Ds. Jacobus Kooy    Stichting Oud Zelhem
       
 Bron:  12 Eeuwen Lambertikerk   Artikel door:  H. Jonas en H.M. Somsen 
 Auteur:  Gerrit Rijsdorp    
       
 Naam:  Jacobus Kooy    
 In functie:  1871 - 1872, naar Wageningen    
 Geboorteplaats:  Warmond  Datum:  16-01-1817
 Overleden te:  Wageningen   Datum:  20-12-1877
 Vader:  W.M. Kooy  Moeder:  
 Gehuwd met:  Constantina Augusta Johanna Boesveld    
 Geboortedatum:  14-09-1812    
       
 Kinderen:     Geboren:  
   Willem Marinus     22-06-1851
   Johanna Maria Paulina    30-06-1855
       
Heeft gewoond aan:  pastorie-nieuwe-pastorie-1858 
 Doetinchemseweg 2
   

 
Kooy vertrekt alweer binnen een jaar. De oorzaak is een verschil van inzicht over wie de personele belasting moet betalen.

 

Jacobus Kooy
Door G. Rijsdorp


Jacobus Kooy, *Warmond 16-1-1817. Zoon van W.M. Kooy. Gehuwd met Constantia Augusta Johanna Roetvell geb. Leiden 14-9-1812. Kinderen: Johanna Maria Paulina *Lisse 30-6-1855, Willem Marinus *Lisse 22-6-1851. Kandidaat in Zuid-Holland 1840. Predikant Hoogvliet 6-6-1841. Lisse 28-7-1844. Dedemsvaart 15-11-1868. Zelhem 19-11-1871. Wageningen 6-10-1872 tot zijn overlijden aldaar op 20-12-1877.

De beroeping
 Een beroepingscommissie is in september in Cothen om ds. A.J. Eykman Hzn te ontmoeten. Zij doen hem toezegging van beroep, maar dat blijkt niet uitvoerbaar. De predikant is nog geen twee jaar in Cothen. Men heeft nog meer kandidaten, maar de een na de ander bedankt. Blijkbaar is het traktement te laag. De kerkenraad vraagt de kerkvoogden al op 13 maart het traktement met ƒ 200,- te verhogen omdat het huidige ver beneden het gemiddelde ligt. Op 10 augustus 1871 wordt ds. D.J. Kooy beroepen. Maar op 12 augustus komt van hem een brief binnen. Hij verzoekt het traktement te verhogen tot ƒ 1.200,- en vrijdom van alle belastingen. Tevens wenst hij reparaties aan de pastorie, de vrije beschikking over een rijtuig en paard wanneer hij op reis moet. Daarbij doet hij afstand van de erfpacht van ƒ 16,- [= vruchtgebruik van de oude Wheme]. Hij schrijft erbij, dat wanneer aan zijn wensen zou worden voldaan, hij zou kunnen besluiten de beroeping aan te nemen. Aan alle wensen kunnen de kerkvoogden niet voldoen. Wel aan zijn traktement van ƒ 1.200,-. Na nog wat over en weer onderhandelen over de voorwaarden besluit ds. Kooy het beroep aan te nemen. Op 19 november 1871 wordt hij bevestigd door ds. Creuzberg van Arnhem met 1 Petrus 1 vers 24 en 25, terwijl ds. Kooy ’s middags zijn intree houdt door over Handelingen 2 vers 2 te preken.

Maar ds. Kooy blijft nog geen jaar in Zelhem. Die eerder besproken voorwaarden blijken toch niet zo goed afgesproken te zijn geweest. In april 1872 stelde de predikant de ligger van het traktement op, om die door de kerkvoogden te laten ondertekenen maar die zijn het niet eens met de vermelde belastingvrijdom. Zij hebben dat nooit toegezegd en zeggen dat ook niet te zullen doen! Nog geen twee maanden later komt het bericht dat ds. Kooy naar Wageningen is beroepen. Eind september neemt hij afscheid met een preek over 1 Johannes 2 vers 18a (Kinderkens, het is de laatste ure…). De consequentie van zijn korte verblijf in Zelhem is wel, dat hij alle kosten die de kerkvoogdij voor hem heeft gemaakt, moet terugbetalen. Het gaat om een bedrag van ƒ 404,15 en dat betaalt hij ook netjes terug.