Pluimersdijk 18
Pluimersdijk 18 - Gegevens
-
Huidige benaming
Haank
Oude benaming boerderij:
Haijnck (1616-1618)
Hainck (1629, 1643)
Haynck
Haink
Haank, 1829
Meistershuus (omdat de eerste school van Halle ernaast stond.)Oudste vermelding:
1616
- Huidig adres Pluimersdijk 18
- Oude straatnaam Groote weg van Zelhem naar Bocholt
- Staat in Halle
- Kadaster 1822 .
- Eigenaar de weduwe Gerrit Grutterink, logementhouder
- Woonplaats Zelhem
-
Kadasternummer(s)
Detail uit de kaart van 1643 van Nicolaas GeelkerkenD 149 bouwland
D 150 bouwland
D 151 bouwland
D 152 hakhout
D 153 boomgaardD 154 huis en erf
D 155 hakhout
D 156 weiland
D 157 weiland
D 158 hakhoutDetail uit kadastrale kaart van 1822 (L.C. Machen)
-
(E)igenaars - (P)achters
(E)
1646: Wildenraet ende Juffr. van Baer (Kreynck)
(E)
1830: De erven Gerrit Grutterink (Kadaster)
-
Bevolkingsregister en huisnummers vanaf 1829
1829: 350 Gerrit Wassink en Teuni Wassink vertr. naar G 58 1840-1847: 350 Bouw 1e schooltje op het terrein ca. 1838 (1 lokaal)
Karel Naber, onderwijzer †1841 en Christina Elizabeth Fünke
Johannes Arnoldus Rooyakker, onderwijzer tr. in1842,
met de wed. Christina Elizabeth Fünke1848-1850: 350-G65 J.A. Rooyakker en C.E. Fünke 1851-1860: G65-G 68 J.A. Rooyakker en C.E. Fünke 1861-1870: G68 J.A. Rooyakker en C.E. Fünke 1871-1880: G17-G17 J.A. Rooyakker en C.E. Fünke † 1881-1900: G17 -G14 J.A. Rooyakker, vertr. in 1883 en †1888
zn. Karel Willem Rooyakker, onderwijzer en Catharina Johanna van Bor
Start bouw 2 klassige school 1886 bij het "Haank - meistershuus".1901-1924: G14-G17- --- K.W. Rooyakker vertr. en C.J. van Bor † --- -G17- G22 Albert Hendrik Rouwenhorst, onderwijzer en Johanna Pieper vertr. G 33b.
Einde school op deze kavel, 1924 nieuwbouw school in de Dorpstr. G 23--- --- -G22 Bernard Gradus Nijenhuis en Willemina Johanna Vos 1925-1939: G22 - G26 - G36 B. G. Nijenhuis † en W. J. Vos †
zn. Hermanus Marinus Nijenhuis en Dina Willemina Duitshof1940-1964: G 36 H.M. Nijenhuis † en D.W. Duitshof †
B.G. Nijenhuis en W.J. Vos
Johan Wassink en Marie Toonk (v.d." Gasthuis" ) vertr.
Wijkamp, postbode, vertr. naar Dorpstraat 84
Albert Legters vertr. naar "Spoorzicht" Dr. Grashuisstraat1965-1984: Pluimersdijk 18 Jan Willem Greven †1967 en Jenneken Wentink †1981
zn. Jan Willem Greven en Wilhelmina Tieleman1984-2004: Pluimersdijk 18 J.W. Greven †2004 en W. Tieleman †2000 0000-0000: Pluimersdijk 18 C.W. Wijnands -
Veldnamen
Boerderij en Veldnamen Zelhem. blz: 102 Kaart 26/8 -
Opmerking
Verpondingsregister 1646-1650 in 't Rigterambt Zelhem, door Gerhardt Kreynck:
39-10-8
5-0-0-Haynck. Wildenraet ende Juffr. van Baer
Huys ende hof 1½ sch. boulant 6 mlr. 3e gerve
weydelant. 2 maetjens met holt bewassen van een beestweidens.
Pacht 2 voedertorf. 4 hoender
Beswaer 3 daalder. 1 voedertorf an de Geestlicken tot laste van bouman.
opgaende boomen.Verband van het 1/8 gedeelte van ’t goed Haink, item de halfscheid van zijn
huis en wehre, met de hof aan de Landewehr, voor een somma van 2500 Carl.
gulden, door Caspar van Holten aan juffr. Theodora Binius, weduwe van wijlen
Diederik van Lathum 17 mei 1698
reg. 17 mei 1698. Op den 13 mei 1738 geroijeert
Verband van ¼ part uijt ⅛ part van ’t goed Haink, item ¼ part van huis en
wehre, en hof aan de Landewehr, voor een somma van 250 gulden, door
Jan Luikink, als geauthoriseerde en voormomber van de onmundige kinderen
van wijlen Arent Otters, bij wijlen Elisabeth van Sinningen, laastmaal aan
Casp. van Holten getrouwd geweest, geprocreerd aan juffr. Theodora Binius,
wed. van wijlen den clercq Diederich van Lathum 15 aug. 1698
reg. 15 aug. 1698. Op den 13 mei 1738 geroijeertSchool:
Op 26 april 1826 werd besloten tot het stichten van een nieuwe school in Halle. Iedereen was er voor, maar er was geen geld beschikbaar. De Franse bezetters waren net weg en ze hadden ons in een zeer desolate toestand achtergelaten. In afwachting van de plannen werd alvast de grond aangekocht voor de school en het meesterhuis aan de Bocholtseweg, nu Pluimerdijk.
