Pluimersdijk 5 - Gegevens
-
Huidige benaming:
Smedekinck
Oudste vermelding: 1341, als leen van de abdij te Werden Oude benaming boerderij: Smedekinc, Smedekinck, Smeeckinc, Smeitink
In de volksmond werd deze boerderij omstreeks 1880 ook wel Spijkers genoemd en na 1955 Reuterink.Behoorde tot de: Zelhemmer - Hattemermarke Aantal stemmen in de Marke: geen vermelding gevonden Verbouwing(en): In 1911 is de boerderij zeer uitgebreid verbouwd, vermelding op de achtergevel
In 1963 is de voorgevel van het woonhuis verbouwd waarbij het oude karakter van de boerderij verloren is gegaan
Okt 1971, uitbreiding veestallen naar 15 x 13½ m
Juni 1975, ligboxenstal gebouwd, afm. 27 x 20½ m
Jan 1980, bouw werktuigenloods, afm.12 x 11¾ m
2005/2006 renovatie tot museumboerderij - Huidig adres: Pluimersdijk 5
- Oude straatnaam: Groote weg van Zelhem naar Boecolt
- Staat in: Het Dorp
- Kadaster 1822: .
- Eigenaar: Carel Hendrik Verheull
- Woonplaats: Parijs
-
Kadasternummer(s):
N 586 hakhout
N 587 dennenbos
N 588 bouwland
N 589 hakhout
N 590 weiland
N591 schaapskooij
N 592 weiland
N 593 schuur
N 594 weiland
N 595 huis en erf
N 596 boomgaard
N 597 bouwland
N 598 bouwland
N 599 bouwland
N 600 heide met struiken
N 601 hout
In het Maatboek der landerijen Zelhem 1809, ook wel het Hollands kadaster genoemd komen deze percelen onder de nummers 1984 enz voor. Deze gronden staan ook op naam van Verheull.Detail uit de kadasterkaart van 1829.
Uit het Maatboek der Landerijen 1810, no. 2032 is Smedekinck. Foto Gerrit Rijsdorp.
2023 Luchtfoto Pluimersdijk 5. Foto Google
-
(E)igenaars - (P)achters:
(E)
1341: Abdij te Werden
0000: Vorstendom Gelre en de Graafschap Zutphen met als erfpachters:
1424: Derich van Linteloe
1601: Frederica Margriet van Lintlo
1645: Hendric van Coevorden
1648: Goossen van Coederden
1648: Jonker Rouwenoort (Kreynck)
1660: Joncker Reiner van Rouwenoordt en Joncker Garrit Schaep (Markeboek Zelhemmer Marke)
1661: Haeghen (Markeboek Zelhemmer Marke)
1667: Adriaen Bloemendael (Markeboek Zelhemmer Marke)
1809: Carel Hendrik Verheull, deze is in 1830 nog eigenaar, wanneer hij de boerderij verkocht heeft is nog niet bekend)
0000: Fam. Oosterink
Fam. Reuterink
2005: Stichting Zelhems Erfgoed(P) 1601: Bernt Smeinck. Staat dan vermeld als geërfde, het is niet duidelijk wat daarmee bedoeld wordt.
1696: Derck Schooltinck op Smekinck (geboorte Hendersken)
2005: Stichting Museum Smedekinck -
Bevolkingsregister en huisnummers vanaf 1829:
1829: 76 Derk Oosterink en Jenneken Eeltink 1840-1847: 76 D. Oosterink en J. Eeltink 1848-1850: 76 - A84 Hendrik Willem Oosterink en Zwaantje Wolsink 1851-1860: A84-A97 H.W. Oosterink en Z. Wolsink 1861-1870: A97-A101 H.W. Oosterink en Z. Wolsink 1871-1880: A101
"Smeitink"H.W. Oosterink en Z. Wolsink ruilden in ± 1879/1880 van hoeve.
