Hummelink
Huidig adres: Jaaltinkweg 5
Oudste vermelding: 1379
Oude benaming boerderij:
Hummeldinck
Erf tot Hemmekingh
Hummelinck (1616-1618)
Hummelink (1553,1643,1829)
Behoorde tot de: Dunsborger Hattemer Marke
Aantal stemmen in de Marke:
1 waar (1553, 1643)
1 stem (1810, 1820, 1822, 1858)
Broodlevering: rust de plicht op om 1 brood te leveren bij de Muldersfluite
L 1047 heide L 1048 hakhout L 1049 heide L 1050 bouwland L 1051 weiland L 1052 tuin L 1053 weiland |
L 1054 huis en erf L 1055 bouwland L 1074 bouwland L 1075 heide L 1077 bouwland |
Detail uit kadastrale kaart van 1822 (L.C. Machen)
2022 Luchtfoto Google
(E) 1379: Arent Hummeldinck |
(P) 1616-1629: Jan (Johan) Hummelinck (Markeboek ZHM) |
(P) Ca 1700: Carel Borkens (alias Hummelink) / Willemken Dimmendaal (Kwartierstaat H.M. Jansen) (Genealogie Weetink)
|
1829: | 225 | wednr Jan Hummelink. Hendricus Wetink en Christina Hummelink. |
1840-1847: | 225 | H. Weetink en C. Hummelink. |
1848-1850: | 225-E126 | H. Weetink en C.Hummelink †1850. |
1851-1860: | E126-E 140 | wednr Henricus Weetink |
1861-1870: | E140-E24- -- | wednr H. Weetink †1865. |
1861-1870: | -- -E24- -- | zn. Jan Willem Weetink tr. 1865 met Johanna Kaal. |
1871-1880: | E24-E19--- | J. W. Weetink en J. Kaal.vertr. 1873 naar Wehl. |
1871-1880: | E24 | Everhardus Mullink jr.(komt van E146 Hammink) en Alberdina Willemina Beunk (komt van Steenderen) |
1881-1900: | E24-E19 - -- | E.Mullink en A.W.Beunk vertr. naar Didam |
1881-1900: | E19 | Willem Sadrinus Jolink en Aaltjen Termaat |
1901-1924: | E19-E-19 | W.S.Jolink en A.Termaat vertr. |
1901-1924: | Derk Jan Jolink tr.1909 met Harmina Looman | |
1925-1939: | E19-19-E22 | D. J. Jolink en H. Looman |
1940-1964: | E22 | D. J. Jolink †1946 en H. Looman †1982 |
1965-0000: | Jaaltinkweg 3 | Zn. Herman Jolink en Johanna Dimmendaal gaan wonen op Jaaltinkweg 3 |
1965-1995: | Jaaltinkweg 5 | Zn. Derk Jolink. †1995 |
1995-0000: | Jaaltinkweg 5 | A.P. Michels |
Boerderij en Veldnamen Zelhem. blz: 51 en blz 85, 09/6
Hummelink
de Kamp
Kattenkolk
Mullenhoek
Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen, Het Kwartier van Zutphen |
‘t Goet to Hummeldinck, gelegen in den kerspel van Zelem, in der buyrschap van Velswijck, tot een Zutphensch leen erkent bij Arent Hummeldinck, anno 1379. Wolter van Holte die jonge, Derichs soon, deur Simon van Holte ontfengt alsulck erve ende goet, in den kerspel van Zelem gelegen, tot eenen Zutphenschen leene, a°. 1398. Idem ontfinck alle alsulck recht, als hem van sijnen olderen angecommen is van den have tot Hemmekingh, dat sijn mannen ende ander parcelen daerto gehorende, als dat gelegen is in den kerspel van Zelem, anno 1405. Idem 1) ontfinck 't goet Hommeldinck, in den kerspel van Zelem met allen sijnen tobehoren gelegen, tot eenen pondigen leene ten Zutphenschen rechte, a°. 1412. Idem, anno 1424. Derck Heyinck bij transport Wolter Hemmekink geheiten Hummeldinck ontfinck dat goet tot Hummeldinck met allen sijnen rechten, hoge ende lege; voirt met allen sijnen tobehoren, in den kerspel van Selm op den Goy gelegen, tot Zutphenschen rechten, a°. 1438. Claas Heydinck, erve Dirx voorn., transporteert dit leen op sijnen soon Johan Heydinck, anno 1442. Johan Hummeldinck beleent, a°. 1465. Johan Heydinck vernijt eedt van den goede tot Hummeldinck, in den kerspel van Zelem gelegen, met sijnen tobehoren, daar naest gelant is dat goet Eeffdinck an d'een ende Boelincks goet an d'ander sijde, tot Zutphenschen rechte, 8 Oct. 1473. Idem vernijt eedt, 18 Aug. 1484,; 1502. Gertrud Heygincks, erve hares vaders Johans, ervende voort op hare echte kinder ende geen beleninge versueckende, wordt hiermede beleent Gijsbert van der Hoeven, haer altste naturlicke soon, 28 Aprilis 1536. Margriet, weduwe Johan Heyginx, dit leen vercoft hebbende an Johan Kreyvenger voor een eygelick goet ende also een tijtlanck versuymt wesende, crigt hij beleninge, mits dat hij alle daeruut buten consent des leenheeren versette parcelen weder inlossen sal, daerto hem behulp belooft wort, 5 Maii 1537. Idem vernijt eedt, 3 Julii 1544. Alijt