Piersonstraat 4

Piersonstraat 4 - Gegevens

Piersonstraat 4

  • Oude straatnaam Wiekenweg - Piersonstraat 4
  • Staat in het dorp
  • Verbouwing(en) 1892: nieuwbouw 1967: nieuwbouw naast de oude kerk
  • Kadasternummer(s)

    N 1059 bouwland

  • Bevolkingsregister en huisnummers vanaf 1829
     
     
    1829:    
    1881-1900:    Kerkgebouw van den Nederlandse Protestantenbond door Ds. C. Maas ingewijd op 4 september 1892
    1901-1924:   NPB-kerkgebouw 
    1925-1939:   NPB-kerkgebouw 
    1940-1964:   NPB-kerkgebouw 
    1965-2021:  Piersonstraat 4

    1967 Nieuwbouw NPB-kerkgebouw naast het bestaande gebouw, daarna afbraak oude gebouw op welke grond waar de kruidentuin was. 

    Na het ontrekken  van het kerkgebouw aan de erediensten en de verhuizing van de kruidentuin naar museum Smedekinck, is thet gebouw vanaf 2012 nog een aantal jaren verhuurd geweest om het in 2021 te slopen ten behoeven van woningbouw.

      

  • Veldnamen


    Boerderij en Veldnamen Zelhem. 
    blz: 93 kaart 17/2 

  • Opmerking

    1892
    De notulen beginnen zo: "Op den 8sten Maart 1892 hield Ds. Brinkerink te Neede eene lezing in de Sociëteit te Zelhem voor de leden van de Afdeeling Doetinchem-Keppel-Zelhem van den Nederlandschen Protestantenbond, wonende te Zelhem".
    Nadat deze rede met onverdeelde belangstelling was aangehoord en den Spreker door het Bestuurslid, den Heer J.C. Bouwmeester een hartelijk woord van dank was toegesproken, bracht de 'Commissie tot Stichting van een gebouw voor godsdienstprediking en godsdienstonderwijs' te Zelhem bij monde van den Heer G.J. Venderbosch verslag uit van hare werkzaamheden en deelde de resultaten daarvan mede. Uit dit verslag bleek dat aan vrijwillige bijdragen reeds was ontvangen de som van f 377 ,-. Vrijwillige bijdragen, toegezegd tot 't bedrag f 204,-. Voor 20 aandelen was ontvangen f 200,-.
    De Heer Venderbosch meent, dat het doel, hetwelk de Commissie zich voor oogen stelde als bereikt kan worden beschouwd, zoodat ook hare taak is afgewerkt. De aanwezige leden zullen nu moeten besluiten wat er verder dient gedaan te worden. Na eenige bespreking werd op voorstel van den Heer G.J. Venderbosch met algemeene stemmen besloten zich los te maken van de Afdeeling Doetinchem-Keppel Zelhem en eene zelfstandige Afdeeling te stichten, genaamd" Afdeeling Zelhem" van den Nederlandsche Protestantenbond.
    Terstond werden hierna de Bestuursleden voor de Afdeling Zelhem gekozen. Met groote meerderheid van stemmen werden gekozen de Heeren D. Oldenhave, H.A. Bruggink en G.J. Venderbosch. Deze Heeren verklaarden zich de keuze te laten welgevallen, terwijl de Vergadering hen machtigde onder elkander de functies naar welgevallen te verdeelen.
    Hierna werd de lijst van de te Zelhem woonachtige leden ter tafel gebracht, waaruit bleek, dat als leden van de Afdeeling Zelhem zijn toegetreden de navolgende personen: H.A. Bruggink, D. Oldenhave, G.J. Venderbosch, J.M. Praastink, R.N.J. Massink, J.C. Bouwmeester, G. Bussink, E.W. Venderbosch, G. Buursink, J. Gijsweenink, D. Berendsen, H.E. Knaake, D.E. Massink, G. Klumper, G.J. Huiskes, D.J. Obelink, W. Bussink, J. Radstake, D.J. Wolsink, J. Bussink, H.J. Eelderink, H. Massen, E.J. Woolschot, K.G. Rooijakker, G.J. Perebolte, E. Wentink.
    Op voorstel van den Heer G.J. Venderbosch werd nu besloten over te gaan tot het houden van de Eerste Vergadering van de Afdeeling Zelhem van den Nederlandschen Protestantenbond.
    De heer G.J. Venderbosch fungeert als Voorzitter en opent de Vergadering. Tegenwoordig zijn 17 leden en de Heer G.J. Horsting uit Doetinchem.

    1. De Voorzitter zegt, dat het hem zeer aangenaam is aan de Bestuurstafel den Heer G.J. Horsting Gzn., lid van het Bestuur van de Afdeeling DoetinchemKeppel te zien en wijst er op dat deze, onze 'Moeder-afdeeling' , sedert jaren veel voor Zelhem heeft gedaan en vooral met betrekking tot het godsdienstonderwijs de geestverwanten alhier steeds financieel heeft gesteund. Nu zooeven is besloten dat Zelhem als eene zelfstandige afdeeling zal optreden, past een woord van dank en aan het Bestuur en aan de leden te Doetinchem en Keppel.
    Mocht de Heer Horsting de tolk dezer Vergadering willen zijn en zijnen medeleden den hartelijken dank betuigen voor hunne betoonde welwillendheid en hunnen steun en hun tevens willen verzekeren, dat 'Zelhem' ten allen tijde zal trachten te toonen, dat men er niet tevergeefs heeft gewerkt.
    De Heer Horsting zegt volgaarne bereid te zijn aan het verzoek van den Voorzitter te voldoen en spreekt den oprechten wensch uit, dat het de jeugdige Afdeeling Zelhem steeds in alle opzichten wel moge gaan en dat zij de moeilijkheden welke zij aanvankelijk nog zeker zal aantreffen op haren weg, flink moge te boven komen.
    Hij geeft de verzekering, dat, evenmin als eene rechtgeaarde Moeder haar kind uit het oog verliest als het voor het eerst zijne schreden zelfstandig op den levensweg zet, de Afdeeling Doetinchem-Keppel zal ophouden belang te stellen in het streven en werken der heden te Zelhem opgerichte Afdeeling van den Ned. Protestantenbond.

