Somsen Harry overlijdensbericht

In memoriam Harry Somsen
(Maart 2024)


Het is zo rond 1970 wanneer Harry Somsen begint met het verzamelen van oude foto’s van Zelhem. Van jongs af aan is Harry geïnteresseerd in de historie van zijn omgeving. Begin deze eeuw brengt deze hobby hem in contact met Herman Jonas, die ideeën heeft over een website waarop de historie van Zelhem is gebundeld. Na het overlijden van Herman Jonas wordt dit idee verder uitgewerkt door Harry en zijn club van medewerkers en is anno 2024 uitgegroeid tot een uniek digitaal platform waarop zo ongeveer alles over de historie van Zelhem te vinden is. Van de prehistorie tot de tegenwoordige tijd: als u een beeld wilt krijgen van Zelhem in vroeger dagen dan komt u onvermijdelijk terecht op oudzelhem.nl of oudzelhem.eu.

Maar OudZelhem is niet de enige activiteit waar Harry zich mee heeft bezig gehouden. Als uitvloeisel van zijn historische interesse is hij daarnaast bij een groot aantal andere activiteiten betrokken geweest.

Al in 2003 werd hij gevraagd om namens de gemeente Zelhem in het dagelijks bestuur van de Historische Broodweging Muldersfluite zitting te nemen.

Vervolgens kwam in 2006 de vraag van de Oudheidkundige Vereniging Salehem of Harry ook in hun bestuur wilde plaatsnemen. “Want hij was toch al met historie bezig.” Op dat moment stond net de verplaatsing van het museum van de Oudheidkundige Vereniging naar het Smedekinck aan de Pluimersdijk voor de deur. Zo kwam Harry ook in het bestuur van de Stichting Museum Smedekinck terecht en hielp bij de organisatie van de verhuizing en de inrichting.

“Maar aan een kaal museum heb je niets”, in de woorden van Harry zelf. Dus werd er een activiteitencommissie geformeerd waarvan Harry vanaf eind 2006 de leiding kreeg. Om de zes weken organiseerden Harry en Ellie een nieuwe expositie.

Om meer bezoekers te trekken, zowel toeristen als inwoners, werd een begin gemaakt met toeristische evenementen zoals de oogstdag, de harmonicadag, de oldtimerdag en de slachtvisite. Van daaruit kwam in 2008 de vraag om in het Toeristisch Platform van de VVV plaats te nemen en later in het Toeristisch Recreatief Overleg Bronckhorst. Een van de resultaten waren de kindermiddagen bij museum Smedekinck.

Min of meer vanzelfsprekend raakte Harry ook betrokken bij de organisatie van de Open Monumenten Dagen en de Kunst10Daagse in de gemeente Bronckhorst.

In 2010 werd Harry ook gevraagd als bestuurslid van de Stichting Culturele Atlas Zelhem en nam deel aan diverse werkgroepen die daarop voortbouwden.

In 2013 trok de berging van de Lancaster-bommenwerper landelijk de aandacht. Op verzoek van toenmalig burgemeester Aalderink ontwikkelde hij in het kielzog daarvan een lespakket voor de lagere scholen rond alle ruim dertig neergekomen vliegtuigen binnen de gemeente Bronckhorst.

Het is een imposante, maar toch nog vrij beknopte opsomming van functies die Harry door de jaren heen heeft bekleed en de activiteiten waarvoor hij zich heeft ingezet. Zo schreef hij jarenlang ook stukjes in Contact over pareltjes uit Zelhems historie en was hij in 2009 betrokken bij een boek over 100 jaar Chr. Harmonie Prinses Juliana in Zelhem.

Omdat de oude software van oudzelhem.nl niet meer werd ondersteund moest er in 2016 een compleet nieuwe website worden gebouwd. Een titanenklus, want er stonden op dat moment ruim 4.200 tekstpagina’s en 14.600 foto’s op. Ook dat nam Harry voor zijn rekening en hoewel nog niet volledig afgerond is oudzelhem.eu al een heel eind gevorderd.

Kortom: een actief en welbesteed leven. Achter elke activiteit gaat bovendien een dieper verhaal schuil, want Harry deed dingen nooit half. Rode draad bij alles wat hij ter hand nam was een tomeloze inzet, passie en bevlogenheid.

Wie bij hem aanklopte vond bij hem en Elly altijd een gastvrij onthaal, zowel letterlijk als figuurlijk. Of het nu ging om gegevens of om foto’s, Harry dook zijn archieven in om je voort te helpen. Als geboren en getogen Zelhemmer rolden de verhalen en familieverbanden vaak zo uit zijn mouw, hij had wat dat betreft een ijzeren geheugen. Harry was als het ware een wandelend bevolkingsregister. Als hij een antwoord schuldig moest blijven dan zocht hij net zo lang tot hij de feiten op een rijtje had.

In 2015 werd Harry benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau, een erkenning voor al zijn verdiensten voor de Zelhemse samenleving. Hij deelde de eer samen met Ellie, want zoals hij zelf aangaf: “Zonder Ellie zou ik dit niet allemaal hebben kunnen doen.” Als eerbetoon heeft Um Zellem in zijn jongste editie ook aandacht besteedt aan Harry en Ellie Somsen, als stuwende krachten achter het levend houden van de historie in Zelhem. Die publicatie heeft hij nog net meegemaakt.

Harry zal worden gemist, maar hij heeft wel iets moois achter gelaten.


