Boeninksteeg 3-3a

Boeninksteeg 3-3a - Gegevens

 

Aan dit artikel van de Stichting Oud zelhem werkten mee:

G.J. Weenk:

bevolkingsregister. 

R.J.J. Weetink:

genealogie  en oude geschriften

Elly en Harry Somsen:

kadaster en huisnummers ©www.oudzelhem.nl

Bronnen:

Boerderij- en Veldnamen in Zelhem (1998)

Boeninksteeg 3

  • Over het pand Boerderij Groot Luykink
  • Huidige benaming

    Groot Luykink

  • Huidig adres Boeninksteeg 3 en 3a
  • Oude straatnaam De Kathorster straat (1829)
  • Staat in Gooi (Goie), later Winkelshoek (stukje in het Broek, wijk H en Winkelshoek wijk I)
  • Verbouwing(en) 1856: nieuwbouw?
  • Eigenaar Johan Francis te Roerde
  • Woonplaats Anholt
  • Kadasternummer(s)

    H 325 elzenbosch
    H 326 berg en hof
    I 194 weiland
    I 195 bouwland
    I 196 huis en erf
    I 197 bouwland
    I 198 elzenbosch


    kadasterkaart               Detail uit kadastrale kaart van 1822 (L.C. Machen)

  • (E)igenaars - (P)achters
     

    (E)

    1378: Willem Nyehuys
    (E) 1405: Willem Nyehuys
    (E) 1409: Gijsbert Bettynck
    (E) 1457: Gijsberts Bettynck
    (E) 1469: Albert Bettynck
    (E) 1484: Henrick Bettinck
    (E) 1502: Willem Bettinck
    (E) 1522: Engelbert van Brueckhees
    (E) 1554: Willem van Broeckhezen
    (E) 1568: Bertruyt Broeckhezen
    (E) 1577: Henrick van Broeckheze
    (P) 1598: ws Berndt Luickinck (Markeboek ZHM)
    (E) 1602: Wendeltjen en Lijsbetjen van Selst
    (E) 1602: Lijsbetjen ende Vreedtjen Baerken
    (P) 1603: Berndt Luickinck (Markeboek ZHM)
    (P) 1613: Jan up Kleijn Luickinck (* ca 1730) (vader Berndt?) (Markeboek ZHM)
    (E) 1625: Bernt Winckelman
    (P) 1634: Willem Groete Luickinck (Markeboek ZHM)
    (P) 1637: Wilhem op Grote Luickinck (Markeboek ZHM)
    (P) 1638: Wilhem op Groete Luickinck (Markeboek ZHM)
    (E) 1640: Bernhardt Winckelman (Markeboek ZHM)
    (P) 1640: Wilhem Luickinck (Markeboek ZHM)
    (E) 1648: Monsieur Winckelman (eigenaar goed Luickinck) (Markeboek ZHM)
    (P) 1650: ws. Willem Luyckinck (Kreynck)
    (E) 1668: Everwijn van Groot Lukinck (Markeboek ZHM)
    (E) 1670: Gerrit Everwijn (Markeboek ZHM)
    (E) 1687: Beukefoort met zijn vrouw Hentiëtta Mokkink

    (P)

    1694-1709: Derck op Groot Luijkingh (doopboek) (laat in die periode 6 kinderen dopen t.w. Willem (1694), Jan (1695), Geertruijt (1698) en Berent (1703), Henrik 1705 en Dries (1709))
    (E) 1712: Henrietta Mockinck
    (P) 1729 : Derck Luijckinck alsmede Willem, Dersken, Grieta, Dries en Hendri Luijckinck (kerkenreckenboeck)
    (E) 1736: Johanna Adriana van Scheven
    (P) 1741: ws Willem Luijkinck (*ca 1720) tr Geesken NN (laten Derk (1741) en Dersken (1747) dopen. (DTB)
    (P) ca 1770 : zn Derk Luikink (*1741 † voor 1780) tr Janna Veenink († voor 1805) (dr Berend Veenink en Jenneken Jolink) (zij laten in de periode van 1773-1778, 4 kinderen dopen)
    (P) 1805: zn Lammert Boenink op Luykink (*1752) (zn Hendrikus Boenink en Eva Boeninck) tr Janna Veenink († voor 1805)
    (P) 1805: Jan Beeftink of Nusselder (*1767) (zn Andries Nusselder en Gartjen Beeftink) tr Zelhem 22-09-1805 Derse Luykink (*1781) (dr Lammert Boenink op Luykink (*1752) en en Janna Veenink († voor 1805)
    (E) 1822: Johan Francis te Roerde (Kadaster)
  • Bevolkingsregister en huisnummers vanaf 1829

