Aan dit artikel werkten mee:  
G.J. Weenk:  Bevolkingsregister

Elly en Harry Somsen:

 Kadaster en huisnummers, website opmaak
Jan Oonk:  Um Zelhem nr 2-2020
mevrouw G. Oldenhave-Heij:  
molendatabase.nl:  

Over de molen:  
Oudste vermelding: 1889
Oude straatnaam: Grooteweg van Doesborgh naar Zelhem
Grintweg
Huidige adres: Hummeloseweg 76
Staat in: Winkelshoek
Verbouwing(en): 1889-1890: bouw van de beltmolen
1955: restauratie van de kap
1970: restauratie molen
Kadaster 1822:  
Eigenaar: Herman Becking, Schout
Woonplaats: Zelhem
Kadasternummer(s): I 656 heide  

 

Molenaars en huisnummers vanaf 1889: 
1829: -    
1889-1906: D54 Hendrik Scholten en Gerritje Minkhorst
1906-1908: D54 Hendrik Scholten † 1906 en Gerritje Minkhorst Evert Jan Wolsink neemt in 1908 het bedrijf over
1908-1956: D54 E.J. Wolsink en Wed. Gerritje Minkhorst
1942-1956: D54 E.J. Wolsink  † 1956 en Wed. Gerritje Minkhorst H.J. Oldenhave  en A.E Wolsink 
1956-1983: Hummeloseweg 76 Wed. A.E. Oldenhave - Wolsink
1983-0000: Hummeloseweg 76 J.L. Oldenhave † 2008, wed. G. Oldenhave-Heij  woont in het bedrijfspand Luctor et Emergo

Toen en nu

De molen in de Wittebrink

In de Wittebrink, bijna 4 kilometer van Zelhem verwijderd,  staat een geheel bedrijfsklare molen van Zelhem aan wat vroeger de Groote weg van Doesborgh naar Zelhem heette. De beltmolen van het type bovenkruier is gebouwd in de jaren 1889/1890 gebouwd door de Gebr. Garssen in opdracht van molenaar Hendrik Scholten. Het moet hier gaan om de broers Bertus en Johan Garssen uit Warnsveld, die net als hun vader zelf ook molenaar waren. Voor de romp is metselaar Gerritsen uit Keijenborg ingeschakeld. De totale kosten bedroegen 3.000 gulden.

Molenaar Hendrik Scholten is geboren in 1864 in Zelhem als zoon van de klompenmaker Gerrit Jan Scholten. Voor zijn komst naar de Wittebrink heeft hij als molenaarsknecht gewerkt in Gendringen. Als hij terugkeert in Zelhem trekt hij aanvankelijk in bij zijn ouders aan de Doetinchemseweg, dat blijft zo na zijn huwelijk in 1897 met Gerritje(n) Minkhorst uit Hummelo. Pas in 1901 verhuist het echtpaar naar het boerderijtje De Leeuwerik, recht tegenover de Wittebrinkse molen.

De boeren uit deze omgeving waren tot de bouw van deze molen gedwongen hun graan te laten malen op de molen van Coops in Zelhem of de waterradmolen in Keppel. Voor die tijd waren de afstanden van belang en daarom werd de molen in de Wittebrink opgericht.

Na het overlijden van molenaar H. Scholten in 1906, huwde zijn weduwe in 1908 met de heer E.J. Wolsink.  In datzelfde jaar wordt de windmolen uitgebreid met een stoomkorenmolen die de naam Luctor et Emergo, ik worstel en kom boven, meekrijgt. In dit pand wordt ook de handel in granen, kunstmest en mengvoeder ondergebracht. Omdat de stoomkorenmolen ook op windarme dagen kan malen wordt de windmolen geleidelijk aan steeds minder gebruikt.
Alleen in en kort na de oorlog is er een opleving, omdat energie dan schaars en duur is.  H.J. Oldenhave bemaalt vanaf 1942 de Wittebrinkse molen, samen met zijn schoonvader. 

In 1942 trouwt de jongste dochter Aleida Elisabeth Wolsink met Hendrik Jan Oldenhave, vanaf dat moment wordt geadverteerd onder de naam Oldenhave. Als Evert Jan Wolsink in 1956 overlijdt raakt de windmolen volledig buiten bedrijf. Nadat het binnenwerk is verwijderd wordt ze alleen nog gebruikt als opslagplaats van granen.

Wittebrinkse molen om Zelhem Op bovenstaande foto, die dateert uit circa 1930, is nog sprake van een molenkap uit hout bekleed met asfaltpapier. Dit asfaltpapier ging lekken bij warmte en zorgde ervoor dat de molenromp vervuilde, zoals nu nog te zien is.
Dit gaat zo door tot aan het overlijden van E.J. Wolsink in 1956. Vanwege de slechte conditie is deze in 1957 vervangen door een rieten kap.