    2. De Voorzitter verzoekt machtiging voor het Bestuur om met betrekking tot den voorgenomen bouw van een eigen lokaal de noodige stappen te mogen doen om de voorloopige plannen, begrooting enz. in gereedheid te doen brengen. Deze machtiging wordt bij acclamatie verleend.

    3. Hierna wenscht de Voorzitter dat aan het Bestuur een tweetal leden worden toegevoegd om het Bestuur voor te lichten en te controleeren bij den aanstaanden bouw van het lokaal. De Vergadering zich met dien wensch kunnende vereenigen, benoemt tot leden van de commissie van controle bij den bouw de heeren G. Buursink en G.J. Perebolte. Genoemde heeren nemen welwillend deze benoeming aan.

    4. De Voorzitter stelt namens het Bestuur voor aan H.M. de Koningin-Regentes
    rechtspersoonlijkheid te vragen voor de Afdeeling Zelhem van den Nederlandschen Protestantenbond en nog in deze Vergadering de Statuten voor de Afdeeling Zelhem vast te stellen.
    Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen en daarna worden mede met eenparige stemmen vastgesteld de navolgende Statuten der Vereeniging Af
    deeling Zelhem van den Nederlandschen Protestantenbond"

    27 maart 1892. Tweede Vergadering.
    Leden zijn van oordeel, dat de kosten van het te stichten gebouw te hoog oplopen en dat het inwendige van het gebouw een wijziging behoeft. De heren Bruggink en Buursink wordt opgedragen in nader overleg te treden met de heer Ovink, architect te Doetinchem.
    9 april 1892. Een 8-talleden zijn mondeling uitgenodigd om naar aanleiding van eener missive van den Minister van Justitie eene kleine wijziging aan te brengen in de statuten en wel wat betreft de tijd, waarvoor rechtspersoonlijkheid is aangevraagd. Met algemene stemmen wordt besloten erin toe te stemmen, dat de vereniging is opgericht voor de tijd van twaalf jaar en zes maanden.
    De heer Buursink deelt mede dat de heer D. Oldenhave bereid is gratis een geschikt bouwterrein af te staan achter de tuin van de heer M.L. Ermeling.

    22 april 1892. Aanbesteding gebouw door de architect bij D. Berendsen te Zelhem.
    Hoogste inschrijver op de massa G.J. van Keulen te Borculo f 1949,28, laagste inschrijver J. Bel te Zelhem voor f 1815,-. Er was nog een lagere inschrijving van f 170,70, die bleek echter van onwaarde te zijn omdat eene vergissing had plaats gehad. Behoudens goedkeuring der leden werd het werk aan J. Bel te Zelhem in massa gegund.
    Op deze dag werd ook bij Koninklijk Besluit No. 27 rechtspersoonlijkheid aan de vereniging verleend.

    27 april 1892. Deze vergadering wordt gehouden bij A.J. Praastink en de heer D. Oldenhave deelt mede, dat hem bij informatie is gebleken, dat het met het oog op zijn minderjarIge kinderen voor de vereniging beter is, indien het bouwterrein door hem in erfpacht wordt afgestaan voor zoveel jaren als de wet toelaat, terwijl hij bij eventuele ontbinding der vereniging het gebouw voor f 1000,- wil overnemen.

    26 mei 1892. Ledenvergadering in de Sociëteit. Bij het voorlezen van de notulen wordt opgemerkt, dat afgesproken was om bij eene advertentie prijsopgave en modellen van stoelen te vragen. De secretaris belooft 2;0 spoedig mogelijk voor de uitvoering hiervan te zullen zorgen. De contributie per lid wordt vastgesteld op f 0,50 per jaar. De Heer H.A. Bruggink wordt afgevaardigd naar de 22e Algemeene Vergadering in Kampen op 25 en 26 October. Ook wordt besloten lampen aan te schaffen en een zangkoor op te richten.

    In 1894 staat in het verslag aan het hoofdbestuur vermeld, dat de afdelingen Varsseveld, Aalten, Dinxperlo en Zelhem hebben samengewerkt om de predikbeurten vervuld te krijgen. De reiskosten komen dan voor gezamenlijke rekening!

    In 1895 schenken de heren H.A. Bruggink en D. Oldenhave hun 10 gekochte aandelen aan de afdeling en wordt besloten 30 à 40 ex. te bestellen van de brochure "De Nederlandsche Protestantenbond 1870 - 1895" en aan de leden uit te reiken. 

