Bron: |
G.J. Sielias en B. Eenink |
Artikel door: |
Stichting OUDZELHEM |
Familie bron: |
Naam: |
Gerrit Dammers |
Roepnaam/bijnaam: |
Gait de Bessembinder |
Geboorteplaats: |
Zelhem (Oosterwijk) |
Datum: |
1 augustus 1879 |
Overleden te: |
Halle-heide |
Datum: |
2 januari 1952 |
Vader: |
Jan Willem Dammers |
Moeder: |
Catharina Hietkamp |
|
Tekst gekregen van G.J. Sielias
Krantenartikel uit collectie van Gerard Bruil |
Foto uit collectie van G.J. Sielias |
Krantenartikel uit collectie van G.J. Sielias |
Foto uit collectie van G.J. Sielias |
De bezembinder uit Halledoor Bennie Eenink te Halle Ze zijn er ongetwijfeld altijd al geweest en het is te hopen dat ze er ook altijd zullen blijven: mensen die zich weinig of niets aantrekken van “hoe het hoort” en gewoon hun gang gaan en op hun eigen manier gelukkig zijn, ook al wijkt die wat af van wat als standaard geldt. Soms hebben ze er bewust voor gekozen en soms zijn ze door omstandigheden in zo’n situatie terechtgekomen. Menig televisieprogramma, zoals in het verleden “Showroom”, ontleent er zelfs zijn bestaan aan. Waarom kijken mensen er zo graag naar? Zou er iets van jaloezie inzitten? Een tevreden mens! Hoog staat de zon aan de hemel en koestert het landschap in haar gouden stralen. Zo is het, achter in Halle-Heide, tegen het Achter-Zieuwentse aan, waar tussen de bomen door de toren van de R.K. kerk te zien is en waar een smal beekje door bosjes en langs weilanden slingert. Daar is een heel smal paadje - je moet beide handen wel aan het stuur van de fiets houden - dat van de bredere zandweg voert naar de verblijfplaats van bezembinder Dammers. Dat paadje behoeft ook niet breder te zijn. Waarvoor zou het nodig zijn, er behoeft immers toch bijna niemand gebruik van te maken. Dat is alleen Dammers, wanneer hij eens een keer van huis wil. En dan kan hij nog op zijn gemak over het pad wandelen, want fietsen doet hij niet. Hij is nu 69 jaar. Over enkele maanden wordt hij zeventig - en hij heeft het altijd nog te voet gedaan. Haast kent deze man niet. Waarom zou hij die ook hebben, want er is niemand die hem tot spoed aanmaant. Het doet je goed van tijd tot tijd een tevreden mens te ontmoeten. Zo iemand als Dammers is, al zouden we niet graag met hem willen ruilen. Inderdaad, zo is het. Het beroep van bezembinder,zoals dat door Dammers wordt uitgeoefend, is gedoemd langzamerhand te verdwijnen. Hier en daar gebruikt men nog wel berken bezems, doch het bamboe verdringt deze oude boerenbezems toch hoe langer hoe meer. In andere beroepen en bij andere personen zou men wellicht geneigd zijn een gesprek aan te knopen over de economische consequenties daarvan, doch bij Dammers doet men zoiets niet. Waarom zou. men deze grijze man, die daar zo rustig aardappelen zit te schillen in een oude kachella, lastig vallen met allerlei problemen van economische aard, afgezien van het feit dat het woord "economie" in deze rustige, landelijke sfeer zou klinken als de roep van een marktkoopman in een concertzaal? Veel heeft hij, naar zijn zeggen, ook niet nodig. Een vrouw om voor te zorgen heeft hij niet. Daar heeft hij weinig of niets om gegeven in zijn jongere leven. Hij had een droom, de droom van het vrije leven, aan geen mens gebonden en van niemand afhankelijk. Wie was Gait Dammers eigenlijk? Uit het archief van de gemeente Zelhem blijkt dat Gait, zoals hij in de volksmond werd genoemd, op 1 augustus 1879 werd geboren in de buurtschap Velswijk als Gerrit Dammers, zoon van de arbeider Jan Willem Dammers en Catharina Hietkamp. Uit het archief blijkt dat Gait op meerdere plaatsen heeft gewoond, onder meer in Ruurlo, Ambt Doetinchem en Aalten. Ook in die tijd voorzag hij al in zijn onderhoud met het maken en verkopen van bezems. Van 1919 tot 15 oktober 1923 woonde hij bij zijn broer en (Duitse) schoonzus in Bocholt. In 1923 kwam hij terug naar de gemeente Zelhem en bouwde zich een hut in Halle-Heide. De in Varsseveld woonachtige, maar uit Halle afkomstige schrijver/tekenaar Herman Peppelman vertelt ook over Gait in zijn boek: “ ’t Geet wieter”: “De Tulnersweg was vrogger zandweg. A 'j bi-j smederi-je Wentink 't kerkepad oploopt en de weg naowandelt, kom i-j ongeveer midden in Mariënvelde uut. An disse Tulnersweg ok wel "Kalverstraote" enuumd, ston vrogger de hutte van Gait Dammers, de bessembinder. Eerst hef hee ewoond achter 't huus van Johan Ketz, Tulnersweg 5. Later stond zien hutte dichte bi-j boerderi-je Wossink van "Joost". Gait zien onderhold bestond uut 't maken van westers (ronde handborstels waarmee onder andere melkbussen en klompen werden schoongeschrobd, B.E.) en barkenbessems. ’t Perceel waor e op wonen was van Bokkers uut Mariënvelde met rondumme berken en heide. De grootste afnemmers wazzen Hesselink uut Varsseveld en Coops in Halle, beide molders. Gait was met zien barkenbessems al’s op-eslagen in pries. Herman Coops vroeg 'm of e op-eslagen was en weurumme. “Bo, de grondstoffen bunt duurder ewodden", wettende dat 't materiaal wat e gebruken helemaol gratis was. Bi-j slecht weer en kelde sliep Gait nog wel's bi-j Coops in 't hok bi-j de dieselmotor, waor't warm en dreuge was. In huus kekke niet zo nauw. De glaeskes vaegen e uut met doem en wiesvinger met de wiesheid "waor 't kump is 't ok niet zo mooi en genever ontsmet goed". Gait Dammers overleed op 2 januari 1952. Op weg naar huis, terugkerend van het ‘ni-jjaorwinnen’ in de buurt is hij vlak bij huis bij het afdak gevallen. Mogelijk heeft hij daarbij iets gebroken, hij heeft in ieder geval niet meer de kracht gevonden om naar binnen te komen. Peppelman schrijft daar ook over in zijn verhaal. Buurman Hendrik Wossink heeft hem daar later gevonden. In zijn portemonnee werd niet meer dan 1,68 gulden aan geld gevonden, maar schulden liet hij evenmin na. Zijn schaarse bezittingen werden geveild bij Wossink op de deel. De hut werd gekocht door D. Speksgoor uit Marienvelde, zijn sik bleef bij Wossink. ‘… en zo gong d 'r weer een stuksken historie verdwienen’, zoals Peppelman zijn verhaal besluit. |
Gait leefde in een keet of hut van vier bij zeven meter in Halle-Heide aan de toenmalige Kalverstraat, nu Tulnersweg, bij boerderij Wossink van Joost in 1930-1950. Waar zijn hut heeft gestaan, staat nu een plaquette van zijn keet. Verder is er een kuierpad aangelegd van 4,5km.