Haitinkweg 11

Haitinkweg 11 - Gegevens

 

Aan dit artikel van de Stichting Oud zelhem werkten mee:

GJ Weenk:

bevolkingsregister. 

RJJ Weetink:

genealogie en oude geschriften

Sikke Postma oude geschriften en een link De Lakhorst en omgeving door Sikke Postma

Elly en Harry Somsen:

kadaster en huisnummers ©www.oudzelhem.nl

Bronnen:

Boerderij- en Veldnamen in Zelhem (1998)

Haitinkweg 11

  • Huidige benaming

    De Lakhorst

    Oudste vermelding:  1609 (Markeboek ZHM) 
    Oude benaming boerderij:  Laickhorst
    Ackhorst
    Lackhorst 
     Oude straatnaam:  Veenenbrinksche weg (1829)
    Behoorde tot de:  Zelhemmer Hattemer Marke
    Aantal stemmen in de Marke:  vermoedelijk 1 
    Broodlevering:  Gezien de omschrijving in de verpondings-kohieren lijkt het niet waarschijnlijk dat de plicht tot levering van een roggebrood op de Zelhemmer Brink zal hebben bestaan voor 1650. Mogelijk later wel. 
    Staat in:  Heidenhoek (Kreynck), nu Wassinkbrink

     

  • Huidig adres Haitinkweg 11
  • Oude straatnaam Veeninkbrinkseweg (1829)
  • Staat in Wassinkbrink
  • Verbouwing(en) ca. 1850 en ca. 1898
  • Eigenaar Herman Jaaltink, dekker
  • Woonplaats Zelhem
  • Kadasternummer(s)


    H 259 heide
    H 260 bouwland
    H 261 bouwland
    H 262 huis en erf
    H 272 bouwland
    H 274 bouwland (alles doorgehaald)


    kadasterkaart 

    Detail uit de kadasterkaart van 1822 (L.C. Machen)

  • (E)igenaars - (P)achters

     

    (E) 1640-1669: Herman ten Nijenhave (Markeboek ZHM) (Kreynck)

    (E)

    Ca 1751 Jan Schreurs op de Lakhorst en Janna Gerritsen; hun kind Willemken wordt gedoopt 01-01-1751 (DTB)
    (E) 1822: Herman Jaaltink (Kadaster)
     
  • Bevolkingsregister en huisnummers vanaf 1829

     

    1829:

    150

    Harmanus Jaaltink getr. met Hendrika Aagten.

    1840-1847:

    150

    H. Jaaltink † en H. Aagten.

    1848-1850:

     

    Bernardus Kelderman en Garritjen Looman

    1851-1860:

    150- C53-†

    Harmanus Schutte tr. wed. Hendrika Aagten ( van H. Jaaltink)
    B. Kelderman en G.Looman vertr. 1850 naar C8

    1861-1870:

    C53-C57

    H.Schutte en H. Aagten.
    Wolter Jan Eskes tr. met  Maria Theodora Jaaltink (dr.)

    1871-1880:

    C57-C57-C84

    H.Schutte† 1866 en H. Aagten †1864
    W. J. Eskes en  M. Th. Jaaltink (dr.) † 1870

    1881-1900:

    C84-"de Lakhorst"

    wednr. W. J. Eskes (van M. Th. Jaaltink) tr. Elisabeth Span en vertr. naar A107a
    Wichert Waarlo tr. met Hendrika Harmina Bulten.

    1901-1924:

    C84 -"de Lakhorst"
    --- -C68

    W. Waarlo † 1882 en H.H. Bulten vertr. naar C40
    Sander Verwijnen tr. Johanna Francoise Waarlo (dr.) en vertr. naar C40
    Gerrit Jan Rougoor en Harmiena Woolschot komen ca. 1899 van Hummelo

    1925-1939:

    C68-C71-C70
    "de Lakhorst"

    G.J. Rougoor vertr. 1910 naar Wisch en H. Woolschot † 1908
    Jan Willem Hols tr. 1908 met Hendrika Siebelink

    1940-1964:

    C70-C47-C49

    J.W. Hols † 1955 en H. Siebelink 

    1965-0000:

    Haitinkweg 11
    "de Lakhorst"

    wed.  H. Siebelink †1972
    Hendrik Hols † 2003 en Jenneken Bosman † 2013

    0000-0000: Haitinkweg 11  J. Coolenbrander en D. Kolkman
  • Veldnamen


    Boerderij en Veldnamen Zelhem. 
    blz 57 en blz 100 krt 24/1
    De Lakhorst (boerderij)
    de Kamp

