Begraven in Halle 

 Door Bennie Eenink.                                         www.oudzelhem.eu

(Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in de Kronyck nr. 164, van september 2017. Destijds was dat het gezamenlijke tijdschrift van de oudheidkundige verenigingen in Doetinchem, Gaanderen en Zelhem.)

Halle heeft een bijzondere begraafplaats, 155 jaar oud en nog nooit geruimd. Aanleiding voor de auteur om eens in de geschiedenis te duiken van het begraven in Halle. Tegelijkertijd legt hij daarmee een interessant stukje historie bloot van dit kerkdorp tussen Zelhem en Varsseveld, waar de bewoners pas sinds 1858 in hun eigen kerkgebouw ter kerke kunnen gaan.


Halle

Tegenwoordig wonen er in Halle ongeveer 2.300 mensen. Daarvan wonen er 700 in het dorp Halle en de rest in het buitengebied. In 1852 zag het er nog heel anders uit Halle. Er stonden destijds 128 huizen die bewoond werden door ongeveer 700 mensen. Al die huizen, voornamelijk boerderijen, stonden in wat we tegenwoordig het buitengebied noemen. Er stonden geen huizen in het dorp om de simpele reden dat het dorp er nog niet was. Halle was destijds niet meer dan een buurtschap van de toenmalige gemeente Zelhem. De meeste Hallenaren, ongeveer 600, hoorden ook kerkelijk bij Zelhem. Voornamelijk langs de grens met Lichtenvoorde woonden circa 100 mensen die bij de parochie van Zieuwent hoorden. Een bezoek aan de kerk in Zelhem betekende voor de meeste Hallenaren een voettocht van één tot anderhalf uur. En door de slechte wegen zal dat op een winterdag nog langer zijn geweest. Een eigen kerk was dan ook een langgekoesterde wens in Halle. Vanuit Zelhem was er weinig bereidheid tot medewerking omdat men het verlies van inkomsten en bezittingen vreesde als Halle kerkelijk zelfstandig zou worden. Uiteindelijk lukte het toch en in 1858 werd het kerkje in Halle ingewijd. Waar nu het bedrijf Coops Mengvoeders staat werd in 1848 door de heer Horsting een windmolen gebouwd. Achteraf gezien markeren de bouw van die molen en tien jaar later de bouw van het kerkje het begin van het huidige dorp Halle.

Een eigen begraafplaats

Aangemoedigd door het succes van een eigen kerk begon men in Halle ook plannen te maken voor eigen begraafplaats. In 1861 konden de kerkvoogden vol trots aan de hogere kerkelijke organen en de gemeente Zelhem melden dat de financiering rond was … geheel zonder eenige bijdrage uit de kerkelijke fondsen …. De kosten werden geschat op ƒ 275 en er waren reeds 52 graven verkocht voor ƒ 6 per graf. De benodigde vergunningen waren dan ook geen probleem. Op 23 juli 1862 vond de eerste begrafenis plaats, Derkjan Hilferink, oud 80 jaar. Bijzonder is dat deze begraafplaats nog steeds eigendom is van de protestantse Kerk van Halle. Ook bijzonder is dat er tot nu toe nooit is geruimd.

 

01 1 kerk en pastorieKerk en pastorie omstreeks 1930. De kerk werd bij de bevrijding van Halle, in maart 1945 door een bombardement verwoest en is later vervangen door de huidige kerk. De pastorie is omstreeks 1973 verkocht als woonhuis.

Groei.
De groei van de Halse bevolking maakte het nodig de begraafplaats een aantal keren uit te breiden. De groei is nog goed te herkennen. De oorspronkelijke opzet uit 1861 bevindt zich aan de Zelhemse kant, tussen de heg langs de Pausendijk en het eerste pad. De eerste uitbreiding van de begraafplaats heeft vermoedelijk omstreeks 1889 plaatsgevonden. Een strook aan de kant van het dorp, evenwijdig aan de oorspronkelijke opzet werd er bij getrokken. In later jaren is dat nog een aantal keren herhaald. Alleen de laatste uitbreiding, gerealiseerd in 1999, bevindt zich aan de achterzijde.

