleen het stukje weg waar deze bebouwing buiten het dorp nu staat, heeft nog de naam Wiekenweg. Over andere delen van de weg is een woonwijk gebouwd.
Meer foto's staan op Achterhoekfoto.nl en facebook.com/CoopsMolen
2020 Foto: Liesbeth Spaansen.
De Coops molen heeft de Moumentenprijs van de Gemeente Bronckhorst gewonnen in 2020
- Details
- Categorie: Molens
Aan dit artikel werkten mee: | |
G.J. Weenk: | Bevolkingsregister |
Elly en Harry Somsen: |
Kadaster en huisnummers, website opmaak |
Jan Oonk: | Um Zelhem nr 2-2020 |
mevrouw G. Oldenhave-Heij: | |
molendatabase.nl: |
Over de molen: | ||
Oudste vermelding: | 1889 | |
Oude straatnaam: | Grooteweg van Doesborgh naar Zelhem Grintweg |
|
Huidige adres: | Hummeloseweg 76 | |
Staat in: | Winkelshoek | |
Verbouwing(en): | 1889-1890: bouw van de beltmolen 1955: restauratie van de kap 1970: restauratie molen |
|
Kadaster 1822: | ||
Eigenaar: | Herman Becking, Schout | |
Woonplaats: | Zelhem | |
Kadasternummer(s): | I 656 heide |
Molenaars en huisnummers vanaf 1889: |
1829: - | ||
1889-1906: | D54 | Hendrik Scholten en Gerritje Minkhorst |
1906-1908: | D54 | Hendrik Scholten † 1906 en Gerritje Minkhorst Evert Jan Wolsink neemt in 1908 het bedrijf over |
1908-1956: | D54 | E.J. Wolsink en Wed. Gerritje Minkhorst |
1942-1956: | D54 | E.J. Wolsink † 1956 en Wed. Gerritje Minkhorst H.J. Oldenhave en A.E Wolsink |
1956-1983: | Hummeloseweg 76 | Wed. A.E. Oldenhave - Wolsink |
1983-0000: | Hummeloseweg 76 | J.L. Oldenhave † 2008, wed. G. Oldenhave-Heij woont in het bedrijfspand Luctor et Emergo |
Toen en nu
De molen in de Wittebrink
In de Wittebrink, bijna 4 kilometer van Zelhem verwijderd, staat een geheel bedrijfsklare molen van Zelhem aan wat vroeger de Groote weg van Doesborgh naar Zelhem heette. De beltmolen van het type bovenkruier is gebouwd in de jaren 1889/1890 gebouwd door de Gebr. Garssen in opdracht van molenaar Hendrik Scholten. Het moet hier gaan om de broers Bertus en Johan Garssen uit Warnsveld, die net als hun vader zelf ook molenaar waren. Voor de romp is metselaar Gerritsen uit Keijenborg ingeschakeld. De totale kosten bedroegen 3.000 gulden.
Molenaar Hendrik Scholten is geboren in 1864 in Zelhem als zoon van de klompenmaker Gerrit Jan Scholten. Voor zijn komst naar de Wittebrink heeft hij als molenaarsknecht gewerkt in Gendringen. Als hij terugkeert in Zelhem trekt hij aanvankelijk in bij zijn ouders aan de Doetinchemseweg, dat blijft zo na zijn huwelijk in 1897 met Gerritje(n) Minkhorst uit Hummelo. Pas in 1901 verhuist het echtpaar naar het boerderijtje De Leeuwerik, recht tegenover de Wittebrinkse molen.
De boeren uit deze omgeving waren tot de bouw van deze molen gedwongen hun graan te laten malen op de molen van Coops in Zelhem of de waterradmolen in Keppel. Voor die tijd waren de afstanden van belang en daarom werd de molen in de Wittebrink opgericht.
Na het overlijden van molenaar H. Scholten in 1906, huwde zijn weduwe in 1908 met de heer E.J. Wolsink. In datzelfde jaar wordt de windmolen uitgebreid met een stoomkorenmolen die de naam Luctor et Emergo, ik worstel en kom boven, meekrijgt. In dit pand wordt ook de handel in granen, kunstmest en mengvoeder ondergebracht. Omdat de stoomkorenmolen ook op windarme dagen kan malen wordt de windmolen geleidelijk aan steeds minder gebruikt.