Gerrit Jan Stoltenborg en Gerharda Oosterink,
naar huis nr. A103 “de Roskamp”1881-1900: A101
"Smeitink"Hendrik Spijkers, vader kwam van “de Roskamp” A103
Evert Jan Spijkers en Hendrika Toonk, van A1031901-1924: A91 - A116 - A130 "Spijker" E.J. Spijkers † en H. Toonk †
Gerrit Spijkers tr. in 1919 met Grada Ellenkamp1925-1939: A130 - A168 - A191 G. Spijkers en G. Ellenkamp 1940-2001: A191
"Reuterink"G. Spijkers †1970 en G. Ellenkamp †1961
Willem Johan Reuterink tr in 1955 met dr. Everdina Hendrika Spijkers1965-2001: Pluimersdijk 5 W.J. Reuterink †2004 en E.H. Spijkers †2006
zn. Gerrit Jan Reuterink vertr. naar Pluimersdijk 112001-2005: Pluimersdijk 5 Gemeente Zelhem 2004-2005: Pluimersdijk 5 Ezelstal Edelingen (tijdelijke huurder) 2005-2007: Pluimersdijk 5 Stichting Zelhems Erfgoed. verbouwing tot Museum 2007-0000: Pluimersdijk 5 Stichting Museum Smedekinck -
Veldnamen:
Boerderij en Veldnamen Zelhem. blz: 93 kaart 17/8Vaerninck lant
de Vinkenkamp
den Hof
't Blek
de Kalverweide
de Klaapsinkweg
de Laegentimp -
Opmerking:
1625: In het Register van Goederen van Schaar en Syon en de pastorieën van Zelhem, opgemaakt door de rentmeester Johan van Haeghen, ± 1625 staat onder nr. 8: Een stucken anden Smeijkinck ad 1½ schepel geseis liggende SW aen Kerkwijck stucke; NW anden enden neffens Schenninx crommen acker, NO aen Gerrijt Bouwvinck; SO aen Smekinck koekamken.
Of onderstaande personen met de boerderij in verbinding gebracht kunnen worden is nog niet duidelijk.
1631: Jan Smekinck wordt tot vorster gekozen
1651: Gerrit Smekinck leent 50 Caroliguldens van de Kerk
1729: Rickelt en Gerrit Smekinck doneren 5 gld. voor het orgel
1731: legateert Jenneken Smekinck 25 gld aan de armen
1740: legateert Derk Smekink 25 gld aan de armen, welk bedrag is betaald door zijn zoon Rijckelt
1747: legateert Evert Oosterink 15 gld aan de armen welk bedrag door zijn vrouw Hendersken Smekink is betaald
1771: liberale gift van B. Smekink van 26 gld en 8 stuiversUit: Mensch en land in de middeleeuwen, door B.H. Slicher van Bath.
Smedekinc, erf 1341 (Die Urbare der Abtei Werden, 1906/1917. Heberegister Werden III 833). Zelhem.
Toelichting:
Missionaris Ludger is vanaf eind achtste eeuw als zendeling in de Achterhoek werkzaam is geweest. Abdij Werden is, kort voor zijn dood, in 805 gesticht door Ludger, toen deze bisschop van Münster was. Blijkbaar is de relatie tussen de abdij Werden en Zelhem dan ook geen toeval. Een feit is dat deze abdij in die tijd naast het goed Smedekinc nog zes andere erven onder Zelhem in leen had, deze worden niet bij name genoemd in het register van 1133-1166. Zelfs is er nog een ouder register uit omstreeks 1050 waarin gesproken wordt over bezittingen in Zelhem.
In het Heberegister/heffingsregister staan de bijzonderheden van het erve opgetekend. De grote van de hoeve, de bouw- en weilanden maar ook de verplichtingen in de vorm van cijnzen (belastingen) en thins, zoals de honinggelden. Smedekinc moet ieder jaar 6 potten honing in natura betalen. Twee keer per jaar, tijdens het vasten en in oktober kwam de aartsdeken van Munster en later de aartsdeken van Vreden langs op hun rondreis door de (oer) kerspelen (parochies) Groenlo, Aalten, Varsseveld, Zelhem en Hengelo en werden de aartsdeken de potten honing overhandigd.