 2009 V5

De begraafplaats op een opname uit 2009 van de website www.topotijdreis.nl

Onderhoud
De begraafplaats zit er tegenwoordig onberispelijk uit maar dat is wel eens anders geweest. Op vrijdag 29 mei 1925 wordt vergaderd over de begraafplaats. Volgens de aankondiging in de Graafschapbode is het “zeer zeker een der belangrijkste vergaderingen die er den laatsten tijd gehouden zijn en een noodzakelijke tevens. Immers iedereen weet hoe het kerkhof eruit ziet. Daarom allen ter vergadering, opdat dit anders worde”. Een week later moet de Graafschapbode melden dat ondanks de dringende oproep er slechts “een 30 personen tegenwoordig waren “. Wat er allemaal mis was op de begraafplaats wordt uit het artikel niet duidelijk. Wel wordt gemeld dat er geen geld in kas is voor verbetering. Er wordt besloten dat …enige personen met een lijst in Halle rondgaan teneinde geld te verzamelen voor verbetering… Maar voordien zal men nog een verzoek indienen bij de gemeente Zelhem voor een financiële bijdrage. In oktober 1925 komt er een toezegging van de gemeente Zelhem van ƒ 125. De toezegging gaat vergezeld van een waarschuwing van de gemeente. Men dient zich in Halle te realiseren dat voor een goede exploitatie vereist is dat de ontvangsten en uitgaven elkander dekken. In januari 1927 zijn de problemen blijkbaar opgelost. De Graafschapbode meldt dat …het kerkbestuur thans voor het onderhoud der groeven zorg zal dragen tegen vergoeding der kosten… En verder zal …het kerkhof, ter voorkoming van vernieling door baldadigheid, gesloten worden behoudens op Zondag na des morgens 10 uur. Op andere tijdstippen moet men de sleutel van het kerkhof bij de kerkelijken ontvanger aanvragen… Hoelang deze maatregel heeft gegolden is onbekend.


15mei2017 104

Het lijkwagenhuisje, nu berging in 2017

De lijkwagenvereniging

Al in 1921 werd in Halle besloten tot de aanschaf van een lijkwagen. Een bericht uit de Graafschapbode: …De vereniging Halle’s Belang besloot na het plaatsen van rentelooze aandelen, tot de aanschaf van een lijkwagen, zoodat de begrafenissen hier niet meer op de gebruikelijke primitieve wijze hoeven plaats te vinden. Een verbetering, die zeer zeker zal worden gewaardeerd… Niet ieder dorp had een eigen lijkwagen. Soms werden er ook geen poging gedaan om een eigen wagen aan te schaffen maar bleef men huren uit omliggende plaatsen. De wagen van Halle werd op bescheiden schaal verhuurd. Op 25 maart 1921 meldde de Graafschapbode dat … het bestuur der Lijkwagen-Vereniging voornemens is ook voor Zelhem een billijk tarief vast te stellen.. En op de jaarvergadering in 1936 kon de voorzitter melden dat in 1935 de lijkwagen tien keer was gebruikt in Halle en twee keer daar buiten. In februari 1946 werd op de jaarvergadering het 25-jarig bestaan van de lijkwagenvereniging herdacht. Voorzitter E. Reuterink meldde dat …in die periode 306 mensen ter aarde zijn besteld… Waarschijnlijk doelde hij op het aantal begrafenissen waarbij de lijkwagen was gebruikt. In de jaren zestig werd de lijkwagen steeds minder gebruikt door de opkomst van de lijkauto. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat de Halse lijkwagen werd verkocht. Aan wie en wanneer blijft onduidelijk.

Berging.
Het schuurtje bij de ingang van de begraafplaats werd in 1932 gebouwd als … loods tot de berging van den lijkwagen met toebehooren… Boven de grote deur staat de bijbeltekst: “Jezus zeide ik ben de opstanding en het leven”. Dit is echter niet de oorspronkelijke tekst. Vroeger stond er “De mensch gaat naar zijn eeuwig huis”. Het is duidelijk te zien dat er een plaat met de huidige tekst voor de oude is bevestigd. Over deze teksten en de verandering is in het archief niets te vinden. Volgens sommige mondelinge bronnen is de tekst aangepast op initiatief van Ds. A. van der Heij die de oorspronkelijke tekst niet meer passend vond. Als de wijziging inderdaad op deze manier tot stand is gekomen, dan zal het zijn uitgevoerd tussen 1957 en 1968. Volgens andere bronnen zou de aanpassing omstreeks 1985 zijn gedaan, waarom is volgens die bronnen onbekend.