 

(Bron "Um Zellem" nr. 17, 2024)

Somsen Harry cSomsen Harry d


 

LEES OOK:    Familie Somsen

 


 

 

 

Aan dit artikel van de Stichting Oud Zelhem werkt mede: www.oudzelhem.eu
HM Somsen  
A. Bellert  

 

Evert Bellert (1922-1995)
CAZ 7 bellert

Evert Bellert is op 04-02-1922 in Epe geboren en kwam samen met zijn broer Henk Bellert die ook in Epe is geboren in een gezin met 7 kinderen, op zeer jonge leeftijd in 1923 naar het Loo A305 in Zelhem. Daar woonden het echtpaar Hendrikus Wentink en Alberdina Hendrika Lenderink, die de beide broers als pleegkinderen opnamen naast hun twee eigen dochters. Evert was net anderhalf jaar oud.

De kinderen Bellert gingen naar de school aan de Doetinchemseweg.
Bellert 1933 31933 ca. klas 3. Klassefoto met meester Geert Kreuzen. In het rode kader de gebr. Bellert. Foto: HC Remmelink.
Op deze foto: Meester G. Kreuzen, Jan v. Tongeren, Han Hemink, Broer Loman, Arie Capel. Gert Hemink, Grada Klein Hesselink, Dina Schieven,Eef Bellert, Henk Bellert , Willy Diepenbroek, Jootje Klomp, Dina Radstake,..Radstake, Willemien Woerts, ..Schieven, Gerhard Demmink, ?, Johanna Teunter,..Hagelstein, Diny Radstake, Jantje Kuiperij ?, Theo te Pas, ? , ?, ?, 

Na de lagere schooljaren vertrok Evert Bellert naar zijn familie in Epe en ging daar bij een boer werken, maar hij kreeg heimwee naar Zelhem en ging in 1938 terug naar zijn pleegouders in Zelhem. Evert was toen 16 jaar.

Broer Henk Bellert, ging na zijn lagere schooljaren eerst ook als boerenknecht werken bij de familie Hagen aan de Aaltenseweg in Halle, en is daarna bij de familie Giesen aan de Velsingstraat in Doetinchem in de kost gekomen, hij ging toen werken bij T.D. Verblifa in Doesburg en is op 48 jarige leeftijd overleden in Doetinchem. 

In de jaren 1920 is zuster Annie Bellert ook bij een pleeggezin in de Achterhoek terecht gekomen en wel bij de familie Trachter aan de Wildenborghseweg in Ruurlo. Zij is later weer terug gegaan naar de Veluwe, is daar getrouwd en met haar man gaan wonen in Vaassen.

Na zijn terugkeer in Zelhem is Evert bij de familie Hupkes, die een boerenbedrijf (de Kip) hadden aan de Tolstraat 2 in Hummelo terecht gekomen, waar hij als jonge jongen ging werken.

Tijdens een feest in Hummelo heeft Evert Bellert, Albertha Vrogten, (geboren op 02-08-1920 in de Witte Brink gem. Zelhem), leren kennen.
Albertha Vrogten werkte toen in de huishouding bij familie de Vries in Hummelo op de boerderij Vossenplaats aan de Zelhemseweg 6.

Achterzijde boerderij Vossenplaats Achterzijde boerderij Vossenplaats in Hummelo. Foto: coll. HM Somsen

Evert Bellert trouwt met Albertha Vrogten in de oorlog op 15-07-1943. Zij gaan in Zelhem wonen dicht bij de pleegouders en kregen toen in Zelhem een ​​klein gedeelte van een schuurtje van de familie Straks in het Loo.
In de oorlog stond een soort woonwagen in het bos de Langenberg, (later de stortplaats) die was van een wegenbouwer uit Doetinchem. Die woonwagen is na de oorlog verplaatst naar de driehoekige kavel waar nu de Esweg / Loorweg beginnen, daar hebben Evert en Albertha van gewoond.

Zij kregen daar drie zoons: 1. Harry Bellert geboren op 10-01-1946, 2 . Henk Bellert geboren op 14-09-1947, 3 . Albertus (Bertus) Bellert is geboren op 01-03-1949.

Bijna is pleegvader Hendrikus Wentink overleden 17-10-1946 overleden en bleef op pleegmoeder Dine Lenderink alleen achter in het huis.

1950 t Loo A305 1950 pentekening 't Loo A305 het huis van de fam. Wentink-Lenderink. Fotoscan: coll. H.M. Somsen.

Evert en zijn vrouw kochten het huis A305 van zijn pleegouders, maar om daar gelijk te gaan wonen was toen niet direct mogelijk.
Toen dat huis in 1955 afbranden, konden Evert en Albertha een nieuw huis laten bouwen. Het gezin kon in 1956 van de woonwagen naar het nieuwe huis aan de Toorweg 2.

Evert Bellert heeft naast het werk op boerderijen ook gewerkt bij Vromen papierfabriek in Doetinchem, daarna bij de Nederlandse Heidemij en ook nog een aantal jaren in Zelhem bij Celtona.

Zelfportret Frits Jansen 1968 Foto HS Evert Bellert is al vroeg met het tekenen en beginnen, begint de familie in het nieuwe huis wonen. Toen hij later voor zijn werk werd afgekeurd, kreeg hij meer tijd voor het tekenen en schilderen. Hij heeft in eind jaren ”50 /begin jaren ”60 nog tekenles had van de Frits Jansen uit Doetinchem, die toen tekenleraar was op een school in Doesburg.
F. Jansen.  