Volgens B.J. Hekket in zijn boek Oost Nederlandse Familienamen zijn Smedekinck, Smekinck en Smeitink afgeleid van het Germaanse "smitha", wat smid betekent. Archeologen van Synthegra beschrijven in hun onderzoeksrapport van hun opgravingen op de Vinkenkamp: Er werden resten van ijzerbewerking vastgesteld. Op de Vinkenkamp, het kerngebied van het oude Smedekinck, zo'n honderd meter zuidelijk van de huidige boerderij werd een oude nederzetting aangetroffen bestaande uit een erf met daaromheen een aantal schuren, spiekers en putten. In de directie nabijheid ook drie houtskoolmijlers en ten oosten daarvan storthopen van ijzerslakken. De oven is niet gevonden.
Het type huis huis, een oost-west gelegen eenschepig woonstalhuis met een lengte van 25 meter en een breedte tussen zeven en elf meter, en de gevonden aardewerkscherven wijzen op een bewoning ergens tussen 800 en 1000. Sporen wijzen erop dat de bebouwing door brand aam zijn einde is gekomen. De brand moet hebben plaatsgevonden rond het jaar 1000, waarna het erf waarschijnlijk op een andere plaats is herbouwd, conform de gewoonte in de latere middeleeuwen. Of dat op de huidige locatie van Smedekinck is geweest blijft giswerk, evenals of er een relatie is met Smedekinck.
Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen, Het Kwartier van Zutphen
Smedekinck, in den kerspel van Selm, ontfinck Derich van Linteloe, anno 1424.
Toelichting:
In 1424 wordt het in leen uitgegeven aan Derich van Linteloe door de hertog van Gelre. Blijkbaar heeft er tussen 1341 en 1424 een overdracht plaatsgevonden van de abdij Werden naar Gelre. De relatie met de familie Van Linteloe heeft lang bestaan, want in 1601 ontvangt Fredrica Margriet van Lintlo het erf in leen en in 1648 haar zoon Goossen van Coevorden.
Ludgard van Winckelhusen, heer to Mierlo, crigt 9 maenden uutstel om to suecken bescheyt van vrijgevinge des goets Smedekinck ofte anders 'tselve te leen t' erkennen, 9 Marti 1599.
Idem crigt noch 4 maenden uutstel, 7 Nov. 1600.
Fredrica Margriet van Lintlo ontfengt een goet geheiten Smedekinck met sijn tobeboren, in der graefschap Zutphen, in den kerspel van Selm gelegen, 4 Febr. 1601.
Eadem vernijt, 17 Jan. 1609.
Hendric van Coevorden door sijner moeder Fredrica Margreta van Lintelo beleent, 14 Nov. 1645.
Goossen van Coevorden, erve sijner moeder Fredrica Margreta van Lintelo, beleent, 25 Febr. 1648.Verpondingsregister 1646-1650 in 't Rigterambt Zelhem, afschrift door Gerhardt Kreynck in 1676:
72-14Smekinck. Jonker Rouwenoort.
Huys ende hof 2 spint. boulant 8 mlr. 3e gerve
knoot willigen.
3 beestweydens, heijde ende vaernicklant. (1)
Beswaer, 5 sch Rogge an vrouw Heijendaels 1 sch. woltrogge end 1 hoen an de lantschap.
An Jonker Schaep tot thins 1 pont wass en op twee na het beste van de jonge lammeren oft 2 gl.
7 kannen hoonigh kaelsche maet (2) of 3 gl an Winckelman alle vytganck betaelt de bouman(1) Betekenis van woord “vaernicklant” is vooralsnog onbekend
(2) Mogelijk wordt hier Koelsche = Keulse maat bedoeld