Britse vliegers.
Achter op de begraafplaats bevinden zich de zes graven van Britse vliegers die zijn omgekomen toen hun bommenwerper in de nacht van 30 op 31 augustus 1940 boven Halle werd neergeschoten. Het was de eerste keer dat de Duitsers in de Achterhoek vijanden moesten begraven. De Duitsers maakten er, waarschijnlijk om propagandaredenen een bijzondere plechtigheid van. De Graafschapbode schreef over de begrafenis onder meer: …Precies drie uur werden de stoffelijke resten in eenvoudige zwarthouten kisten naar het massagraf gedragen rechts in den hoek achter op het kerkhof, waarbij Duitsche militairen als dragers fungeerden, terwijl mede in den stoet, die plechtig door de kerkhoflaan voortschreed een zestal kransen werden meegedragen. Bij de groeve stond een vuurpeleton in stramme houding opgesteld onder leiding van een Feldwebel en terwijl alles in afwachting stond van het plechtig gebeuren, verscheen vanuit de ijle verten een Duitsch vliegtuig boven het kerkhof om een laatste eeresaluut te brengen aan de overwonnen tegenstanders, die in hun heldhaftigen strijd ten onder waren gegaan. Dan trad Hauptmann Hanssen naar voren, bracht bij de bijzetting van iedere kist plechtig den militairen groet en toen alle zes kisten naast elkaar waren geplaatst in den grooten diepen grafkuil verzocht hij als stille hulde aan de gevallenen één minuut stilte. Daarna hield Hauptmann Hanssen een treffende toespraak, waarbij hij deed uitkomen, dat wij deze gevallenen niet alleen hadden te beschouwen als overwonnen vijanden, maar ook als soldaten, die moedig gestreden hadden voor hun Vaderland. Ook deze gevallen krijgers - aldus spreker - hebben wellicht ouders, vrouwen en kinderen, broers en zusters en verloofden en het is vanzelfsprekend onze soldatenplicht thans deze gevallen strijders hier, ver van hun vaderland, in vreemden grond te begraven. Spreker gewaagde van den heldendood dezer krijgers, gestorven bij de vervulling van hun hoogsten plicht. Dan knalden drie machtige salvo's ten afscheid uit een veertigtal geweren…

Begrafenis GB 4 sept 1940

Een foto van de begrafenis van de vliegers uit de Graafschapbode van 4 september 1940

Monument

Achter de zes grafstenen staat een monument dat herinnert aan die nacht. Wie opdracht heeft gegeven voor dit monument is nog steeds niet achterhaald. Uit Britse bronnen is bekend dat het onthuld is op 31 augustus 1945 door de Britse legerkapitein White. Hij was destijds commandant in Zutphen. Volgens de Britse gegevens zou het een geschenk zijn van de Halse bevolking. Op het lint van het bloemstuk op de foto staat: “De burgerij van Halle”. Merkwaardig is dat in Halle over het ontstaan en de onthulling niets bekend is. Een foto die vermoedelijk kort na de onthulling van het monument is gemaakt. Met het bloemstuk dat van de Halse burgerij zou zijn. Opvallend is ook dat op de foto de meeste namen op het monument vol spelfouten zitten. Later is er een plaat over de namen aangebracht met de juiste spelling en een andere volgorde. Rechts achter het monument is een Duitse helm te zien bij het graf van een Duitse soldaat. Hier lagen vijf Duitse soldaten die bij de bevrijding van Halle zijn gesneuveld. Zij zijn later overgebracht naar de Duitse Militaire Begraafplaats in het Limburgse Ysselsteyn.

 Monument oud KLEIN

Een foto die vermoedelijk kort na de onthulling van het monument is gemaakt. Met het bloemstuk dat van de Halse burgerij zou zijn.

NB: Een uitvoerig verhaal over het neerstorten van de Wellington bommenwerper en de begrafenis is te vinden in de Kronyck nummer 123 van maart 2007. Ook is het verhaal op de website www.oudzelhem.eu te vinden.

