Notaris Antonius Gerhardus Schepers 

Door Betty Blikman-Ruiterkamp 
www.oudzelhem.eu

Er was eens …  een mooi, royaal pand, dat dichtbij het kruispunt van de Hummeloseweg, de Smidsstraat en de Magnoliaweg stond. Het was een van de weinige huizen in Zelhem die de naam ‘villa’ echt verdiende. Voor het toenmalige Zelhem zag het er sprookjesachtig uit.

Schepers pand De  notarisvilla van Schepers. Foto uit de coll. van Eef Oosterink

De voorganger van dit pand heette het ‘Molenhuis’. Over het uiterlijk hiervan is niets bekend, wel weten we dat in 1822 o.a. koopman Wolter Coops uit Doetinchem de eigenaar was. In 1881 werd het aangekocht door notaris Antonius Gerhardus Schepers. Hij en zijn vrouw woonden sinds eind 1874 in Zelhem. Eerst in een huis naast de kerk en daarna in de Smidsstraat. Zij lieten hun aanwinst aan de Hummeloseweg, toen Grintweg geheten, afbreken en er een riante villa bouwen met voldoende ruimte om te kunnen wonen en werken. Het ontwerp was van de hand van architect Jan Ovink sr. (1836-1925)

Op 31 maart 1882 werd er een aanbesteding gehouden voor de bouw ‘van een Heerenhuis voor den Notaris Schepers alhier’. Er waren zes inschrijvers (waaronder natuurlijk G.J. Bel uit Zelhem) en de bedragen varieerden tussen f. 10.350 en f. 8.772. Het werk werd echter niet gegund. Zodat we niet weten wie uiteindelijk de eer kreeg! Het was voor die tijd en voor Zelhem vast een groot project. De bouwstijl wordt eclecticisme genoemd, met neo-classicistische invloeden. Ovink had al meer panden in deze stijl ontworpen, zoals in 1878 villa De Houtkamp aan de Dr. Huber Noodtstraat in Doetinchem. Het was voor die tijd een zeer gewilde stijl, met gepleisterde muren en rondom een wat donkerder gesausde plint. Boven de licht getoogde ramen bevond zich in het midden een klein ornament in een aan de Lodewijkstijlen ontleende vorm. Zelfs de dakpannen waren modern voor die tijd. Dit type wordt in Nederland ‘Kruispan’ genoemd, maar heet ook wel Bouletpan of Echtsepan. Deze dakpan werd sinds 1880 vervaardigd bij de firma Boulet en Cie. in Parijs. Het uiterlijk van de nieuwe villa was vast een veel voorkomend gespreksonderwerp in het dorp.

1117 0024 02 Foto Bouwtekening van arch. Ovink uit Doetinchem. Foto coll: ECAL

De notaris                          

Dat Antonius Gerhardus Schepers notaris werd, is hoogstwaarschijnlijk te danken aan zijn vader, Jan Derk Schepers, geboren te Winterswijk in 1800. Hij was griffier van het Vredegerecht van Aalten en later gemeenteontvanger. Een griffier maakt aantekeningen en doet het schrijfwerk rondom de zittingen, vonnissen en arresten. Dat er met schrijven geld was te verdienen, zal junior dus al jong hebben begrepen en mogelijk was dit voor hem de aanleiding om het notariaat in te gaan. Het voordeel van dit beroep was dat er per gerechtelijk arrondissement maar een bepaald aantal notarissen werkzaam mocht zijn, afhankelijk van de grootte hiervan. Dit betekende dat men elkaar niet snel in de weg zat. Tegenwoordig mag een notaris zich vrij vestigen en hanteert de een een andere prijslijst dan de ander. Het is niet helemaal duidelijk hoe Schepers’ opleiding er heeft uitgezien, maar in die tijd was het gebruikelijk dat deze grotendeels bestond uit enkele leer- en  stage jaren, gevolgd door een examen. Overige eisen waren: men moest de leeftijd van 25 jaar hebben bereikt en een verklaring van goed zedelijk gedrag te kunnen tonen. Deze moest zijn afgegeven door de burgemeester der gemeente waar men de laatste zes jaren voortdurend was verbleven. Daarna moest hij het examen met goed gevolg hebben afgelegd. Maar zelfs dan mocht hij zich nog geen notaris noemen: er moest nog drie jaar als kandidaat gewerkt worden op een of meerdere kantoren! Daarna hoorde men nog een eed of belofte afleggen bij de arrondissementsrechtbank van het ressort waartoe hun standplaats behoort. Dan pas kon hij eindelijk aan de slag als zelfstandig ondernemer.