    In 1896 vraagt de heer Bussink het woord en zegt dat het hem en vele leden wenschelijk voorkomt, dat in de winter bij volle maan in het Gebouw enkele samenkomsten worden gehouden om elkander eens op de hoogte te brengen van de gronden, waarop de moderne theologie steunt, enz. en vraagt daaromtrent het gevoelen der aanwezige leden. Hoewel enkelen beweren, dat zulke besprekingen weinig vruchten zullen dragen, als er geen der zake kundigen tegenwoordig zijn, vinden anderen, dat licht de proef eens is te nemen.

    In 1897 wordt door de Heer A.G. Schepers (notaris) f 28,21 aan de vereeniging geschonken op voorwaarde dat dit bedrag wordt belegd bij de Rijkspostspaarbank.

    In 1899 schenkt de heer G.J. Venderbosch de Bijbel op het Spreekgestoelte aan de afdeling Zelhem 'tot eene blijvende herinnering'. De heer D. Oldenhave stelt zich niet weder herbenoembaar voor het bestuur. De heer G. Bussink komt in zijn plaats.

     

    Het oude gebouw deed dienst tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw en was toen in zo'n slechte staat dat besloten werd om ernaast een nieuw gebouw te laten bouwen. Het oude gebouw heeft gestaan op de plek waar later de kruidentuin gevestigd was voor het vertrek naar museum Smedekick aan de Pluimersdijk 5.

     


     

    De Nederlandse Protestantenbond afd. Zelhem.

    Door Betty Blikman.

    De Nederlandse Protestantenbond: weet u nog wat dit was? Je hoort er nooit meer iets over. Niet zo vreemd, want ze bestaat niet meer. Het was een zelfstandige stroming die niet tot de Nederlands Hervormde kerk behoorde. Deze bond ontstond omdat een groep mensen zich tegen de dogma’s van de Hervormde Kerk keerden en streefden naar verandering. Men richtte zich meer op de naaste en vooral op hen die hulp nodig hadden. Naastenliefde stond hoog in het vaandel. Het ontstaan van de NPB was een reactie op de Confessionele Vereniging, die in 1864 was gevormd. Deze beschouwde de geloofsbelijdenis als het allerbelangrijkste onderdeel van de godsdienst, maar daar was lang niet iedereen het mee eens.

    Het begin.

    Al jaren voor 1870 ontstond er in Nederland verlangen naar een andere, vrijere geloofsrichting. Minder orthodox en meer liberaal. In april 1870 spraken 186 heren op een bijeenkomst van moderne godgeleerden in Amsterdam, over dit onderwerp. Het gevolg hiervan was dat in juli van dat jaar ongeveer 60 mensen bijeen kwamen in Utrecht om te praten over de oprichting van een vereniging die eventueel Gewetensvrijheid zou gaan heten. Maar die naam werd afgekeurd, waarna men een naam vond die de lading beter dekte: Nederlandse Protestantenbond. Mogelijk omdat het protest hierin duidelijker verwoord werd. Meteen werden de ‘algemene bepalingen’ vastgesteld, waarin ondermeer is te lezen dat de NPB zich ten doel stelde de handhaving te bevorderen van de evangelische vrijheid in de protestante kerkgenootschappen. Wettelijke bepalingen, misbruiken en vooroordelen die deze evangelische vrijheid beperkten, moesten worden opgeheven en uitingen van het persoonlijke christelijke geloofsleven moesten worden aangemoedigd. Op twaalf oktober 1870 vond de eerste vergadering van de Nederlandse Protestantenbond plaats, ook in Utrecht. Toen werden de statuten vastgesteld en goedgekeurd en was er een bond met ruim 700 leden tot stand gekomen. Iedereen van achttien jaar en ouder kon lid worden, voor een jaarlijkse contributie van 50 cent. Er zouden liberale predikanten worden aangesteld, jongelingsverenigingen en zondagsscholen opgericht en voordrachten worden gehouden. Kortom, er was een ‘moderne’ richting binnen Nederland gesticht,los van de hervormde kerk. Vanaf het moment konden er afdelingen worden opgericht. Kennelijk was de behoefte groot. In de ene na de andere plaats gebeurde dit. De eerste, meteen na de oprichting van de landelijke bond, was die in Utrecht zelf, en in december van dat jaar begon Leeuwarden, met 50 leden. In januari 1871 startte Tiel met 30 leden, in Bergum deed men dit op tweede kerstdag, in Bergen (NH) startte men in januari met 30 personen, in Groningen dito. In die stad waren twee hoogleraren in de Godgeleerdheid de voortrekkers. In februari nadien gebeurde dit in Haarlem, Arnhem en Assen. Iemand uit de laatstgenoemde stad schreef in december 1870 in de krant deze positieve regels over de oprichting van de Protestantenbond:

    Deze bond zal niets achterwege laten, wat strekken kan om de echte, Protestante beginselen van vrijheid van ’t geweten en voortdurende hervorming, die in onze Protestante kerkgenootschappen vaak worden bedreigd en verloochend, te handhaven en op het burgerlijk en maatschappelijk leven te laten inwerken. Zoals gewoonlijk waren er ook negatieve geluiden. Het Godsdienstig en Staatkundig dagblad De Tijd schreef dat de Protestantenbond, wiens schoonklinkende grondbeginselen, tot hun uiterste consequentie doorgevoerd, zou leiden tot omverwerping van alle kerkgenootschappen, socialisme, communisme en aan de ontbinding der maatschappij meewerken.

