Deze pagina afdrukken

Hogeveldweg 2 - Gegevens

Hogeveldweg 2

  • Huidige benaming:


    Dimmendaal

     

    Oudste vermelding: 1305
    Oude benaming boerderij:
    Dymmingdael
    Ymmingdael
    Dimmendael (1553 en 1629)
    Dimmeldaell (1616-1618)
    Dimmendaal (1643)
    Diemmedal (1829)

    Behoorde tot de: Dunsborger Hattemer Marke
    Aantal stemmen in de Marke: 1 waar (1553, 1643) 1 stem (1810, 1820, 1822, 1858)
    Broodlevering: rust de plicht op om 1 brood te leveren bij de Muldersfluite

    tegel Muldersfluite

     

     

  • Huidig adres: Hogeveldweg 2
  • Oude straatnaam: Denne Weg (1829)
  • Staat in: Oosterwijk
  • Kadaster 1822: .
  • Eigenaar: Jan Hendrik Schoemaker, bierbrouwer
  • Woonplaats: Hengelo
  • Kadasternummer(s):
    M 288 hakhout
    M 289 weiland
    M 290 moestuin
    M 291 water als weiland
    M 292 huis en erf
    M 293 kolk als weiland
    M 294 kolk als weiland
    M 295 weiland
    M 296 weiland
    M 297 weiland
    M 298 hakhout
    Eveneens van de zelfde eigenaar:
    M 320 heide
    M 321 weiland
    M 322 bouwland
    M 324 uitweg als bouwland
    M 333 heide

     


     kadasterkaart

    Detail uit kadastrale kaart van 1822 (L.C. Machen)

  • (E)igenaars - (P)achters:

     

    (E) 1378: Frederick van Baer
    (E) 1405: Gijsbert Ymmingdael
    (E) 1484: Aleyt Sweders to Waerlo
    (E) 1538: Jan to Waerlo
    (E) 1542: Johan Dymmendael
    (E) 1554: Johan Dymmendael
    (E) 1581: Marriken Dimmendaels
    (E) 1598: Henrick Wussinck
    (E) 1602: Johan Stenderinck
    (E) 1610: Gerricken Mentinx
    (E) 1610: Johan en Harrie Wuessink
    (E) 1646: Johan Stenderink (Kreynck)
    (E) 1682: Beatrix Maria Stenderincks
    (E) 1685: Doctor Baarken, landheer van ’t goet Dimmendaal (Markeboek)
    (E) 1738: Petrus Canisius Baerken
    (E) 1768: Christianus Baerken
    (E) 1778: fam. Baarken
    (E) 1820-1834: de Heer J.H. Schoemaker (Markeboek)

  • Bevolkingsregister en huisnummers vanaf 1829:
     
    1829:  306   Arend te Winkel en Aaltjen Toonk
    1840-1847:  306  A. te Winkel en A. Toonk, vertr. 1845 naar huis nr. 341
    Willem Obelink en Hendrika Bruggink
    1848-1850:  306   W. Obelink en H. Bruggink
    1851-1860:  F20  W. Obelink en H. Bruggink
    1861-1870:  F22  W. Obelink en H. Bruggink
    1871-1880:  F30  W. Obelink † 23-11-1875 en H. Bruggink † 08-05-1873
    1881-1900:   F30  Derk Jan Obelink † ? en Leidina Hemink
    1901-1924:  F28  wed. L. Hemink van D.J. Obelink
    1925-1939: F31-F34-F41   wed. L. Hemink † 1935
     zn. Willem Obelink tr. 1921 met  Gerritdina Hendrika Ooijman
     Hendrik Willem Menkveld tr. 1933 met  Lammerdina Willemina   Harmsen
    1940-1964:  F041  H.W. Menkveld en L.W. Harmsen
    1965-0000:   Hogeveldweg 2   H.W. Menkveld † 1970 en L.W. Harmsen † 1991
    2000-0000:   Hogeveldweg 2   A. Menkveld en H.C.J. Nijenhuis

      

  • Veldnamen:

    Boerderij- en veldnamen in Zelhem (1998): blz 45 en blz 79, 03/6

    Veldnamen:
    Dimmendaal
    Dimmendaalswei
    Dimmendalsheide
    Dimmendalslaegte
    Dimmendalsweide (3*)

  • Opmerking:

     

    Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen, Het Kwartier van Zutphen
    tGoet te Dymmingdael, op den Goye, in den kerspel van Zelm gelegen, ten Zutphenschen leen ontfinck Frederick van Baer, anno 1378.