Naar Zelhem

Aanvankelijk werkte Schepers als kandidaat-notaris in Steenderen, maar in mei 1872 werd hij tot notaris benoemd in de gemeente Gorssel. Een mooie standplaats in een grote gemeente. Maar toch ruilde hij deze al na twee jaar om voor Zelhem. Daar miste men al enige tijd een notaris. Mr. H.A.J. Pennink was in 1870 vertrokken naar Doesburg en sindsdien was Zelhem notaris-loos. Wel vulde de Doetinchemse gemeenteontvanger J.F. de Vroom de lacune op als waarnemer. In september 1874 overleed hij echter op 51 jarige leeftijd en zat Zelhem weer zonder. Maar toen meldde de Graafschapbode:

Z.M. heeft aan A.G. Schepers, met ingang van 15 dec. 1874, vergund zijne notariële standplaats van de gemeente Gorssel over te brengen naar de gemeente Zelhem. Waarom Schepers al zo snel uit Gorssel vertrok is onduidelijk. Mogelijk was het om familiare redenen: Zelhem lag veel dichterbij zijn familie in Aalten. Zijn zus Bernarda bijvoorbeeld, was met de -aanvankelijk  Dinxperlose- maar later Aaltense notaris J.B.W. Maitland gehuwd. Bovendien woonde een zuster van zijn vrouw in de buurt van Velp. Helaas is er geen foto van Schepers gevonden.

Mevrouw Schepers-Sesink Clee

In mei 1871 was Schepers (34) getrouwd met de 40 jarige Catharina Elizabeth Sesink Clee. Het feest vond plaats in de gemeente Rheden, waar haar zus woonde. Zij waren dochters van een Amsterdamse makelaar, die aan de Herengracht woonde. In de krant zijn talloze advertenties te vinden waarin de naam Sesink Clee voorkomt. Samen met een groepje collega’s verkocht hij zowel huizen als schepen. Hoewel dit een zeer lucratief beroep lijkt, ging hij failliet in 1848. Vier jaar later overleed hij, zijn vrouw was al overleden in 1836.

Het notarisechtpaar bleef kinderloos. Al te druk zal mevrouw Schepers niet zijn geweest, want er was een huishoudster aanwezig: Francina Johanna Dericks uit Groesbeek. Zij kwam meteen op het eerste Zelhemse adres bij hen werken en bleef hen trouw tot haar overlijden in 1911.
0109250 Hummeloseweg 1912De notaris vila in 1912. Foto Coll. W. Hartemink.

Hoewel er weinig over de echtgenote van de notaris bekend is, liet zij toch wat spoortjes na in de geschiedenis van Zelhem. Het volgende geeft een blik op de samenleving indertijd:

In mei 1881 meldde de krant dat er een jaar eerder een naai- en brei- inrichting in Zelhem was gestart. Het bestuur (dat uit uit vier mannen bestond, waaronder notaris Schepers) vertelde trots dat er 50 leerlingen deelnamen. Nu werd de lokaliteit bijna te klein. Want vooral de lagere standen zagen steeds meer het nut in van het onderwijs in vrouwelijke handwerken. Dit bleek uit de vele aanvragen voor kosteloze toelating. Zeer terecht wees de voorzitter er op dat de beschavende invloed van dergelijk onderwijs bij de leerlingen duidelijk zichtbaar was! Dit resultaat was vooral te danken aan het uitnemend onderwijs der directrice, mejuffrouw Kampfraath. Vervolgens bracht hij nog een woord van hulde aan allen die de zaak financieel en zedelijk hadden gesteund. In het bijzonder mevrouw Schepers, die zoveel had bijgedragen tot de totstandkoming der zaak!

Ook kwam ik haar naam tegen door het volgende feit:

Op de vergadering van de Coöperatieve roomboterfabriek ‘Erica’ te Zelhem op negen juli 1902 waren er ± 70 leden in vergadering bij D. Berendsen in het Roode Hert (tegenwoordig De Chinees aan het begin van de Smidsstraat).

