Hunland -Evers
Köning
Oudste vermelding: 1378 (Leenregister)
Oude benaming boerderij:
Ten Konynge,
Coninck
Coninginck
Oldeconninck
Aldekoninck
Olden Conninck
Behoorde tot de: Zelhemmer Hattemer Marke
Aantal stemmen in de Marke: 1
Broodlevering:rust de plicht op om brood te leveren bij de Muldersfluite, daarvoor de plicht op om brood te leveren op de Zelhemmer Brink
L 916 hakhout
L 917 bouwland
L 918 weiland
L 919 weiland
L 920 schuur en erf
L 921 huis en erf
L 922 bouwland
L 923 hakhout
Detail uit kadastrale kaart van 1822 (L.C. Machen)
2022 Luchtfoto boerderij Köning Kruisbergseweg 52. Foto Google
(E) 1378: Willem Konynge (Leenregister)
(E) 1387: Johan Coninckinck (idem)
(E) 1428: Gerrit Coninck (zoon, idem)
(E) 1473: Johan Coninghinck (idem)
(E) 1484: Bernt van Wische (idem)
(E) 1522: Catrin van Scherpenseel (idem)
(E) 1531: Reiner van Arler (zoon, idem)
(E) 1551: Henrick van Arler (zoon, idem)
(P) 1565: Lammert (Markeboek)
(E) 1621: Reiner van Arler (zoon, idem)
(P) 1625: Tonis Moller, bouwman op Alden Coninck (Markeboek)
(E) 1632: Johan van Arler (broer Reiner, Leenregister)
(P) 1644: Harmen Conninck (Markeboek)
(E) 1646: Coop Schrasser (idem)
(E) 1646: Aelbert Verborch (idem)
(E) 1646: Jacob Schimmelpenninck van der Oye (idem)
(E) 1641: Nijenconinck: Burgemeester Huigens (Markeboek)
(E) 1645-1650: Jenneken Wolters (Markeboek) (Kreynck)
(P) 1695- 1706: Wolter op Koninck (laat 4 kinderen dopen) (DTB)
(P) 1708-1710: Derck op Coninc (laat 2 dochters dopen) (DTB)
(E) 1822: Weduwe van Jan Hendrik Nieuwenhuis (Kadaster)
1829: | 178-178 | Lambertus Bannink en Elisabeth te Brake † |
1840-1847: | 178-178 | wednr. L. Bannink (van. E. te Brake) en Garritjen Ellenkamp † 1840 |
1848-1850: | 178-178 | wednr. L. Bannink (van. E.te Brake,G. Ellenkamp) en Dersken Heemink † 1849 |
1851-1860: | E4-E4 --E4 |
wednr. L. Bannink (van. E.te Brake,G. Ellenkamp en Dersken Heemink ) zn. Garrit Bannink tr.1853 met Berendina Johanna Oosterink |
1861-1870: | E4-E5 E4-E5/- |
wednr. L. Bannink ( van 3 vrouwen ) wed. Gardina Garritsen † 1867 (van Bannink ) |
1871-1880: | E5/ -- E5-E5 |
wednr. L. Bannink † 1871 Zn.Garrit Bannink tr.1853 Berendina Johanna Oosterink |
1881-1900: | E5-E5 |
G. Bannink en B. J. Oosterink |
1901-1924: | E5-E5 E5-E5 |
G. Bannink † 1919 en B. J. Oosterink † 1903 wed. Berendina Bannink (van Gerard Bernard Massink) |
1925-1939: | E5-5-E5 ------E5 |
wed. Berendina Bannink |
1940-1964: | E5 |
G.J. Massink en H. Roeterdink |
1965-1987: | Kruisbergseweg 52 Kruisbergseweg 52 |
G. J. Massink † 1969 en H. Roeterink † 1971 Bernard Willem Johan Massink tr.1960 met Marie Evers |
1987-0000: |
Kruisbergseweg 52 |
B. W.J. Massink en M. Evers |
2010-0000: | Kruisbergseweg 52b |
Hendrik Jan Herman Evers trouwde met Hester Wiltink |
2018-0000: | Kruisbergseweg 52m | H. C. Massink en A.Benschop |
Boerderij en Veldnamen Zelhem. blz: 92 kaart 16/2
Könink (boerderij)
Köninkswei (bouwland/weiland)
De kamp
Door opsplitsing van de wijk wordt de Hummeloseweg/Kruisbergseweg gedeeltelijk (rechts) ingedeeld bij de Velswijk en krijgen nw. E nrs. De familie Massink had veel grond en meerdere boerderije o.a. op de Velswijkweg 1 + 3 De Gotte en de Lebbink.
Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen, Het Kwartier van Zutphen
tGoet ten Konynge 1), gelegen in den kerspel tSelm up den Goye, ten Zutphenschen rechte ontfinck Willem Konynge, anno 1378.