     

    1829: 161 

     wednr. Jan Beeftink (van Dersken Luikink)

    1840-1848: 161  wednr. J. Beeftink 
        zn. Lammert Beeftink (*1812) (zn Jan Beeftink op Luykink en Dersken Luikink (ged Nieuwenhave) (*1787) (dr Arnoldus Luikink alias Nijenhave en Lijsken Nijenhuis) en Hendrika Nieuwenhave (*1802 † 1842) (dr Wessel Nieuwenhave en Dersken Teerink) (tr Zelhem 1838) 
    1848-1850: 161  wednr. L. Beeftink (van H. Nieuwenhave) en Johanna Harmina Willink (tr Zelhem 1844) 
    1851-1860: C67  wednr. L. Beeftink † 1856 en J. H. Willink † 1856 
        wednr Gert Jan Wissink (* Wisch 1796) komt van huis 124 (in 1829) † 1857 en Berendjen Lammers (*Wisch 1807, wed. van Hendrik Willem Wissink) (tr Wisch 1854) 
    1861-1870: C71  wed. B. Lammers (van G.J. Wissink) 
    1871-1880:  C74 wed. B. Lammers 
    1881-1900: C74  wed. B. Lammers † 1885
        Gerhard Hebbink (*1862) (zn Garrit Hebbink en Fredrika Johanna Luijkink) tr Zelhem 1889 met Lammerdina Johanna Beeftink (*1871) (dr Hendrik Beeftink en Berendina Wilhelmina Luijkink 
    1901-1924: C60-C62   G. Hebbink en L.J. Beeftink
    1925-1939: C62-C65-C67  G. Hebbink en L.J. Beeftink 
        zn. Gerrit Hebbink tr. 1931 met Gerritje Johanna Berendsen 
    1940-1964: C67  Gerrit Hebbink en Gerritje Johanna Berendsen 
        G. en D. Hebbink 
    1965-0000: Boeninksteeg 3   G. en D. Hebbink 
    2008-0000: Boeninksteeg 3 G. en D. Hebbink 
      Boeninksteeg 3a G.J. Hebbink (Hebbink PC)

     

  • Veldnamen

    Boerderij- en Veldnamen in Zelhem (1998), blz 47, blz 92 krt 16/8, blz 98 krt 22/8 , blz 101 krt 25/8, blz 106 krt 30/1

    Luykinck bosken (Kreynck)
    Groot Lukink (boerderij) (krt 16/8)
    Lukinkheide (bouwland) (krt 30/1)
    Lukinksbos (weiland) (krt 25/8)
    Lukinkwei (bouwland) (krt 22/8)

  • Opmerking
    Oudste vermelding: 1378
    Oude benaming boerderij: Ludekinck
    Luckinck (1616-1618)
    Luijckinck (1629)
    Groete Luijkinck
    Groot Luyekink (Kreynck)
    Luickink
    Behoorde tot de: Zelhemmer Hattemer Marke
    Aantal stemmen in de Marke: 1
    Broodlevering: Rust de plicht op een roggebrood te leveren op de Zelhemmer Brink

     

    Bronnen:

