Overdruk uit een krant van 5 AUGUSTUS 1919 
ONTGINNING WOLFERSVEENIn de gemeenten Zelhem, Ruurlo en Lichtenvoorde ligt eene groote uitgestrektheid aan heidegrond, die den naam van Heerenheide draagt. Het is een onafzienbare, kale vlakte,welke des winters vaak voor een groot deel onder water staat. Verscheidene menschen hebben hier een stuk hei in eigendom, doch verschillende boeren verklaarden mij, dat zij in jaren niet 'in de hei' geweest waren, omdat het hun te ver was. Veel leverde deze ook al niet op, ofschoon er nog wel u-at strooisel uitgehaald werd. Toch schijnt over het algemeen de grond nog niet zoo bijzonder slecht te zijn. Dezer dagen is nl. de 'koninklijkegoedkeuring' verkregen op de statuten eener NV, welke zich ten doel stelt de
meergenoemde heide grootendeels te ontginnen. De naam dier vennootschap is NV de Ontginning het Wolfersveen (het Wolfersveen is een kleine plas in die hei), haar zetel is
te Amsterdam. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt een half millioen. Reeds werden verscheidene perceelen aangekocht; de gemiddelde prijs welke tot heden per hectare
betaald werd, was ongeveer f350. Thans heeft de Mij. ongeveer 250 ha aangekocht.
Met de bezigheden is reeds een begin gemaakt. De directeur acht het geenszins buitengesloten, dat reeds volgend jaar mooie haver daar groeit. Ook zal er gras gezaaid
worden. De afwatering schijnt geen bezwaar te zijn; de inwerkingtreding van het nieuwe waterschap De Baaksche Beek kan hiertoe veel bijdragen. Over niet al te lange tijd
( 1922) zal een gebouw ter plaatse verrijzen bij de z.g. Baaksche Kamp. Een gedeelte der heide is niet zoo ver gelegen van de spoorlijn Zelhem - Ruurlo.

 
Ir. Piet de Fremery, rijk geworden door tabak en rubberplantages en directeur van NV Ontwikkelings Mij "het Wolfersveen" bouwt in 1922 op het landgoed de Baaksche Kamp zijn villa die hij ook de "Baaksche Kamp" noemt, naar de grondeigenaar van destijds, baron van der Heijden uit Baak, die deze gronden als jachtgebied had.
Om deze  te bekostigen bouwt hij in 1922 de ontginnings boerderij de "Baaksche Hoeve", (F 89 nw. nu Ruurloseweg 49 ) met een veldschuur als kantoor.
De boerderij werd voor 10 jaren verpacht aan Gradus Eenink die uit de buurtschap Veldhoek, gemeente Hengelo kwam.
Na 10 jaar vertrok G. Eenink naar boerderij "De Hazekamp" eveneens op het terrein van de Baaksche Kamp dichtbij de Baaksche Hoeve ( Heisterboomsdijk 1 en 1A ) om die boerderij te pachten en later te kopen.
Achter dit perceel ligt het "Pikgat" een klein meertje, dat dienst deed als zwembad en daarbij een badhuis (nu Rijksmonument) van de fam. P. de Fremery op de "Baaksche Kamp"
De "Baaksche Hoeve" stond een even leeg en kreeg een aanbouw, daarna kwam de fam. G. ten Bokkel uit Barchem in 1933 er wonen.
Op de "Baaksche Hoeve" werden i.s.m. de zuivelfabriek "Erica" ten tijde van G. ten Bokkel de zgn, melkcursussen gegeven.

In de zomer werden de leegstaande nieuw gebouwde stallen voor  jeugdkampen van de V.C.J.C. gebruikt.

Diverse bouwaanvragen van P. de Fremery:
1928: vergroten landhuis B 1195, (Wolfersveenweg 6 ?)
1932: uitbreiding landbouwerswoning, Kadaster B 1115
1936: bouw boerderij.