Ds.Theodor Jacob Locher    Stichting Oud Zelhem
       
Bron:  12 Eeuwen Lambertikerk Artikel door:  H. Jonas en H.M. Somsen
 Auteur:  Gerrit Rijsdorp    
       
 Naam:  Theodor Jacob Locher     
 In functie:  1873 - 1880, naar Charlois    
 Geboorteplaats:  Seebach (Zwiterland)  Datum:  14-08-1834
 Overleden te:  Charlois Datum:  13-01-1882
 Vader:  Johan Caspar Locher  Moeder:  Anna Catharina Grob
 Gehuwd met:  Maria de Clerq  Geboortedatum:  Amsterdam 20-11-1834
 Overleden:  1888    
 Trouwdatum:  06-10-1864    
 Kinderen:   Geboren:  
   Johannes Kaspar Stefan    06-11-1867 
   Charlotte Janna    08-06-1869
   Gotfried Willem    11-08-1871
   Gerrit Hendrik    11-02-1873
   Paulus Jacob    20-04-1875
   Anna Catharina Maria    11-03-1880
       
Heeft gewoond aan:  nieuwe pastorie1858 
 Doetinchemseweg 2
   

 

Theodor Jacob Locher
Door G. Rijsdorp

 Th.J. Locher is geboren in Seebach bij Zurich, Zwitserland 14-8-1834. Zoon van Johann Caspar Locher en Anna Catharina Grob. Huwt 6-10-1864 met Maria de Clercq geb. Amsterdam 20-11-1834. Kinderen: Johannes Kaspar Stefan *Uitekom Zw. 6-11-1867 die 15-4-1879 naar Keulen gaat, Charlotte Janna *Uitekom Zw. 8-6-1869 die 23-8-1876 naar Groningen gaat, Gotfried Willem *Zevenhuizen 11-8-1871, Gerrit Hendrik *Zevenhuizen 11-2-1873, Paulus Jacob *Zelhem 20-4- 1875 en Anna Catharina Maria *Zelhem 11-3-1880. Wonend in Zwitserland studeert hij theologie in Zurich en is hulppredikant bij de Niederländische Reformierte Gemeinde in Elberfelt. Predikant in Utikon (Zw.) 1864-1871. Komt naar Nederland, Zevenhuizen (ZH) 9-7-1871. Zelhem 26-10-1873. Charlois 30-5-1880 tot zijn overlijden op 13-1-1882.

De beroeping
Dat zogenaamde vaste traktement van de vorige predikant ds. Kooy zit een aantal kerkvoogden nog steeds niet lekker. Wanneer ze op 2 juli 1872 daarover praten, wordt besloten op de oude voet verder te gaan, dus zoals vòòr de komst van ds. Kooy, maar wel met een verhoging van ƒ 100,-. In juli 1873 deelt de kerkenraad mee, dat ds. Eigeman, een van de beroepen predikanten, het beroep naar Zelhem zal aanvaarden, mits hij boven het toegezegde traktement ook vrijdom van belasting krijgt. Als de kerkvoogden hem laten weten dat te veel van het goede te vinden, bedankt hij. Na nog een aantal bedankjes komt op 24 augustus 1873, dus veertien maanden later, ds. Locher in beeld. Maar wederom zijn er bezwaren tegen de beroepingsprocedure. De kerkenraadsleden Van der Heijden en Heider hebben niets tegen ds. Locher maar zij vinden dat eerst iemand gehoord moet worden en dat er persoonlijk kennis moet worden gemaakt alvorens iemand beroepen kan worden. Zij spreken niet tegen dovemansoren. Op 14, 21 en 28 september vindt een afkondiging plaats. Al op 26 oktober 1873 wordt ds. Locher door zijn broer, die dan in Garderen staat, bevestigd met de tekst van Jesaja 40 vers 6-8 en ds. Th.J. Locher 211 8.1 Predikanten, traktementen en toga’s. De namen van de predikanten preekt ’s middags tijdens zijn intree over Nummeri 6 vers 22-27.

Die wens van vrijdom van belasting, in die tijd onder meer de personele en gemeentelijke belasting, zit de predikanten blijkbaar vrij hoog. De kerkenraad maakt zich zorgen over een mogelijk vertrek van ds. Locher. Op 25 april 1876 wordt door de kerkvoogden een brief van de kerkenraad behandeld. Ds. Locher krijgt veel beroepen. Er is een gebrek aan predikanten (16 kandidaten en 192 vacatures) en men doet moeite om de leraar aan zich te binden. In andere gemeenten is het traktement hoger en wanneer de personele, gemeentelijke en kerkelijke belasting van het traktement afgetrokken zijn blijft er nog geen ƒ 1.000,- per jaar over. En dat terwijl de arbeidslonen stijgen en de levensmiddelen alsmaar duurder worden. Eerder beroepen predikanten is die belastingvrijdom wel toegezegd en waarom ds. Locher dan niet? De hoge kosten van zijn grote gezin zou wel eens de aanleiding kunnen zijn om te vertrekken…. Moest ds. Kooy nog de beroepingskosten terugbetalen omdat hij binnen twee jaar weer opstapte, nu geeft het reglement aan, dat zoiets niet meer teruggevraagd mag worden. Volgens de kerkenraad gaat het om een bedrag van 60 à 70 gulden per jaar! Beroepen kost nou eenmaal geld. Het ontbreken van een predikant betekent, dat de binding binnen de gemeente kan wegvallen. Ontheiliging van de zondag, zedeloosheid en ontregeling van de catechisaties kunnen het gevolg zijn. Een consulent die om de twee à drie weken enkele uren catechisatie geeft en catechisanten die naar andere gemeenten gaan. Het gevolg daarvan is dat de consulent het helemaal laat afweten en in het geheel niet meer komt, zoals dat ook laatst het geval was….. Of de smeekbrief van de kerkenraad geholpen heeft is niet na te gaan.