    In de Achterhoek

    De boodschap van de Protestantenbond sloeg landelijk aan en het ledental breidde zich enorm uit. In onze omgeving waren Doetinchem en Keppel de vroegsten, beiden bestonden al in december 1871. Ook besloten ze meteen om samen te gaan. Eind 1871 telde de afdeling Keppel-Doetinchem ruim 60 leden. De heren W. Kreunen Azn. en J.M. Coops uit Doetinchem vormden samen met H. Romeijn uit Drempt het vroegste bestuur. Men vergaderde afwisselend in Doetinchem en Keppel. Er werd afgesproken dat er ‘moderne lezingen’ zouden worden gehouden in de winter. Men wist zeker dat deze -met het oog op ‘de geestelijke toestand in de Hervormde Gemeente alhier’ in vruchtbare aarde zou vallen. Ook het handhaven der Evangelische vrijheid, het bevorderen van verdraagzaamheid en het aankweken van humaniteit was hoogst wenselijk. Men besloot om regelmatig bijeenkomsten met een spreker te houden, in Doetinchem wat vaker dan in Keppel. Deze sprekers kwamen vaak van oer weg, zoals de Amsterdamse predikant H. P. Hugenholtz, die op 19 november 1874 in Keppel naar de afdeling Keppel-Doetinchem kwam.

     

    In Zelhem

    Ook in de gemeente Zelhem -met ± 3730 inwoners- was er belangstelling voor de nieuwe geloofsrichting, al duurde het nog een paar jaar eer er een afdeling werd opgericht. Maar op verzoek van enige Zelhemmers, die al lid waren van de afdeling Keppel-Doetinchem, vond er vlak voor kerstmis 1875 in het sociëteitslokaal (in het pand van Venderbosch op de hoek van de Markt en de Smidsstraat) een vergadering plaats, met als spreker A.H. van der Hoeven uit Keppel, emeritus predikant. Hij vertelde over het ontstaan en de reden van de NPB. Er waren 70 belangstellenden. Ongeveer 20 van hen lieten zich meteen als lid inschrijven. Twee maanden later werd er weer een vergadering in Zelhem gehouden van de afdeling Doetinchem-Keppel van de Protestantenbond. Ondanks de gevallen sneeuw was er een grote opkomst. Spreker was ds. Van Bemmel Suyck uit Laag-Keppel. Hij hield een boeiende rede, die tot het einde toe met onverdeelde aandacht werd beluisterd’.Op 17 oktober 1876 vergaderde men in Doetinchem. Vanwege het groeiende aantal leden werd toen besloten om samen te gaan. Men gaf de afdeling de naam: Keppel-Doetinchem-Zelhem. (KDZ) De Graafschapbode vermeldde dit gebeuren uiteraard in de krant en voegde daar nog iets opmerkelijks aan toe: Wij achten dit een verblijdend teken des tijds, daar de gemeente, in de talloze verslagen en geschriften enz. van de heer J.Van Dijk Mzn. te Doetinchem, steeds wordt voorgesteld, dat men hier uitsluitend onder invloed van zijn richting staat! Tot bestuursleden van de afdeling Zelhem werden in december 1889 benoemd J.C. Bouwmeester en G.J. Venderbosch. Op die vergadering werd ook de naam van de afdeling veranderd: In Doetinchem waren zoveel nieuwe leden toegetreden, dat men het op prijs stelde om de naam van de afdeling te veranderen in: Doetinchem-Zelhem-Keppel.

    Hoe ging men verder?

    Er was dan wel een Zelhemse bondsafdeling, maar geen eigen gebouw, geen voorganger en het ledenaantal was niet hoog. Maar bij degenen die lid waren, brandde het innerlijke vuur. Er is geen ledenlijst van deze periode bekend, maar er zaten zowel boeren als middenstanders tussen In veel plaatsen waren vaak de arts, het schoolhoofd en de notaris lid van de NPB. Binnen alle leeftijden, rangen en standen was er behoefte hadden aan een nieuwe vorm van ‘geestelijk voedsel’. Men zette meteen een catechisatie- en een zondagsschoolgroep op. De volwassenen kregen ‘voedsel’ aangereikt door middel van lezingen. Uit alle windstreken kwamen er sprekers om lezingen te houden. De onderwerpen die zij behandelden waren zeer divers. Uit het hiernavolgende is dit enigszins op te maken: Op 29 december 1876 kwam W. Zaalberg uit Deventer naar Zelhem. Dit lid van het landelijk hoofdbestuur had twee jaar eerder een boekje geschrevenover de Nederlandse Protestantenbond in Nederland. Er was onverdeelde aandacht voor zijn woorden over Het Christendom en zijn betekenis in de wereld. Hij hield een beschouwing over het verschil tussen het christendom en de kerkleer. Het Christendom waardeert de mens en kenmerkt zich door een geest van barmhartigheid: iets wat de kerkleer echter niet doet. In februari 1877 kwam ds. R. J. Jungius uit Drempt naar Zelhem met De opvatting der persoonlijkheid van Jezus door orthodoxen en modernen. Voor kerstmis van dat jaar vertelde ds. Knuttel uit Doetinchem over oorsprong en geschiedenis van het kerstfeest en de kerstboom. In maart daaropvolgend was ds. L. Slotemaker uit ’s Heerenberg de spreker, met een verhandeling over Simson. In november 1879 kwam de Terborgse predikant J.C. Tersteeg naar Zelhem en sprak over de orthodoxie. Vooral de laatste zinnen van zijn lezing waren bijzonder: hij was blij dat binnen deze groep onderling veel verdeeldheid was te vinden! Want na woeling en strijd zal de waarheid zegevieren. Heel wat verder weg kwam in 1881 dr. Hagen uit Leiden, die sprak over de toen nog kort opgerichte Vrije Universiteit op Gereformeerde grondslag. Hij stelde de leerstellingen van Calvijn in het licht en betoogde welke waarde deze voor onze tijd hadden.