In 1955 heeft A.E. Oldenhave, samen met zijn knecht Wim Heersink, de molenkap geheel vervangen en van een rieten kap voorzien. Als dit niet was gebeurd, was de molen nu ook een bouwval geweest. Hiervoor hebben zij toen een oorkonde gekregen van de vereniging De Hollandsche Molen. In 1970 heeft de hele molen een volgende restauratie ondergaan door molenrestaurateur A.I. Beckers uit Bredevoort. Dat gebeurde onder supervisie van de molen deskundige J.H. Rijnenberg uit Heelsum. Monumentenzorg heeft veertig procent van de kosten voor rekening genomen, de provincie dertig en de gemeente Zelhem twintig procent. De eigenaar heeft tien procent bijgedragen. Het bijgebouw van de molen kreeg als opschrift de naam Luctor et Emergo (Ik worstel en kom boven), hetgeen ook de wapenspreuk is van onze provincie Zeeland. Deze spreuk is door Zeeuwse metselaars aangebracht. In het bijgebouw was de granen-, kunstmest- en mengvoederhandel gevestigd.
Fier op de kap staat een windvaan die een springend paard voorstelt. Zolang de windvaan er staat, staat de molen er ook.

Van 1956-1983 is A.E. Oldenhave-Wolsink eigenaar. 

In 1970 heeft de molen een algehele restauratie ondergaan en wordt dan weer maalvaardig gemaakt, hoewel alleen nog voor veevoeders. In 1983 wordt oudste zoon Louis Oldenhave de nieuwe eigenaar en het pand van de stoomkorenmolen Luctor et Emergo wordt dan verbouwd en uitgebreid tot woonhuis voor hem en zijn vrouw Grada Heij.Louis Oldenhave overlijd in  2008, waarna zijn vrouw Grada Oldenhave de huidige eigenaresse is. Inmiddels mag ook niet meer voor veevoeders gemalen worden.

Wittebrinksemolen 1994 12-2-1994, Grada Oldenhave steunend op het kruiwiel van de Wittebrinksemolen. Foto: Hans Groene.


Wat opvalt is dat er uiterlijk sinds 1930 weinig aan de molen is veranderd. Alleen de begroeiing en het aantal bomen in de directe omgeving is sindsdien behoorlijk toegenomen en dat is minder gunstig voor de windvang. Toch is de molen is anno 2020 nog steeds geheel maalvaardig en op gezette tijden wordt er nog gemalen door Bas Oldenhave en Michiel Regelink.  Bezichtiging is mogelijk op afspraak. Als de wind meezit is de molen ook in bedrijf op de Open Monumentendagen op 12 en 13 september 2020.
Wittebrinksemolen 2020 W2020 Foto: Willem Hartemink

Lees ook het artikel van de maalderij H.J. Oldenhave  onder bedrijven.

 Foto's

wittebrinksmolen7

Opname uit 1947.  Voor het zgn stoomgebouw", staat Hendrik Jan Oldenhave en een onbekende 
vrouw, het gebouw is oorspronkelijk als motormaalderij gebouwd. Foto van dhr. Oldenhave

 

Wittebrinkse Molen 1948

Foto uit 1948 van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

 

wittebrinksmolen6

Foto van dhr. Oldenhave

 

wittebrinksmolen8

Kap restauratie in 1955. Foto van dhr. Oldenhave, gemaakt door E.J. Buunk Sr.

 

wittebrinksmolen1

Foto uit collectie Eef Oosterink

 

wittebrinksmolen2

Foto uit collectie Eef Oosterink

 

omschrijving_historie

Foto uit 1963 van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

 

omschrijving_historie

Opname uit 1983. Afbeelding uit collectie van Willem Hartemink

 

omschrijving_historie

Foto van dhr. Oldenhave

 

omschrijving_historie

Foto van dhr. Oldenhave

 

omschrijving_historie

Opname uit 1974 Foto uit collectie Willem Hartemink

 

omschrijving_historie

Foto uit collectie Harry Somsen

 

omschrijving_historie

Foto van het internet

 

omschrijving_historie

Advertentie uit de Vereniging van 9 augustus 1961

 

Opmerkingen: Op de gevel van de maalderij staat 1908 Lucor et Emergo

Maart2005

Maart 2005  Foto: Herman Jonas

Maart2005 1

Maart 2005  Foto: Herman Jonas

Bouwtekeningen:

tekening

tekening1

tekening2

 

 

Website opmaak: H.M. Somsen