Huize de Bongerd en de kinderen Brants.
Door Betty Blikman-Ruiterkamp.
www.oudzelhem.eu                

Het huis ‘De Bongerd’ aan de Halseweg, is een van de oudere panden in het dorp Zelhem. Ruim honderd jaar geleden werd de eerste steen gelegd: op dertien september 1919. Daarop is de datum te lezen en ook: Psalm 127 vers 1. Daar staat: Als de Heer het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers. Hierdoor is het meteen duidelijk dat de eerste eigenaren zeer gelovig waren. En dat klopt.

7 halseweg10 eerste steen 6 halseweg10
 De eerste steen. Halseweg 10, De Bongerd.

 

De bewoners, dr. Maurits Antoni Brants, zijn vrouw Rigtje Johanna van Andringa de Kempenaer en hun dochter Amelia Geerhardina hoorden tot de orthodoxe richting van de hervormde kerk.
 

Brandts burgemeester ver Amelia Brants bewerkt
Dr. Maurits Antoni Brants Amelia Brants

 

Over dr. Brants, voormalig burgemeester van Zelhem en Schiedam, is al eerder geschreven. Over zijn vrouw jammer genoeg niet, want over haar is nauwelijks iets te vinden. Vrouwen telden toen op veel gebieden niet echt mee. Slechts weinigen roerden hun mondje en deden ze dit wel, dan waren het altijd dames uit de gegoede stand. Ook Ritje trad nauwelijks op in het openbaar. Er is op dit gebied slechts eenmaal een bericht over haar te gevonden. Toen ze in Schiedam woonden werd er in 1909 op paleis het Loo een baby verwacht, prinses Juliana. Elke stad in Nederland en ook veel dorpen spanden zich in om de aanstaande ouders te verrassen en een cadeau te verzinnen.. In Schiedam vergaderde er een dertig tal dames om te beraadslagen over dit geschenk. Mevrouw Brants was degene die de vergadering leidde.

Ook hun dochter was niet bang om in het openbaar te spreken. Zij speelde een belangrijke rol in de Zelhemse samenleving en ook ver daarbuiten. Daardoor was ze invloedrijk op diverse gebieden. Amelia was wat spreken in het openbaar betreft net zo begaafd als haar vader. De appel viel niet ver van de stam….

Haar jeugdjaren

1b De Rode Haan Zutphen
Amelia Brants werd geboren in 1887, in een groot herenhuis aan het begin van de Spittaalstraat te Zutphen. Ze gaven haar de voornamen van grootmoeder van moeders kant. In 1895 kwam ze in Zelhem te wonen omdat haar vader, die voordien biologie-leraar te Zutphen was, daar tot burgemeester werd benoemd. Ze kon goed leren -ze mocht dr. voor haar naam zetten- en ze volgde enkele opleidingen, waaronder die van landbouw-huishoud-lerares. Misschien deed ze dit op ‘Rollecate’ dat toen nog niet te Deventer was gehuisvest, maar te Den Hulst, in de buurt van Dalfsen. Met deze achtergrond heeft ze zich volop ingezet voor de ontwikkeling van meisjes en vrouwen op het platteland.

Haar bezigheden
Ze was een vurig pleitbezorger voor het organiseren van jonge boerinnen, naast de bestaande meisjesverenigingen. Dit deed ze bijvoorbeeld door verenigingen voor hen op te richtten. De belangrijkste was de landelijke Bond van Christelijke  Boerinnen en Plattelandsmeisjes, een zustervereniging van de C.B.T.B. (Christelijke Boeren en Tuindersbond) Een onderdeel hiervan was de organisatie van ‘ontwikkelingskampen’ voor boerendochters. Zo’n tiendaags winterkamp werd vanaf 1932 in februari gehouden in clubhuis ‘Ingeborg’ in Oud Leusden en bestond grotendeels uit cursussen en lezingen. Het was een kamp voor ‘alle boerendochters en plattelandsmeisjes die belangstelling hebben om graag eens met anderen te praten over levensvragen’. Tevens konden ze  er praktische kennis op doen. Voor dit laatste stond er bijvoorbeeld ‘ziekenverzorging in huis’ op het programma, handenarbeid, koken en het ‘profijtelijk kippen houden’. Deze kampen waren vanaf de start heel populair en vonden jarenlang plaats onder Amelia’s leiding. Later groeide dit gebeuren uit tot een zelfstandige vereniging. Deze vorm van ‘leerweken’ voor jonge vrouwen en meisjes werd steeds populairder. Door het groeiend aantal deelneemsters werden dit soort kampen vanaf 1936 ook in Heeg (bij Sneek) georganiseerd