    Gijsbert Ymmingdael ontfinck den Ymmingdael met alle sijnen tobehoren tot eenen Zutphenschen rechte, anno 1405.

    Idem, anno 1424.

    Idem, anno 1465.

    Idem vernijt eedt van den goede geheiten Dymmedael met al sijn tobehoren, in den kerspel van Zelem gelegen, daer naest gelant is Herman ten Waerle aen die een sijde ende Gerit Hebbinck an d'ander, tot Zutphenschen rechten, 5 Sept. 1473.

    Aleyt, huysfrou Sweders to Waerlo, erve hares vaders Gijsberts voorn., 19 Aug. 1484.

    Eadem eedt vernijt, anno 1503 1).

    Eadem eedt vernijt deur heuren soon Jan to Waerlo off Dymmeldael, 11 Sept. 1538.

    Johan Dymmendael, erve sijner moder Aleyt (maer hier 2) staet: sijnes vaders Sweders to Waerlo genant Dymmendael), ontfengt een goet geheiten Dymmendael met sijnen tobehoor, in den kerspel van Zelem gelegen, daer naest gelant is Henrick ten Waerlo an d’een sijde ende Jan Wentinck an d'ander, tot Zutphenschen rechten, 28 Martii 1542.

    Idem eedt vernijt, 30 Junii 1544.

    Johan Dymmendael, onmundig, erve sijnes vaders Johans, beleent, 30 Julii 1554. Johan Wentinck is zijn gecoren momber van sijn moder mede present.

    Idem doet eedt vernijen, 9 Junii 1556.

    Idem vernijt selver eedt, 30 Junii 1565.

    Marriken Dimmendaels erft dit leen op harer moder broder Arnt Menting, 17 Jan. 1581.

    Johan Wuessinck, erve Arnts voorn., 15 Junii 1581.

    Idem, hier genant Dimmendael, crigt 3 maenden uutstel, 23 Sept. 1581.

    Henrick Wussinck, onmundig, erve sijnes vaders Johans. Sijn moder Heyle ten Holler neemt tot hulder Wolter Menninck, 11 Aug. 1598.

    Idem verpand an Herman Eninx dochterken Jenneken, bij Aeltjen Dimmendaels geteelt, an Gerritgen Dimmendaels, weduwe IJamberts ten Post, ende ant gasthuys to Deutinchem van wegen Henrick Dimmendals, daerin gestorven, een stuck genant Dimmendaler Langevoren met l/2 molder geseys daer teynden an, nu wuest gelegen, voor 250 rijdergulden 6 jaren, 30 Oct. 1602.

    Gerricken Mentinx, huysfrou Gerrit Hissinx, als erve hares vaders Johans ende ooms Arnt Mentinx beleent, 23 Jan. 1610.

    Henrick Wussinck, mundig, vernijt eed, 17 Febr. 1610.

    Johan Stenderinck bij opdragt Gerriken Mentinx ontfengt die helft van den goede Dymmendal met allen sijnen rechten ende tobehoren, gelegen in der graefschap Zutphen, in den kerspel van Selm, in der buerschap Oosterwijck, tusschen Waerl ende Wentinck, met beding, alst weder an éénen man quame, dat het weder één leen sal sijn, 27 Febr. 1611.

    Idem bij opdragt van deselve Gerriken ontfengt die tweede helft van den voorn. leene, 5 Nov. 1611.

    Reyner Stenderinck, als erve sijnnes vaders Johan beleent sijnde, maeckt dit leen onder sijnne natelatene kinderen deylbaer, met conditie dat de olste tselve tot gemeen proffijt ende last sall verheven, 22 Aprill 1646.

    Beatrix Maria Stenderincks, weduwe van Petrus Canisius Baerken volgens dispositie haeres vaders Reinder beleent sijnde door hae hulder Matthijs Spijcker, maeckt hetselve leen weder onder haer kinderen deylbaer, mits dat de oltste hetselve tot gemeen profijt sa verheffen, 16 Junii 1682.