Kreyfengers, Johans dochter, erve harer moder Gertrud Heyginx Johansdochter, beleent, 14 Jan. 1545. Carl Kreyfenger, erve sijnes vaders Johans, 22 Martii 1545. Aleyt Kreyfengers, huysfrou Gerrit Bongarts, vernijt eedt, 4 Sept. 1545. Carl Kreyfenger vernijt eedt, 6 Junii 1556. Aleyt Kreyfengers 2) eedt vernijt, 20 Junii 1556. Johan Kreyenfengers, erve sijnes vaders Carls, onmundig, beleent, 23 Sept. 1560. Aloff Kreyfenger, erve sijnes vaders Johans, blivende voor Dueren 3), erft voort op Aloff Kreyfenger, sijnen soon, 1 Sept. 1561. Tussenvoeging (auteur): Johan Kreyfenger Carlssoon, noch onmundig wesende, crigt ten versuecke sijner moder Yken Baerkens uutstel ter wedercomste des cantzlers, om deur sijnen momber eedt te vernijen, den Henrick Heyendael voor hem gedaen hadde, 4 Martii 1575. Idem crigt noch uutstel, 28 Febr. 1576. Idem, mundig, doet eedt, 4 Maii 1576. Idem tuchtigt sijn moder Yken Baerkens ant 1/4, eodem die. Aleyt Kreyfengers 4) vernijt eedt, 14 Junii 1576. Johan Kreyfenger vernijt eedt, 12 Aug. 1594. Idem tuchtigt sijn vrou Gertrud van Eymeren, 16 Maii 1617. Johanna Kreyvengers 5), erve haeres vaders Johans, beleent, 5 Jan. 1631. Carl Busser, erve sijnner moeder Johanna Kreyvengers, onmundich, beleent, 16 Nov. 1637. Diderick Busscher bij transport van Carl Busscher met die helfte beleent, 26 Maii 1652. Idem tuchtigt sijn huysvronw Elisabeth van Luyck ende laet sijn dispositie approberen, eodem die. Derck Busscher 6), erve sijns ohems Diederick, beleent uyt cracht van de geapprobeerde dispositie sijns ohems, 19 Oct. 1668. Sijn broeder Gerret Busser is hulder. Johanna van Luyck naer afsterven van Derck ende Gerret Busser volgens dispositie van Gerret Busser beleent, 16 Jan. 1675. De momberen van de kinderen 7) van Johanna van Luyck ende haeren weduwenaer Paul in de Betuwe laeten haer maechgescheit approberen, 15 April 1692. Berent in de Betuwe, erve sijnes moeders Johanna van Luyck, beleent, 8 Julii 1692. Idem ende sijn vrou beswaeren dit leen met 700 gl. aen Jan ter Beeck, 8 Julii 1692. Iidem 8) dragen dit leen op aen Johan Georg van Lamsweerde en Agatha Huigens, 5 Maert 1696. Hermen Hendrick van Lamsweerde, erfgenaem sijns vaders Johan Georg beleent, 20 Mey 1726. Paul Reinier van Vinceler van Lamzweerde, erfgenaam sijns vaders Hermen Hendrik, beleend, 9 Oct. 1754. Barthold van Diemen van Lamzweerde laat approberen en registreren een extract uyt het magescheyd, den 3 Sept. 1770 met sijne broeders en zusters 9) over den boedel van hare ouders Hermen Hendrik van Lamzweerde en Alberta Hadewig 0pgelder, in leven eheluyden, opgerigt, 6 Julii 1782. Denselven beleend met dit leen, aller gestalte hetselve hem uyt hoofde van geapprobeerd extract-magescheid aangekomen is, eodem die. Denselven laat approberen en registreren een geclausuleert extract uyt sijn testament 10) van 4 Julii 1782, eodem die. Maria Gerhardina van Lamzweerde nae overlijden van haer broeder Barthold beleend, 26 Aug. 1783. Afsplitsing van Hummelink Eadem 12) laet eedt vernieuwen Fredric van Steegen gen. Valckenborch ende maeckt dit leen onder haere samentlicke na te latene kinderen deylbaer, 31 Jan. 1640. Johanna Wolters 13), erve haeres moeders Luytgen Soeren, beleent, 21 Junii 1651. Adriaen van Daetseler, erve sijns moeders Johanna Wolters, beleent, 1 April 1695. Idem draegt dit leen op aen Johan Georg van Lamsweerde, die daermede beleent is, eodem die. 1) In deze akte heet hij Wolter van den Holte geheiten Hommeldinck. |
Verpondingsregister 1646-1650 in 't Rigterambt Zelhem, door Gerhardt Kreynck: |
Hummelinck. Busser ende Dr Abbinck | |
90-18 | huys ende hof 2 sch(epel) boulant 10 mlr (molder) 3e garve Opgaende bomen. |
27-0-0 | 4 beestweydens, pacht 8dlr (daalder) 4 hoender |
beswaer 1 sch (epel) woltrogge ende hoen ande lantschap | |
Een vierdel uyt het achterste lange stuck van Boelinck groot 1½ sch. is bij Hufstede van Hamminck angeslagen |
Bronnen: Register op de Leenakteboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen (Mr. J.J.S. Baron Sloet en Dr. J.S. van Veen): Markeboek Dunsborger Hattemer Marke,: |