    Register op de Leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen, het Kwartier van Zutphen (bewerkt door Dr. J. S. van Veen (1917)), blz 241-243 (artikel 85)
    Markeboek Zelhemmer Hattemer Marke 1598-1678 (Bewerking R.J.J. Weetink, 2007), blz 8 (1598, broodlevering), blz 10 (1598, ws Berndt Luickinck, belastingplichtige), blz 29 (1603, Berndt Luickinck; boete wegens het afsluiten van de weg), blz 122 (1634, Willem Groete Luickinck; boete wegens het drijven van varkens in de enk), blz 129 (1634, Groete Luickinck; boete n.a.v. schouw), blz 139 (1637, Wilhem op Grote Luickinck; aangesteld als vorster), blz 141 (1637, Wilhem op Groete Luickinck; toezicht als vorster op het ongeoorloofd maaien van plaggen), blz 144 (1638, Wilhem op Groete Luickinck; vorster), blz 149 (1640, t Guit Luickinck; Bernhardt Winckelman verzoekt advies van de Markenrichter omtrent de in te nemen positie n.a.v. het ongeoorloofd omhakken van een boom op last van Burgemeester Louwerman), blz 151 (1640, Wilhem Luickinck; heeft 2 stukjes grond gekocht, grenzend aan zijn erf op Vehninck Brinck, blz 177 (1647, Groete Luickinck; wordt genoemd i.v.m. grondaankoop door Cleyn Luickinck), blz 178 (idem), blz 182 (1648, Groete Luickinck; klacht over de bouwman wegens het vermeend weghalen van plaggen bij Boenink), blz 183 (1648, goed Luickinck; eigenaar Winckelman absent bij Jaarholting), blz 184 (1649, Groete Luickinck; het geschil met Boenink nog niet opgelost), blz, 235 (1669, Groott Luijckinck; de schater Jan Muller meldt dat hij een varken heeft geschut), blz 239 (1671, Groot Lukinck; Everwijn absent bij Jaarholting)
    Verpondings-Kohieren van het Kwartier Zutphen 1646-1650 (Kreynck) (Bewerking R. Weetink, OTGB, 2006), blz 29 (verponding en gebruik van 6 stukken in de enk alsmede Regelinck steegje, door Willem Luyckinck), blz 30 (Luykinck bosken), blz 75 (afdracht aan Marquerink),

    12 Eeuwen Lambertikerk (Gerrit Rijsdorp, 2007), blz 95, kerkenreckenboeck 1729 (orgelfonds)
    ORA Landdrostambt Zutphen
    Protocol van opdrachten, kentenissen, pandschappen, alsmede renteverschrijvingen
    Periode 1696-1805
    Genealogiedomein (ECAL),pondschatting 1616-1618 en 1629, transcriptie van A. Lettink en Maatman


     Gegevens:

    Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen, Het Kwartier van Zutphen

    Ludekinck, gelegen in den kerspel van Zelem, ten Zutphenschen leen heeft ontfangen Willem Nyehuys, anno 1378.

    Willem Schene ontfinck dat goet te Ludekingh met sijnen tobehoren, in den kerspel van Zelem gelegen, tot Zutphenschen rechte, a°. 1405.

    Gijsbert Bettynck beleent, anno 1409.

    Willem Bettinck, erve sijnes vaders Gijsberts, ontfinck dat goet tot Ludickinck met allen sijnen tobehoor, op den Goy, in den lande van Zutphen, in den kerspel van Zelem gelegen, tot Zutphenschen rechten, anno 1457.

    Idem, anno 1465.

    Albert Bettinck beleent, a°. 1469.

    Henrick Bettinck, erve sijnes vaders Willems, heeft ontfangen dat goet tot Ludickinck met allen sijnen tobehoren, in den kerspel van Zeelhem opt Goy gelegen, daer naest gelant dat goet tot Boeninck an d'een ende dat goet to Tille an d'ander sijde, tot Zutphenschen rechten, 16 Oct. 1473.

    Idem vernijt eedt, 18 Aug. 1484.

    Idem, anno 1492.

    Willem Bettinck, erve sijnes vaders Henrix, a°. 1502.

    Gijsbert Bettinck, erve sijnes broders Willems, draegt dit leen voort op Engelbert van Brueckhee s, a°. 1522.

    Idem vernijt eedt, 28 Aug. 1538, 1 Julii 1544.

    Willem van Broeckhezen, priester, erve sijnes vaders Engelberts, 3 Dec. 1554. Andries van Broeckhezen doet hulde.

    Idem tuchtigt sijn moder Bertruyt, eodem die.

    Idem laet eedt vernijen, 19 Maii 1556.

    Bertruyt, erve hares soons Willems, 28 Maii 1568. Henrick van Broeckheze is haer hulder.

    Henrick van Broeckheze, erve sijner moder Bertrud, 1 Febr. 1577.

    Idem laet eedt vernijen sijnen neve Engelbert van Selst 1),16 Aug. 1598.