    Op latere vergaderingen kwamen nog veel meer onderwerpen ter sprake, waarvan hier een kleine bloemlezing. Zoals: Wat is de toekomst van de godsdienst? En: Niets is de waarheid, dit misschien ook niet? Er werd aangetoond dat de twijfel, ontstaan uit het denken, de vader is van de wetenschap: Wat wij onder waarheid hebben te verstaan: hoe de twijfel de geboorte gaf aan het protestantisme. De twijfel maakt mensen vrij van vrees en verruimt zijn gedachtengang en veraangenaamt zijn leven’.Er kwamen uiteraard nog veel meer interessante onderwerpen aan bod, dit zijn nog maar enkele voorbeelden. Deze manier van ‘gemeenschapsvorming’ voorzag beslist in een behoefte. Ze hebben zeker tot nadenken aangezet en werden bijzonder gewaardeerd. De opkomst was dan ook meestal groot, hoewel donker en regenachtig of erg koud weer meteen invloed had op de opkomst. Op 12 december 1889 werd er een huishoudelijke vergadering van KDZ gehouden. De te Zelhem wonende bestuursleden G. Venderbosch en J.C. Bouwmeester bleven als zodanig in functie, want te Zelhem was er veel hulp nodig om het ruime arbeidsveld te bewerken. Maar er was ook klein leed: Doordat het aantal leden in Doetinchem sterk groeide, werd het voorstel aangenomen om in het vervolg de afdeling departement Doetinchem- Keppel- Zelhem. (DKZ) te noemen.

    Veranderingen.

    In de jaarvergadering van 1890 te Doetinchem, werd een reglementswijziging goedgekeurd: in het vervolg zouden de jaarlijkse sprekers als volgt worden verdeeld over de afdelingen: Doetinchem vier, Keppel een, Zelhem twee. Maar er gebeurde nog meer. In januari 1891 stond er een annonce in de krant met de volgende inhoud:

    De Ned. Protestantenbond, woensdag 28 jan: Huishoudelijke vergadering in de Societeitszaal te Zelhem. Aanvang 7 uur. Tot deze vergadering, om meer dan één reden van groot gewicht, worden ook belanghebbenden in Zelhem’s ontwikkeling en vooruitgang dringend uitgenodigd. Over deze vergadering is jammer genoeg geen verslag te vinden.

    Voor de bijeenkomst van tien maart 1892 was ds. D. Brinkerink uit Neede aanwezig. Ook hij had een interessant onderwerp: waarom wij de naam van christenen dragen en welke verplichting die eretitel ons op legt. Dit gaf zoals gewoonlijk stof tot nadenken, evenals het onderwerp dat na de pauze ter sprake kwam! De nog jonge “Commissie tot stichting van een eigen gebouw”, bracht verslag uit over haar werkzaamheden. Men verwierf kapitaal door het uitgeven van renteloze geldleningen van tien gulden. Daarvan werden er ± 180 verkocht. Notaris Schepers zorgde voor de afhandeling hiervan. De opbrengst was positief en de giften zo royaal, dat men met de bouw kon beginnen. Hiervoor werd besloten eerst een eigen afdeling op te richten, waarvoor een bestuur werd gekozen: G.J. Venderbosch, H.A Bruggink en D. Oldenhave. En bovendien twee leden als adviseurs bij de bouw: G.J. Perebolte en G. Buursink. De statuten tot de stichting van het gebouw werden voorgelezen en er zou rechtspersoonlijkheid worden aangevraagd. Al in mei vermeldde de Staatscourant de erkenning van de ‘Afdeling van den Nederlandschen Protestantenbond afdeling Zelhem.’ Artikel 1 luidde: Het doel der vereniging is om in overeenstemming met de beginselen van den Nederlandsche Protestantenbond de vrije ontwikkeling van het godsdienstig leven in deze gemeente te bevorderen.

    Wat later was in de Graafschapbode de volgende advertentie te lezen:
    ********************************

                                      AANBESTEDING 1892

    Op vrijdag 22 april, des namiddags 4 uur, zal in het Koffiehuis ’t Roode Hert” te Zelhem, namens de COMMISSIE voor den Protestantenbond worden aanbesteed:     HET MAKEN VAN EEN GEBOUW,

    waarvan bestek en tekening in genoemd koffiehuis ter inzage liggen.

    Aanwijzing een uur voor de aanbesteding. Inlichtingen geeft de architect

    H.J.L. OVINK te Doetinchem
    ****************************************

    Zes aannemers reageerden: een uit Borculo, een uit Doetinchem en vier uit Zelhem: L. Bennink, H. van Til, G. Bel en J. Bel. Laatstgenoemde schreef het laagst in, voor het bedrag van f. 1815. Eerst werd de gunning nog in beraad gehouden. Maar uiteindelijk koos men voor J. Bel.

    Het ruime bouwterrein was een geschenk van bakker D. Oldenhave. Een paar jaar later werd dit trouwens nog omgezet in erfpacht. De bouw verliep goed, maar niet geheel probleemloos. In juni 1892 waaide het nogal hard. Zo hard dat een gedeelte van van de pas ingezette achtergevel er uit waaide. De metselaars hadden gelukkig net de steiger verlaten. Een week later bracht een opperman een lading stenen naar een steiger op de bouwplaats, maar viel van een behoorlijke hoogte van de ladder op de voorraad stenen. Hij liep ‘enkele kwetsuren’ op, maar kwam grotendeels met de schrik vrij.

