Erve_en_Goedt_Heeminck.pdf

Updracht_van_Heijmijnck_an_Lettinck_2.pdf

 

Magescheijt tussen de erfgenamen van wijlen de heer Gijsbert von der Ketten, opgerigt op den 14 sept. 1734 en alhier ten respecte van de goederen Heming en Hogenloght alhier geprothocolleert per clausulas concernentes 31 mrt. 1738

Verbant van de goederen Heming en Hogenloght voor 600,-,-. door den volmagtiger van de heer rigter de Nerée en sijn huijsvrouw aen Trijntjen Simons weduwe Saake de Vries 14 sept. 1739
Den 22 jan. 1762 geroijeert.

Verbant van de goederen Heming en Hogenloght voor ene somme van 2600 gulden door den volmagtiger van dhr. R.J. de Nerée, rigter te Calcar en huijsvrouw aen Trijntjen Simons weduwe Saake de Vries 31 mrt. 1738
Den 22 jan. 1792 geroijeert

 De erve behoorde tot de Dunsborgermarke.
Op deze boerderij rust de plicht om brood te leveren bij de Muldersfluite op Hemelvaartsdag. De geschiedenis van boerderij Hemink is, via uitgebreid speurwerk, goed in beeld te brengen. De boerderijgegevens lopen vanaf het jaar 1630, de familiegegevens vanaf 1700. De oorsprong van de familienaam Hemink is met zekerheid afkomstig van de gelijknamige boerderij, die al vanaf 1686 door de Heminks bewoond werd. Gewoonlijk werden er 8 à 9 melkkoeien gehouden, met een melkopbrengst van 2.500 à 3.000 melk, afhankelijk van de voeding. De melk werd op de boerderij verwerkt tot boter. De karn werd aangedreven door een karnhond in een rad.

Gerrit Hemink liet in 1985 het woongedeelte van de oorspronkelijke boerderij verbouwen tot stalling voor jongvee. Daarvoor moest de muur die tot dat moment dienst had gedaan als scheiding tussen woon- en bedrijfsgedeelte met daarin de beddesteden en daartussen de zogenaamde glazenkast worden weggebroken, deze is te bezichtigen in de Museumboerderij. Ook de oude rode en blauwe estrikken werden uit de grote woonkeuken verwijderd. Daarbij bleek er nog een tweede vloer onder te zitten met in het midden een 'vuurkoele'. Daaruit bleek dat erve Hemink voor 1800 en zogenaamd los huus was. Na deze vondst werden de gebinten aan een nader onderzoek onderworpen. Daarbij bleek dat het eerste gebint niet in of tegen de voorgevel stond, maar ongeveer anderhalve meter naar binnen. Bij de oorspronkelijke voorgevel, een vakwerkgevel van leem, had men het dak, zoals gebruikelijk, zo'n anderhalve meter laten oversteken. Toen de muur vervangen werd door een baksteengevel werd die anderhalve meter er bij genomen. Blijkens een ingemetselde tegel, die nog aanwezig is, is dit gebeurd op 4 mei 1900.

Op oude kaarten is duidelijk aangegeven dat er een gracht om de boerderij liep met twee toegangen. Ergens in de tijd is die gracht gedempt, maar bij de bouw van de nieuwe stal kwam het profiel van deze gracht bij de graafwerkzaamheden duidelijk te voorschijn.
Opmerkelijk is dat er tot 1992 altijd een mannelijke opvolger was en toen er in 1992 geen opvolger beschikbaar was werd erve Hemink verkocht aan de familie Buevink. Deze familie was genoodzaakt de boerderij in Doetinchem te verkopen in verband met de stadsuitbreiding.