Alleen in en kort na de oorlog is er een opleving, omdat energie dan schaars en duur is. H.J. Oldenhave bemaalt vanaf 1942 de Wittebrinkse molen, samen met zijn schoonvader.
In 1942 trouwt de jongste dochter Aleida Elisabeth Wolsink met Hendrik Jan Oldenhave, vanaf dat moment wordt geadverteerd onder de naam Oldenhave. Als Evert Jan Wolsink in 1956 overlijdt raakt de windmolen volledig buiten bedrijf. Nadat het binnenwerk is verwijderd wordt ze alleen nog gebruikt als opslagplaats van granen.
Op bovenstaande foto, die dateert uit circa 1930, is nog sprake van een molenkap uit hout bekleed met asfaltpapier. Dit asfaltpapier ging lekken bij warmte en zorgde ervoor dat de molenromp vervuilde, zoals nu nog te zien is.
Dit gaat zo door tot aan het overlijden van E.J. Wolsink in 1956. Vanwege de slechte conditie is deze in 1957 vervangen door een rieten kap.
In 1955 heeft A.E. Oldenhave, samen met zijn knecht Wim Heersink, de molenkap geheel vervangen en van een rieten kap voorzien. Als dit niet was gebeurd, was de molen nu ook een bouwval geweest. Hiervoor hebben zij toen een oorkonde gekregen van de vereniging De Hollandsche Molen. In 1970 heeft de hele molen een volgende restauratie ondergaan door molenrestaurateur A.I. Beckers uit Bredevoort. Dat gebeurde onder supervisie van de molen deskundige J.H. Rijnenberg uit Heelsum. Monumentenzorg heeft veertig procent van de kosten voor rekening genomen, de provincie dertig en de gemeente Zelhem twintig procent. De eigenaar heeft tien procent bijgedragen. Het bijgebouw van de molen kreeg als opschrift de naam Luctor et Emergo (Ik worstel en kom boven), hetgeen ook de wapenspreuk is van onze provincie Zeeland. Deze spreuk is door Zeeuwse metselaars aangebracht. In het bijgebouw was de granen-, kunstmest- en mengvoederhandel gevestigd.
Fier op de kap staat een windvaan die een springend paard voorstelt. Zolang de windvaan er staat, staat de molen er ook.
Van 1956-1983 is A.E. Oldenhave-Wolsink eigenaar.
In 1970 heeft de molen een algehele restauratie ondergaan en wordt dan weer maalvaardig gemaakt, hoewel alleen nog voor veevoeders. In 1983 wordt oudste zoon Louis Oldenhave de nieuwe eigenaar en het pand van de stoomkorenmolen Luctor et Emergo wordt dan verbouwd en uitgebreid tot woonhuis voor hem en zijn vrouw Grada Heij.Louis Oldenhave overlijd in 2008, waarna zijn vrouw Grada Oldenhave de huidige eigenaresse is. Inmiddels mag ook niet meer voor veevoeders gemalen worden.
12-2-1994, Grada Oldenhave steunend op het kruiwiel van de Wittebrinksemolen. Foto: Hans Groene.
Wat opvalt is dat er uiterlijk sinds 1930 weinig aan de molen is veranderd. Alleen de begroeiing en het aantal bomen in de directe omgeving is sindsdien behoorlijk toegenomen en dat is minder gunstig voor de windvang. Toch is de molen is anno 2020 nog steeds geheel maalvaardig en op gezette tijden wordt er nog gemalen door Bas Oldenhave en Michiel Regelink. Bezichtiging is mogelijk op afspraak. Als de wind meezit is de molen ook in bedrijf op de Open Monumentendagen op 12 en 13 september 2020.