    Natuurlijk moesten de bondsleden ook kunnen zitten en daarom werd er een advertentie in de krant geplaatst:
    ***********************************
    Het bestuur van de afd. Zelhem van de Ned. Protestantenbond wenst te kopen: 100 stevige Kamerstoelen, met rechte voorpoten. Aanbiedingen met toezending van modellen franco aan den heer D. Oldenhave te Zelhem.

    *************************************
    Ook besloot men om lampen aan te schaffen en een zangkoortje op te richten. De contributie werd vastgesteld op 50 cent per lid per jaar. Op zondag vier september 1892 werd het lokaal voor Godsdienstonderwijs en Godsdienstprediking ingewijd met eene rede door ds. Maas van Ruurlo. Er waren veel belangstellende toehoorders. Maas bracht hulde aan ds. Van der Hoeven uit Keppel ‘den waardigen bijna negentigjarige grijsaard’ die als eerste hier een lezing had gehouden over het werken en streven van de bond. Jammer genoeg liet diens gezondheid niet toe aanwezig te zijn. In november 1892 werd de afdeling zelfstandig en nam men hartelijk afscheid van de afdelingen Keppel en Doetinchem. Deze droeg vanaf dat moment de naam: Protestantenbond afdeling Deutichem-Keppel.

    Zelfstandig.

    De afdeling Zelhem stond op eigen benen. En hoe! De catechisatielessen gingen door en de diensten op zondag werden zo vaak mogelijk gehouden. Meestal gebeurde dit om de week. Ze begonnen gewoonlijk om 10 uur, maar als het beter uitkwam ook wel ’s middags om half twee of -drie. De gemeentezang -meestal uit de landelijke NPB gezangenbundel- werd begeleid met een traporgel, later door een piano. De gastpredikanten kwamen meestal uit de buurt, zoals Zutphen, Ruurlo of Neede, maar ook wel uit Nijmegen, Leiden, Koog aan de Zaan of zelfs Witmarsum in Friesland. Wie er de volgende zondag op de kansel zou staan, werd steeds in de krant vermeld. Omdat ook de overige afdelingen in de omgeving, steeds voorgangers moesten ‘inhuren’ maakte men onderling afspraken, zodat de reiskosten gedeeld konden worden. Zoals met Pinksteren 1893, toen professor J. Knappert uit Amsterdam ’s ochtends in Zelhem preekte en ’s middags in Dinxperlo. In september van dat jaar kwam ds. Rovers uit Utrecht, die ’s middags in Aalten voorging. De meeste predikanten werden uit Doetinchem van de trein opgehaald, waarschijnlijk klopten de aanvangstijden dan beter.

    Een kerstfeestviering.

    Natuurlijk vierde men elk jaar het kerstfeest, maar 1903 was het jaar waarin dit voor de eerste keer werd opgeluisterd met een kerstboom. Deze feestdag werd op 20 december gevierd en geleid door ds. Knuttel. Er kwamen zoveel geïnteresseerden op af, dat het gebouw bijna te klein was voor allen, die met de kinderen het feest wilden vieren en waarschijnlijk ook om de versierde boom te zien! Knuttel sprak een woord van inwijding en toepassing voor detoehoorders. Het was een geweldige middag. Er was een zee van licht en het kinderkoor (onder leiding van mej. W.G. Oldenhave) zong uitmuntend. Deze middag maakte een diepe indruk op iedereen. Voorzitter H.E. Knaake (de kunstschilder) dankte het bestuur, ds. Knuttel en vooral mej. Dericks, de secretaresse van de kerstcommissie. Ook op oudejaarsavond werd een dienst gehouden. Het gebouw werd ook wel voor andere doeleinden gebruikt, zoals in 1915 voor een uitvoering van Vondels ‘Lucifer’. De recensie in de Graafschapbode was positief, maar vermeldde dat het de toehoorders wel wat boven de pet ging! Toen Nederland in 1915 ‘in staat van beleg’ verkeerde, was er geen grote boom met pakjes aanwezig, maar wel tal van kleine boompjes, prachtig versierd en schitterend verlicht. Na afloop mocht elk gezin er een mee naar huis nemen. Het kerstverhaal werd verteld en lichtbeelden vertoond. Vooral de kinderen genoten!

     

    Een eigen voorganger en een nieuw gebouw.

    In 1934 was de financiële toestand van de Zelhemse afdeling kennelijk zo gunstig, dat er ruimte was om een parttime voorganger te benoemen. Bij de afdeling in Eibergen was H. Mengerink pas benoemd. Misschien had hij wat tijd over en mogelijk inkomen te weinig? En ja, hoewel hij in Eibergen bleef wonen, nam hij ook de Zelhemse afdeling onder zijn hoede. Hij organiseerde ook originele bijeenkomsten. In juli 1939 werd er op een zondagmiddag een openluchtsamenkomst gehouden op het terrein nabij het NPB gebouw, samen met de Vrijzinnigen uit Varsseveld en omstreken. Er was een openluchtspel, veel sprekers en veel gezang. Fanfare Union begeleide het geheel. Mengerink loodste de Zelhemse NPB de oorlog door. In maart 1949 nam hij echter een beroep aan naar Kampen. Al jaren voor de Tweede Wereldoorlog gingen de Nederlandse Protestantenbond en de Vereniging voor Vrijzinnig Hervormden samenwerken. Dit gebeurde zowel landelijk als in de Achterhoek. Geen wonder, hun beider ideologie vertoonde veel overeenkomst.

