Priesterinkdijk 4

Priesterinkdijk 4 - Gegevens

Priesterinkdijk 4

  • Huidige benaming

    Priesterink

     

    Oudste vermelding: 1402 (Leenaktenboeken)
    Oude benaming boerderij: Pristerinck
    Priesterdinck (1491)
    Presterinck (1616-1618)
    Priesterinck (1629)
    Priesterink (1829)
    Behoorde tot de: Zelhemmer Hattemer Marke
    Aantal stemmen in de Marke: 1
    Broodlevering: rust de plicht op een roggebrood te leveren op de Zelhemmer Brink

     

     

  • Huidig adres Priesterinkdijk 4en 4a Nieuwbouw
  • Staat in Heidenhoek
  • Verbouwing(en) 1982: nieuwbouw woonhuis, na brand 2007: afbraak oude opstallen
  • Kadaster 1822 .
  • Eigenaar T.B. Meijer
  • Woonplaats Roermond
  • Kadasternummer(s)

     

    N 602 hout
    N 603 bouwland (achter de Vinkenkamp, de bult.)
    N 604 hakhout
    N 605 dennenbomen
    N 606 heide
    N 607 bouwland
    N 608 heide met struiken
    N 609 heide met struiken
    N 610 bouwland
    N 611 erf
    N 612 weiland
    N 613 bouwland
    N 614 moestuin

    N 615 huis hof en schuur
    N 616 heide
    N 617 bouwland
    N 618 uitweg als bouwland 
    N 619 bouwland
    N 620 heide met struiken 
    N 621 bouwland
    N 622 heide
    N 623 bouwland
    N 624 bouwland
    N 625 hakhout
    N 626 heide (veur 't Huus)
    N 627 bouwland (Buunksbusken)

     

    2023 0luchtf. Google Pdijk 4

    Priesterinkdijk 4,  foto 2023 Google.

     

  • (E)igenaars - (P)achters

     

    (E)1402: Derich van Linteloe

    (E)1598: Henrich Koerbeeck Johanssoon

    (E)1601: Fredrica Margriet van Lintlo

    (E)1645: Arnolt Coerbeeck

    (E)1648: Goossen van Coeverden

    (P)1649: Harmen Priesterinck (Markeboek ZHM)

    (E)1736: Arnoldus Joannes van Staveren

    (P)1741: Storrius op Priesterink, en Willemina ..........

    (E)1764: Anna Maria van Baustetter

    (P)Bewoner of pachter: Jan Vosserers op Priesterink († 09-04-1788)

    (E)1822: T.B. Meijer (Kadaster)

     

  • Bevolkingsregister en huisnummers vanaf 1829

     

    1829: 78   Hendrik Priesterink †1829 was getr. in 1825 te Zelhem met,
     Jenneken Wisselink †1838, zij tr. 2x in 1836 met Evert Jan Bannink
    1840-1847: 78   wedn. Evert Jan Bannink tr. 2x in 1839 met Berendjen Wossink. 
    1848-1850: 78   E.J. Bannink en B. Wossink
    1851-1860: B1   E.J. Bannink en B. Wossink
    1861-1870:  B1    E.J. Bannink en B. Wossink
    1871-1880: B1   E.J. Bannink en B. Wossink
     Lammert Buunk tr. in 1873 met dr. Aaltjen Bannink
    1881-1900:   B1     E.J. Bannink †1890 en B. Wossink †1884
     L. Buunk en A. Bannink
     Derk Jan Boenink tr. in 1898 met dr. Berendjen Buunk
    1901-1924: B2 - B2   L. Buunk en A. Bannink †1909
     D.J. Boenink en B. Buunk
    1925-1939: B8 - B12 - B18  wednr. L. Buunk, van A. Bannink, †1928

    D.J. Boenink en B. Buunk
    zn. Engelbertus Hendrikus Boenink tr. in 1930 met Antonia Jansen

    1940-1964: B18   D.J. Boenink † en B. Buunk †
     E.H. Boenink en A. Jansen
    1965-0000: Priesterinkdijk 4   E.H. Boenink † en A. Jansen †
    0000-0000:  Priesterinkdijk 4    Derk Jan Boenink †2009
    0000-0000:   Priesterinkdijk 4a     J.W. Huntink

      

  • Veldnamen


    Boerderij- en Veldnamen in Zelhem:
    (1998), blz 61, blz 63, blz 93 krt 17/8, blz 94 krt 18/5, blz 100 krt 24/4, blz 101 krt 25/1

    Priesterink (boerderij)
    Oude Priesterink (erf)
    Priestrinkbos (bos)
    Priesterinkweide (weiland) (2x)
    Buunksbusken
    veur 't Huus

  • Opmerking
      
    Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen, Het Kwartier van Zutphen

     

    Priesterdinck, een dienstmansgoet in den kerspel van Zelem, Ontfinck Derich van Linteloe, a°. 1402.

    Henrich Koerbeeck Johanssoon thoont, dat hij dat goet ende erve to Priesterdinck, in den kerspel van Selm, in der buyrschap van Heydenhoeck gelegen, 9 Octobris 1591 van Henrick van Lintlo to der Walvart tot een Zutphens leen ontfangen heeft, 6 Oct. 1598, daerop hem ophavinge des toslachs geaccordeert is, ende Lintlo wort geholden sijn titul te bewijsen.