    Petrus Canisius Baerken 3), erfgenaem sijns grootmoeders Beatrix Maria, beleent, 4 Junij 1738.

    Christianus Baerken, minderjarig, erve sijns vaders Petrus Canisius, en uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd 4) beleend, 21 Oct. 1768.

    Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 28 Aug. 1770.

    Idem laat approberen en registreren de huwlijksvoorwaarden, 31 Aug. 1771 met Maria Daris 5) opgerigt, 3 Oct. 1771.

    Deselve eheluyden laaten haare opene testamentaire dispositie 6), 16 Dec. 1796 voor den landgerigte van Hengelo gepasseert, registreren, 29 April 1797.

    1) In deze akte heet de man Sweder to Waerle ofte van Dymmedaell.
    2) nl. in de akte.
    3) Volgens de akte van 21 October 1768 heette hij Petrus Canisius Willem. Zijn eerste vrouw was Henrietta Maria Magdalena van Schlaum, zijn tweede Megteld Offermans.
    4) Tusschen Wilhelmus, Franciscus, Christianus en Theodorus, allen kinderen uit het eerste huwelijk, en de nagelaten weduwe (akte).
    5) Hare moeder was Hermina Gerritsen, weduwe Daris (akte).
    6) Daarbij werd aan Reinier Jacobus Roelofsen, weduwnaar van hunne dochter Henrietta Maria Magdalena Baerken, het vruchtgebruik gedurende zijn leven gemaakt. Hij had 2 kinderen: Anna Maria Isabella en Christiaan Gerhardus Martinus Wilhelmus (akte).


    Verpondingsregister 1646-1650 in 't Rigterambt Zelhem, door Gerhardt Kreynck:

    Dimmendael Stenderinck

    109-1-8    Huys ende hof 1½ sch. boulant 12 mlr. 3e gerve
    Weydelant 6 koeweyd. slecht lant

    7-10-0       Twee verckens of 5 daalder, vrij gelt
    Beswaert met 1 mlr Haveren, Peerdegehalt end 24 st. idem een sch. Woltrogge end 1 hoen an de Lantschap.
    Bouman betaelt alle lasten.


    Opmerking:
    Notities over de boerderij, door een onbekende schrijver, tekst letterlijk overgenomen.
    Johan Wuesink en Harrie Wuessink erven een stuk grond genaamd Dimmendaal lange voren ½ mulder gesijs nog woest gelegen 23 Jan 1610. In 1646 krijgt het Johan Stenderink de halve Dimmendaal 22 April 1646. Dan komt de boerderij in het bezit van de fam. Baarken tot 28 Aug 1778.

    dimmendaal Arnhemsche courant 23 05 1837Krantenartikel uit Arnhemsche courant 23-05-1837

     

    Dimmendaal Nieuwe Tilburgsche Courant 22 04 1883

    Krantenartikel uit Nieuwe Tilburgsche Courant 22-04-1883

     

    Bronnen:

    Markeboek Dunsborger Hattemer Marke, 1553-1810 (transcriptie A. Menkveld/J. Renema): blz 5 (1553, waar), blz 46 (1643, waar), blz 52 (1685, eigenaar), blz 100 (1744, eigenaar)
    Markeboek Dunsborger Hattemer Marke, 1810-1847 (transcriptie A. Menkveld/J. Renema): blz 4 en 5 (stem en broodlevering), blz 25(1820, eigenaar en stem), blz 39 (1822, stem), blz 87 (1828, eigenaar), blz 132 (1834, eigenaar), blz 142 (1846, eigenaar), blz 121 (1832, eigenaar), blz 124 (1833, eigenaar), blz 129(1833, eigenaar), blz 131 (1834, eigenaar), blz 142 (1846, eigenaar), blz 152 (1846, broodlevering), blz 155 (1847, eigenaar), blz 159 (1858, stem en eigenaar)

    Genealogiedomein (ECAL),pondschatting 1616-1618 en 1629, transcriptie van A. Lettink en Maatman

     

Laatst aangepast op donderdag 29 december 2022 11:10