2020 Foto: Willem Hartemink
Lees ook het artikel van de maalderij H.J. Oldenhave onder bedrijven. |
Foto's
Opname uit 1947. Voor het zgn stoomgebouw", staat Hendrik Jan Oldenhave en een onbekende |
Foto uit 1948 van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed |
Foto van dhr. Oldenhave |
Kap restauratie in 1955. Foto van dhr. Oldenhave, gemaakt door E.J. Buunk Sr. |
Foto uit collectie Eef Oosterink |
Foto uit collectie Eef Oosterink |
Foto uit 1963 van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed |
Opname uit 1983. Afbeelding uit collectie van Willem Hartemink |
Foto van dhr. Oldenhave |
Foto van dhr. Oldenhave |
Opname uit 1974 Foto uit collectie Willem Hartemink |
Foto uit collectie Harry Somsen |
Foto van het internet |
Advertentie uit de Vereniging van 9 augustus 1961 |
Opmerkingen: Op de gevel van de maalderij staat 1908 Lucor et Emergo
Maart 2005 Foto: Herman Jonas
Maart 2005 Foto: Herman Jonas
Bouwtekeningen:
Website opmaak: H.M. Somsen
- Details
- Categorie: Molens
Bron: | Artikel door:P. van Velde |
Foto van mevr Kalkwijk-Coops |
Foto uit collectie Eef Oosterink |
De Molenweg in Halle herinnert nu nog steeds aan de stenen beltmolen, met in de kunstmatig opgeworpen heuvel de inrit van de molen. Deze molen werd in 1848 gebouwd door J.C. Horsting, de rentmeester van kasteel De Slangenburg. Hij was de vader van de bouwer van de Wittebrinksemolen. In 1866 werd de molenaar van de watermolen in Lochem, de heer G.H. Coops, eigenaar van de Halse molen. Het geslacht Coops komt van oorsprong uit Doetinchem en leverde in de zestiende eeuw al molenaars in Zelhem. In oude aktes lezen wij dan ook al: Coops, die muller van Selm, is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de oudste voorvader van het molenaarsgeslacht. In rekeningen van de stad Doetinchem aan het eind van de zeventiende eeuw worden Hendrik, Derck en Jan Coops genoemd als pachters van het stadsgemaal van Doetinchem. Dit gemaal bestond in die tijd uit zowel een wind- als een waterradmolen. Op 2-3-1900 Krijgt Bernardus Coops toestemming voor het plaatsen van een petroleummotor in windkorenmolen Halle G25, kadastraal D535. |
Meer informatie over de fam. Coops: |
De molen omstreeks 1915 |
Foto uit collectie Willem Hartemink |
De molen en het muldershuis omstreeks 1904, rechts het toenmalige evangelisatielokaal |
Foto uit collectie Eef Oosterink |
Foto uit collectie Willem Hartemink |
Foto van mevr. Kalkwijk-Coops. |
Foto uit collectie Eef Oosterink |
Deze ansichtkaart is verstuurd in 1948 |
Foto uit collectie Willem Hartemink |
Foto van het internet |
Gezicht op Halle in 1968 |
Foto uit collectie Willem Hartemink |
Foto uit collectie Freddie Wolsink |
Foto uit collectie van mevr. M. Vriezen |
Deze foto is gemaakt in 2006 |
Foto uit collectie Bennie Eenink |
Uit De Graafschapper van 31 aug. 1948 |
- Details
- Categorie: Molens
Aan dit artikel werkten mee: | |
G.J. Weenk: | bevolkingsregister |
Elly en Harry Somsen: |
kadaster en huisnummers |
Over de molen: | ||
Oudste vermelding: | ||
Oude straatnaam: | weg naar Hengelo | |
Huidige adres: | wisselinkweg 1 | |
Staat in: | Velswijk | |
Verbouwing(en): | ||
Kadaster 1822: | ||
Eigenaar: | de wed. van Jan Massink, landbouwer | |
Woonplaats: | Zelhem | |
Kadasternummer(s): | L 481 dennen L 482 hakhout |
Molenaars en huisnummers vanaf 1889: |
1861-1870: | E178 | Gerrit Hendrik Boeijink, korenmolenaar tr. 1869 met Jantje Bel |
1871-1880: | E173 | G.H. Boeijink en J. Bel |
1881-1900: | E173 | G.H. Boeijink † 1886 en J. Bel † 1894 |
