Begrafenisvereniging Zelhem, 2005 opgeheven. Adres: Kerkhoflaan 5, 7021 ZW Zelhem  
Aan dit artikel van de Stichting Oud Zelhem werken mee:  
H. Jonas  
H.M. Somsen  

 



begrafenisvereniging
Advertentie uit Contact Bronckhorst Zuid van 22 maart 2005

Door: Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, laatste wijziging 10-09-2013

Geschiedenis
De kerk is ook betrokken bij het begraven. De predikant voor de geestelijke zorg, de diaconie voor het leveren van de doode- of lijklakens. Na de begrafenis werd een soort houten huisje over het graf gezet en afgedekt met een zwart dode- of lijklaken. Wie het kon betalen, kon het laken op drie zondagen door de doodgraver over het graf laten leggen; nog beter gesitueerden lieten dat op zes zondagen doen. De opbrengsten van de lijklakens kwamen ten goede aan de armen.De begrafenisvereniging Zelhem heeft een lang verleden. Niet als vereniging, maar als een onderdeel van de diaconale taak binnen de Hervormde Gemeente Zelhem.
De oudste gegevens zijn te vinden in de archieven van, wat tegenwoordig heet De Protestantse Gemeente Zelhem. In 2007 is een boek, geschreven door Gerrit Rijsdorp verschenen, getiteld 12 Eeuwen Lambertikerk, geworteld in de gemeenschap van Zelhem. In hoofdstuk 13.5 gaat hij in op het "Begrafenisfonds" en begraven van de overledenen in Zelhem.Overleed in vroeger tijden iemand, dan zorgden de naobers *  voor het begraven. Zij deden de aanzeggingen in de buurt, maakten alles gereed voor de begrafenis in het huis van de overledene, zorgden voor vervoer naar het kerkhof, later, vanaf 1829, naar de algemene begraafplaats.Was iemand in het dorp overleden, dan werd de kerkklok om 10.00 uur geluid. Was het iemand uit het buitengebied, dan om 11.30 uur. De schoolmeester, die 's zondags ook koster en voorzanger en voorlezer in de kerk was, was heel vaak ook de doodgraver. Voor het openen en dichtmaken van een graf mocht hij in 1829 vijfenzeventig cent (35 eurocent) vragen.

Begraven door de diaconie kwam ook voor vanwege overledenen en nabestaanden die het helemaal niet konden betalen.
Begin twintigste eeuw komt de lijkkoets in beeld. In 1927 komt in de kerkenraad de aanschaf ter sprake en na onderzoek komen ze terecht bij wagenbouwer Huiskamp in Winterswijk. Zelhemse boeren waren in het verleden zeer tevreden over Huiskamp als wagenbouwer en zo gebeurde het dat hij de eerste door hem te bouwen lijkwagen aan Zelhem gaat leveren. (Huiskamp is tot in de eenentwintigste eeuw bouwer van lijkwagens en –auto's geweest).
Bij het Rusthuis in de Weverstraat wordt een schuurtje voor de lijkwagen gebouwd en de verhuur vindt plaats via de diaconie. Gratis voor de armen; verder fl. 5,--, fl 12.50 of fl 20,- al naar gelang men een eenvoudige of opgetuigde wagen en paarden wil hebben.


Lijkkoets ZelhemDe door Huiskamp te Winterswijk vervaardigde rouwkoets.

Al met al is het de opmaat tot meer. In 1956 zijn er geruchten over het oprichten van een begrafenisonderneming door derden. De diaconie wenst dat werk onder zich te houden en richt een begrafenisfonds op. Inwoners kunnen zich verzekeren tegen de kosten van een begrafenis en in 1961 zijn er al 140 gezinnen lid. 
Op zeker moment komt de vraag of het wel een taak is voor de diaconie zich met verzekeren en begraven bezig te houden. De conclusie wordt "neen". Het werk wordt verzelfstandigd tot een begrafenisonderneming, wel uitgaande van de diaconie, zodat men zeggenschap houdt.

UBO
De UBO blijft de verzekeringen verzorgen. Een beheerscommissie regelt de zaken en boekhouder Hebbink die ook de diaconale boekhouding verzorgt, doet de administratie. In 1972 komt gebouw Dennenlust tot stand. Er komt een opbaarruimte bij een garage voor de lijkauto.

Rond 1978 krijgt de diaconie van de kerkenraad de vraag voorgelegd, of een begrafenisonderneming nog wel tot de kerntaken van de diaconie behoort. Na rijp beraad binnen de diaconie, gaan de diaconie en begrafeniscommissie met elkaar in gesprek. De commissie vindt de tijd er nog niet rijp voor. Men blijft het als een diaconale taak zien die niet zo heel veel tijd vraagt. Wil de diaconie toch doorzetten, dan zal men daarin meegaan. September 1980 besluit de diaconie unaniem tot loskoppelen. Een begrafenisvereniging wordt opgericht en een 'bruidsschat' maakt er een onderdeel van uit.


Op 21 mei 1982 wordt de akte gepasseerd. "Begrafenisvereniging Zelhem" is een feit!
In art.2.4 staat expliciet de vereniging is te beschouwen als een ononderbroken voortzetting van de begrafenisonderneming, uitgaande van de diaconie van de Hervormde Gemeente Zelhem, die bij besluit van tien september negentienhonderd tachtig tot ontkoppeling heeft besloten.De tijd gaat voort. Inzichten veranderen. Begraven en wat er allemaal bij komt kijken vraagt een professionele aanpak. Niet meer als kleine plaatselijke vereniging. Men besluit in gesprek te gaan met enkele professionele ondernemingen en in 2005 is het en feit.


Herman Tomesen uitvaartverzorging plus
Opheffing per 1 juli 2005 en voortzetting vanaf die datum door Herman Tomesen uitvaartverzorging plus.

dennenlust rouwcentrum 1Foto 2011 gemaakt door Gerrit Dales.

Herman Tomesen uitvaartverzorging plus stopt na ruim 10 jaar en komt het uitvaartcentrum in handen van GUV
dennenlust rouwcentrumUitvaartcentrum Dennenlust Kerkhoflaan 5. Foto:2004 Herman Jonas. 

GUV Uitvaartcentrum Zelhem

GUV heeft voor de regio Zelhem een eigen uitvaartcentrum genaamd Dennenlust. Aan de rand van Zelhem, naast de begraafplaats gelegen biedt dit uitvaartcentrum veel rust en geborgenheid. Er zijn diverse ruimtes, die het mogelijk maken een dienst of een koffietafel te houden. Er is een ruime parkeeruimte bij het gebouw aanwezig.

GUV Uitvaartverzorging heeft in Zelhem vele mogelijkheden in intieme sfeer. Wij informeren u graag uitgebreid over sfeervolle zaal en onze 24-uur kamer. Ook kan GUV in Zelhem u voorzien van catering naar wens. Wij komen natuurlijk vrijblijvend bij u thuis en bespreken uw wensen.