Diverse familieleden van ds. Locher
Johan Caspar Locher, predikant in Zwitserland en Anna Catharina Grob hebben twee zoons: Theodor Jakob *1831 en Gottfrie  Wilhelm * 1839 Beide zoons volgen in Zurich de theologische opleiding en worden beide eveneens predikant.

Theodor Jakob, de Zelhemse predikant, trouwt 6-10- 1864 met Maria de Clercq en is o.a. hulpprediker bij de Niederländisch Reformierte Gemeine te Elberfelt. Hij gaat in 1871 naar Nederland waar hij predikant wordt in Zevenhoven (ZH) om in 1873 naar Zelhem te gaan. Hij schreef twee catechisatieboekjes, getiteld Vragen en Antwoorden over de Bijbelsche Geschiedenis, door Th.J. Locher, Hervormd Predikant te Zelhem. Dat boekje werd vele jaren gebruikt voor de catechisaties in Zelhem en in vele andere plaatsen.
 > Deel 1. Uitgave ??? omvat de periode 4004 tot 1426 vóór Christus. Van de schepping der wereld tot de uittocht uit Egypte.
> Deel 2. De 2e herziene uitgave van 1877 werd uitgegeven door H. Melder, Utrecht. Het omvat de periode 1425 tot 1056 vóór Christus. Van de dood van Jozua tot de dood van Koning  Saul. Van deel 2 is zelfs een 7de druk verschenen, in 1896 uitgegeven bij Scheffer en Co te Amsterdam.

 > Een derde boekje is Belijdenis des Geloofs der Gereformeerde Kerken in Nederland, met voorrede en enige aantekeningen. Het is aanwezig in de bibliotheek van de VU te Amsterdam.
> Ook studies getiteld: Noch perfectionisme, noch antinomianisme van 1881 en andere studies hebben hem bekend gemaakt. Volgens mondelinge overlevering moet Kohlbrugge hem tot zijn beste leerlingen hebben gerekend, die hem [Kohlbrugge] het beste begrepen hebben. Toch heeft hij wegens zijn grote en diepe kennis van de bijbel de meeste bekendheid niet gekregen door dit leerstellig geschrift, maar door de eenvoudige catechese Vragenboekjes. In het notulenboek van de kerkenraad van 7 mei 1880 valt te lezen dat tussen 1 januari 1879 en 30 april 1880 bijbels en catechiseerboekjes zijn gekocht/verkocht. De inkomsten zijn ƒ 40,01 en de uitgaven ƒ 23,96. Het saldo van ƒ 16,05 zal door G. Hillen worden beheerd.

De broer van Th.J. is Gottfried Wilhelm. Hij trouwt met Anna Maria Margaretha Schäfer, stammend uit de Niederländisch Reformiert Gemeine te Elberfelt. Voor hem was de Heidelbergse Catechismus vraag 60: ‘Hoe zijt gij rechtvaardig voor God’ richtinggevend. Dat bracht hem in moeilijkheden toen hij in Neudorf en Cassel in Zuid-Rusland stond. Evenals Theodor Jakob ging hij in 1873 naar Nederland, Garderen op de Veluwe en Hengelo (Gld) in 1876.

Beide broers Th.J en G.W. beschouwden zich als leerlingen en geestverwanten van Kohlbrugge. De drie zonen van Theodor Jakob te weten Johannes Caspar Stephanus *1867, Gottfried Wilhem *1871 en Gerrit Hendrik *1873 zijn allen predikant geworden. Op jonge leeftijd overleden hun vader in 1882 en hun moeder in 1888. Mede door hun oom Gottfried Wilhelm, zelf kinderloos, zijn zij in hun groei begeleid en beïnvloed in het denken van Kohlbrugge.

Van de drie kinderen is Johannes Caspar Stephanus het bekendst geworden. Hij studeerde theologie in Leiden en behaalde zijn doctorsbul in 1903. Daarna publiceerde hij veel studies en zat in diverse bestuursorganen en commissies.

Als het gezin van Theodoor Jacob Locher in juli 1871 naar Nederland is gekomen en in 1873 naar Zelhem, dan is de vraag: Hoe goed is zijn Nederlands? Uit de verslagen in het notulenboek, die hij zelf schreef, blijkt dat hij het Nederlands zeer goed beheerste!