Uit: Verbael Gasthuislanden 1689. Verbael der landderien onder de Gasthuis bousteden gehoorende, overgenoomen en nagesien door de Gasthuismeesteren Joan Gersen en Engel Luties, opgesteld op 13 en 14 augustus 1689. Overgegeven in den Raedt den 26 Februarie 1729.
Buenck in Zellem
Het goet Buenck in Zellem is een leengoet en is leenhoorich onder de abdie van elten. Dit goet Buenck doet des jaers in de ordin. Verpondinge de somma van dri en twintig gulden en
12 stuiv. - - f. 23 - 12 -.
Noch moet buenck betalen voor een peerdt gehaelt aen de landdrost des jaars ses schepe haver, en ses schellingen aan gelt.
Noch aen de vrou van Holthuisen vier blauwe gld. à 20 st ’t stuck, insgelicks een schepel rog wolt rogg genamdt en een hoen.
Noch aen juffr. Schaeps twee schepel teent rogg, noch eene guld. 15 st tot tins soo tot Lochum moet betaelt worden.
Onder dit goet bunck is gehoorende een weijde het keeltien gen.t: Soo voor doeser onder het goet leusinck heeft geleegen groot ongeveer twee beestens weidens, oostwaarts op de heijde gelegen, zuijtwaarts langens het keelstraatjen, westwaarts de keel, noortwaarts Heeincks slagh.
Noch een weijde buenck slag gen.t.: groot ongeveer vijf beesten weijdens, zuijtwaards langens Luisinck slagh. Noortwaartds lusinckslagh. Oostwaards op de barger straadt. Westwaarts op de beeck.

Noch een weijde noortwaars op het huis schiet: ende groot ongeveer twe beesten weijdens.
Buenck kamp groot ongeveer vier molder roggen gesaaijs is gelegen oostwaarts aan het huis noortwaars Wolterinck kamp Zuijdwaars jolinck steeg westwaars den Enck.
Een stuck op de Denne camp groot ongeveer ses schepels gesaaij. W. op de straat de Loene voert gen.t. O langens Wenck. N. op buenck. Z. op Wenck.
Noch een stuck op de Dennecamp groot ruim een molder gesaaij. W. Waater Landt. O. Dimmendaals camp. Z. Wenck N. op de straat.
Buenck horst groot twe molders gesaaij O. en N. langs hooge lughts’kamp. W. op de maat Z. op de straat.
Buenck Hiethorst groot behalven het onlant drij schepels gesaaij. O. en W Wolterinck maadt Z. Hoogelughts lant. W. buenck maat.
Noch drij hooven groot met melcanderen drij schepels gesaaij.
Noch een campken groot een half molders gesaaij tussen jolincks hoft en buenck schaep schot geleegen.
Buenck in Zellem
Een acker gelegen op den Enck op de weg naer Buenck camp groot een schepels gesaaij. W. Wigerinck. O. Greffelinck camp. Z. op de weg.
Noch een acker op den Enck op de wegh na Duenck camp groot ½ schepels gesaaij tussen twe stuckken landts onder het goet Jolink gehoorende geleegen.
Noch een acker het steege stuck gent: groot ongeveer ½ molders gesaaij. Z. arme lant gehoorende onder de kerk van Zellem. N. het hietvelt.
Noch den oldenhof groot ½ molders gesaaij. Z. papenborgh N. op de weg. O.e en W. op jolinck.
Noch een kempken een spints gesaaij tussen buencks bargh en Wolterincks kamp geleegen.
Dus wort bevonden dat onder Buenck gehoort elf molder en 3 spint gesaaij aen bouwlant.