De fabriek was nog in de oprichtingsfase, dus was er veel te bespreken. Die avond moest er o.a. beslist worden over de aankoop van een bouwterrein. Men had gehoopt dat er wat viel te kiezen, maar dat was niet het geval. Er kwam er slechts één plek in aanmerking: dat van den heer Knaake, gelegen in den Enk in den nabijheid van het spoor en gelegen aan den grooten weg. Het terrein was 30 are groot en te koop voor acht gulden per are. Het bestuur en de leden waren enthousiast over de ligging. Als klap op de vuurpijl vertelde de voorzitter dat mevrouw Schepers had toegezegd dat zij als belangstellende in de oprichting, dit terrein aan de jonge vereniging wilde schenken. Er volgde een daverend applaus! Maar wat bleek enige tijd later? Ze schonk slechts het bedrag voor tien are… Catharina Elisabeth Sesink Clee overleed op 26 januari 1905, 74 jaar oud.

Het notarisambt.

Het woord notaris stamt uit het Latijn en betekent ‘openbaar ambtenaar’. Maar letterlijk is het meer verwant aan het woord noteren. En laat dat nu net datgene zijn wat een notaris het meest doet. Immers, de taak van een notaris is het officieel vastleggen van zakelijke afspraken tussen personen of toezeggingen van een persoon aan derden, zoals testamenten. Dat is altijd al zo, maar in Schepers’ tijd verschilde het werk nogal met dat van de huidige notarissen. De bovengenoemde verkopingen, die varieerden van stukken land, bos of hei tot gehele boerderijen, woningen en inboedels omvatte een grote hoeveelheid schrijfwerk. Wij kunnen ons nauwelijks meer voorstellen hoeveel uren het kostte om alles op papier te zetten. En dat er geen kopieerapparaten bestonden! Mogelijk had hij personeel, maar daar is niets over bekend. Verkopingen maakten een groot deel van zijn werkzaamheden uit en met voorsprong de meest zichtbare, vanwege de publicaties hierover en de mensen die kwamen kijken naar het spektakel. Een testament opmaken, een akte verlijden of passeren, zal hij ongetwijfeld heel veel hebben gedaan, maar dit is nu eenmaal “onzichtbaar werk”.

Notaris Schepers aan het werk.

essink halle Het nieuws van den dag 18 09 1885
Krantartikel uit het Nieuws van de dag op 18-09-1885

De eerste grote openbare verkoping die Schepers als notaris in Zelhem deed, was in september 1875, het verkopen van de ‘bouwplaatsen Groot en Klein Essink in de buurtschap Halle’. Deze stonden toen aan de Halseweg. Het waren “nog nieuwe en flink ingerichte en solide gebouwde huizen met schuren, een overdekte vaaltstal en schaapskooi.”. Het geheel zou bijna 73 ha. groot zijn. Wat een oppervlakte voor die tijd! Mogelijk was een flink gedeelte hiervan nog onontgonnen. Dit soort advertenties werden in diverse landelijke dagbladen gepubliceerd. Zowel in de Arnhemse Courant, het Algemeen Handelsblad en Het Nieuws van de Dag, als in het Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage.

In Nederland moest bij de verkoop van een huis, boerderij of land, de koop drie maal worden geproclameerd, wat indertijd meest via de krant gebeurde.  Het was pas definitief als er niemand bezwaar maakte. Familieleden van de verkoper en naaste buren hadden het eerste en tweede voorkeursrecht. Hoewel ieder notaris zijn eigen gebied had waarvoor hij was aangesteld, werden er door Schepers (en andere notarissen) ook wel verkopingen buiten die grens gehouden, zoals op de Hoogenkamp in den Kruisberg. Waarschijnlijk ging dit wel in goed onderling overleg.