Zijn pleegmoeder Dine Lenderink is overleden in die periode op 12-10-1960.

Toorweg 2 bellert nieuw Het in 1956 nieuw gebouwde woonhuis van de fam. Bellert. 
Foto: A. Bellert.

Evert heeft altijd contacten onderhouden met zijn ouders en de andere kinderen van het gezin in Epe. Evert en Albertha zijn ook met hun kinderen terug geweest bij het 50 jarig huwelijk van zijn biologische ouders. De kinderen onderhouden nu nog contacten met elkaar. 

Evert als hobby kunstschilder.
Evert Bellert heeft als hobby altijd op hardboard getekend, met acryl. Zijn werken hebben een geheel eigen signatuur. In de schilderskunst  kunnen hem rekenen tot de naïeven. Veel boerderijtjes en woonhuizen in en om Zelhem heeft hij geschilderd. Eenvoudig van opzet en typisch frisgroene kleur is altijd aanwezig. Ook zijn een aantal pentekeningen in dezelfde naïeve stijl bekend.

Door de jaren heen heeft hij heel veel pentekeningen en schilderijen gemaakt, hieronder een deel daar van.
Een deel van zijn collectie is naar het tegenwoordige Erfgoed Centrum Achterhoek-Liemers gegaan. (ECAL)

Evert Bellert is op 13-06-1995 op 73 jarige leeftijd overleden in Doetinchem.
Zijn vrouw bleef met twee zonen, Harry † 1996 en Henk wonen aan de Toorweg 2 tot haar overlijden op 78 jarige leeftijd in Doetinchem op 13-11-1998. Zoon Bertus trouwde in 1970 en ging te Doetinchem wonen.

Na het overlijden van Albertha in 1998, is in 2000 het woonhuis met de grond verkocht aan de heer en mevr. Pardon-Gerritsen en mevr. Koemans-Pardon. Die hebben in 2004 dat huis afgebroken en er weer een nieuw huis laten bouwen.

bellert krantknipsel P1110391
Krantknipsel over een schilderij
van de hooiberg in de Bergstraat 
Boerderijtje ca. 1900 Foto. coll. HM Somsen

 

Hummeloseweg 11 Bellert1958
1958 Hummeloseweg 11 het woonhuis van zijn meester G. Kreuzen. Foto. G. Dales

P1120931 NPB kerkOude NPB kerk in de Piersonstraat. Foto. HM Somsen

Gerf.  kerk en armenhuisGereformeerde kerk en armenhuis in de Weverstraat. Foto. coll. HM Somsen
Doetinchemseweg 43 45 P1030780
Doetinchemseweg 43-45. Foto. coll. HM Somsen
  Hooimijt Bellert
Boerderij Kranenbarg in het Loo. Foto. coll. HMSomsen
Molen Wittebrink P1030789
Molen Wisselink in de Velswijk. Foto coll. HM Somsen.
Wassink Doetinchemseweg P1030779
Schuur van boerderij Wassink aan de Doetinchemseweg 1976. De schuur is afgebroken.
Foto. coll. HM Somsen
IM001933 Bellert Mevr.  Hebbink v Croupin
Melkbus met afbeelding van boerderij de Croupin. Foto. coll. HM Somsen

 

Onder Diversen-Culturele Atlas Zelhem staan ​​ook nog schilderijen van Evert Bellert .

1e generatie

Bron: 

 Gerrit Knake

Artikel door: 

 E. en H. Somsen

Naam:

 Johann Arend Knake

Roepnaam/bijnaam: 

 

Geboorteplaats: 

Bierde (bij Minden en Lahde in Dld)

Datum: 

27-03-1739

Overleden te: 

Bierde

Datum: 

25-03-1779

Vader: 

 

Moeder: 

 

Gehuwd met: 

Catharina Maria Ernsting

Doopdatum: 

09-01-1739, Bierde

Overleden: 

08-11-1787, Bierde

Trouwdatum: 

14-10-1758

Plaats: 

Bierde

Zoon: 

Johann Friedrick Christian* 19-08-1770

Overleden: 

06-05-1857

2e generatie

Bron: 

Gerrit Knake

Artikel door: 

E. en H. Somsen

Naam: 

Johann Friedrick Christian Knaake (Knake)

Roepnaam/bijnaam: 

 

Geboorteplaats: 

Bierde

Datum: 

19-08-1770

Overleden te: 

Hummelo

Datum: 

06-05-1857

Vader: 

Johann Arend Knake

Moeder: 

Catharina Maria Ernsting

Gehuwd met: 

Antonia Mensink

Geboortedatum: 

Voorst 11-02-1773

Overleden: 

Hummelo 04-01-1842

Trouwdatum: 

25-02-1798

Plaats: 

Warnsveld

Zoon: 

Cornelis Hendrik * 05-03-1807

Overleden: 

16-09-1851

  Was tuinman op Enghuizen van de fam. van Heeckeren

3e generatie

Bron: 

Gerrit Knake

Artikel door: 

E. en H. Somsen

 

Naam: 

Cornelis Hendrik Knaake

Geboorteplaats: 

Leiden / Oestgeest

Datum: 

05-03-1807

Overleden te: 

Hummelo

Datum: 

16-09-1851

Vader: 

Johan Friedrick Christian

Moeder: 

Antonia Mensink

Gehuwd met: 

Reindjen Wiggerink (Wicherink)

Geboortedatum: 

30-03-1810 Hummelo

Overleden: 

02-01-1876 Hummelo

Trouwdatum: 

11-5-1832

Plaats: 

Hummelo

Zoon: 

Jan Fredrik Knaake * 07-04-1833

Overleden: 

22-08-1890

Dit echtpaar woonden op huis 138A “Klein Sonsbeek” in Hummelo later vermeld dat ze wonen op “de Drieslag” thans Zutphenseweg 7-9 sinds Petri 22-02-1835.