     
  • Opmerking

     

    Verpondingsregister 1646-1650 in 't Rigterambt Zelhem, door Gerhardt Kreynck:

    9-1-8   
    9-0   
    De Ackhorst. Herman ten Nijenhave
    Huysken ende hof 1 sch. boulant 1 mlr. 3e gerve
    Tientvry. De pacht 6 dlr. vry gelt
     

    Opdragt van een huijs, hof en landerijen bij het huijs op de Lakhorst in de
    buurschap Veeninkbrink, doch die in dit register niet is, door Wander Coops
    weduwenaar van wijlen Mechtelt van de Lakhorst en zijn dogter Janna Coops
    aan Andries ten Holte en Coba Coops, ehelieden 6 sept. 1799

    Harmiena Woolschot, geb. Zelhem 24-08-1856 (aktenr.: 72), overl. Zelhem 24-07-1908 (aktenr.: 51). Tr. Zelhem 23-02-1888 (aktenr.: 5) Gerrit Jan Rougoor, geb. Wisch 08-06-1857, arbeider, zn. van Hendrik Jan Rougoor, arbeider in Wisch., en Anna Catharina Bierman. Harmiena komt 3-5-1880 van Hengelo naar Zelhem en gaat 3-5-1881 naar Warnsveld. Komt 
    21-8-156 van Zelhem naar Eldrik en gaat 15-11-1886 naar Angerlo. Woont bij trouwen in Hummelo/Keppel.
    Gerrit Jan wonend Hummelo/Keppel bij trouwen. Gezin komt 23-02-1888 wonen Wassinkbrink huis C55; Gaat 17-02-1894 naar Hummelo en woont 1900 in De Wassinkbrink op de boerderij De Lakhorst, Haitinkweg 9 Zelhem en Gerrit Jan Rougoor gaat 23-02-1910 naar Wisch.


    Bronnen:

    Markeboek Zelhemmer Hattemer Marke 1598-1678 (Bewerking R.J.J. Weetink, 2007), blz 35 (1609, die Laickhorst, geschil over de betaling van een hek), blz 65 (1615, Laickhorst, verbod tot het hakken van hout en maaien van plaggen nabij de Bottermate en Laickhorst), blz 87 (1622, Lackhorst; verkoop perceeltje land nabij de Lackhorst t.b.v. reparatie van de kerk), blz 90 (1622, Lachorst; aankoop perceeltje grond grenzend aan de Lachorst, door Steven to Mollencamp), blz 97 (1625, Lackhorst, idem), blz 151 (1640, Harmen Nijenhave, transport erfgenamen), blz 178 (1647, die Lackhorst, aankoop stukje gemeentegrond door Harmen op Nijenhave), blz 183 (1648, Harmen ten Nijenhaeve benoemd tot vorster), blz 195 (1652, Harmen ten Nijenhaeve, vorster), blz 203 (1658, idem), blz 205 (1659, Harmen Nienhave, idem), blz 227 (1664, Harmen Nienhave, boete voor het houden van schapen terwijl hij daar niet toe gerechtigd is), blz 235 (1669, Herman Nieuwenhaeve; zijn varken geschut door de scheuter),
    Verpondings-kohieren van het kwartier Zutphen, 1646-1650, Richterampt Zelhem (Kreynck) (bewerking R. Weetink, OTGB, 2006), blz 25 (de Ackhorst, Herman ten Nijenhave)
    ORA Landdrostambt Zutphen
    Protocol van opdrachten, kentenissen, pandschappen, alsmede renteverschrijvingen
    Periode 1696-1805

     
    Ten opzichte van de ca. 5 afgebroken woningen aan deze straat zijn er 2 teruggekomen die zich beide de Lackhorst noemen.
    Het opgeheven huisnummer C50 wordt 1931 hergebruikt voor de Bottermaote [Haitinkweg 13]

     

    Toegang 0217, Oud Rechterlijk Archief Zutphen, invoernr. 631 periode 1609-1618
    Protocol van opdrachten, kentenissen,pandschappen, alsmede renteverschrijvingen.

