Hummeloseweg 76

Hummeloseweg 76 - Gegevens

Hummeloseweg 76

  • Huidige benaming

     

    Wittebrinksemolen

    Luctor et Emergo

     

    Oudste vermelding:

    1889

    Verbouwing(en):    

    1889-1890: bouw van de beltmolen
    1955: restauratie van de kap
    1970: restauratie molen

  • Huidig adres Hummeloseweg 76
  • Oude straatnaam Grooteweg van Doesborgh naar Zelhem Grintweg
  • Staat in Wittebrink
  • Kadaster 1822 .
  • Eigenaar Herman Becking, Schout
  • Woonplaats Zelhem
  • Kadasternummer(s)

     

    I 656 heide

  • Bevolkingsregister en huisnummers vanaf 1829
     
    1829:    
    1889-1906: D54    Hendrik Scholten en Gerritje Minkhorst
    1906-1908: D54   H.Scholten †1906 en G. Minkhorst
      D54  Evert Jan Wolsink neemt in 1908 het bedrijf over
    1908-1942:  D54  E.J. Wolsink en Wed. G.Minkhorst
    1942-1956:  D54  E.J. Wolsink †1956 en Wed. G.Minkhorst
     Hendrik Jan Oldenhave trouw dr. Aleida Elisabeth Wolsink 
    1965-2005: Hummelosewg 76   Wed. A.E. OLdenhave-Wolsink †2003
     zn. J.L. (louis) Oldenhave en G. Heij
    2005-0000: Hummelosewg 76    J.L. Oldenhave †2008
     wed. G. Heij-Oldenhave Woont in het bedrijfspand Luctor et Emergo.

      

  • Veldnamen


    Boerderij en Veldnamen Zelhem. 
    blz: 91 kaart 15/7

  • Opmerking

     

    Toen en nu

    De molen in de Wittebrink

    In de Wittebrink staat de enige geheel bedrijfsklare molen van Zelhem aan wat vroeger de Groote weg van Doesborgh naar Zelhem heette. De beltmolen van het type bovenkruier is gebouwd in de jaren 1889/1890 gebouwd door de Gebr. Garssen in opdracht van molenaar Hendrik Scholten. Het moet hier gaan om de broers Bertus en Johan Garssen uit Warnsveld, die net als hun vader zelf ook molenaar waren. Voor de romp is metselaar Gerritsen uit Keijenborg ingeschakeld. De totale kosten bedroegen 3.000 gulden.

    Molenaar Hendrik Scholten is geboren in 1864 in Zelhem als zoon van de klompenmaker Gerrit Jan Scholten. Voor zijn komst naar de Wittebrink heeft hij als molenaarsknecht gewerkt in Gendringen. Als hij terugkeert in Zelhem trekt hij aanvankelijk in bij zijn ouders aan de Doetinchemseweg, dat blijft zo na zijn huwelijk in 1897 met Gerritje(n) Minkhorst uit Hummelo. Pas in 1901 verhuist het echtpaar naar het boerderijtje De Leeuwerik, recht tegenover de Wittebrinkse molen.

    Na het overlijden van Hendrik Scholten in 1906 hertrouwt Gerritje in 1908 met de knecht Evert Jan Wolsink uit Hengelo (Gld.) en deze zet het molenbedrijf voort. In datzelfde jaar wordt de windmolen uitgebreid met een stoomkorenmolen die de naam Luctor et Emergo, ik worstel en kom boven, meekrijgt. In dit pand wordt ook de handel in granen, kunstmest en mengvoeder ondergebracht. Omdat de stoomkorenmolen ook op windarme dagen kan malen wordt de windmolen geleidelijk aan steeds minder gebruikt. Alleen in en kort na de oorlog is er een opleving, omdat energie dan schaars en duur is.

    In 1942 trouwt de jongste dochter Aleida Elisabeth Wolsink met Hendrik Jan Oldenhave, vanaf dat moment wordt geadverteerd onder de naam Oldenhave. Als Evert Jan Wolsink in 1956 overlijdt raakt de windmolen volledig buiten bedrijf. Nadat het binnenwerk is verwijderd wordt ze alleen nog gebruikt als opslagplaats van granen.

    Op de oude foto, die dateert uit circa 1930, is nog sprake van een molenkap uit hout bekleed met asfaltpapier. Vanwege de slechte conditie is deze in 1957 vervangen door een rieten kap. In 1970 heeft de molen een algehele restauratie ondergaan en wordt dan weer maalvaardig gemaakt, hoewel alleen nog voor veevoeders. In 1983 wordt oudste zoon Louis Oldenhave de nieuwe eigenaar en het pand van de stoomkorenmolen Luctor et Emergo wordt dan verbouwd en uitgebreid tot woonhuis voor hem en zijn vrouw Grada Heij.