4e generatie

Bron: 

Gerrit Knake

Artikel door: 

E. en H. Somsen

Naam: 

Jan Fredrik Knaake

Geboorteplaats: 

Hummelo

Datum: 

07-04-1833

Overleden te: 

Zelhem

Datum: 

22-08-1890

Vader: 

Cornelis Hendrik

Moeder: 

Reindjen Wiggerink

Gehuwd met: 

Anna Charlotta Eeltink

Geboortedatum: 

Hoog Keppel18-12-1839

Overleden: 

Zelhem 27-06-1916

Trouwdatum: 

06-07-1860

Plaats: 

Hummelo en Keppel

Kinderen: 

Cornelis Hendrik
Herman Eduard
Reinirus Wichert
Gerritje Knaake
Antonia Hermina
Anna
Johanna
Hendrika Wilhelmina

Geboren

05-10-1860
02-02-1863
24-10-1865
06-01-1869
18-01-1872
20-10-1875
01-05-1877
03-03-1881

Overleden: 

23-01-1886
24-12-1948
25-04-1887
09-09-1944
22-12-1954
14-09-1939
15-10-1963
14-04-1954

Heeft gewoond aan: 

Koestraat 

Datum: 

 

Beroep: 

schilder, verver en glazenmaker

Knaake 01

Knaake 02

Jan Fredrik Knaake

Anna Charlotta Eeltink

Foto van mevr. J. Knaake-Koster

Foto van mevr. J. Knaake-Koster

 

he knaake

 Knaake 04

 Knaake 05

 Knaake 06

 Knaake 07  Knaake 08

Herman Eduard

Reinirus Wichert

Anna

Antonia Hermina

Johanna

Hendrika Wilhelmina

Foto's van mevr. J. Knaake-Koster

Knaake 09

Johanna Knaake en haar man Menno Roelf Hilbrands (1879-1957) en zoon Jan Menno

Foto van mevr. Z.J. Westerbeek van Eerten-Hilbrands

5e generatie

Bron: 

Gerrit Knake

Artikel door: 

E. en H. Somsen

Naam: 

Herman Eduard Knaake

Roepnaam/bijnaam:

Herman

Geboorteplaats: 

Zelhem

Datum: 

02-02-1863

Overleden te: 

Zelhem

Datum: 

24-12-1948

Vader: 

Jan Frederik Knaake

Moeder: 

Anna Charlotta Eeltink

Gehuwd met: 

Wilhelmina Johanna (Mies) Coops

Geboortedatum: 

15-06-1873, Zelhem

Overleden: 

14-07-1949, Zelhem

Trouwdatum: 

06-04-1899

Plaats: 

Zelhem

Kinderen: 

Anna Gerdina
Gerdina Frederika
Johan Frederik

Geboren: 

14-01-1900
22-05-1902
17-11-1905

Overleden: 

29-01-1988
16-07-1986
01-07-1979

Heeft gewoond aan: 

Koestraat

Datum: 

 

Beroep: 

huisschilder en kunstschilder

Knaake 10

familie Knaake

Foto van mevr. J. Knaake-Koster

Knaake 11

Knaake 12

Anna Gerdina Johan Frederik 

Foto van mevr. J. Knaake-Koster

Foto van mevr. J. Knaake-Koster

6e generatie

Bron: 

Gerrit Knake

Artikel door: 

E. en H. Somsen

Naam: 

Johan Frederik Knaake

Roepnaam/bijnaam: 

 Frits

Geboorteplaats: 

Zelhem

Datum: 

17-11-1905

Overleden te: 

Zelhem

Datum: 

01-07-1979

Vader: 

Herman Eduard

Moeder: 

Wilhelmina Johanna (Mies) Coops

Gehuwd met: 

Hendrika Maria Scheurs

Geboortedatum: 

02-07-1904, Terborg

Overleden: 

01-10-1967, Zelhem

Trouwdatum: 

25-06-1936

Plaats: 

Wisch

Zoon: 

Herman Eduard

Overleden: 

05-08-1998

Heeft gewoond aan: 

Burgemeester Rijpstrastraat 18

Datum: 

 

Beroep: 

verf groothandel

Knaake 12

Johan Frederik Knaake

Foto van mevr. J. Knaake-Koster

7e generatie

Bron: 

Gerrit Knake

Artikel door: 

E. en H. Somsen

Naam: 

Herman Eduard Knaake

Roepnaam/bijnaam:

Herman

Geboorteplaats: 

 Zelhem  

Datum: 

 13-10-1938

Overleden te: 

 Zelhem

Datum: 

 05-08-1998

Vader: 

Johan Frederik

Moeder: 

Hendrika Maria Scheurs

Gehuwd met: 

Joy Cornelia Koster

Geboortedatum: 

 05-06-1940 Batavia 

Overleden: 

 

Trouwdatum: 

 19-02-1964

Plaats: 

 Rheden

Zoon: 

Jurgen Frederik * Zelhem 21-10-1966

Overleden: 

 

Dochter: 

Jacqueline * Zelhem 15-09-1964 

Overleden: 

 

Heeft gewoond aan: 

Burg. Rijpstrastraat 18

Beroep: 

 verf groothandel

IM001646 H.E

Herman Eduard Knaake Jr. voor het woonhuis in de Burgemeester Rijpstrastraat in Zelhem
Foto van mevr. J. Knaake-Koster

 

  rijpstrastraat16 4
Burgemeester Rijpstrastraat 16-18.