    Folio 128- verso
     

    Hertaling door Sikke Postma

    Op 14 januari 1615 is voor de weledelgestrenge heer Diderich van Dorth, heer tot Dorth1, kolonel landdrost der graafschap Zutphen2, en scholte van Lochem, samen met de eerzame Johan Messe-maker3 en Leonhardt Kaldenbach4 als keurnoten [of bijzitters], verschenen:

    Harmen Redicher5, als gevolmachtigde van Derrick Lettinck en Aeltjen Wetters zijn echtgenote, uit kracht van een zekere volmacht, op 6 augustus 1614 gepasseerd voor Johan Romunde en Berent Slichcamp, schepenrichters van de stad Doetinchem en voorzien van hun met groene was opgedrukte zegel, die alhier in het gericht is vertoond, gezien en gelezen en overhandigd aan de voornoemde gevolmachtigde in naam van zijn principalen en hun erfgenamen.

    Uit kracht van de door hem aangeleverde volmacht [blijkt], dat deze [principalen], voor een som geld, die hiervoor in dank en naar genoegen in één keer tot de laatste cent betaald is, in een steevaste en onherroepelijke erfkoop, ervelijk en eeuwigdurend verkocht, overgedragen en opgedragen hebben,

    en zoals recht van erfkoop is, middels dit handschrift overdragen, tranporteren en opdragen aan:

    Hendrick van Hisfelt, plaatsvervanger en vaandrig van de weledelgestrenge heer Diderich van Dorth, heer van Dorth, kolonel landdrost [scholte], en aan Evertjen Lettincks, zijn wettige echtgenote, en hun erfgenamen en de tot hun voornoemde erfgenamen behorenden:

    alle huidige gerechtigde parten en delen, rechten en gerechtigheden, die ze ook maar hebben aan twee beschikbare erfdelen, genaamd de Bottermaete en Lackhorst; deze beide percelen samen met hun koolhoven6 en met alle verdere bij- en toebehoren, met grond en bodem, met lange en korte zijden, zowel de van oudsher als de er nu aan toebehorende gerechtigheid, niets uitgezonderd, zoals het gelegen is in de kerspel van Zelhem op het Gooij, binnen z’n voren en begrenzingen volgens de gezegelde brieven die er van bestaan.

    Deze twee percelen worden tegenwoordig vrij van beperkingen gebruikt door iemand, genaamd Gosselick, tesamen met nog een stuk zaailand, de Annewende genaamd, groot een half molder gezaai7 goed bouwland. Dit is in z’n geheel gelegen in het Suerlandt op de Zelhemse enk, volgens verdere inhoud van oude gezegelde brieven die er nog van bestaan.

    Vervolgens heeft de gevolmachtigde daarop, uit naam van z’n principaal, volgens landrecht afstand gedaan en beloofd om een en ander gedurende jaar en dag en tot in der eeuwigheid te waarborgen, zoals het recht van erfkoop voorschrijft.

    1.     Diederich van Dorth, heer tot Dorth. Deze landdrost heeft gefungeerd van 1605-1626 (Gelders Archief)

    2.     Het hoge landdrostengericht (van de graafschap Zutphen) omvatte 2 gerichtsbanken, t.w. a. de bank van Doesburg wegens het richterambt Steenderen, en b. de bank van Doetinchem wegens de richterambten Ruurlo, Hengelo, Zelhem, Hummelo en Doetinchem (Ambt). De rechtspraak in elk der beide banken werd uigeoefend door de landdrost (meestal door een stadhouder (= plaatsvervanger) namens hem, en 2 schepenrichters of keurnoten. Voorts was er een advocaat fiscaal en een landschrijver.

    3.     Jenneken Sluyter, gedoopt te Zutphen op 20-03-1611; gehuwd op 13-11-1636 met Johan Messemaker geboren te Doetinchem circa 1590, stadsbode, overleden te Zutphen in 1672 (Website J.P.G. vander Meer)

    4.     Leonard Kaldenbach komt in Zutphen voor als landschrijver (1609), overrentmeester (1626) en kerkmeester (1657).

    5.     Volgens het Meertens instituut komt in Zutphen een Harmen Reedeker voor in 1586, en Harmen Redeker in 1600.

    6.     Koolhof = moestuin.

    7.     een molder gezaai is ca. 5.800 m2

    Toegang 0217, Oud Rechterlijk Archief Zutphen, invoernr. 169  periode 1609-1624
    Boeck van inleijdongen ende bekentenissen aver die graeffschap Zutphen

    Folio 51- recto en verso

     

    Hertaling Sikke Postma

    [marge:] Opdracht en waarborg van de Rosengaerden

    Op 15 oktober 1616 zijn voor Evert van Hagen1, als ondergeschikt plaatsvervanger van Hendrick van Hisfelt2, samen met Leonhardt Kaldenbach3 en Harmannus Smekink4 als keurnoten [of bijzitters], voor dit edele landgericht5 verschenen:

    Hendrick van Hisfelt, plaatsvervangend landdrost, handelend voor zijn echtgenote Evertjen Lettinck,

    en Gosselick Rosengarde met Marike zijn echtgenote.

