EEN KORTE BESCHRIJVING VAN HET CONFLICT IN NEDERLANDS INDIË.


Geschreven door Bert Schieven

Een conflict dat ruwweg duurde van 1945 tot 1950 met als inzet al dan niet de onafhankelijkheid van Indië oftewel Indonesië.
Vanuit Nederlandse zijde werden gedurende dit conflict circa 200.000 militairen ingezet waaronder circa 90 Zelhemmers. Van deze 200.000 militairen zouden er 6.300 sneuvelen, waaronder drie inwoners van de gemeente Zelhem

Nederlands Oost Indië, kortweg Indië, het huidige Indonesië. Een land dat 56 keer groter is dan Nederland. Reeds op 27 Juni 1596 landen de eerste Nederlanders op Java, maar het zou tot 1904 duren voor de gehele archipel min of meeronder controle was. Aan de vooravond van de Tweede wereldoorlog had Indië 80 miljoen inwoners tegenover Nederland 9 miljoen. Er werd in 1938 voor een totale waarde van 700 miljoen gulden uitgevoerd. Voornamelijk tabak aardolie, rubber, thee, koffie en specerijen. Deze enorme bron van inkomsten viel voor de Nederlandse regering weg in 1942, na de Japanse bezetting van Indië. Toen eind 1945 op zijn beurt Japan verslagen was, begon de Nederlandse regering dan ook gelijk actie te ondernemen om de heerschappij in Indië terug te veroveren. Bijkomend gegeven was dat de Nederlanders die gedurende de Japanse bezetting in kampen hadden verbleven, hun leven absoluut niet meer zeker waren. Er was na de Japanse overgave een soort machtsvacuüm ontstaan en gedurende deze periode werden verschillende Nederlanders vermoord door de opstandige Indonesische bevolking.
En daarom besloot de Nederlandse regering onder het motto Indië verloren rampspoed geboren, om een geduchte troepenmacht op te bouwen.

Allereerst werd het KNIL ( Koninklijk-Nederlands-Indisch-Leger ) weer opgericht
Deels door uit krijggevangenschap teruggekeerde militairen en deels teruggekeerd uit omringende landen waar men naartoe was gevlucht bedroeg hun troepensterkte circa 70.000 man.
Het KNIL was verdeeld over twee Divisies met toegevoegde troepen, te weten de A-Divisie en de B-Divisie.

De Nederlandse regering had in eerste instantie gedacht dat het KNIL de orde wel weer kon herstellen, echter niets bleek minder waar.
De Indonesische republikeinen onder leiding van Soekarno en Hatta hadden dermate aan kracht gewonnen, dat er beduidend meer troepen nodig waren dan de aanwezige 70.000 KNIL militairen.

Dus werd besloten om ter versterking nieuwe troepen aan te voeren.
Allereerst de zogenaamde OVW-ers, ( Oorlogsvrijwilligers ).
Tezamen circa 25.000 man sterk.
Verder werd de troepenmacht uitgebreid met de Koninklijke Marine, waaronder het Korps Mariniers. Met een totale sterkte van circa 15.000 man.

Ook deze toch inmiddels aanzienlijke troepenmacht lukte het niet om aan de winnende hand te komen. Tevens liep de internationale druk onder leiding van de USA, tegen Nederland steeds verder op.
De Nederlandse regering was echter absoluut niet van plan om te wijken voor deze internationale druk, en besloot om vanaf end 1946 dienstplichtigen naar Indië te sturen.

Dit werd de eerste divisie dienstplichtigen, van lichting 1945, in de volksmond ook wel de 7 December divisie genoemd. Omdat er In Indië reeds een A en een B divisie aanwezig waren werd deze eerste divisie dienstplichtigen, binnen de organisatie van het leger in Indië vanaf nu de C-divisie genoemd.
Hun totale troepensterkte bedroeg circa 18.500 man.

Vanaf eind 1946 begin 1947 begon Nederland in Indië geleidelijk de bovenliggende partij te worden, en werd er besloten om een tweede divisie dienstplichtigen uit te zenden.

Deze tweede divisie dienstplichtigen, van lichting 1946, werd naar aanleiding van hun divisie embleem de Palmboomdivisie genoemd. In Indië werd dit na de respectievelijk A, B en C divisie vanaf nu de D-divisie.
Deze D-divisie kwam in de eerste helft van Juli 1947 aan in Indië. In tegenstelling tot de C-divisie die in grote lijnen als divisie bij elkaar bleef, werd de D-divisie veel meer verdeeld over de reeds aanwezige troepenonderdelen. De totale troepensterkte van de D-divisie bedroeg circa 18.500 man.

Na aankomst van de Palmboom ( D ) divisie in Indië, achtte de toenmalige legercommandant Generaal Spoor de tijd rijp voor een grootschalige actie tegen de republikeinse tegenstander. Deze actie die de geschiedenis is ingegaan als de eerste politionele actie, ging van start in de nacht van 20 op 21 Juli 1947. In zeer kortte tijd werden grote delen van Java en Sumatra veroverdop de tegenstanders. Echter onder grote druk van de Veiligheidsraad van de verenigde naties moest Nederland op 5 Augustus 1947 de actie stop zetten.