In Zelhem
In haar eigen woonplaats was ze ook bijzonder actief. Daar gaf ze o.a. leiding aan de Christelijke Naaivereniging voor Meisjes en de Zendingskrans. Het ledenaantal van de eerste schommelde meestal rond de 30. Zij kwamen bijeen in het gebouw voor Christelijke Belangen.


chr belang hummeloseweg4Het Gebouw voor Christelijke Belangen aan de Hummeloseweg.

Deze Naaivereniging maakte kleren en goederen ten bate van de armen. Mocht u zich afvragen wat dat dan wel voor kledingstukken waren, is hier een kleine opsomming van de collectie die in 1931 werd geproduceerd: 31 lakens, 22 vrouwenhemden, 33 jongenshemden, 11 onderjurken, 8 rokken, 1 schort, 19 (paar?) kousen, 10 borstrokken enz. In het totaal 206 stuks. Deze werden zo goed mogelijk onder de armen in de gemeente verdeeld. Maar er werd ook wel eens iets anders georganiseerd voor de clubleden. In 1927 kwamen de leden van deze vereniging bijeen in het gebouw van de christelijke school van Halle Nijman, voor een gezellige bijeenkomst. Behalve met zang, voordrachten en traktatie, hield Amelia een bijbelinleiding, terwijl de wijkverpleegster van het Groene Kruis, zuster Matthieu, een referaat hield over de behandeling en verpleging van zieken. In Zelhem werkte ze veel met de zuster samen. Ze konden goed met elkaar overweg. Waarschijnlijk had Amelia van nature een soort overwicht en bekendheid, waarvan zuster Matthieu weer profiteerde als er wat bijzonders geregeld moest worden.


106 zuster mathieuDe wijkverpleegster van het Groene Kruis, zuster Matthieu.

Ook Amelia bestuurslid van de Bond van de Christelijke Meisjesverenigingen. De plaatselijke afdeling (opgericht in 1932) droeg de naam “Om Zelhems Toren”. Soms vertoonde men voor deze groep o.a. een (uiteraard christelijke) nuttige film. En natuurlijk de film, gemaakt door hun eigen bond, waarop zelfs meisjes te herkennen waren! Vanaf 1930 kwam deze groep meestal bijeen in het Gebouw voor Christelijke Belangen aan de Hummeloseweg. Vaak sloot Amelia de bijeenkomst af met een gebed. In 1935 organiseerde ze via de C.B.T.B. een cursus landbouwhuishoudonderwijs, die werd gegeven in een lokaal van de nieuwe dorpsschool. Er was veel interesse, er namen 35 vrouwen deel. En in 1938, ook in samenwerking met de C.B.T.B., een cursus ‘vakonderwijs’ voor meisjes. Hiervoor was er in de Looschool een lokaal speciaal gereserveerd. Men begon met naai-onderwijs, maar later werd dit nog uitgebreid.

Nog meer activiteiten
Zoals gezegd, Amelia was niet bang om in het openbaar te spreken. De N.C.R.V. (Nederlandse Christelijke Radiovereniging) publiceerde de dagprogramma’s in de krant en daarin was te lezen dat ze ook daarvan gebruik maakte. Eens sprak ze daarvoor over het onderwerp: De boerinnenconferentie. Een volgende keer behandelde ze weer een ander onderwerp, maar altijd iets dat aansloot op de actualititeit. Soms verzorgde ze het ‘kinderuurtje’, ’s middags om vijf uur. Ook op de jaarvergaderingen van de C.B.T.B. voerde ze soms het woord.

