Bron:  
Artikel door:  H. Jonas en H. Somsen.

Filmpjes die op YouTube staan:
Smoks Hanne Verhaal door Henk Ooyman 

Langs de Brinkweg vinden we de naam Lemkesbeumken, op de plaats ongeveer waar nu de Pr. Beatrixstraat uitkomt op de Brinkweg. Het wordt omschreven als hogere zwarte grond, waarop vroeger één boom had gestaan. Het was een kenmerkend punt, omdat men hier in feite het dorp Zelhem binnenging vanaf de zuidkant. In de boom zou vroeger een lamp hebben gehangen om de naderende reiziger bij te lichten en daar zou de naam Lemkesbeumken vanaf zijn geleid.
Lemkesbeumken lag aan de Barinkweg, die vanaf de Brinkweg richting Heidenhoek liep. Het was de lijkweg, waarlangs de begrafenisstoet vanuit de Heidenhoek richting Zelhem trok. Als de stoet bij Lemkesbeumken was werd ze zichtbaar vanuit de kerktoren en begon men te luiden.

In de buurt van Lemkesbeumken woonden vroeger de kolenbranders in eenvoudige plaggenhutten. Daar woonde ook Smoks Hanne, die zo’n prominente rol speelt bij de viering van het 1200-jarig bestaan. Veel is er van Smoks Hanne niet bekend. Ze moet een kruidenvrouwtje geweest zijn, met genezende krachten en met helderziende gaven, ergens in de negentiende eeuw. Ze moet een markante figuur geweest zijn in het oude Zelhem, anders was haar naam niet zo lang blijven hangen. De legendes die de mensen rond haar persoon hebben geweven zijn met de jaren echter steeds grootser en grotesker geworden. Inmiddels is ze gepromoveerd tot een soort (goede) toverheks en dat leidt ongetwijfeld weer tot nieuwe prikkelingen van de fantasie.
Het arme oude vrouwtje zou hoogst verbaasd zijn met al die postume aandacht.

 

Smoks Hanne

Het beeld van Smok Hanne boven de ingang van de voormalige VVV in De Brink
Foto van Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
 

Smoks Hanne

Het beeld van Smok Hanne boven de ingang van de voormalige VVV in De Brink
Foto van Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
 

Smoks Hanne

Smoks Hanne destijds in de Stationsstraat
Ansicht uit collectie van Willem Hartemink (1995)
 

Smoks Hanne

Smoks Hanne in de Stationsstraat
Ansicht uit collectie van Willem Hartemink
 

Kruidenvrouw Smoks Hanne verteld. 

Ik woon bij ‘Lemkes Beumken’ in ’n hutje in ’t bos. Daar pluk ik ook mijn kruiden.
Zij noemen mij Smoks Hanne. Omdat ik altijd rondsmoks met veel te grote klompen aan.
Ik geef de mensen goede raad en kruiden tegen hun ziekten.

Ik vlieg op een bezem rond, maar nooit overdag.
Alleen avonds en midden in de nacht.
Op zekere dag verloor ik een klomp.
Die kwam tegen de kerktoren terecht, zodat die daar een gat in maakte.

In Zelhem is als dank, een standbeeld voor mij opgericht.

Smoks Hanne

Het nieuwe beeld op de markt (Onthuld op 31 oktober 2012)
Foto van radio Ideaal
 
Het originele beeld van Smoks Hanne staat tegenwoordig in museum Smedekinck, Pluimersdijk 5 in Zelhem.
 
 

Het verhaal over Smoks Hanne
In 1981 verteld door Hendrik Buunk.


In Zelhem woonde ‘s ’n heks. Eur name was Smoks-Hanne.
Umdat ze altied rondsmokste met völs te grote klompen an.

Bi-j ‘Lemkes Beumken’ in ’t bos, door woonde ze in ’n hut.
Ze was veur raegen en veur wind, er taam’lek goed beschut.

En op ’n bessem vlaog ze rond, maor nimmer aoverdag;
Allenig in de ‘Oelenvlog’ en midden in de nacht.

Ze zweefde aover ’t Zelhems darp en aover ‘Polheers Gracht’.
Ze was ook stik zo ni’j niet meer en van een stark geslacht.

En zakte ze op ’t land ’s neer en stond door wat te blujen,
Dan kon i’j der vaste van op an, dan wol der niks meer grujen.

’n Jonge boer die lotten mos, was liever geen saldoat.
Die ging gewoon naor Hanne hen en vreug eur um eur raod.
Ze zei: ‘Nei in ow ni-jste hemd, ’n Klaverblad van vier.
Dan lot i-j ow der vast niet in.

De road van Hanne, die was best.
De boer hef eur als dank, toen ’t net zoo uut kwam, op ’n keer der ’n ni-je bessem veur emaakt.

Door vloag ze joren nog op rond, die was niet te verslieten.
Totdat ze op ’n zeek’re dag ‘de klompen achteruit ging smieten’

De klompen vielen in ’t darp, tegen de Zelhemse toren, zodat ze door twee gaten deurhen ‘boorden’.
Die gaten zitten der nog in en wordt gebruukt deur doeven.
Soms kump de geest van Hanne der nog wel ’s deurstoeven.

Op ’t laatst, toen was ze bi-jnao dood alleen ‘op ’t starven nao’,
Dri-j dage lei ze door al hen, ze was onmundig tao.

‘Dat ik niet kan starven, ligt verdreid’ zei ze, ‘allenig in mien hemd.
Dat is ’s zondags in mekare eneid, dat is mien alleen bekend’.

Toen trokken ze eur ’t hemd van de rug en gaf ze meteen de laatste zucht.
Dit is Smoks-Hanne eur verhaal. Ze gaf raod an armen en an rieken. En as i-j der meer van wetten wilt, mot i-j in Zelhem maor is, noar heur standbeeld kieken.