Architect Buiting uit Doetinchem kreeg opdracht een tekening en bestek te maken met kostenraming. De plek was uiterst geschikt door de goede bereikbaarheid en het lag in het dichtstbevolkte deel van de Halse mark. Van augustus 1842 tot januari 1883 wordt het huis bewoond door meester J.A. Rooyakker (1813-1888) en werd opgevolgd door zijn zoon H.W. Rooyakker. De Rooyakkers oefenden naast het schoolmeesterswerk ook boerenwerk uit. Het gebouwtje aan de Pluimersdijk heeft bijna 100 jaar dienst gedaan als school. Er waren geen toiletten aanwezig, geen gang met kapstokjes. In die tijd was het een éénmansschool, en werkte volgens het mentorsysteem. De ouderen moesten de jongeren helpen, leerlingen werden individueel verder geholpen door de meester die achter zijn lessenaar bleef zitten. Zomers moesten de leerlingen thuis helpen op de boerderij en het land, dus werd er alleen in de winter les gegeven.
Na de bouw van de tweede school op dit terrein ca. 1887 met twee lokalen kwam er een onderwijzeres bij.
Meester Rouwenhorst en juf. Bilderbeek begin 1900Het lesgeven op deze locatie stopte met de bouw van de school in de Dorpstraat in 1924. Deze school kreeg een huisnummer G 23.
Op G 22 aan de Grote weg van Zelhem naar Bocholt (Pluimersdijk) heeft de school nooit een nummer gehad.Bronnen: Boerderij- en Veldnamen in Zelhem (1998) Blz.102 kaart26/8
ORA Landdrostambt Zutphen - Toegangsnummer 0217 - Inventarisnummer 672
Protocol van opdrachten, kentenissen, pandschappen, alsmede renteverschrijvingen
Tafel Zelhem, Miscellanea - Periode 1696-1805
Genealogiedomein (ECAL),pondschatting 1616-1618 en 1629, transcriptie van A. Lettink en Maatman
Hieronder een link naar de oude school aan de Pluimersdijk.
https://oudzelhem.eu/index.php/scholen/item/752-halle-oude-school-pluimersdijk-geschiedenis
De oude school aan de Pluimersdijk 18
De winterschool, zomers werd er geen les gegeven, begon in 1702, maar nog niet aan de Pluimersdijk.
Wie de eerste onderwijzers/hoofd waren is niet meer te achterhalen, wel schoolmeester Derk Steentjes (Steyntjes Jzn) geb.1746, die in 1779 werd aangesteld, als opvolger van zijn vader
Jan Steentjes (Steyntjes). Omdat een schoolmeester zelf in zijn onderhoud moest voorzien, kreeg hij van de Halse Marke een stuk grond in vruchtgebruik, het zgn. meesterstukje.
Door onenigheid hierover in 1783 tussen de Zelhemse dominee en Derk Steintjes, weten wij dat hij in die periode vanaf 1779 tot 1809, schoolmeester was.
Zijn ouders woonden op ’t Hallerdijk, Landstraat 9 en mogelijk gaf Derk Steintjes samen met zijn vrouw Berendina Bulsink, les aan deze winterschool op ’t Hallerdijk.
Derk Steintjes stopt met lesgeven in 1809 op 63jarige leeftijd en overlijdt in 1811.
Zijn opvolger is Maarten Abbink (1773- 1826), die vanaf 1809 les gaf, in zijn eigen in 1841 afgebroken huis nr. 371, nu terrein van molenaar Coops, tegenover de oude smederij van Geurkink aan de Aaltenseweg.
Vanaf 1826 tot 1837 gaf zijn buurman, Willem Grolleman les, een Amsterdammer die met een Hals meisje, Engelina Steentjes (Steintjes) trouwde en met veel branie zei:” Als jullie voor schadden (brandstof voor de kachel) zorgen, dan wil ik wel onderwijs geven.”