Johan Coninckinck ontfinck dat goet Coninckinc, gelegen in den kerspel van Seelhem etc., tot eenen Zutphenschen leen, aº. 1387.
Idem, anno 1402.
Idem ontfengt ende tuchtigt sijn vrou Wendel an 14 malder roggen, 8 malder boeckweits, an die Luttige mate met heuren tobehoren ende an dat Leemhuys op den berge tot Coninginck, anno 1424.
Gerrit Coninck, erve sijnes vaders Johans 2), aº. 1428.
Johan Coninghinck vernijt eedt van den goede tot Coninghinck met sijnen tobehoren, in den kerspel van Zeelem op Goy gelegen, daer naest gelant is dat goet tot Ruessinck an d'een ende dat goet tot Nyenconinghinck an d'ander sijde, 13 Oct. 1473.
Bernt van Wische bij overgifte Stijn Sedelers, huysfrou Johans voorn., beleent, 20 Dec. 1484.
Verder zijn de beleeningen gelijk aan die sub 76 (zie opm. RW). Zij loopen tot die van Jacob Schimmelpenninck van der Oye op 25 April 1646.
Dit goet is van de leenplicht gevrijt tegens wederom teleenmakinge van 24 mergen lants, onder Steenre gelegen, den 4 Julii 1648.
1) Later heet het Aldekoninck.
2) Beheltlick Wendelmoit Koningincks, sijre moeder, haere lijfftucht (akte).
Opm. RW: sub 76, blz 228, is het goed Wullink; zie voor de letterlijke tekst aldaar.
Verpondingsregister 1646-1650 in 't Rigterambt Zelhem, door Gerhardt Kreynck:
90-18 |
Nyen Conninck. Jenneken Wolters. |
30-0- |
Pacht 20 dlr onvrij gelt
|
9-0 | Het Hiedt slagh. Herman Conninck cum suis 1½ beest weydens slecht lant. tient vrij. vrij gelt. 6 dlr Olden Conninck, versplittert de Saelweer bij den Nyen Conninck angeslagen. |
Tekst uit de Arnhemsche-courant van 25-6-1816
Bronnen: |
Markeboek Zelhemmer Hattemer Marke 1598-1678 (bewerking R.J.J. Weetink, 2007), blz 8 (1598, broodlevering, blz 10 (1598, Jan up olden Konnink en Nien Henrick Konnink, belastingplichtigen), blz 30 (1603, geschil over de weg tussen Huininck en Konninck, door Huinincks stege), blz 48 (1611, Alden Conninck, absent bij jaarholting) blz 50 (1612, Conninck, secundant bij geschil over grond), blz 75 (1619, Alden Conick, absent bij jaarholting), blz 76 (1619, Jan en Tonis Coninck, beide een boete voor het ongeoorloofd laten grazen van schapen in de enk), blz 80 (1620, Oldenkoeninck, geschil over het recht tot het houden van schapen, zomer en winter), blz 84 (1622, Nijen Coninck, absent bij jaarholting), blz 97 (1625, Tonis Moller, bouwman op Alden Coninck, geschil over het recht een schaapskudde te mogen houden; krijgt de opdracht te kudde weg te doen), blz 100 (1627, de lantheer van Olden Coninck in geschil over het recht tot het houden van een schaapskudde), blz 103 (1628, de landheer van Alden Coninck heeft bewezen gerechtigd te zijn een schaapskudde te houden), blz 130 (1634, Johan Conninck, betalen openstaande boete), blz 145 (1639, Lambert Conninck, boete omdat zijn vrouw eigenmachtig geschutte beesten uit het schuthok heeft gehaald), blz 151 (1640, geschil om Olden en Conninck, met als participanten Bernhardt Winckelman, Borgemeister Louwerman en Borgmr. Huigens), blz 153 (1641, Oldenconninck, absent bij jaarholting; Borgmr Heugens (= Huigens) nieuwe erfgenaam van Nijenconinck), blz 166 (1645, Jenneken Wolters als “eijgenaerse van Olden Conninck”, blz 167 (1645, Jenneken Wolters, eventuele verkoop van het recht tot het houden van een schaapskudde), blz 168 (1644, Harmen Conninck, boete wegens het vermeend ongeoorloofd laten grazen van de schaapskudde), blz 169 (1645, geschil over de weg tussen Hoininck en Conninck, door Hoininck Stege; opdracht de weg naar de enk weer te openen), blz 181 (1648, Conninck, boete wegens het ongeoorloofd laten grazen van de schaapskudde in de enk), blz 193 (1653, Harmen Conninck, idem), blz 197,Goed Nienkonninck, geschil over eigendomsrechten van grond), blz 201 (1658, Harmen Conninck, boete wegens het van de schaeter afnemen van een geschut schaap), blz 203 (1658 Harmen Conninck, boete n.a.v. schouw), blz 207 (1659, Conninck, benadeling door de verkoop van grond; Connick heeft twee schaapsdriften), blz 225 (1664, geschil tussen Conninck en Hoeninck), |