In 1879 had hij een karweitje ‘dicht bij huis’. In café ’t Roode Hert veilde  hij voor de familie Meijer een Windkorenmolen met 73 are grond aan de Grindweg te Zelhem, die werd ingezet op f. 1206. Waarschijnlijk ging het om de molen die ongeveer op de plaats stond waar zich nu de fa. Molenkamp-te Pas bevindt. In datzelfde jaar was hofstede De Kathorst te koop, op de kruising van de Boeninksteeg met de Heijnkweg. Een paar maanden later was

boerderij “Oosterink in den Winkelshoek” te koop. Hier werd behalve de grond ook het vee en de inboedel verkocht. Verkopingen van particuliere inboedels vanwege een overlijden kwamen regelmatig voor.

Bennewits burgemeesterBurgemeester O.P. Bennewitz. Foto: coll. H.M. Somsen

Op 12 juni 1879 bijvoorbeeld, verkocht hij die van de overleden Zelhemse burgemeester O.P. Bennewitz. Deze woonde boven het toen nog nieuwe gemeentehuis en liet veel moois na, zoals antieke kasten, schilderijen, pendules, stoelen, spiegels en verder een fraaije collectie Blaauw Japansch Porselein, waarbij gezochte merken, kristal- en glaswerk en zilver, enz.  Onder de schilderijen zullen er zich waarschijnlijk enige hebben bevonden van eigen hand, want deze burgemeester kwam uit een kunstzinnig milieu en schilderde zelf ook. Een nog meer uitgebreide verkoping was de volgende: eind 1882 stierf de ‘Weleerwaarde Heer’ pastoor in Keijenborg, Johannes van der Straeten. Interessant om te lezen welke meubels en gebruiksvoorwerpen de pastoor verzameld had. Het waren prachtige mahoniemeubels als: een staande gangklok, kasten, stoel w.o een Voltaires,  secretaires, spiegels, schilderijen, tapijten, springveren matrassen, dekens, zilverwerk en een best karretje op Veeren, met lantaarns. Ook waren er twee schapen te koop. Kijk, een pastoor met herderlijke gevoelens! Zoals alle notarissen in die tijd hield Schepers enorm veel verkopingen. De verkoop van stukken land, bos, gebouwen, enz. liep allemaal via de notaris. Hierbij waren vaak percelen peppels, eiken en andere bomen.

 

Andere bezigheden.

Het werk van Schepers omvatte meer zaken, zoals het inlichtingen verstrekken aan belangstellenden over de Verzekerings Maatschappij voor de Nationale Militie ‘De Hoop’ te Arnhem. Deze firma verzorgde alle waarborgen voor plaatsvervanging en/of vrijstelling voor jongens die in militaire dienst moesten.

Rond 1890 was hij een soort agent van De Noordelijke Hypotheekbank in Diever. Ook was hij correspondent voor Zelhem e.o. bij de Brandwaarborg Maatschappijen te Amsterdam. Nadat zijn zwager uit Aalten in 1895 plotseling overleed, verkocht hij diens woning in de Landstraat en hielp zijn kantoor weer op de rails. Regelmatig hield Schepers zitting ‘tot ontvangst van pachtpenningen’. Hij was niet bijzonder actief in het verenigingsleven of de gemeente, maar in 1879 werd hij in de gemeenteraad gekozen. Zijn naam komt echter zelden voor in de raadsverslagen. Een van de weinige keren dat hij het woord vroeg, was op de vergadering van september 1882. Er werd gesproken over het toenmalige ‘hot item’: de  aanleg van de Geldersch-Overijsselsche Locaalspoorwegmaatschappij van Ruurlo, langs Zelhem naar Doetinchem en v.v. en de exploitatie hiervan. Schepers, die ook lid was van het oprichtingscomité van de spoorweg, bracht te berde dat enige ingezetenen hem hadden gevraagd een goed woordje te doen om de lijn ten westen van het dorp aan te leggen, in plaats van aan de oostkant. Dit werd meteen afgestemd met zeven tegen vier stemmen. In 1885 stelde Schepers zich niet herkiesbaar.

Notaris in ruste.