    Rond 1965 ontstond er behoefte aan een nieuw en ruimer gebouw.

    Architect G. W. Lieverdink maakte de tekening. Misschien deed hij ook het timmerwerk, of hij organiseerde dit. Radstake (Pluimersdijk) zorgde voor de staalconstructie en leverde de aluminium omlijstingen voor de ramen en deuren. W. Gerritsen (Bergstraat) deed het metselwerk. Het werd een eenvoudig rechthoekig gebouw, met een plat dak, veel daglicht, dito zitplaatsen en diverse voorzieningen als een toilet, garderobe en een keukentje. Het oude gebouw werd pas afgebroken toen het nieuwe gereed was. In 1967 stonden ze gebroederlijk naast elkaar op het ruime perceel! Het nieuwe gebouw kreeg de naam De Vlam, waarschijnlijk afgeleid van het logo van de landelijke NPB: een vlam als bron van inspiratie en verlichting. Maar ook wilde men er mee aangeven dat het gebouw een brede functie voor de maatschappij wilde vervullen. Voor de officiële naamgeving werd er een kleine bijeenkomst georganiseerd, waarin gemeenteraadslid Betty Hartemink het een en ander vertelde. Deze ‘huisnaam’ werd aan de buitenmuur naast de ingang aangebracht. Op een flink gedeelte van het grotendeels uit gazon bestaande perceel, werd in 1989 kruidentuin ’t Zunnehöfken aangelegd, die werd onderhouden door vrijwilligers. De brede functie wordt duidelijk in een opsomming van de gebruikers van het pand: vanaf 1979 tot ongeveer 2012 was het de thuisbasis voor de lezingen van het Departement van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen afd. Zelhem. Het fungeerde ook als een soort filmhuis waar de betere films werden vertoond. Het Zelhems dameskoor ’Kunstgenot’ repeteerde er, evenals het chr. gemengd koor uit Wittebrink. Muziekvereniging Union gebruikte het als oefenruimte en in de lagere aanbouw aan de achterkant bewaarden ze hun instrumenten. In 1987 verhuisde de Fanfare echter naar wat voordien het ‘Gebouw voor Christelijke Belangen’ was, aan de Hummeloseweg. De meest opmerkelijke huurder -onduidelijk in welke jaren - was de R.K. kerkgemeente uit Keijenborg, die er diensten hield op de zondagen dat de NPB leden het gebouw niet gebruikten.

    De voorgangers.

    Voorgangers zijn uiteraard erg belangrijk. Aanvankelijk waren het gastpredikanten, maar later werden er vaste mensen aangesteld, zei het niet voltijds. Helaas zijn lang niet al hun namen te vinden. Eind 1971 kwam K. Bosma uit Enkhuizen naar hier. Hij werd in 1978 opgevolgd door N. van de Wall. Deze was beroepen te Zelhem, Eibergen en Dinxperlo. Hij kwam naar Zelhem, maar waarschijnlijk bediende hij ook (een van) de andere plaatsen. Hij was hier nog werkzaam in voorjaar 1989, mogelijk zelfs tot 2002. Verder herinnert men zich nog J. Hoekstra en mevrouw Jane Traas. De laatste voorganger bij de NPB te Zelhem was Jokelien van Kampen.

    Een jubileum.

    In 1992 bestond de NPB afdeling Zelhem 100 jaar. Dat moest gevierd worden! En niet alleen met een feestje, maar ook met een wandkleed, die het gebouw mooi zou aankleden. Er werd een kleurrijk ontwerp gemaakt door gemeentelid W.H. Wessels, voormalig docent handvaardigheid. Een groep van twaalf vrouwen ging aan het werk met naald en draad. De voorstelling was een verzameling van symbolen rond het thema ‘naastenliefde’. Bijvoorbeeld: hoop en liefde: een kelk. De hoop: een anker. De liefde: een hart. De geest: een vogel met een meerkleurige staart, die de vrijzinnige gedachte belichaamt. Mensen dragen twee vissen: een symbool voor Christus en de gelovigen. Een werkende hand verbeeldt de werken van barmhartigheid, zoals het bezoeken van zieken. Rechtsboven in de hoek is de afbeelding van de beide kerkgebouwen te zien. In het midden werd een groep verheugde mensen afgebeeld. Het is een uniek wandkleed geworden met een duidelijke boodschap!