Op een bijeenkomst van de Jeugdorganisatie ‘Jonge Kracht’
in 1928 was Amelia Brants een van de sprekers. Haar onderwerp was Door zelfkennis tot mensenkennis. Dit leverde een drukke discussie op en iedereen vond het fijn om eens met anderen over dit bijzondere onderwerp te praten. Amelia was een drijvende kracht achter de oprichting van een Christelijke Boerinnen organisatie in 1932 en een Christelijke Jongere Boerinnenbond in 1937.In datzelfde jaar sprak ze in Beetsterzwaag (Friesland) over het onderwijs en de ontwikkeling van jonge vrouwen, speciaal boerendochters. Voor de C.B.T.B. jongeren sprak ze over: Georganiseerde burenhulp en een andere keer: Een boerin bouwt haar huis. Waarbij ‘huis bouwen’ overdrachtelijk werd bedoeld. Boerenmeisjes moesten zich ontwikkelen en inzicht krijgen in het wereldgebeuren. Ook pleitte ze toen al voor een opleiding om gezinnen, waarvan de moeder niet gezond was, te kunnen bijstaan. Dit werd toen Burenhulp genoemd. Achteraf gezien was dit de voorloper van de Gezinsverzorging, welke instelling welke u zich vast nog kunt herinneren. Maar deze ontstond pas na de Tweede Wereldoorlog en is ook allang weer opgeheven. Tussen alle activiteiten door maakte ook nog diverse reizen door Europa. Over wat ze dan zag en meemaakte, hield ze regelmatig lezingen, zoals in april 1937 over Tsjecho-Slowakije, in Vorden.

Ziek
Helaas werd Amelia in het begin van 1939 ziek. Het bleek ongeneeslijk te zijn. Ongetwijfeld heeft het aanwezige personeel en zuster Matthieu haar zoveel mogelijk geholpen en bijgestaan. De geliefde en sympathieke Amelia stierf op negentien december van dat jaar, 52 jaar jong. In een “In Memoriam” in de Graafschapbode werd ze uitgebreid herdacht. Daarin werd geschetst hoe zwaar het haar heeft gevallen om haar werk los te laten. Maar haar geloof hielp haar met het afscheid nemen van dit leven. Haar laatste aardse reis was kort: van huize de Bongerd naar het familiegraf op de Zelhemse begraafplaats, waar ze werd herenigd met haar ouders. De grafsteen draagt een passende tekst, zoals op de foto’s is te lezen.


8 M.A. Brandts Het graf van de familie Brants. Foto H.M. Somsen.

Opvallend is ook de steen op het belendende graf, die het opschrift 'God is liefde' draagt.

3.066a Grijpma 1915Trijntje Grijpma
De grafsteen van Trijntje Grijpsma de vriendin van Amelia Brants. Foto: H.M.Somsen Trijntje Grijpsma in 1915

 

Het is het graf van Trijntje Grijpsma, de hartsvriendin van Amelia. Ze waren van dezelfde leeftijd, maar zij was al in 1934 gestorven. Beide graven zijn overwoekerd met klimop. Ds. M.A. van Pernis (Gereformeerd predikant te Doetinchem) hield een korte rede, zowel in het woonhuis als naast het open graf. Haar broer Isaäc woonde toen in Italië en was niet aanwezig. Een neef dankte de talrijke aanwezigen voor de bewijzen van belangstelling.

Nadien
Later bleek dat Amelia een legaat van 1000 gulden had geschonken aan de vereniging Kinderzorg, afdeling Zutphen. Huize De Bongerd werd gelegateerd aan de Federatie van Christelijke Meisjesverenigingen te Utrecht. Nog later, na de Tweede Wereldoorlog, werd het tot 1996 bewoond door dr. Diephuis, die er ook zijn huisartsenpraktijk vestigde. Vanaf 1997 is het bewoond door Mr. Th.G.M. Heere (destijds burgemeester van Zelhem) met zijn echtgenote A.A. Veraat.