Met ingang van 20 juni 1914 werd hij bij Koninklijk Besluit eervol ontslag verleend.
Daarna werd zijn kandidaat-notaris Barend Karel Schuurman aangewezen als opvolger. Deze was al sinds het begin van dat jaar als kandidaat-notaris volop aan het werk in Zelhem. Op 30 september werd Schuurman officieel benoemd tot notaris binnen het arrondissement Arnhem ter standplaats de gemeente Zelhem. Schepers ging het wat kalmer aan doen, en liet vriend en vijand via de krant weten dat hij vanaf november 1914 op zon- en feestdagen niet meer te spreken was en op werkdagen niet voor negen uur en na vier uur. Hij leefde nog ruim vier jaar. Misschien bracht hij toen wat meer tijd door in de natuur, zoals in het bos dat hij bezat in de buurt van Quatre Bras, een boerderij op het vierarmige kruispunt in de Bielemansdijk. Daar, in het ‘Schepersbosch’  hebben enkele mannen (de gebroeders Klein Hesselink) in januari 1914 een klopjacht op vossen gehouden. Ze vonden sporen van drie stuks! Met behulp van anderen vonden ze het hol en groeven twee vossen er een voor een uit. De derde zat er nog in, en de mannen sloten het hermetisch af. Zo kwam Reintje vanzelf aan zijn einde!  Schepers stierf op twee november 1918, bijna 82 jaar oud. Zijn nichtje, de dochter van zwager en zus Maitland, plaatste een overlijdensannonce. Het was een “Eenige en algemeene kennisgeving”. Hij, zijn vrouw en hun huishoudster werden begraven op de Algemene Begraafplaats te Zelhem. Op het graf van zijn vrouw en de huishoudster liggen zerken met hun naam er op. Tussen die beide stenen in is een lege plek, waar Schepers zelf  begraven ligt. Kennelijk heeft niemand de moeite genomen om er een steen op te zetten.
Doetinchemseweg 15 Doetinchemseweg 15 het huis met kantoor van de nieuwe notaris, Barend Karel Schuurman. Foto: coll. H.M. Somsen

De villa zonder notaris

Schuurman verhuisde, hij vestigde zijn bedrijf in het pand Doetinchemseweg 15 en was tot 1932 de notaris van Zelhem.

Bij zijn vertrek woonden in de villa aan de Hummeloseweg J.M. Arntz en zijn vrouw. Arntz deed in levensverzekeringen, of iets dergelijks. Wat later namen mr. B.C. van Veen met zijn vrouw P. S. Henze er hun intrek. Zij kwamen uit Alkmaar, maar vertrokken in 1928 naar Doetinchem. Net als hun huisgenoot: drukker Henk Misset, de latere directeur van Uitgeverij Misset. Tussen de Van Veen’s en Misset was een levenslange vriendschap ontstaan, die eindigde door het sterven van Misset in september 1945.
In 1929 werd het pand van de erven Schepers aangekocht door de Cöoperatieve Boerenleenbank ‘Zelhem’. De villa werd eerst door kassier J.G. Coops bewoond en nadien door J.C. van der Poest Clement.

schepersbos
Het huis ten tijde van de Boerenleenbank. Foto: uit coll. W. Hartemink

Het nieuwe bankgebouw kwam in de tuin te staan. Pas in 1967 voltrok zich de afbraak van de villa. De meeste ruimte hiervan werd gebruikt als parkeerterrein.
In 2002 werd de gehele Rabo-bank afgebroken en herbouwd.
In 2019 is de gehele Rabo-bank afgebroken.
In 2021 staan nieuwe seniorenwoningen op deze plek.


oude pand 03De 1e nieuwbouw van de Rabobank kwam in de tuin naast het woonhuis met kantoor te staan. Foto: Eef Oosterink

bouw 12Het oude woonhuis met kantoor, daarnaast het nieuwe bankgebouw en de woning van de directeur
J.C.v.d. Poest-Clement. Foto: Eef Oosterink
sloop 02Bij de afbraak bleek wel hoeveel mooie details ook in het huis verwerkt waren bij deze gevel met schoorsteenmantel
Foto: Eef Oosterink

Monumenten in Zelhem.
De gemeente Zelhem zag indertijd het belang van monumentenbehoud niet in, hoewel er al vanaf 1940 gemeenten waren die dit wel deden. Dat is te merken!

Met een getal van drie rijksmonument voor een dorp met (nu ±) 8631 inwoners, kunnen we niet van overdaad spreken! Gelukkig heeft de gemeente er later nog 21 op de eigen lijst gezet, waaronder twaalf buiten de dorpskern.