Lees ook het verhaal over de kunstschilder H.E.Knaake 

 

  www.oudzelhem.nl 
Aan dit artikel werkten o.a. mee:  
Bert Schieven:  Foto's en informatie
Familie Kuypers:  Diverse informatie
H.M. Somsen:  Website opmaak en informatie

 

kuypers ca_historie

 Naam:  Cornelis Antonie Kuypers
 Geboortedatum:  18-11-1906
 Geboorteplaats:  Vlaardingen
 Vertrekdatum:  1926
  Gelegerd in:  Borneo en Java.
  Legeronderdeel:  Gezondheidsdienst KNIL
  Rang en functie:  Luitenant Arts
 Datum terugkomst:  1946
 Opmerkingen:  Huisarts te Zelhem van 1950 tot 1967.
 Was in zijn jonge jaren arts in het KNIL ( Koninklijk-Nederlands-   Indische-Leger ).
 Eerst te Borneo later te Bandoeng, werd in de Tweede   Wereldoorlog  door de Japanners krijgsgevangen gemaakt.
 Hij was tijdens zijn gevangenschap belast met de medische zorg   voor de troepen die aan de beruchte Birma spoorlijn werkten.
 Hij werd voor dit werk onderscheiden en werd drager van de   verzetsster Oost-Azie.

 

 

kuypers ca_historie

   C.A. Kuijpers in uniform met pet    
Embleem van de KNIL voortrekker  C.A. Kuypers in uniform 

 
1930 inschrijving Universiteit Leiden C.A

1930 Inschrijving op de Universiteit in Leiden

Briefkaart Voorzijde aan J. Kuijpers Bandoeng
1942 Briefkaart van C.A.Kuypers aan zijn vrouw in Bandoeng.
Briefkaart 1942 achterzijde

De achterzijde van de briefkaart in 1942
Bangkok 1946 gezin Kuijpers
1946 Het gezin Kuypers

 Levensloop van Cornelis Anthonie Kuypers

Cornelis Anthonie (Kees) Kuypers werd op 18-11-1906 te Vlaardingen geboren. Hij was de middelste uit een gezin van zeven kinderen. Zijn vader was fabrikant van scheepsmachines. Rond zijn vijfde jaar verhuisde het gezin naar Rotterdam omdat de fabriek daar aan de zuidelijke oever van de Maas meer mogelijkheden tot expansie had. Het gezin kwam boven de fabriek aan de Maas te wonen. Enkele jaren later verhuisden zij in verband met de gezondheid van zijn moeder opnieuw, nu naar Zeist. Zijn vader kwam daar alleen in de weekends. Daar doorliep hij de H.B.S.

Zijn ouders waren Ned. Hervormd en nogal streng in de leer.  Zondags ging het gehele gezin tweemaal ter kerke. Sportverenigingen waren taboe, wat jammer was want hij blonk uit op sportief terrein zoals gymnastiek, voetbal en schaatsen.
Ook was hij muzikaal niet zonder talent en speelde niet onverdienstelijk viool.

In de twintiger jaren ging de algemene economische malaise niet aan de scheepvaart voorbij en dus was er ook vrijwel geen werk voor de fabriek van zijn vader. Voor een opleiding na het behalen van zijn H.B. S.-diploma was er geen geld. Hij deed een jaar wat hand- en spandiensten op de fabriek maar zag daar geen toekomst in.

Op een advertentie in de krant meldde hij zich aan voor een studiebeurs waarmee hij zich verbond om na het voltooien van zijn studie naar Ned. Indië te gaan als officier van gezondheid in het Koninklijk Nederlands -Indisch Leger (K.N.I.L.).

Omdat er opnieuw geen geld was om op kamers te gaan in Leiden, werd hij  treinstudent. In 1932 studeerde hij af. Een paar maanden later trad hij in het huwelijk, met Jeanne Sepers Hij wilde graag naar Indië vertrekken, maar er werd hem gezegd dat er voorlopig geen behoefte was aan jonge artsen. Hij besloot zich te gaan specialiseren tot dermatoloog en in afwachting van een assistentenplaats kreeg hij het advies van de hoogleraar om zich een jaar te bekwamen in de Pathologische Anatomie, opleiding tot patholoog. Nog geen half jaar nadat hij in Amsterdam daaraan was begonnen kreeg hij orders om zich met de eerste gelegenheid in te schepen naar Indië.

Het was gebruikelijk dat een 'groentje' eerst in Batavia op Java een tropencursus volgde en ingewerkt werd. Daar was echter geen plaats. Hij werd voorlopig in het Militiltair Hospitaal van Magelang op Java geplaatst.


COLLECTIE TROPENMUSEUM Militair Hospitaal in Magelang Midden Java TMnr 10002044Militiltair Hospitaal van Magelang Foto: Tropen museum

Een maand later werd daar zijn dochter Dineke* (Dina Cornelia) 23-7-1933 Magelang Java,  geboren. Nog geen zes weken later kon hij weer zijn koffers pakken. Hij moest als 'broekje' zonder enige practische medische ervaring en zonder goede voorbereiding binnen een week met vrouw en een baby van nog geen zes weken naar Sintang in West-Borneo vertrekken. Je had maar te gehoorzamen, in die tijd was van inspraak nog geen sprake.