    Andere tijden

    De ontkerkelijking sloeg hard toe in Nederland en veroorzaakte ook bij de NPB in Zelhem problemen. Minder leden, minder inkomsten. Om te bezuinigen werd er maar om de week een dienst gehouden. Omdat ‘ontmoeting’ ook een belangrijk aspect was, organiseerde een aantal leden zich in een groep die zich ‘Balans’ noemde. Zij zorgden om beurten voor een zinvol verhaal in de zondagsdienst. Soms over een theologisch onderwerp, maar ook vaak over een maatschappelijk aspect van de samenleving. Maar rond de eeuwwisseling

    waren er geen bestuursleden meer te vinden en was het ledental gezakt naar rond de ± 50 lidmaten. De instandhouding was voor deze kleine groep niet meer op te brengen en er werd gezocht naar een oplossing. Opheffen en het pand verkopen was het meest eenvoudig, maar een fusie met een afdeling in de buurt was ook een optie. Met Varsseveld, bijvoorbeeld. Want daar was nog sprake van een levendige bondsafdeling. Op de ledenvergadering van 28 november 2011 zou het fusievoorstel ter tafel komen, maar die avond waren er te weinig leden aanwezig. Op een extra algemene vergadering op 16 januari 2012 lukte het wel, zelfs zonder tegenstemmen. De officiële opheffingsdatum werd uiteindelijk 13 maart 2012. Toch voelden lang niet alle Zelhemse leden ervoor om zich aan te sluiten bij de Varsseveldse groep. Er was nog een andere mogelijkheid: lid worden van een afdeling van de Vrijzinnig Protestante Kerk. De Vereniging van Vrijzinnig Hervormden werd landelijk opgericht in 1913 en was -in tegenstelling van de Protestantenbond- een vereniging binnen de Nederlands Hervormde Kerk. Dichtbij, in Hengelo, was zo’n groep. Uiteindelijk sloten er zich ongeveer 22 leden aan bij de Varsseveldse NPB, waaronder de voorgangster. En ± elf personen kozen voor de Vrijzinnig Hervormden in Hengelo. Hun kerkgebouwtje staat sinds 1931 aan de Banninkstraat. Van de overige leden is het onbekend of ze wel of niet naar een andere geloofsgemeenschap overstapten. De uitgangspunten van de beide groepen passen goed bij elkaar: de Landelijke Protestantenbond noemt zich vanaf 2017 officieel: Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB en dat is uiteraard ook de naam van de Varsseveldse afdeling. Gebouw De Vlam werd verkocht aan aannemer J. van Campen, maar in ± 2018 afgebroken, ten behoeve van woningbouw. Het bijzondere wandkleed kreeg een plaatsje in museum Smedeckink en is daar nog steeds te zien. Ook de kruidentuin verhuisde daar naar toe. Ze wordt ook daar onderhouden door een groep enthousiastelingen. Dit verhaal vertelt slechts een klein gedeelte van de geschiedenis van deze levendige en moderne geloofsgemeenschap in Zelhem. Sinds de opheffing hiervan is het dorp een vereniging armer die heel actief was op diverse maatschappelijke terreinen.

    Bronnen:

    www.oudzelhem.eu

    www. Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB: De geschiedenis van De Nederlandse Protestantenbond.

    www. Lijst van Predikanten, hulppredikers, kandidaten enz. J. de Vree in DNK 66 (2007)

    Google Boeken: W. Zaalberg: de Nederlandsche Protestantenbond.

    www: Utrechts Archief: Leeuwenbergh gemeente te Utrecht: Inleiding

    www: Vrijzinnig Protestantisme.

    Illustraties: Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers: Beeldbank

    ,,           : Oud Zelhem/H. Somsen.

    Met dank aan: fam. W. H. Wessels, fam. W. H. Beunk, E. Heezen, B. Hartemink, G. Vleming-Remmelink uit Zelhem en J. van der Laan uit Varsseveld.

     


     

    Zondagsschool van de Nederlandse Protestanten Bond 1906- 1988.

    Zelhem- De Zondagsschool van de N.P.B. ging in 1906 als onderdeel van de in 1892 opgerichte vrijzinnige geloofsgemeenschap N. P.B. afd. Zelhem en omstreken van start.
    De dames W.G. (Mies) Oldenhave en Schuurman namen het initiatief en leiden de eerste jaren de zondagschool.
    De contributie per huisgezin was F 0.50 als de ouders lid waren van het N.B.P., voor niet leden was dit F 1.00, de meeste kinderen van de leden bezochten de zondagsschool.
    Om de kinderen aan de N.P.B. te binden kregen de kinderen voor ieder goed geleerd versje een gekleurd plaatje met een Bijbelse tekst erop die in een verzamelboekje, Versjes en Plaatjes van de Zondagschool, kon worden opgeborgen. Zij zongen uit het boekje ; KINDERZANGEN, de liederenbundel voor de vrijzinnige zondagschool,kinderkerk en gezin. De boekjes kosten per stuk 15 cent en per 50 en meer boekjes 12½ cent.

    Mej. A. Weggelaar stopt in 1941 met het zondagsschoolwerk omdat zij trouwt, haar taken worden overgenomen door onderwijzer G.J. Drost en mw. W. Dimmedal-Kreunen, tot dat in 1965 mej. H. Duitshof uit Halle de lessen overneemt.
    De leiding over de zondagsschool was in handen van dhr. K.W. van Dijk en A.W. van Zadelhoff die beiden in 1969 stoppen, de eerste na 31 jaar de tweede na 10 jaar. Met Pinksteren, zondag 14 mei 1967 is het nieuwe kerkgebouw naast de oude kerk in gebruik genomen en is het oude gebouw daarna gesloopt. Dit nieuwe kerkgebouw gaf meer ruimte en mogelijkheden voor het pastorale werk en de catechisaties. Het bestuur van de zondagsschool wordt aangevuld met mw. H.J. Rietman- Beuger en dhr. N. van Dalfsen die tot 1975 blijft om daarna tot 1988 als secretaris van het N.P.B. verder te gaan.
    Net als bij de andere Zelhemse zondagsscholen neemt ook eind 80er jaren bij de NPB, de belangstelling voor het zondagsschoolwerk af.

     

     

Pagina 1 van 2