Het lijkenhuisje.
In de Wet op de Besmettelijke Ziekten werd in 1872 bepaald dat elke begraafplaats een ruimte of gebouw moest hebben waar de lijken konden worden opgebaard van mensen die waren overleden aan een besmettelijke ziekte. Door deze gescheiden te houden van de levenden wilde men de kans op besmetting minimaliseren. Ook in Halle heeft op de begraafplaats een lijkenhuisje gestaan. In de archieven is er niets over te vinden. Niet over de bouw van het huisje maar ook niet over het slopen ervan. Wel is er al op een ontwerptekening uit 1861 sprake van een …huisje voor bergplaats…. Dit huisje staat in het ontwerp ongeveer op de plek van het lijkenhuisje. Maar of deze bergplaats werkelijk is gebouwd en misschien later de functie van lijkenhuisje heeft gekregen is niet te achterhalen. Uit verhalen van oudere Hallenaren blijkt dat het lijkenhuisje in beperkte mate werd gebruikt. Het ging daarbij vooral om situaties waarbij thuis opbaren niet mogelijk was. Ook de zes omgekomen Britse vliegers waren hier opgebaard. In de jaren 60 kwamen de rouwcentra op en veranderde de functie van het Halse lijkenhuisje langzaam in een opslagruimte voor gereedschap. Wanneer het huisje is gesloopt is niet bekend.


Lijkenhuisje V2 Smil

Deze foto is afkomstig uit een film over Halle die omstreeks 1957 is gemaakt. Op de foto zien we behalve het lijkenhuisje de GTW-bus die vanuit Halle richting Zelhem vertrekt.

 De beuk
Tot 2012 stond op de plek waar vroeger de ingang was van het oude gedeelte een majestueuze oude rode beuk. Helaas liep de gezondheid van deze boom sterk terug en moest deze in januari 2012 worden gekapt. Achteraf gezien een wijs besluit want toen de boom op de grond lag bleek de stam nog veel slechter te zijn dan was verwacht.

 

03mei08 137

Een foto van de beuk uit 2008

Mogelijk was dit één van de beuken die zijn gepland bij de aanleg van de begraafplaats in 1862. Op oude tekeningen is te zien dat er destijds sprake was van meerdere bomen langs de rand van de begraafplaats. En misschien was dit ook de beuk die al lang geleden door een zwaar onweer werd belaagd. De Graafschapbode van 6 juni 1913 meldde dat …de bliksem een der palen van de poort op het kerkhof trof die totaal verbrijzeld werd. De bruine beuk, dien er boven staat werd niet beschadigd alleen een enkel blad werd geschroeid….

Foto’s
Foto’s van een begrafenis in Halle zijn zeldzaam. Het beperkt zich tot foto’s die in de Graafschapbode hebben gestaan. Op 18 november 1937 overleed molenaar Bernard Coops. I

n de Graafschapbode verscheen een artikel, met foto over zijn begrafenis. Een stukje uit dat artikel: …Onder een overweldigend grote belangstelling had Maandagmiddag te Halle de teraardebestelling plaats van wijlen den heer B.Coops. Het was geen wonder, dat zeer velen den overledene een laatste groet wilden brengen, want wie kenden niet ”den olden mulder”, die steeds voor een ieder dezelfde en voor velen een weldoener was geweest. Hoevele malen stond zijn molen niet in het teeken van rouw, wanneer er in Halle een sterfgeval was. Ook Maandagmiddag was dit het geval maar nu gold het den nobelen eigenaar zelf…


Begrafenis Coops Smil

Lang geleden zijn molenaars al begonnen om met de stand van stilstaande molenwieken boodschappen door te geven. Toen er nog geen telefoon of telegraaf was, was de “wieken laten spreken” een mogelijkheid om snel een boodschap door te geven of om een gemoedstoestand aan te duiden. De wieken van een molen draaien altijd tegen de klok in.

Op de foto van de begrafenis van molenaar Coops staat de bovenste wiek voorbij het hoogste punt in de zogenaamde “gaande stand”. De wiek is dus het hoogtepunt voorbij en het betekent dat het nu bergafwaarts gaat. Daarom wordt dit de rouwstand genoemd. Uit bovenstaand stukje en uit verhalen van oudere Hallenaren blijkt dat ook in Halle vroeger de molen een rol speelde bij uitingen van rouw.

Op 24 januari 1939 overleed op 56-jarige leeftijd, Gerrit Willem Schuurman. Hij woonde op de boerderij Lindeboom aan de Varsseveldseweg in Halle. Over zijn begrafenis schreef de Graafschapbode onder meer:… onder zeer groote belangstelling had Vrijdagmiddag te Halle de teraardebestelling plaats van wijlen den heer G.W. Schuurman die bij zijn leven in de samenleving van deze plaats een vooraanstaande plaats innam... Een fotograaf van de Graafschapbode maakte foto’s van zijn begrafenis.