    Wendeltjen en Lijsbetjen van Selst 2), Lijsbetjen ende Vreedtjen Baerken bij transport hares oldooms ende ooms Henricks voorn. beleent, 22 Oct. 1602, in voegen dat die gesusteren van Selst 2/3 ende die gesusteren Baerken 1/3 sullen genieten, elck na sijn andeel die lasten ende kosten dragen ende Wendeltjen leendragersche wesen sal. Arnt Baerken, haer bestevader ende vader, is hulder.

    Eaedem laten eed vernijen Bernt Winckelman, Wendeltjen van Selsts man, na dode van Arnt Baerken, 30 Julii 1625.

    Wendeltjen van Selst laet haere houwelixe vurwarden 3), met Beernt Winckelman ingegaen, approberen, 13 Dec. 1643.

    Freda Baerkens, weduwe van Peter van Gessel, laet approberen haer verclaeringe ende ratificatie van een acte op den 5 April 1660 voor schepenen van de Weerde buyten Utrecht ende leenmannen gepasseert, 4 Febr. 1661.

    Eadem laet haere dispositie approberen, daerbij sij aen haer vier nichten, dochteren van Berent Winckelman, maeckt een gerecht derdendeel van dit leen 4), 20 Martii 1661.

    Antonetta Winckelmans beleent met het erve Ludekinck, gelijck haer hetselve door dode van haer moeder Wendeltjen van Selst ende dispositie van haer moeye Freda Baerkens aengekomen is, 14 Mey 1661. Haer vader Berent Winckelman is hulder.

    Geertruyt Winckelmans, huysvrou van Gerrit Everwijn, als erfgenaem van Antonetta Winckelmans beleent, 8 Febr. 1670.

    Eadem 5) draegt dit leen op aen Johan Adriaen Bueckefoer t, die daermede beleent is, 14 April 1687.

    Idem en Henrietta Mockinck, egteluyden, laten haer beslote dispositie approberen, 28 April 1712.

    Henrietta Mockinck, weduwe Johan Adriaen Buekevoort, beleent, 1 Julii 1713.

    Johan Reinier Buekenfoort, erfgenaem sijns moeders Henrietta Mockinck, weduwe Johan Adriaen Buekenfoort, beleent, 18 Febr. 1737.

    Johanna Adriana van Scheven 6) laat approberen en registreren een extract uyt het magescheyd, den 18 April 1736 over den boedel van haar grootmoeder Henrietta Mockinck opgerigt, waarbij aan haar dit leen was toe- en aanbedeeld geworden, en is daarmede beleend, aller gestalte hetselve haar door dode van hare voorn. grootmoeder en uyt kragt van het geapprobeerd extract-magescheyd aangekomen is, 24 Julii 1792.

    1) Zoon der zuster van den beleende (akte).
    2) Zij waren docbterskinderen van Arnt Baerken (akte).
    3) Van 17 September 1642 (akte).
    4) In deze akte heet het Groot Luyckingh.
    5) In deze akte heet zij Geertruid Lucia.
    6) Weduwe ter 0erde. 

     

    Verpondingsregister 1646-1650 in 't Rigterambt Zelhem, door Gerhardt Kreynck:

    81-16

    5-5-
    Groot Luyekink. Bernt Winckelman
    Huys ende hof 3 spint. Boulant 9 mlr. 3e gerve
    3 koeweydens slecht lant
    1 vercken oft 3½ dlr. end pontschatting
    Beswaer 3 sch. rogge an Marquerinck bij den bouman betaelt
    opgaende boomen

     

    Opmerking: 
     
    In 1378 wordt als naaste erven vermeld: Ludekinck (Lukink) Goet tot Boeninck. In de volksmond wordt deze boerderij Hebbink van Luykink genoemd.

    Huwelijxe voorwaarden tussen wijlen dhr. Christoffel Bernard van Scheven
    en vrouwe Henrietta Margaretha Buckevoort, den 30 aug. 1729 opgerigt, in
    clausulas concernentes, item magescheid bij de acte van exhibitie vermelt,
    waar bij aan de onmundige juffer Johanna Adriana van Scheven zijn ten
    deele gevallen, een bouwplaats Luickink genaamt, zijnde leenroerig, met het
    Wissinckslag cum appendentiis, voorts de halfscheid van het goed Beeftink,
    benevens andere parceelen onder Doetinchem en Hengelo, door dhr. Joh. Rein.
    Buckevoorth en O.P. Hoevel q.q. g’exhibeert en geprotocolleert 13 okt. 1746

     

Pagina 2 van 2