Er kwam een scheidingslijn die beide partijen in acht moesten nemen, maar het bleef tot schermutselingen komen. In grote lijnen was het zo dat langs de zuidkust en in het centrum van Java grote delen voor de Nederlandse troepen verboden terrein was. Djokjakarta werd door de republikeinse leiders tot hoofdstad van dit gebied uitgeroepen.

Het zat de Nederlandse regering en zeker de legertop niet lekker dat ze de opmars tegen de Indonesische troepen onder druk van de verenigde naties stop hadden moeten zetten. En er werd besloten om een derde divisie dienstplichtigen naar Indië te sturen.

Deze derde divisie dienstplichtigen,lichting 1947, werd naar hun divisie embleem, drietand divisie genoemd. In Indië werd in navolging van de A, B, C en D-divisies veranderd naar E-divisie.
Vanaf November 1947 begonnen eenheden van deze divisie in Indië aan te komen. Hun totale troepensterkte bedroeg 18.500 man.

Zoals al aangegeven het zat de Nederlandse legerleiding niet lekker dat delen van Java en Sumatra in handen van de republikeinen waren. En besloten werd om nog meer dienstplichtigen op te roepen. Dit werden drie totaal zelfstandige brigades met een totale troepensterkte van een divisie te weten 18.500 man.

Allereerst de 41ste zelfstandige brigade,lichting 1948, in Indië de F-brigade.
Vervolgens de 42ste zelfstandige brigade,lichting 1948, in Indië de G-brigade.
En tot slot de 43ste zelfstandige brigade, lichting 1949, in Indië de H-brigade.

Toen ook deze groepen dienstplichtigen in Indië aangekomen waren achtte de legertop de tijd rijp voor een nieuw offensief. Dit offensief is bekend geworden onder de naam tweede politionele actie. En werd gestart op 19 December 1948 met een verrassende luchtlanding op het vliegveld van Djokjakarta. Tijdens deze actie werden de Indonesische leiders Soekarno en Hatta door de Nederlandse troepen gevangen genomen. En werd Java grotendeels bezet.
Maar zoals dat al bij de eerste politionele actie het geval was, werd ook nu de internationale druk tegen Nederland onder leiding van de Usa enorm opgevoerd. En toen de USA zelfs dreigde om de zogenaamde Marshall hulp aan Nederland op te zeggen. Werd de tweede politionele actie op 5 Januari 1949 stopgezet. Er kwam een staakt het vuren en Soekarno en Hatta werden weer vrijgelaten. Er kwam een beetje een patstelling maar het tekende zich alsmaar duidelijker af dat Nederland onder de internationale druk het onderspit ging delven. Eerst kwam daar in Juni 1949 de bittere pil dat de Nederlanders zich moesten terugtrekken uit Djokjakarta.En op 27 December 1949 werd de soevereiniteitsoverdracht getekend. Nederlands Indië was onafhankelijk verklaard en ging verder als de republiek Indonesië, met uitzondering van Nieuw-Guinea wat onder Nederlands bewind bleef.

Het jaar 1950 was het jaar van de grote uittocht der Nederlandse troepen uit Indonesië. Want hoewel een klein gedeelte vrijwillig overstak naar Nieuw-Guinea om daar dienst te doen, vertrok het overgrote gedeelte naar Nederland
Zeer veel Nederlandse schepen werden tijdens deze terugtocht ingezet. Maar omdat de terugtocht veel sneller moest verlopen dan in de jaren ervoor de aanvoer, werden er ook veel schepen van Amerikaanse, Engelse, Australische, Franse en zelfs van Noorse nationaliteit ingezet om deze enorme klus te klaren.
En eind 1950 waren dan ook verreweg de meeste militairen terug in Nederland.

Met uitzondering dus van de militairen die op Nieuw-Guinea achterbleven.
Van 1950 tot 1962 dienden circa 30 duizend militairen voor korte of langere tijd op Nieuw-Guinea. En ook hier waren Zelhemmers bij betrokken.
Samen met het Papoea vrijwilligers korps en de Papoea politie handhaafden zij er de Nederlandse soevereiniteit, hielpen bij de opbouw van het land en spoorden Indonesische infiltranten op. Het kwam diverse keren tot een gewapend treffen tussen Nederlandse en Indonesische troepen, en vanaf begin 1962 liepen deze confrontaties uit op een complete jungle oorlog. Precies zoals het tijdens het conflict in Indië was geweest, moest Nederland ook in Nieuw-Guinea onder grote internationale druk van de Verenigde Naties en in het bijzonder van de USA instemmen met een wapenstilstand. En moest er begonnen worden met het terugtrekken van de troepen.

Op 15 Augustus 1962 tekenden afgevaardigden van Nederland en de Verenigde Naties een akkoord voor de machtsoverdracht. Waarop de definitieve terugtrekking van de Nederlandse troepen begon.

Op 1 Oktober 1962 werd in Hollandia de hoofdstad van Nieuw-Guinea de Nederlandse vlag gestreken. De laatste die boven de kolonie gewapperd had.

Het was 366 jaar, 3 maanden en 3 dagen nadat de eerste Nederlanders in Indië voet aan wal hadden gezet, dat er een definitief einde kwam aan de Nederlandse overheersing in Indië.