Sintang was één van de meest afgelegen posten in Nederlands -Indië, midden in de rimboe gelegen en slechts per boot over de rivier de Kapoeas op West Kalimantan voorheen West Borneo, te bereiken. Er was geen hulp en advies van collegae mogelijk, evenmin het verwijzen naar een specialist.


Een Ibu Dajak krijger uit Long NawanDajak krijger uit Lomg Nawan, Borneo. Foto: Tropenmuseum

De inheemse bewoners, de Dajaks, waren nog relatief onontwikkeld. Er woonden wel enkele import Javanen, een paar Hollandse nonnetjes, die de verpleging en verzorging van de patiënten op zich hadden genomen en een Amerikaanse zendeling met zijn gezin.

Ondanks de primitieve omstandigheden met weinig mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek raakte hij toch zo geboeid door diverse ziektebeelden die hij daar waarnam, dat hij met microscoop en eenvoudig kweekmateriaal onderzoek deed en proeven nam en daarover publiceerde in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

Eind 1934 werd in Sintang zijn oudste zoon Cees/Kees* Sintang geboren. Het zware, vochtige klimaat in de tropische regenwouden van Borneo bleef niet zonder gevolgen voor zijn vrouw. Twee jaar later verzocht hij om overplaatsing vanwege haar sukkelende gezondheid.

Dat verzoek werd vrij spoedig gehonoreerd en hij werd overgeplaatst naar Bandoeng op West-Java met een prima klimaat voor Indische begrippen.

In 1938 werd in Bandoeng zijn jongste zoon Hans* 1938 Bandoeng, geboren. Toen hij in 1939 in aanmerking kwam voor een verlof in Holland verkoos hij om in Indië te blijven gezien de situatie in Europa na de inval door Hitler in Polen. Men hield op dat moment nog geen rekening met een uitbreiding van de oorlog in Azië.

In 1942 maakten de Jappen zich meester van Nederlands-Indië en werden de Europeanen gevangen genomen, de mannen gescheiden van de vrouwen en kinderen. De K.N.I.L.-militairen werden afgevoerd, deels naar Japan en deels naar de beruchte Birma-spoorlijn in Achter Indie  om daar voor de Japanners  te werk te worden gesteld. Over de Birma-spoorlijn bestaat het gezegde dat daar voor iedere biels een dode is gevallen. De omstandigheden waren uitermate slecht. Weinig en slecht eten, geen medicamenten voor de op de loer liggende tropische ziektes en zware lichamelijke inspanningen in de tropische hitte zorgden dan ook voor veel sterfgevallen. De ongekende wreedheden begaan door de Japanse overheersers hebben daar ook niet weinig toe bijgedragen.

'Dokter Kuypers' was de oudste arts en droeg dus de verantwoording voor de gezondheid van alle krijgsgevangenen in één van de kampen aan die Birma-Siam spoorlijn. Hij heeft zich daar op dusdanige wijze van zijn taak gekweten dat hij na de oorlog is onderscheiden met de "Verzetster van Oost-Azië", een hoge onderscheiding voor uitzonderlijk gedrag tijdens de krijgsgevangenschap .

Na de capitulatie van de Jappen heeft het nog vier maanden geduurd voordat hij weer met vrouw en kinderen was herenigd. Ondanks alle doorgestane ontberingen kon er van verlof niets komen. Er was natuurlijk zoveel werk aan de winkel op gezondheidsgebied dat artsen niet gemist konden worden. Na ruim een half jaar in Siam (Thailand) zijn gezin bij zich te hebben gehad moest hij vrouw en kinderen in 1946 met het oog op de scholing van zijn kinderen naar Holland laten gaan. Zelf kon hij eindelijk een jaar later volgen.

Inmiddels had hij het plan opgevat om zijn waarnemingen en ervaringen tijdens de krijgsgevangenschap met beri-beri (een aandoening ten gevolge van ernstige vitamine B-deficiëntie) in een dissertatie te verwerken. Terug in Holland kreeg hij tijd om dat plan te verwezenlijken. In 1948 promoveerde hij tot doctor in de geneeskunde. In hetzelfde jaar, 1950, vestigde hij zich als huisarts te Zelhem (Gld.).

In 1967 legde hij zijn praktijk neer. Naast zijn huisartsenwerk is hij vele jaren bestuurlijk actief geweest in de kring van huisartsen in de Achterhoek en bleef hij wetenschappelijk actief. Dat laatste resulteerde in verschillende baanbrekende publicaties in wetenschappelijke medische tijdschriften.

Ook had hij vanaf 1971 jarenlang zitting in het Medisch Tuchtcollege. Na zijn pensionering als huisarts is hij gedurende een jaar werkzaam geweest als hoofdgeneeskundige bij het Gevangeniswezen en de Psychopatenzorg in het Rijksasiel 'De Kruisberg' te Doetinchem, waarna hij nog ca 10 jaar docent is geweest aan de verpleegstersopleiding van het Wilhelmina ziekenhuis te Doetinchem.

Na het definitief stoppen met werken bleef hij zeer geïnteresseerd in zijn vak en las de voornaamste Nederlandse medische tijdschriften.