Dit zegt veel over het onderwijs in die jaren, de onderwijzers waren niet bevoegd, het lesmateriaal middelmatig of niet aanwezig, het schoolvertrek te krap, maar toch kwamen er 50 leerlingen naar “School”.Er is al langer sprake van een nieuw te bouwen schoolgebouw, de eerste plannen dateren uit 1808, daarna 1827, tot men uiteindelijk op 10 oktober 1831 besluit om eindelijk gelden beschikbaar te stellen. De financiering voor de Halse school kwam van, een Rijkssubsidie van f 450, - , de Provincie draagt f 500, - bij en de burgerlijke gemeente Zelhem zal waarschijnlijk f 600, - bijdragen. Het geld van de gemeente Zelhem is onzeker, omdat dit geld van de armlastige Zelhemse Marke moet komen en de Halse Marke aanzienlijk rijker is. De Halse Marke wordt in 1833 opgeheven en daarmee vervallen de reserves aan de gemeente Zelhem.
Het nieuw gebouwde schooltje uit 1838 stond aan de Pluimersdijk nr. 18, aan hoeve Haank. Meester Karel Naber, die vanaf het winterseizoen 1838 tot aan 1841, les gaf, begon in dit gebouwtje. Het meubilair bestond uit rijen gekoppelde banken die veel weg hadden van kerkbanken. De bouwtekening uit 1826 laat zien dat door deze bankopstelling veel schoolkinderen in een lokaal pasten. Als Karel Naber in 1841 overlijdt, hertrouwd zijn weduwe Christina Elizabeth Fūnke met het nieuwe schoolhoofd Johannes Hendricus Rooijakker die vanaf 1842 tot 1883 bleef.
Het onderwijzershuis met leslokaal uit l838 werd te klein en op 1 april 1873 wordt een langwerpig leslokaal met hoge ramen en een aangebouwd kolenhok in gebruik genomen. Tussen het schoolmeesterhuis en dit gebouw liep een pad rechtstreeks naar de Dorpsstraat in Halle.
De onderwijzer J.H. Rooijakker was bevoegd om catechisatielessen te geven, maar de schoolwet van 1806 verbood dit, alleen als de lessen op zaterdag werden gegeven was het toegestaan.Op 27 juni 1858 werd in Halle de Grote Kerk in gebruik genomen en van de schoolmeester werd verwacht dat hij zondags, na de kerkdienst, in de zgn. kerkespraak de kerkgangers op de hoogte bracht van de prijzen die koeien, varkens etc. op konden brengen.
In 1883 werd J.H. Rooijakker opgevolgd door zijn zoon Karel Willem Rooijakker die op het onderwijzershuis aan de Pluimersdijk blijft wonen, hoeve Haank. Als zijn vrouw Catharina Johanna Bor overlijdt, vertrekt Karel Willem Rooijakker en komt er een nieuw schoolhoofd, Albert Hendrik Rouwenhorst, die samen met de schoolkinderen en juffrouw Bilderbeek in 1914 voor een foto poseert, dan nog voor het oude meestershuis aan de Pluimersdijk 18. Meester Rouwenhorst verhuisd naar de Dorpsstraat 61-63 v/h 41.Op het Liezenbrink’s Kempken aan de Dorpsstraat 84, werd in 1920 een nieuwe dorpsschool geopend met twee lokalen die de oude school aan de Pluimersdijk uit 1873 moest vervangen. De onderlinge verhouding tussen het onderwijzend personeel liet nogal te wensen over en had zijn weerslag op de schoolprestaties van de kinderen. Doordat de gemeenteraad van Zelhem tevens het schoolbestuur van de Openbare School in Halle vormde, was het toezicht op het onderwijs niet optimaal. Door aanhoudende klachten zagen enkele Hallenaren zich genoodzaakt een klacht in te dienen bij de onderwijsinspectie in Den Haag. Het gevolg was de stichting van een Neutrale Bijzondere School, die in hetzelfde lokaal een lokaal kreeg toegewezen. De oude gemeente school in een lokaal met maar 6 leerlingen, in het andere lokaal de leerlingen van de Neutrale Bijzondere School, in een gebouw!
Dit wordt de gemeenteraad van Zelhem te gortig en ze besluit de gemeenteschool op te heffen, en van de twee lokalen weer een school te maken.
Het nieuwe schoolhoofd, meester Jan Enklaar, die in 1924 wordt aangesteld, brengt rust maar vertrekt weer naar de gem. Voorst.
Meester Cornelis Johannes Krocké blijft ook niet lang, hij vertrekt in 1933 naar de gem. Oudewater.
Hun opvolger Bastiaan Niemandsverdriet komt in 1937.Na de WO1 komen er nieuwe woonwijken in Halle en de bevolkingsaanwas die daardoor ontstaat past niet meer in de dorpsschool en kleuterschool.
Op 13 oktober 1977 wordt een nieuw schoolgebouw geopend die nu Dorpsschool Halle heet.
Door nieuwe wetgeving t.b.v. het kleuteronderwijs worden in 1992 de kleuters toegevoegd aan het basisonderwijs, om de overgang van het spelen naar het leren soepeler te laten verlopen.