Hoe het Zelhemse gezin Looman in de oorlog aan de dood ontsnapt.

Delen van dit verhaal zijn eerder gepubliceerd in de Gelderlander op 23 maart 2020

image002Gerda Vleemingh-Looman (86) en haar jongere broer Bennie Looman (82) overleefden in maart 1945 ternauwernood de bombardementen op Zelhem. Foto: Omroep Gelderland

Angst

Het is in 2020,  75 jaar later. Aan tafel in de keuken in Zelhem zitten de dan 86-jarige Gerda en haar broer Bennie (82). Zus Mimi (85) woont in het westen. Bij allemaal staan de gebeurtenissen uit maart 1945 in het geheugen gegrift. "Zoiets vergeet je van je leven niet meer”, zegt Gerda.

Vliegtuigen! Niet weer! Het is de vroege ochtend van zaterdag 24 maart 1945. De Zelhemse boer Lammert Looman is net als elke andere ochtend vroeg opgestaan en begint zijn dag zoals hij die altijd begint. Hij stapt naar buiten en kijkt naar de lucht om te zien wat het weer vandaag zal brengen. Dan schrikt hij zich rot. Hij ziet vliegtuigen aankomen.

Het stof van het bombardement van drie dagen eerder, waarbij dertien dorpsbewoners om het leven kwamen, is nog maar nauwelijks neergedaald. Toen schuilde het gezin Looman – vader, moeder en kinderen Gerda (12), Mimi (11) en Bennie (8) – in de kelder onder hun boerderij in het centrum aan de Markt van Zelhem. Dat is ook nu het devies: naar de kelder! En heel snel!

Surrealistische situatie

In rap tempo maakt vader Looman iedereen wakker. Het is druk in huis. Buren die woensdag dakloos raakten, krijgen hier tijdelijk onderdak. Allemaal haasten ze zich nu de trap af, de kelder in. Enkele angstige momenten later kruipen ze over brokstukken weer naar boven. De gewelfde kelder heeft het gehouden, maar het gehele huis is verwoest.


image004Het gebombrdeerde huis van smid Nusselder en rechts daarnaast het enige stukje overgebleven muurwerk van de boerderij van Looman. Foto: fam. Looman

Buiten is de situatie surrealistisch. Zelhem is voor de tweede keer in nog geen week tijd opgeschrikt door vernietigend oorlogsgeweld. Overal ligt puin. Al het vee van boer Looman is dood. De koeien. De paarden. Alleen enkele kippen hebben de beschietingen op wonderbaarlijke wijze overleefd. Die vliegen verschrikt in het rond.

Te grote klompen

Gerda, Mimi en Bennie staan met hun ouders en enkele buurtbewoners buiten in hun pyjama, op blote voeten. Ze besluiten om richting het huis van hun oma, oom en tante te lopen, die een eindje buiten het dorp wonen. Van een buurvrouw krijgen ze klompen. Die zijn veel en veel te groot voor de voeten van een jongen van 8, maar voor nu is alles beter dan niets.



bombardementIn de buurt is alles verwoest. Foto: coll. Oudzelhem

Onderweg zien ze opnieuw vliegtuigen naderen. Die komen hun kant op en beginnen wederom te vuren. De geallieerde vliegers zien het groepje Zelhemmers zeer waarschijnlijk aan voor vluchtende Duitse soldaten. Tussen de weilanden is er amper plek om te schuilen. De  mensen die net hun huis kwijtraakten, duiken nu een greppel in. Doodsbang zijn ze. Onderweg moeten ze nog een keer schuilen voor bommenwerpers. De schrik zit er goed in en eenmaal bij de boerderij aangekomen, durven ze niet in het huis te slapen, uit angst voor nieuwe bommen.

Wonder boven wonder raakt niemand gewond. Het gezin Looman weet de familie te bereiken. De familie neemt zijn intrek in een geïmproviseerde schuilkelder die in het weiland achter de boerderij is gegraven. Met strobalen als meubilair zitten ze daar hun dagen uit.

Ze hebben niets meer. Ze slapen maanden in kribben, gemaakt van de vensters van hun oude huis en ze liggen onder paardendekens die de Duitsers in de haast achterlieten. Nederland is bevrijd, maar het leven van de familie Looman zal nooit meer hetzelfde zijn.

En dan wordt het 1 april, de geallieerden bereiken de boerderij van de familie Looman. Maar in plaats van ze tegemoet te lopen, vlucht de familie de schuilkelder weer in. "We waren doodsbang, we vluchtten weg, we wisten niet wat het was en we waren overal bang voor."

Looman Remmelink op de Markt noodwoning 16 11 1951 Foto Marks. De noodwoning aan de Markt van de fam. Looman. Foto: fam. Marks

Pas maanden later is op de plek van de boerderij een noodwoning verrezen en kunnen Bennie en Gerda hun gewone leven weer een beetje oppakken.

Bij het bombardement op zaterdag 24 maart 1945 vielen geen slachtoffers, maar werden wel ruim tien panden geheel of gedeeltelijk verwoest. Gerda en Bennie beseffen ze dat ze die ochtend door het oog van de naald zijn gekropen. ,,Dat vader de vliegtuigen zag komen en ons wakker heeft kunnen maken, dat heeft ons leven gered.”


Looman 2 Luchtfoto met in het midden de noodwoning van Looman tegenover de Kerk. Foto: coll. oudzelhem

In november 1952 komt burgemeester H.J. Langman de eerste steen leggen voor de nieuwe boerderij welke als eerste aan de Markt is vernieuwd. 

Eerste steen Looman Remmelink De eerste steen van de nieuwe boerderij aan de Markt. Foto: fam. Looman.

markt3 4De nieuwe boerderij met daarnaast het nieuwe pand van kleermaker Klein Molekamp. Foto: coll. oudzelhem

Ze weet nog dat ze dat jaar na de zomer naar de middelbare school ging. ,,Als er een vliegtuig overkwam, dan dook ik onder de tafels en begon ik heel hard te huilen”, vertelt ze. ,,Die angst voor vliegtuigen, die bleef”, voegt haar jongere broer Bennie toe. ,,Dat de oorlog ten einde was, veranderde daar niks aan.”

Die angst voor vliegtui­gen, die bleef. Dat de oorlog ten einde was, veranderde daar niks aan.

 

Aan dit artikel van de Stichting Oudzelhem werkten mee: www.oudzelhem.eu
fam. Looman op Remmelink  
samenstelling en opmaak: H.M. Somsen