Kuipers de Boerderij Meeneweg
Tekening Boerderij aan de Meeneweg.  Kuypers 1977 Foto: coll. H.M. Somsen

Hij was een verdienstelijk zondagsschilder. In familiekring worden vooral zijn portretten en landschappen gewaardeerd.
In 1991 overleed zijn vrouw na een gelukkig huwelijk van bijna 60 jaar. Tot vrijwel aan haar dood heeft hij haar enkele jaren met grote toewijding en liefde verzorgd en verpleegd.

Een jaar na de dood van zijn vrouw vond hij in een iets jongere weduwe uit zijn kennissenkring een lieve partner, An Schuitemaker, dankzij wie hij nog een paar goede jaren kende totdat zijn ziekte daar een einde aan maakte.

Verzetster van Oost-Azie

200px Verzetsster Oost Azie met batonVerzetster Oost Azie met baton. 


Verslag van enkele feiten en anekdotes, die inzicht geven waarom mijn vader met deze verzetsster is onderscheiden.

Er zijn een zestigtal brieven, die het beeld wat completer maken. Het zijn brieven uit verschillende hoeken; de meest sprekende zijn een brief van een verpleger, één van een collega kapitein en twee van een Engelse collega kapitein, de laatste was  geen medicus.
Het was op een gegeven moment de bedoeling van de Jappen om een contingent krijgsgevangenen te verschepen naar Japan en ze daar te werk te stellen.
 Het was aan de laatsten, de Engelse kapitein, geen medicus,  bekend dat veel van die schepen, ik meen in de Zuid-Chinese zee, door de geallieerden getorpedeerd werden en met man en muis vergingen. Mijn vader was als oudste en verantwoordelijk arts ook met een paar honderd man ingescheept. De hoogste officieren hadden beraadslaagd, voor zover zulks mogelijk was, hoe ze onder deze levensgevaarlijke reis uit konden komen. Ook het doel op zich was natuurlijk weinig aanlokkelijk. Mijn vader opperde toen het idee, wetende hoe doodsbang de Jappen waren voor besmettelijke ziektes, om de Jappen op de mouw te spelden dat er typhus heerste onder de manschappen, wat niet waar was. Wel waren er een aantal mannen met dysenterie en aspecifieke diarrhoea, buikloop, maar mijn vader hoopte dat de Jappen niet de moeite zouden nemen om nader onderzoek te doen.
De Jappen reageerden furieus, deels uit angst voor besmetting, deels uit frustratie over het ontschepen en weer inschepen van vervangende gevangenen en zoals altijd kreeg de boodschapper van het slechte nieuws rake klappen.
Maar de geconsulteerde Japanse arts durfde het risico niet te nemen en de gehele lading krijgsgevangenen werd ontscheept en als alternatief naar de Birma-spoorlijn gedirigeerd.
Het schip werd volgeladen met Aziatische koelies, werklieden,  en later werd vernomen dat dit schip inderdaad getorpedeerd is en gezonken.
Later, na een verschrikkelijke reis per gesloten goederenwagons in de tropische zon en nachtelijke marsen te voet, om niet door de geallieerden gezien te worden, door moeilijk begaanbaar terrein, kwamen ze in een kamp, dat ze overigens zelf grotendeels moesten opzetten, daar waar de spoorlijn verder moest worden aangelegd. Het heette Springcamp.

Kamp tekening image002Tekening Birmaspoorlijn, Spoorlijn Tonchan 139 Thailand

 Het was een kamp van merendeels Hollandse krijgsgevangenen. Het lag pal naast één of meer kampen met Engelse krijgsgevangenen.
Mijn vader was in zijn kamp weer de hoogste in rang zijnde arts (kapitein) , dus eindverantwoordelijk naar de Jap toe om dagelijks zoveel mogelijk (vanuit Japs oogpunt) 'gezonde' manschappen te leveren om aan de spoorlijn te werken.
Hij realiseerde zich dat, hoe weinig hij ook kon doen in deze situatie met weinig medicamenten, slecht voedsel en onderdak en zware lichamelijke inspanning, er toch twee zaken van eminent belang waren, waar hij wel wat aan kon doen en daar heeft hij zich die periode met alles wat hij in zich had voor ingezet: het moreel en de hygiëne. Hij had mee dat hij van nature gezag uitstraalde, vertrouwen inboezemde en mensen om zich heen wist te motiveren.
Bovendien was hij sthenisch, ( kracht en lust tot leven bezittend) had een groot gevoel voor humor en was ook physiek (lichaamsgestel) niet klein te krijgen.
Met een ijzeren discipline van strenge hygiënische maatregelen rond de voedseldistributie en latrines wist hij de cholera uit het kamp te houden, wat, zoals na de capitulatie bleek, in geen enkel ander kamp langs die spoorlijn gelukt was.
Zo had hij bij de keuken twee grote gamellen laten plaatsen, waar twee man altijd moesten zorgen dat er kokend heet water was om het etensgerei voor en na het eten in onder te dompelen. Hij had geweldige verplegers die hierop toezagen.

Iedere morgen had het vaste ritueel dat alle krijgsgevangenen, die ook maar enigszins konden lopen, voor de Jap moesten aantreden alvorens aan het werk gestuurd te worden. De manschappen werden geteld en de hoogste militair in rang, kolonel van den Hoogeband (Opa van zwemmer Pieter van den Hoogeband.)
en Kuypers en een tolk stonden voor de troep oog in oog met de Jap om verantwoording af te leggen over het in de ogen van de Jap veel te lage aantal goedgekeurde mannen.
De tolk was een klein mannetje, een Jood, die als enige Japans sprak (althans dat kenbaar had gemaakt).

