Bron:
 
Artikel door:  

 

Langs de Hummeloseweg werden de voor Zelhemse begrippen oudste boerderijen opgegraven. Ze dateren uit de vroege middeleeuwen (zesde/zevende eeuw na Chr.). De resten van de boerderijen bestonden uit grondverkleuringen die wezen op de ligging van palen en wanden. Hout vormde het belangrijkste constructie element. Door het ingraven en onderling verbinden van houten staanders en liggers ontstond een houten skelet, waarop de kapconstructie kon rusten. Soms werden er bovendien greppels gegraven om de wanden in weg te laten zinken. De wanden bestonden uit vlechtwerkmatten, afgestreken met leem. Op het dak lag waarschijnlijk riet. Het kon ook voorkomen dat wanden geheel en al bestonden uit planken. Dit was waarschijnlijk het geval bij tenminste twee van de aangetroffen boerderijen aan de Hummeloseweg.
Behalve de boerderijen stonden op de erven verschillende bijgebouwen. Ook lag er een waterput en verschillende kuilen die gebruikt werden voor opslag en/of ambachtsdoeleinden. Op basis van het aardewerk kon de precieze datering van de boerderij niet met zekerheid worden vastgesteld. De in de waterput gevonden boomstam kon gedateerd worden in 621 n. Chr. Het aardewerk was bijna allemaal lokaal en met de hand gemaakt.

 

Hummeloseweg

Foto: uit collectie Eef Oosterink