    Zij geven op deze manier gezamenlijk aan, dat de Bottermaete met haar koolhoven6 en het nieuw aangekochte land, gelegen in de Heijdenhoek in het kerspel Zelhem, beide nu verschenen partijen voor de helft toekomt.

    Ook met betrekking tot de daarbij gelegen Lackhorst, welke voornoemde Gosselick voor de helft toekomt, geven ze aan dat stadhouder Hisfelt een zesdedeel van deze Lackhorst van zijn schoon-vader Lettinck, na uitwisseling van gezegelde brieven, heeft gekocht.

    Verder heeft hij nog een ander deel7 gekocht van Jan Brugginck, die mede optrad voor Jan, de boer op Jaltinck en Berent, de boer op Slichtkemminck, de drie rechtmatige erfgenamen daarvan, blijkens bewijs, onder datum van 27 december 1613, alhier in het gericht vertoond.

    En nog een derdedeel8, zijnde het rechtmatige derdedeel van de andere helft, en hij heeft het laatste zesdedeel door aankoop van Gosselick overgenomen, en ook in het gericht betaald. Dit deel had voornoemde Gosselick gekocht van Jutte Oessewoltz uit Embrick.

    Beide voornoemde partijen geven aan, dat de Bottermaete en Lackhorst met het nieuwe land en de bijbehorende tuinen, hun beiden nu erfelijk en eeuwig toekomen, zonder dat iemand anders daar geheel of gedeeltelijk, nu of in de toekomst, toe gerechtigd is.

    Daarom hebben beide partijen in dit gericht ook beloofd elkaar te helpen om deze Bottermaete en Lackhorst, met de koolhoven en het nieuwe land, te bewaren en te verdedigen tegen allen die hier tegenin willen gaan, het af willen nemen, of hen zouden willen hinderen. Dit alles zonder kwade trouw.

    1.     Evert van Hagen, burgemeester van Doetinchem 1605-1607, 1613, 1620-1621; genoemd van 1588-1626.

    2.     Hendrick van Hisfelt, stadhouder (= plaatsvervanger) en vaandrig van Diederick van Dorth, heer tot Dorth, landdrost van de graafschap Zutphen.

    3.     Leonard Kaldenbach komt in Zutphen voor als landschrijver (1609), overrentmeester (1626) en kerkmeester (1657).

    4.     Hermannus Smeckinck, in 1595 secretaris van het St. Anthonij gilde in Doetinchem, op 3 mei 1617 gecommitteerde der stad Doetinchem. (Ecal)

    5.     Het hoge landdrostengericht (van de graafschap Zutphen) omvatte 2 gerichtsbanken, t.w. a. de bank van Doesburg wegens het richterambt Steenderen, en b. de bank van Doetinchem wegens de richterambten Ruurlo, Hengelo, Zelhem, Hummelo en Doetinchem (Ambt). De rechtspraak in elk der beide banken werd uigeoefend door de landdrost (meestal door een stadhouder (= plaatsvervanger) namens hem, en 2 schepenrichters of keurnoten. Voorts was er een advocaat fiscaal en een landschrijver.

    6.     Koolhof = moestuin.

    7.     mogelijk was dit ook een zesdedeel

    8.     N.B.: waarschijnlijk moet dit ook “zesdedeel“ zijn (een derde van de helft = een zesde). Op die manier zou van Hisfelt drie keer een zesdedeel hebben gekocht, is drie zesde deel, ofwel de helft van de Lackhorst.

    Toegang 0217, Oud Rechterlijk Archief Zutphen, invoernr. 632  periode 1618-1623
    Protocol van opdrachten, kentenissen,pandschappen, alsmede renteverschrijvingen.

    Folio 50- verso

     Hertaling Sikke Postma.