De kampcommandant korporaal Kamura/Kamra, wond zichzelf iedere morgen hoe langer hoe meer op over het te lage aantal beschikbare mannen en iedere morgen eindigde dat met een paar klappen in het gezicht. Eerst de kolonel van den Hoogenband, dan mijn vader, die beide probeerden dat zo stoeijns mogelijk te ondergaan, en tenslotte de tolk. Deze was bang en kwetsbaar en kreeg daarom volgens het bekende primitieve principe de meeste klappen.

Na een week of zo kon mijn vader het niet langer aanzien en ging voor de tolk staan met een houding van "durf je wel, kom maar op, moet je mij slaan". Het slaan hield daarna vrijwel op. De Jap had kennelijk respect gekregen.

Toen het nieuws van de atoombommen op Nagasaki en Hirosjima en de daarop volgende capitulatie van de Jappen in de kampen bekend werd, ontstond er vrijwel onmiddellijk contact met de naburige Engelse kampen en bleek al gauw hoe gunstig het sterftecijfer in het kamp van mijn vader afstak bij dat in de Engelse kampen.

Niet veel later, toen iedereen verzameld was op de plaats waar altijd voor de Jap moest worden aangetreden, werd Kuypers uit het geïmproviseerde ziekenzaaltje weggehaald om voor de troep te verschijnen en kreeg hij na een speech van de officier die het hoogste in rang was, met o.a. de woorden "the magnificent way you kept the cholera away", een ovationeel applaus.

In 1948 kwam het gezin Kuypers naar Zelhem om de huisartsenpraktijk van dokter A.L. Gerritsen, die met pensioen ging, over te nemen. Het gezin Kuypers betrok de huisartsenwoning aan de Burg. Rijpstrastraat 9.
Dr. Kuypers was een bekwaam arts en vele Zelhemmers herinneren hem als een bijzonder fijn mens.

rijpstrastraat9 4 Het woonhuis en de praktijk van C.A. Kuypers aan de Burgemeester Rijpstrastraat 9

Zijn tropenjaren waren een bron voor de vele publicaties die hij verzorgde voor het Ned. Tijdschrift voor Geneeskunst. Die publicaties gaven zijn collega’s in heel Nederland inzicht in de ziektes die zich voordeden onder de teruggekeerde Indische Nederlanders.

In 1967 nam hij als huisarts afscheid. Hij deed zijn huisartsenpraktijk over aan de jonge huisartsen J. van Noort en J. de Boer en verhuisde naar de Meeneweg 1. Na zijn pensionering als huisarts is hij gedurende een jaar werkzaam geweest als hoofdgeneeskundige bij het Gevangeniswezen en de Psychopatenzorg in het Rijksasiel 'De Kruisberg' te Doetinchem. Zijn gedrevenheid voor het vak, maakte dat dr. Kuypers nog tien jaar les bleef geven aan de leerling-verpleegkundigen van het Wilhelmina Ziekenhuis te Doetinchem. Verder was hij medisch adviseur voor de patiënten op het bejaardencentrum de Zonnekamp. Ook zijn, inmiddels hulpbehoevende oud-patiënten, bleef hij zien omdat hij maaltijden ging bezorgen voor Tafeltje Dekje.

Om zijn opgedane kennis te delen, richtte hij twee Probus-clubs op die nu nog bestaan. Op latere leeftijd raakte hij meer aan huis gebonden om zijn zieke vrouw te verzorgen. Na haar overlijden en het overlijden van zijn dochter Dineke kwam hij zelf in het verpleeghuis Den Ooiman in Doetinchem, waar hij op 26 februari 2003 op 96-jarige leeftijd overleed. Dokter Kuypers werd na de oorlog onderscheiden met de Verzetsster Oost-Azie voor zijn werk aan de Birma spoorlijn.

 Dr. Kuypers 2003 DR. C.A. Kuypers 2003

Publicaties van C.A. Kuypers

1.     Geneeskundig Tijdschrift van Ned.-Indië  (1936) af 1. 22 p.1896, Casuïstische
        mededelingen. Uit het Landschapshospitaal te Sintang (West-Borneo). Een 
        tweetal gevallen van Tropical Typhus ?

2.     Geneeskundig Tijdschrift van Ned.-Indië (1936) af1.37 p.2344, Piëdra in
        West-Borneo.

3.     Ned. Tijdschrift van Geneeskunde 97 (1953) p. 818, Een lijder aan Lupus
        Erythematodes Disseminatus subacutus, behandeld met Atebrine.

4.     Ned. Tijdschrift van Geneeskunde 103 (1959) p. 536, Het epidemiologische beeld
       van de Aziatische influenza in een huisartsenpraktijk te Zelhem.

5.     Huisarts en Wetenschap 5 (1962) p. 38, Tonsillitis acuta, het epidemiologische en
        klinische beeld in een plattelands-praktijk.

6.     Ned. Tijdschrift van Geneeskunde 108 (1964) p. 1278, Ingezonden stuk:
        Roodvonk in de praktijk.

7.     Huisarts en wetenschap 9 (1966) p. 42, 'Psychomatische' stoornissen in een
        plattelandspraktijk.


Correcties in samenwerking met H.M. Kuypers
Bewerking 3 juni 2014 en maart 2021