En welk ander monumentaal gebouw verdween er nog meer in 1968? Juist; de pastorie op de hoek van de Doetinchemseweg en de Stationsstraat! Achteraf was 1968 een echt monumenten- afbraakjaar!

BIJLAGE

In de Graafschapbode van 27-10-1883 kwam ik de naam van notaris Schepers op een heel bijzondere manier tegen. Hier volgt een letterlijk verslag.

Allen die door den persoon van A.G. Schepers, notaris te Zelhem, met ene commissie of werkzaamheden worden belast, worden in hun eigenbelang, uitgenodigd zich bij den ondergeteekende te vervoegen omtrent inlichtingen aangaande die persoon.

B. Teunissen, stukadoor te Zelhem.

Een week later het volgende bericht:

Naar aanleiding van de advertentie van B. Teunissen, stukadoor te Zelhem het volgende ter inlichting: Aan Teunissen werd opgedragen het marmeren van een deel van den gang in mijn huis. Dat werk, gereed zijnde, werd afgekeurd en krabde hij, op last van den heer Ovink, architect te Doetinchem, het gepleisterde weder van den muur en marmerde opnieuw. Toen hij ook voor dit werk betaling eischte werd hem die, op advies en aanraden van den architect geweigerd; een proces volgde en den eisch, betaling voor het overgedane werk (wanneer het niet zo’n stofboel gaf, liet ik het nogmaals over doen) werd aan Teunissen ontzegd. Tot besluit nog dit: de heer Ovink had in last het bouwen van mijn huis, en al wat daarop betrekking had geschiedde op last van- of in overleg met hem. De rekeningen werden door hem onderzocht en de goedgekeurde uitbetaald, doch de niet goedgekeurde post op de rekening van Teunissen werd niet voldaan, omdat de afgetrokken som, volgens den architect, welke den zaak voor het kantongerecht heeft behandeld, niet verschuldigd was; en hiermee basta.

A.G. Schepers Zelhem 1 nov. 1883

Maar nog was deze kwestie niet de wereld uit. Op 14-11-1883 was het volgende te lezen:

WelEd. Heer Schepers!

Ik zou u dank zeggen voor uwe inlichtingen geplaatst in de Ns. van 3 en 7 Nov. j.l. wanneer ze geen onwaarheden bevatte. De zaak die door getuigen gestaafd kan worden is deze: Het 1e gemarmerde was goed (volgens deskundigen) en dit werd ook door U en den architect bevestigd. Ruim vijf maanden later zou een gedeelte te donker zijn; en werd ik verzocht een lichtere staal te maken, die zich door onnatuurlijkheid onderscheidde; maar toch, (volgens u) prachtig was. Daarop verzocht (niet gelast) zijnde om het weer over te doen, meende ik het recht te hebben om voor beide betaling te eischen. Maar een paar vragen: Gij beweerdt niets anders dan op last en in overleg met den architect te hebben gehandeld; wat dan te denken van het feit dat, toen den architect, den aannemer het bewijs van goedkeuring van het geheele werk gaf, met een certificaat tot uitbetaling (zonder korting) gij het geweigerd hebt, om het zóó uit te betalen? Of het ook in overleg met den architect was, dat den aannemer een nieuw certificaat werd voorgelegd met een korting van ruim f 300 en het dringende verzoek om te teekenen. En waarom u na langen tijd halsstarrig te zijn gebleven, onverwachts (zonder den heer Ovink te kunnen spreken) tot betaling zijt overgegaan? In zoverre zijn deze laatste vragen mijne zaken, omdat ook ik al die tijd op uitbetaling heb moeten wachten.

B. Teunissen, Stukadoor te Zelhem

Bronnen:

Www: Oud Zelhem.nl
Www: De rechtspraak.nl
Www: WiewasWie.nl
Www: joho.org: Geschiedenis Wet op het Notarisambt
Www: studeersnel.nl: Samenvatting Notariswet 2018
Www: knb.nl.nl
Www. delpher.nl De Graafschapbode
Www. geneaknowhow.net: Het Notariaat-achtergrondinfo
A. Pitlo: De 17e en 18e eeuwse notarisboeken enz. 1948
Mombers’ Dakpannengids 2010
Met dank aan G. Putman monumentenambtenaar van de gemeente Doetinchem en Harry Somsen.

Website opmaak: H.M. Somsen