    Wat opvalt is dat er uiterlijk sinds 1930 weinig aan de molen is veranderd. Alleen de begroeiing en het aantal bomen in de directe omgeving is sindsdien behoorlijk toegenomen en dat is minder gunstig voor de windvang. Toch is de molen is anno 2020 nog steeds geheel maalvaardig en op gezette tijden wordt er nog gemalen door Bas Oldenhave en Michiel Regelink. Bezichtiging is mogelijk op afspraak. Als de wind meezit is de molen ook in bedrijf op de Open Monumentendagen op 12 en 13 september 2020.

    Bronnen:

    archief mevrouw G. Oldenhave-Heij

    molendatabase.nl

    oudzelhem.eu


    “De Wittebrinkse molen”.     

    In de Wittebrink, bijna 4 kilometer van Zelhem verwijderd, staat nog een van de geheel bedrijfsklare molens van Zelhem. In 1887 hebben de Gebr. Gerritsen, molenmakers uit de Keijenborg, deze molen gebouwd in opdracht van Hendrik Scholten, zoon van de molenaar op de Buursinks molen aan de Doetinchemseweg in Zelhem. De boeren uit deze omgeving waren tot die tijd gedwongen hun graan te laten malen op de molen van Coops in Zelhem of de waterradmolen in Keppel. Voor die tijd waren dat afstanden van belang en daarom werd de molen in de Wittebrink opgericht.

    Het was een ronde, stenen beltmolen met inrit, de kap was bedekt met riet, zoals toen gebruikelijk was. In 1955 is er aan de kap nog een grondige restauratie geweest en in 1970 heeft de hele molen een volgende restauratie ondergaan door molenmaker A.I. Beckers uit Bredevoort. Dat gebeurde onder supervisie van de molen deskundige J.H. Rijnenberg uit Heelsum. Monumentenzorg heeft veertig procent van de kosten voor haar rekening genomen, de provincie dertig en de gemeente Zelhem twintig. De  eigenaar heeft zelf tien procent bijgedragen. Het bijgebouw van de molen kreeg als opschrift de naam Luctor et Emergo (Ik worstel en kom boven), de wapenspreuk van onze provincie Zeeland. Deze spreuk hebben de Zeeuwse metselaars aangebracht, wie anders!
    Na het overlijden van molenaar H. Scholten in 1906, huwde zijn weduwe
    G. Minkhorst in 1908 met de heer E.J. Wolsink, waarna H.J. Oldenhave (Wolsinks schoonzoon) vanaf 1942 de Wittebrinkse molen bemaalt, samen met schoonvader. Dit gaat zo door tot aan het overlijden van E.J. Wolsink in 1956. Van 1956-1983 is A.E. Oldenhave-Wolsink eigenaar en J.L. Oldenhave van 1983 tot († 09-04-2008).

    In het bijgebouw was de granen-, kunstmest- en mengvoederhandel gevestigd.
    Fier op de kap staat een windvaan die een springend paard voorstelt. Zolang de windvaan er staat, staat de molen er ook. Helaas staat de molen nu stil en is er weinig activiteit meer waar te nemen. In de loop van de jaren zijn er diverse reparatie en onderhoud beurten aan de molen geweest. 

    Voor 2007 / 2008  zijn diverse reparaties en onderhoudsbeurten in de planning. De molenaar J.L. Oldenhave heeft alles in het werk gesteld om deze molen maalvaardig te houden zoals zijn familie dit al jaren gedaan heeft. Bakkers uit de omgeving die steengemalen meel willen hebben mogen het meel van deze molen niet meer verwerken van de warenwet, anders zou de molen veel vaker draaien. Het is dan ook een hele zorg voor een particulier om deze molen met veel onderhoud voor het nageslacht te bewaren, daar de subsidiekraan steeds verder dicht gaat.       
    Het is dan ook te wensen dat meer mensen zich het lot van de maalvaardige molen in Zelhem aan trekken, want anders zou ook deze  werkende molen in Zelhem verloren kunnen gaan. Gelukkig zorgt de zoon van Oldenhave samen met zijn moeder en hulp er voor dat de molen ook met de Open Monumenten dagen te bezichtigen is en kan de molen draaien.

    Molenaars:
    1889 – 1906  H. Scholten
    1906 – 1908  weduwe H. Scholten
    1908 – 1956  E.J. Wolsink
    1956 – 1983  A.E. Oldenhave - Wolsink
    1983 – 2008  J.L. Oldenhave.
    2008 - 0000  de erven van J.L. Oldenhave


    De Wittebrinksemolen is een gemeentelijk monument. Zie onderstaande link:

    https://openmonumentendagbronckhorst.nl/monument/zelhem-hummeloseweg-76-wittebrinkse-molen/

Pagina 1 van 2