    Fredrica Margriet van Lintlo Henricks dochter als erve harer voorolderen ontfengt een erve ende dienstmansgoet, geheiten Priesterdinck 1) met sijn tobehoren, in der graefschap Zutphen, in den kerspel van Selm, in der buerschap Heydenhoeck gelegen, deur Henrick van Nyenhnys, volmachtigen harer moder Clara van Viermund, 4 Febr. 1601.

    Hendric van Coeverden door giffte ende doode van sijnne moeder Fredrica Margreta van Lintelo beleent, 14 Nov. 1645.

    Goossen van Coeverden, erve sijnner moeder Fredrica Margreta van Lintelo, beleent, 25 Febr. 1648.

    Arnoldus Joannes van Staveren beleent volgens resolutie van het Hof d.d. 24 Nov. 1735, 1 Maert 1736.

    Anna Maria van Baustetter na dode van haar grootvader Arnoldus Joannes van Staveren uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd beleend, 10 Oct. 1764 2). Hulder Hermannus Beeckhuysen.

    1) ”gelijck hetselve in den jaren XIIIIcII ende XIIIIcXXIIII bij Derck van Llntlo lest verheft sijn” (akte). In de akte van 1424 is echter van dit goed geen sprake.

    2) Hare medeërfgenamen waren Aleyda Catbarina, gehuwd met Theodorus Ignatius Messmeeker, en Amandus Franciscus van Baustetter, kinderen van Jacobus Gerhardus v. B. en Mechteldis van Staverden, kleinkinderen van Arnoldus Joannes v. S. en Aleyda Caesar (akte).

    Verpondingsregister 1646-1650 in 't Rigterambt Zelhem, door Gerhardt Kreynck:

    2-14   
    Priesterinck. Arnolt Coerbeeck
    Huys ende hof ½ sch. boulant 8 mlr 3e gerve
    4 koeweydens slecht lant
    Betaelt de Pontschattinge
    Beswaer 6 sch. Rogge an de Juffr van Carvenheim 1 sch woltrogge Smallen thient 1 schaep
    Betaelt de bouman
     
    Zutphens archief:
    1491, 23 september
    Gegeven in de yaer uns heren dusent veerhundert enende negentich up Vrijdach nae sunte Mathei dage des hilligen apostels und ewangelisten.
    Bernt van Lintell, domheer te Munster, verkoopt het leengoed Priesterdinck, gelegen in het kerspel Zelhem, dat van zijn vader eerst op zijn broer Roleff en daarna op hem vererfd was, aan Johan Wyntmoel, vóórdien bezitter van dit goed.

    Opdragt vant erve Priesterink door de heer Everard van Staverden en sijn ehevrouw aen de heer Arnold Jan van Staverden 28 nov. 1731
     

     

    Bronnen:

    Register op de Leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen:
    het Kwartier van Zutphen (bewerkt door Dr. J. S. van Veen (1917)), blz 224, 225
    Markeboek Zelhemmer Hattemer Marke:
    1598-1678 (Bewerking R.J.J. Weetink, 2007), blz 8 (1598, broodlevering), blz 10 (1598, verm. Willem Bouninck, belastingplichtige), blz 41 (1610, Pristerinck; geschil over onderhoudsplicht van het hek tussen “Rogenbrinck en Barinck”), blz 47 (1611, idem), blz 48 (1611, Pristerinck; klacht van de vorsters dat de scheper wonende op Pristerinck ongeoorloofd turf heeft gestoken in de enk en de heide heeft afgebrand), blz 49 (1611, Pristerinck, houdt een schaapskudde), blz 80 (1620, Priesterdinck; gerechtigd tot het houden van een schaapskudde, zomer en winter), blz 105 (1628, Priesterinck; klacht over Hendrick, Scheper op Priesterinck; wil een geschil gewelddadig beslechten), blz 126 (1634, Priesterinck, boete n.a.v. de schouw), blz 130 (1634, Priesterinck; betaalt de schouwboete o.a. in de vorm van 1 vaene (= ca 3,5 liter bier), blz 151 (1640, Priesterink; transport erfgenamen), blz 154 (1641, Priesterinck; boete voor het ongeoorloofd grazen van de schaapskudde, in de enk), blz 155 (1641, Priesterinck; transport erfgenamen), blz 186 (1649, Harmen Priesterinck; boete wegens een defecte afrastering naar de enk), blz 194 (1652, Priesterincks Slagh; geschil tussen de eigenaar (Arnolt van Coerbeck) en de eigenaar van Vhenincks Slagh over passagerechten), blz 195 (idem), blz 234 (1668, Priesterinck; boete voor het ongeoorloofd hoeden in de enk, van de kudde schapen)
    Verpondings-Kohieren van het Kwartier Zutphen:
    1646-1650 (Kreynck) (Bewerking R. Weetink, OTGB, 2006), blz 16 (verponding), blz 72 (afdracht aan Juffr. van Carvenheim), blz 78 (afdracht aan het “Lantschap van Gelderlandt”)
    ORA Landdrostambt Zutphen:
    Protocol van opdrachten, kentenissen, pandschappen, alsmede renteverschrijvingen
    Periode 1696-1805
    Boerderij- en Veldnamen in Zelhem: 
    (1998), blz 61, blz 63, blz 93 krt 17/8, blz 94 krt 18/5, blz 100 krt 24/4, blz 101 krt 25/1,
    Oost Nederlandse Familienamen, hun ontstaan en betekenis:
    (B.J. Hekket, uitgave 1996), blz 289 (onder Praastink)
    Genealogiedomein (ECAL):
    pondschatting 1616-1618 en 1629, transcriptie van A. Lettink en Maatman

Pagina 1 van 2