Bronnen:
W.w.w.Else Stichting Centrale Raad voor de Gezinsverzorging.
Archives Portal Europe: RSG Nieuw Rollecate, Hist. Centr. Overijssel
www.Oud Zelhem
www.Genealogieonline

————————————————————————————————————

Jan Isaäc Brants, Amelia’s broer
Over Jan Isaäc Brants is veel minder te vinden, maar datgene wat ik vond, was best bijzonder. Hij werd in mei 1884 te Zutphen geboren, in het grote huis op de hoek van de Spittaalstraat en de Martinetsingel. Hij was de eerstgeborene van Jvr. Rigtje Johanna van Andringa de Kempenaer (Leeuwarden 1853-Zelhem 1923) en Maurits Anton Brants (Vorden 1853-Zelhem 1929) Zijn naam erfde hij van zijn grootvader Jan Isaäc Brants van kasteel de Wildenborch in Vorden, zoals dat toen gebruikelijk was: de eerste zoon naar grootvader van vaders kant. Over zijn jeugd is niets te vinden. Waarschijnlijk kon hij fijn spelen in het grote huis en ging hij braaf naar school. Hij kon vast goed leren en zeker in talen was hij goed, want hij werd later schrijver en journalist van beroep. Hij was, net als zijn vader, zeer geïnteresseerd in de natuur. In 1910 -hij woonde toen nog bij zijn ouders in Schiedam- meldde hij aan het tijdschrift De levende natuur dat er in de omgeving van kasteel de Wildenborch bij Vorden, vroeger veel glimwormen waren. Deze vliegende Kleefse glimwormpjes  waren door zijn grootvader ( Jan Isaac Brants van de Wildenborch) een halve eeuw eerder gepoot. Hij had ze op zoele zomeravonden bij duizenden zien vliegen, zodat het wel een feeënwereld leek.

Maar op een gegeven moment trad hij in dienst bij het Algemeen Handelsblad, een krant met een liberale signatuur. Deze stuurde hem als correspondent naar Londen. Daar ontmoette hij Jane Cochrane, de vrouw van zijn dromen, een dochter van een uitgever.

Op 7 januari 1912 gingen Jan Jsaäc Brants en Jane Cochrane in Londen in ondertrouw. Op 21 februari vond de huwelijksceremonie plaats. Twee weken later stond er een bedankje in de kranten en ook ouders in Zelhem betuigden per annonce in de krant hun dank voor de belangstelling. Niet lang daarna werd J.I. uitgezonden naar Lausanne.

Daar woonden familieleden, afkomstig van de Wildenborch. Van daaruit schreef hij artikelen, o.a over de geschiedenis in Europa. Zijn vrouw ging mee en er werd daar op 2 juli 1914 een dochter geboren, die de naam Rowena kreeg. Later ging het gezin terug naar Londen, waar het meisje helaas stierf in december 1924.

In 1918 zat hij voor zijn werk weer in Lausanne om verslag te doen over de gerezen geschillen van de Raad van Arbitrage en de Nederlandse fabrikanten, hun agenten, grossiers en wederverkopers. Het ging vooral over het niet nakomen van voorwaarden van de te verhandelen artikelen, die waren ontstaan tussen de SPES (een overkoepelend orgaan voor de export vanuit Zwitserland) en de Vereniging Nederlands Fabrikaat. Maar ook schreef J.I. van daaruit over andere onderwerpen, zoals over de Zwitserse horlogerie en haar bloei tijdens de oorlog. Deze had toen veel andere orders gekregen, maar nu was iedereen weer naar het oude vak teruggekeerd. Maar toen ontstond er een gebrek aan grondstoffen! Hoe het later verliep, vermeldt de historie niet.

Wat ook bijzonder was om te vinden, was dat hij tussen 1929 en 1936 ongeveer 70 Engelse boekbesprekingen schreef voor het Algemeen Handelsblad. Daarin had hij een vaste rubriek: Het Engelse Boek en later Het Boek in Engeland genaamd, waarin hij een Engels boek uitgebreid beschreef. Het waren zowel romans, detectives als boeken over historische onderwerpen. Daarin betoonde hij zich zowel recensent als criticaster. In 1923 werd hij tot ere-lid benoemd van het Genootschap Nederland-Engeland.

Voor het Groot Nederland -letterkundig maandschrift voor den Nederlandsen stam- schreef hij in de vooroorlogse periode meermaals verhalen en ‘curieuze verzen’.

Jammer genoeg kon ik geen verdere gegevens over hem vinden. Zelfs zijn sterfdatum niet! Dat moet voor 1955 geweest zijn omdat zijn vrouw de enige erfgename was van het huis de Bongerd aan de Halseweg 10 in Zelhem. Zijn vrouw Jane Brants-Cochrane is op 12 september 1955 overleden.

Bronnen:
Krantenbank Delpher.
Het blad 'De Levende Natuur'.