    Op 5 februari 1621 zijn voor ons, Peter Coepes, plaatsvervangend drost van de graafschap Zutphen1, en de bijzitters Leonhardt Kaldenbach en Joris Schisholm, verschenen Hendrick van Hisfelt en zijn vrouw Evertge Lettincks; waarbij hij optrad als haar echtgenoot en voogd.

    Zij verklaarden, zowel voor zichzelf als voor hun erfgenamen, dat ze op 25 juni 1619, stilo veteri2, met Gosselick Roesengaerde op de Bottermate en zijn vrouw Meijnte het volgende zijn overeengekomen en ook definitief hebben afgesproken:

    Namelijk dat Gosselick op de Bottermaete en Meinte z’n vrouw het erfelijk en eeuwigdurend bezit zullen mogen hebben en behouden van de Bottermaete, met de kamp en het daar recent3 aangekochte, met het bijbehorende weilandje, ook met de hoge hof4 en de boomgaard. Verder eveneens de bomen en de aanplanting rondom de Bottermaete, dit alles gelegen in het kerspel Zelhem, in de buurschap Heijdenhoeck.

    Als tegenprestatie zullen Hendrick van Hisfelt, zijn vrouw en hun erfgenamen de Lackhorst5 krijgen en mogen behouden, tesamen met de landerijen binnen zijn begrenzingen, samen met de hof, en ook nog een hof aan de overkant van de straat tegenover de Bottermaete, genoemd Boli vinerchers6 of Trommelslagershof, alles in hetzelfde buurschap en kerspel gelegen.

    Omdat gebleken is, dat de voornoemde Bottermaete met z’n bijbehorende landerijen van betere kwaliteit is als de Lackhorst, verklaren Hendrick van Hisfelt en zijn voornoemde echtgenote, mede namens hun erfgenamen, dat de meerwaarde van tweehonderd daalders, van dertig stuivers het stuk, door Gosselick Roesengaerden en z’n echtgenote, samen met alle lopende pachten, tot hun volledige tevredenheid is afgelost en betaald.

    Wederkerig verklaren ze de goede kwaliteit van hun percelen te waarborgen. Hiervoor stelt Gosselick de Bottermaete tot borg, en Hendrick Hisfelt en z’n vrouw de Lackhorst met de al genoemde bezittingen.

    Daarop hebben ze elkaar hun zegel en brief niet gegeven, maar mocht er ter eniger tijd nog iets gevonden worden, dan zal de één dat, zonder kwade trouw, aan de ander doorgegeven.

    1.     Het hoge landdrostengericht (van de graafschap Zutphen) omvatte 2 gerichtsbanken, t.w. a. de bank van Doesburg wegens het richterambt Steenderen, en b. de bank van Doetinchem wegens de richterambten Ruurlo, Hengelo, Zelhem, Hummelo en Doetinchem (Ambt). De rechtspraak in elk der beide banken werd uigeoefend door de landdrost (meestal door een stadhouder (= plaatsvervanger) namens hem, en 2 schepenrichters of keurnoten. Voorts was er een advocaat fiscaal en een landschrijver. Peter Coops en Leonard Kaldenbach komen in Zutphen voor.

    2.     Stilo veteri is oude stijl volgens de Juliaanse kalender, die in 1582 is vervangen door de stilo novo, of nieuwe stijl volgens de Gregoriaanse kalender. Er zit 10 dagen tussen beide stijlen. 25 juni 1619 stilo veteri is 5 juli 1619  stilo novo (huidige datering).

    3.     Nielinck zou een erf kunnen zijn, maar dat is onbekend. Misschien bedoelt men hier “nieuwelijk”, ofwel  recent.

    4.     Bij nadere beschouwing staat in de geschreven tekst “hoege” en niet “hoese”, dus hoge; een hof is een stuk grond, dat meestal omheind, of omgracht is, en vaak als een soort moestuin of erf rond het huis of boerderij dient. Men schrijft bijv.: een hof met een huis er op.

    5.     In de handgeschreven tekst lees ik Lackhorst met een “c” en niet Laekhorst met een “e”.

    6.     Zowel Bolivideges als Boli vinerchers is mij onbekend. Er kan ook Beli staan i.p.v. Boli.


    Een uitgebreid verslag over de omgeving van de Lakhorst en de bewoningen in de afgelopen eeuwen. Klik op de onderstaande link.
    De Lakhorst en omgeving door Sikke Postma

Pagina 1 van 2