Koets Schuurman Smil

Een foto van de begrafenis van Schuurman. Een zeldzame foto want dat is voor zover bekend de enige foto van de Halse lijkwagen. Achter de lijkwagen is het dak te zien van de Gereformeerde Kerk. Dit kerkgebouw is enkele jaren geleden omgebouwd tot Dorpshuis 'De Korenaar'. Foto: Fam. G. Schuurman


Schoolkinderen V3 Smil

 Schuurman was ook bestuurslid van wat toen de Bijzondere Neutrale school te Halle heette. De tekst bij de foto luidde: …Hierbij een foto van de droeve stoet, bij het passeeren der Neutrale school, waar de leerlingen voor de school stonden opgesteld om den overledene den laatsten groet te brengen…. Ook op deze foto zien we dat de wieken van de molen in de rouwstand staan. Opvallend zijn de klompjes van de kinderen. Foto: Fam. G. Schuurman.

Meer uit de krant

Een opmerkelijk bericht uit de Arnhemsche Courant van 27 mei 1919. …Te Halle, gem. Zelhem, zou dezer dagen een oude vrouw worden begraven. De lijkstoet kwam met familie en predikant bij de begraafplaats, welke bleek te zijn gesloten, terwijl de doodgraver, die afwezig was, vergeten had het graf te delven. De predikant hield bij de gesloten groeve zijn lijkrede…

 

Arnhemse Courant 1919 Smil

 

600 Hallenaren
Het oudste gedeelte van de begraafplaats bevindt zich tussen de heg aan de Zelhemse kant in het eerste pad. Opvallend op dit oude gedeelte is het geringe aantal grafstenen, niet meer dan ongeveer 30 stuks. Verder staan er enkele tientallen kleine markeringstenen, vaak met een nummer en soms met een familienaam. Van deze markeringen is bekend dat ze lang niet allemaal oud zijn.

Maar hoe is het met de grote grafstenen, zouden er vroeger geen stenen zijn geplaatst of zouden ze later zijn weggehaald? Volgens de verhalen van oudere Hallenaren was het vroeger, althans in Halle, niet gebruikelijk om grafmonumenten te plaatsen. Pas vanaf omstreeks 1900 begon daar verandering in te komen. Dat blijkt ook uit de stenen die er staan, ze zijn bijna allemaal van na 1900. Tegenwoordig wordt op vrijwel ieder graf een grafsteen geplaatst.

Als we met de ogen van nu naar het oude gedeelte kijken wekt het geringe aantal grafstenen de indruk dat daar maar weinig mensen zijn begraven. De werkelijkheid is heel anders. Op dit oude gedeelte zijn volgens de archieven waarschijnlijk bijna 600 Hallenaren begraven! Onder hen ongeveer 250 kinderen. Daarvan zijn er circa 65 levenloos ter wereld gekomen en 195 kinderen zijn gestorven voor ze 12 jaar waren!


Voor mei 2017

Een foto uit april 2017 vanaf de Dorpsstraat. Op dit gedeelte staan de meeste grafstenen.


Achter mei 2017

Een foto uit 2017 vanaf de achterkant van de begraafplaats. Op deze helft staan slechts enkele grafstenen. Om het onderhoud te vergemakkelijken is er omstreeks 2010 een grasveld van gemaakt.

Uitbreiding of herinrichting

De begraafplaats is nog steeds eigendom van de Protestantse Gemeente Halle. De laatste uitbreiding was in 1999. Omdat dit gedeelte binnen enkele jaren vol zou zijn is het College van Kerkrentmeesters in 2015 begonnen met het ontwikkelen van toekomstplan voor de begraafplaats. Er waren twee mogelijkheden, aanleg van een nieuw gedeelte achter de huidige begraafplaats, of binnen de bestaande begraafplaats de mogelijkheden onderzoeken voor herinrichting. In eerste instantie zijn er vooral plannen gemaakt voor herinrichting waarbij het oudste gedeelte zou worden geruimd. In het voorjaar van 2017 zijn de plannen gewijzigd en is er  definitief gekozen voor uitbreiding aan de achterkant. En dat betekent dat er voor onbepaalde tijd niet zal worden geruimd.