zn. Berend Willem Boeijink tr. 1899 met Berendina Gerritje Toonk | ||
zn. Berend Hendrik Boeijink, nog ongeh. | ||
1901-1924: | E168 | B.W. Boeijink vertr. 1924 naar Hengelo en B.G. Toonk † 1923 |
B.H. Boeijink tr. in 1903 met Johanna Boenink en vertr. naar de molen van de overleden Engelbert Bruil in de Heidenhoek | ||
Gradus Johannes Wisselink molenaar tr. 1924 met Harmina Johanna Boomkamp | ||
1925-1939: | E168 E- 178 - E184 | G.J. Wisselink en H.J. Boomkamp |
1940-1964: | E184 | G.J. Wisselink en H.J. Boomkamp |
1965-0000: | Wisselinkweg 1 | G.J. Wisselink en H.J. Boomkamp. vertr. naar Hummeloseweg 70 "'t Zwaantje" |
Wisselinkweg 1 | Gerard Laurens Wisselink en Alie Harrenberg | |
Wisselinkweg 1 | zn. B. Wisselink en ... | |
1974: | Wisselinkweg 1 | Ontstaan van transportbedrijf K.S.W.B Transport, door samenwerking met 3 andere veevoederhandelaren. In 1988 overgenomen door B. Wisselink en de naam gewijzigd in Ecotrans B.V. |
1985: | Wisselinkweg 1 | Afbraak molenromp en egalisatie van het terrein |
2000: | Wisselinkweg 1 | Verhuizing Ecotrans B.V. naar Vorden |
2008-0000: | Wisselinkweg 1 | B. Wisselink |
De molen in de Oosterwijk in buurtschap de Velswijk, werd omstreeks 1869 gebouwd door de familie Boeyink gehuwd met Jantje Bel, met de naam Boeyinks molen. Zij waren tot 1924 eigenaar en molenaar van deze molen. Ook deze molen is gebouwd door molenbouwer Kreeftenberg uit Varsseveld. Het was een ronde, stenen beltmolen met inrit. Een stenen beltmolen is in deze omgeving geen probleem, de ondergrond waarop gebouwd kan worden is dermate stabiel dat dit geen bezwaar oplevert. De belt heeft als voordeel dat de molen wat hoger komt te staan en meer wind kan vangen. Het kruien, het op de wind zetten, gaat makkelijker en door de verhoging kan de molenaar makkelijker met paard en wagen onder in de molen komen. Het laden en lossen van de zakken graan en het gemalen meel kon zodoende in droge omstandigheden plaatsvinden. In 1924 werd de molen door G.J. Wisselink overgenomen. Op 15 of 16 januari 1929, tijdens een hevige storm, knikte het wiekenkruis en moesten de wieken verwijderd worden. Ironisch genoeg waren ze kort daarvoor nog zelfzwichtend gemaakt en grondig gerestaureerd. Na de vernieling door de storm werden ze niet meer aangebracht en is de molen wiekenloos gebleven. Zoon Berend Willem Boeijink vroeg in 1903 een Hinderwet vergunning aan voor het plaatsen van een petroleum motor. Hierdoor werd de molenaar onafhankelijk van het weer en kon er ook zonder wind gemalen worden. De petroleum motor werd vervangen door een stoommachine die op zijn beurt weer in 1953 vervangen werd door een 1 cilinder dieselmotor van 30 pk. In december 2000 verhuisde het merendeel van de activiteiten van dit bedrijf naar het industrieterrein in Vorden. |
Foto uit collectie Eef Oosterink
Wisselinkmolen Foto coll. Bennie Wisselink in kleur gezet door G. Knake
Krantenartikel uit Nieuwe Rotterdamsche Courant 19-01-1929 |
Wisselinkweg 1 omstreeks 1943. Foto van fam. Wisselink
Foto van kalender van Velswijk
Jan Wisselink. Foto coll. B. Wisselink in kleur gezet door G. Knake |
Mina Wisselink. Foto coll. B. Wisselink in kleur gezet door G. Knake |
De molenromp kort voor de sloop in 1984.Foto van fam. Wisselink
Het restant van de sloop in 1986. Foto van fam. Wisselink
Foto van fam. Groot Nibbelink - Jansen Venneboer
Kempers bij de Wisselink molen. Foto van fam. Groot Nibbelink - Jansen Venneboer
Kempers bij de Wisselink molen. Foto van fam. Groot Nibbelink - Jansen Venneboer
in kleur gezet door G. Knake
Petroleum motor. type H20. Foto van fam. Wisselink